ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCHVLAANDEREN
I'
VERSCHIJNT WOENSDAGS EN ZATERDAGS IN ALLE PLAATSEN VAN ZEEUWSCH-VLAANDEREN
E. BOOM-BLIEK
30e Jaargang
Woensdag 6 April 1921
Nummer 2612
Communisten in actie.
933&ÏLLSTOH.
Ontmaskerd.
Het roemloos einde.
BRESKENSCHE COURANT
Abonnementsprijs per drie maanden f 1.25
met 10 cent dispositiekosten.
Drukker-Uitgever
Abonnements-Advertenties zeer billijk tarief.
Tijdelijk verhoogd- met 20 pCt.
Elke regel meer 15 cent. Ingez. Meded. 30 ct. p. regel.
™e,0°n BRESKENS p,°7%ro
Dinsdag- en Vrijdagmiddag 1 uur
De toestanden in sommige
mijnen op den linker Rijnoever
zijn niet rooskleurig. Hoewel er
talrijke werkwilligen zijn, kunnen
deze tengevolge van de bedrei
gingen der communisten den
arbeid niet hervatten. In een
schacht van de mijn Rhein-
Preussen zijn groote hoeveel
heden dynamiet gevonden. Toen
de bezettingstroepen Vrijdag de
communisten kwamen verdrijven,
vond er een hevige dynamiet-
ontploffing plaats. Ook werd er
geschoten. De toestand ia buiten
gewoon onzeker.
Aan de Belgische bladen wordt
uit Mainz gemeld, dat te Moers
een botsing heeft plaats gehad
tusschen de Belgische troepen
en communisten van de mijn
I Rhein Preussen, waarbij de troe
pen van hun vuurwapens gebruik
moesten maken. Volgens nadere
berichten aan de „Libre Belgi-
que", weigerden de communis
ten zich te verspreiden.
Er werden van uit hun midden
revolverschoten op de soldaten
gelost, zonder dat echter iemand
werd getroffen. Daarop openden
de troepen het vuur, waardoor
dTie communisten werden gedood
'en 27 gewond. Een aantal hun
ner werd gearresteerd.
Uit nader binnengegekomen
berichten blijkt, dat in den mor
gen van 1 April vier mijnen door
communisten werden bezet, n.i.
te Rhein Preussen, Ober-Emme-
rik, Linfort en Neukirchen. I11
de Kruppfabrieken te Rhein-
hausen op den linker Rijnoever
hebben 2500 van de 10.000
arbeiders het werk hervat. De
militaire autoriteiten hebben ver
schillende communistische agita
tors gearresteerd. Tijdens deze
arrestatie trachtten andere com-
muni ten de gevangenen te ont
zetten en wierpen steenen naar
het Belgische detachement, ter
wijl er eveneens gevuurd werd.
De Belgische soldaten vuurden
terug.
Te Grefrath is de arbeid hervat
onder de bescherming der troe
pen. Er zijn hulptroepen naar
95)
Dat zijn onzinnige plannen,
zei de graaf op ergerlijken toon,
en zijn gezicht drukte zijne
hoogste misnoegdheid hierover
uit.
Alhoewel de sporen der nog
niet geheel gewekene ziekte zich
nog duidelijker op het aange
zicht van den graaf afteekenden,
toonde zijne uitdrukking toch
nog zijn vasten wil om alles zelf
te regelen en te besturen. Daar
de wil tot heerschen nog leven
dig was, kon hij toch wegens
zijne zwakte niets meer uitvoeren.
Gewillig, met het uitzicht van
zich aan alles te onderwerpen
wat de oude graaf verlangde,
doch met des te vaster wil en
ihand ontnam de jonge graaf
hem voor en na den scepter.
deze streek gezonden. Nergens
is de toestand onrustbarend en
het wordt niet noodig geacht den
staat van beleg af te kondigen.
I11 het kolengebied rechts van
den Rijn is alles rustig. Links
van den Rijn is in het district
Mors door de bezettingsautori
teiten de verscherpte staat van
beleg afgekondigd. Een aantal
communisten is gearresteerd en
weggevoerd. Ih schacht 5 van
de mijn Rheinpreuszen zijn gis
termiddag twee bommen gevon
den. De eene was vastgeklemd
tusschen de glijlatten van de
lift, zoodat, wanneer deze bom
ontploft was, de geheeie ingang
versperd zou zijn en de mijn
gedurende een half jaar onbruik
baar ware geweest. Twee andere
schachten zijn door Belgische
troepen bezet. Het hoogst noodi-
ge werk wordt door de arbei
ders verrichtaan liet hoofdwerk
durven zij niet te beginnen uit
vrees, dat de communisten bij hun
afwezigheid hun woningen zullen
vernielen. Nadat de verscherpte
staat van beleg afgekondigd was,
is de toestand ook in dit district
rustig.
De vertrouwensmannen der
arbeiders van de electrische
centrales, stokers en machinisten
vergaderd ten einde te beraad
slagen over de houding, welke
door de werklieden met betrek
king tot het doodschieten van
den leider der communisten Sylt
moet worden aangenomen. De
debatten waren zeer opgewon
den. De communisten, die het
het gebeurde als een politieke
wraakneming beschouwen, ver
langden, dat de algemeene sta-
king afgekondigd zou worden.
De vertrouwensmannen der
meerderheids-socialistische en
onafhankelijke werklieden waren
niet bereid, aan dit verlangen
te voldoen. De werklieden der
electrische centrales hebben op
advies van het bestuur hunner
vakvereeniging besloten, niet on
middellijk in staking te gaan.
Ter vergadering werd besloten
eerst een mondeling onderzoek
naar de aangelegenheid in te
stellen, en elke actie uit te stel-
Ook thans, terwijl hij schijn
baar met hoffelijken eerbied en
onderworpenheid, naar de woor
den van af keuring over de onbe
zonnen en moderne begrippen
der jeugd uitwijdde, luisterde de
jonge graaf naar het scheen met
aandacht, doch had hij het vaste
besluit gemaakt, zijn wil in alles
door te zetten.
Hij maakte dan ook zijne
plannen nog duidelijker, en deel
de den ouden graaf mede, dat
een groot industrieel uit Berlijn
naast de Bensdorfer kolenmijnen
eene groote ijzerfabriek wilde
oprichten, hetgeen aan de wer
ken van den ouden Steflen een
groote concurrentie zou bieden.
De fabrikant Weller zou in de
eerste dagen op het slot komen,
om de voorbereidende maat
regelen te maken.
De hand van den ouden slot
heer balde zich. Reeds de naam
van den molenaar, die hij onein
dig haatte, deed hem het rood
len tot het resultaat van dit on
derzoek bekend is.
Wat de Correspondent van de
Tel. over de Hongaarsche Staats
greep weet mede te deelen, is
niet van belang ontbloot, om
onze lezers dit weer te geven
Terwijl de geheeie wereldpers
vol was van de hoera-berichten
der Karlistische propaganda, die
het avontuur van Karl von Habs-
burg in het buitenland trachtte
te steunen op een wijze die ons
onwillekeurig doet terugdenken
aan de K. u. K. militair bericht
geving uit de dagen van Pszre-
mysl, schijnen er te Steinemanger
en Boedapest dingen gebeurd te
zijn, die een eenigszins anderen
kijk geven op de werkelijke af
metingen welke de Royalistische
Putsch ten slotte heeft aangeno
men en op de v^qj zeer geringe
resultaten, wu.^.de ex-keizer
met zijn terugkeer in Hongarije
heeft bereikt.
Op een conferentie, waarbij
de regeering w erd vertegenwoor
digd door minister-president
Teleki en den minister van Bui-
tenlandsche Zaken dr Gratz en
waarheen Karl von Habsburg
zijn trouwen vazal graaf Andras-
sy had afgevaardigd werd over
eengekomen, dat Karl Hongarije
zoo spoedig mogelijk weer zal
verlaten, en dat de Hongaarsche
regeering daartegenover geen
maatregelen zal nemen tegen de
Karlisten die in de vertooning
de laatste dagen een rol hebben
gespeeld.
Als met een requisiet bij de
opvoering van een revue, wordt
er mejt den eens zoo machtigen
keizer-koning omgesprongen. Hij
is naar Hongarije gebracht, als
demonstratiemiddel voor een be
paalde groep, die zich nog
steeds niet bij het nieuwe we
reldgebeuren heeft kunnen aan
passen hij wordt uit Hongarije
gebracht, nu blijkt dat die groep
niet over den aanhang beschikt,
waarover zij meende te kunnen
beschikken dat haar streven
op de wangen komen, alhoewel
zijn aangezicht eene lijkkleur
droeg.
Dien geldwolf zulk een poets
te spelen, door hem in zijne na
bijheid zulk eene fabriek, die
hem de grootste concurrentie
zou aandoen, op te richten, voor
zulk eene onderneming was hij
eerder te winnen.
Wie is die fabrikant Weller
vroeg de graaf, zich tot zijn
kleinzoon wendende.
Graaf Egon zei op hoogmoe-
digen toon: „Eene persoonlijk
heid van gewicht en grooten
ondernemingsgeest, zoo als die
lieden gewoonlijk zijn. Hij is
met eene barones van Lingen
gehuwd. Men kan dus wel aan
nemen, dat hij een man is, die
zich in alle kringen kan bewe
gen en ik geloof ook op de
hoogte van onzen toestand is.
Wij zullen dus opperbest met
hem kunnen onderhandelen, zon
der dat wij hem onzen toestand
geen weerklank vindt bij het
Hongaarsche volk.
Er wordt den ex-keizer bij dit
alles niets gevraagd maar er
wordt eenvoudig voor hem ge
handeld en over hem beschikt.
Zijn trein wordt klaargezet in
Steinemanger en geallieerde troe
pen zullen hem wegbrengen zijn
doorreis wordt geregeld door
anderen dan door zijn getrouwen,
en er is bij dat alles geen zweem
van zelfbeschikking of van zelf-
beslissing!
Als er iets de zaak der Habs-
burgers heeft kunnen schaden
dan is het zeer zeker het droe
vig einde van dit dolle avontuur,
en de zielige onzelfstandigheid
en onpersoonlijkheid waarvan
Karl von Habsburg bij dit alles
weer blijk geeft.
Juist in een atmosfeer als de
Hongaarsche waar elke wensch
en elk idee zich zoo spoedig
omzet in fantasieën en toekomst
droomen, doen dergelijke dingen
zooveel af aan het prestige tot
den persoon en ook tot de achter
hem staande groepen.
Een groot deel der Karlistisch
gezinde bevolking baseerde hare
gevoelens op overwegingen mys-
tisch-godsdienstigen aard. De Hei
lige Stephanskroon heeft steeds
een facineerende uitwerking ge
had op de eenvoudigen onder
het Hongaarsche volk. En de
drager van deze kroon kon er
op rekenen een overwegend deel
van het volk achter zich te heb
ben, zoolang hij werkelijk dat
gene bleef, wat het volk in hem
zochtde met hoogere macht
omstraalde drager van het dier
baarste nationale bezit.
De weinig heroïsche rol, die
de ex-keizer de laatste dagen
heeft gespeeld, is al bitter wei
nig in overeenstemming met het
ideaal, dat het eenvoudige Ma-
gyarendom zich van zijn heer-
scher heeft gevormd.
Maar ook die anderen, die in
dit avontuur zijn meegegaan uit
andere overwegingen, en die,
als de drenkeling aan de be
roemde stroohalm, zich vast
klampten aan de gedachte, dat,
wanneer de koning eerst maar
zou zijn teruggekeerd, alles in
Hongarije anders en beter zou
worden, zijn in hunne verwach
tingen deerlijk teleurgesteld. En
men kan veilig aannemen, dat
11a dit mislukte avontuur niet
alleen de koningskwestie in Hon
garije voorloopig wat meer op
den achtergrond zal blijven,
maar ook, dat de kansen der
Habsburgers sterk zullen zijn
gedaald, en dat, wanneer eenmaal
het oogenblik zal zijn aange
broken, waarop het Hongaarsche
volk over de bezetting van den
Hongaarschen troon zal hebben
te beslissen, andere pretendenten
dan Karei van Habsburg op den
voorgrond zullen treden.
In Boedapest had Vrijdag de
vervroegde zitting der Nationale
Vergadering plaats, die gewor
den is tot een machtige uiting
van heel het Hongaarsche volk.
Alle politieke partijen waren in
volle sterkte verschenen, na van
tevoren beslist te hebben en van
hunne eensgezindheid te doen
blijken, nu het er om ging het
koningsvraagstuk voorloopig op
den achtergrond te houden.
In een, met algemeene slem-
men aangenomen resolutie, heeft
de volksvertegenwoordiging te
gen elke poging tot omverwer
ping der rechtsordegeprotesteerd,
en de regeering opgedragen elke
schending te verhinderen.
En Teleki verklaarde, dat de
regeering hare plichten tegen
over het vaderland zal vervullen,
en Dinsdag reeds rapport zal
uitbrengen over hare daden.
Hij hoopte, dat Karl Hongarije
dan reeds zou hebben verlaten.
Of hiermede de zaak nu als
vrijwel geëindigd kan worden
beschouwd, is echter een andere
vraag. Wel is duidelijk geble
ken, dat het Karlistische avon
tuur gedoemd is roemloos onder
te gaan, en dat alle maatregelen
zijn getroffen, om er zoo spoedig
mogelijk een eind aan te maken.
Maar daarmede is nog niet ge
zegd, dat het ook gelukken zul,
den weerstand der opstandelin
gen zonder veel moeite te breken,
en de orde zonder strijd en
behoeven bloot te leggen.
De oude graaf maakte eene
toestemmende beweging, en graaf
Egon trad daarna het neven-
vertrek binnen.
Het was het werkkabinet van
den ouden graaf. Daar zat En-
ders aan eene tafel achter akten
en schriftstukken verborgen. Hij
wilde, ondanks dat hem zijne
betrekking door den jongen graaf
was opgezegd, tot het laatste
oogenblik zijn plicht volbrengen.
Schrijf aan de firma Weller in
Berlijn, dat wij genegen zijn het
plan te volvoeren, doch dat wij
een persoonlijk bezoek van den
fabrikant Alfred Weller gaarne
tegemoet zien.
Kort en op bevelenden toon
had hij Enders deze opdracht
medegedeeld. Dan vroeg hij
Hebt gij het archief goed
doorzocht
Enders gaf een toestemmend
antwoord, toch wierp hij een
duisteren blik op den jongen,
hoogmoedigen graaf. Het was
alsof in zijn binnenste een tegen
strijdig besluit heerschte.
Wanneer is de tijd verstreken?
vroeg de graaf.
In eenige weken, heer graaf.
Enders stond nu op en zeide als
het ware op zegevierenden toon:
Tot dien tijd moeten alle voor
genomen plannen, volgens rech
terlijke uitspraak, blijven rusten.
Ook de ondernomen werken in
de bosschen. Als de molenaar
zijn klacht doorzet, geloof ik,
dat de dagen der grafelijke fa
milie hier geteld zullen zijn
De jonge graaf beet zich op
de lippen. Was dat waar, dan
was hij gelijk aan een bedelaar,
en kon met zijne grootouders,
hier op aarde, van de wereld
afgescheiden een ellendigbestaan
voortzetten.
Dat zal niet geschieden zeide
hij, heftig met den voet op den
grond stampende, terwijl zijne
oogen vuurstralen schoten.
(Wordt vervolgd.)