ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCHVLAANDEREN
tlèlijhcti Overzicht.
VERSCHIJNT WOENSDAGS EN ZATERDAGS IN ALLE PLAATSEN VAN ZEEUWSCH-VLAANDEREN
E. BOOM—BLIEK
BRESKENS
30e Jaargang
Zaterdag 2 April 1921
Nummer 2611
Ontmaskerd
Rede van Jhr deMuralt
te Sclioondijke.
BRESKENSCHE COURANT
Abonnementsprijs per drie maanden f 1.25
met 10 cent dispositiekosten.
Ad v e r t e n t i e p r ij s v a n 1 5 regels 75 cent
Elke regel meer 15 cent. lngez. Meded. 30 ct. p. regel.
Telefoon
No. 21
Drukker-Uitgever
Postgiro
17704
Abonnements-Advertenties zeer billijk tarief.
Tijdelijk verhoogd met 20 pCt.
Advertenties worden aangenomen tot uiterlijk
Dinsdag- en Vrijdagmiddag 1 uur
Het is lente. De Noordwes-
rstormen gieren over onze
lakten en kletterende hagel-
artijen jagen de Paaschuitstap-
uit elkaar en de feestvieren-
Paaschgangers rillend hun
arme huif,en binnen,
liet is lente. Den 21 sten Maart
zij begonnen. Schuchter, als
He jonge meisjes, met de teere
los op de donzige wangen is
ij bij ons binnen gekomen. En
et kon wel niet anders, of bij
en zonnigen lach barer glan-
nde oogen voelden we ons een
agenblik weer jong en geluk-
en menigeen gooide van
suter uitgelatenheid op die zon-
ige dagen zijn hoed in de lucht
fietste in zijn blooten bol
irder. Het was immers lente.
Och arme Als het lente is,
ficiëel lente, is het daarom nog
jen lente. En wie daarmee geen
ikening houdt en zijn hoed in
lacht gooit, loopt een ver-
mdheid op. Dat is niet alleen
et de lente zoo, maar overal
met alles in het leven. Wie
net en zich houdt alsof de
ficiëele noteering ook de wer-
lijkheid is, loopt op allerlei
(zen min of meer ernstige ver-
oodheden op. En misschien is
et niet in het oog houden van
it verschil wel de groote reden,
aarom we feitelijk allemaal
in of meer verkouden ra-
en in het leven, de oorzaak
onze vele teleurstellingen,
an onzen kommer en onze
[oefheid en onien schrijnenden
artepijn, de diepere grond van
ie felle en folterende tragedie,
win ten slotte het leven van
meesten onzer verloopt,
lisschien is het dit wel, waarom
ook als de lente werkelijk
imt, zoo vaak vergeefs de ar
en rekken in verlangen en na
ut drukkenden zomer vaak de
itrille herfst zoo eindeloos lijkt,
tadat we niet kennen, niet be-
lijpen, omdat we ons het leven
lo anders gedacht hadden en
brute werkelijkheid ons alle
fficiëel, uiterlijk geluk en heer
lijkheid en helaas
alle verlangens uit
4)
XXXIi.
De jonge graaf van Rheins-
urg was in het slot aangekomen
nhad met tamelijke bekwame
and de leiding in plaats van
ijn nog altijd zieken grootvader
r hand genomen.
Doordat Enders nog steeds op
et slot was aangesteld, werd hij
aardoor steeds aan Lucie her
werd, die hij zoo gaarne wilde
ergeten. Doch het was of de
likken van den schrijver hem
leeds vroegen: Waar is mijne
lochter Waar is de jonge gra-
n van Rheinsburg
Inderdaad had zich een groote
uitat van Enders meester ge
naakt, toen de jonge graaf alleen
p het slot was weergekeerd,
aar was Lucie Hij verkeerde
ook vaak
de bange
banden slaat, omdat toch de
lente geen lente is en. en.
Met de vrede is het als met
de lente. Sinds het tractaat van
Versailles is het officiëele vrede,
maar vrede is het daarom nog
niet. Fransche en Engelsche en
Belgische troepen zijn al weer
een eindje verdei Duitschland
ingetroken en het heet, dat ze
nog verder willen, deFranschen
althans. Misschien was dat ei
genlijk wel het gemakkelijkst.
Ze konden zich dan met eigen
oogen overtuigen, hoe het in
Duitschland staat en dat de
rijkdommen, die de commissie
van herstel er vèrmoedt nergens
te vinden zijn en meteen een
handje helpen om de commu
nisten in Midden-Duitschland en
nog verderop de Polen tot reden
te brengen.
De Polen kunnen zich maar
niet verzoenen met den uitslag
der stemming in Opper-Silezie
en willen nu ongetwijfeld de
Entente zien te overtuigen, dat,
zoo ze al niet de sterksten in
aantal, ze althans de sterksten in
brutaliteit zijn. In de industrie
streek, waar ze in sommige dis
tricten, dank zij vooral hun
vreesaanjaging, een meerderheid
behaalden en in andere in stem-
menaantal maar weinig onder de
Duitschers bleven, oefenen ze
nu een waar schrikbewind uit en
trachten onder Fransche be
scherming, de Duitsche bewo
ners dood of althans de streek
uit te knuppelen. Dat maakt het
de Entente dan tevens makke
lijker althans dit deel van Op-
per-Silezië, het begeerlijkste om
zijn kolenrijkdom, aan Polen toe
te wijzen. Dat zij dat het liefste
wil, staat wel vast, vooral in de
tegenwoordige stemming, waarin
zij ten opzichte van Duitschland
verkeert.
Want de weigering van Duitsch
land om de schadevergoedings-
voorstellen goed te keuren is
het eenige niet. Daar komt nu
nog de kwestie over de vóór 1
Mei te betalen schadevergoeding
bij. Van de voor dien datum te
als het ware in doodsangst, voor
al sedert hij van een informatie
bureau in de hoofdstad, waar
hij in het geheim inlichtingen
had gevraagd, de mededeeling
kreeg, dat de jonge gravin ook
niet daar verbleef, dat zij zelfs,
voor zoover zij hadden kunnen
nagaan, niet eens uit Amerika
met den graaf was teruggekeerd.
Dus zij was in Amerika ge
bleven. Doch waar Amerika,
wist Enders. was een onmetelijk
groot land. Hoe zou men daar
een enkele persoon kunnen op
sporen, als men niet ongeveer
wist waar zij verbleef? Zelfs
door bemiddeling van den ge
zant of den consul, zou het zeer
moeilijk zijn haar te ontdekken.
De graaf was op deze vraag
verbleekt. Hij dacht dat Enders
misschien zijn geheim ontdekt
had, dat hij had uitgevorscht,
waar Lucie was. Doch hij her
stelde zich spoedig en kreeg
zijne gewone koelbloedigheid
storten 20 milliard kan worden
afgetrokken het bedrag, dat de
Duitschers al door de uitleve
ring van schepen enz. betaalden.
Maar omtrent de waarde van
die uitleveringen heeft de Duit
sche regeering een geheel andere
opvatting dan de geallieerde
commissie van herstel, die hierin
feitelijk te beslissen heeft en die
bovendien meent, dat Duitsch
land het op 23 Maart te betalen
gedeelte makkelijk opbrengen
kan. De Franschen willen nu
maar korte metten maken en
het geld in Duitschland gaan
halen. Ze zien hun eigen faillis
sementen dreigen. En, nietwaar?
een kat, die in het nauw zit
doet rare sprongen. Het is nu
maar de vraag, of Engeland
mee wil springen.
In het Oosten zijn de Grie
ken rare sprongen begonnen
met hun nieuw offensief tegen
de Turken. Waafi< moeten ze 't
geld vandaan halen voor der
gelijke buitensporigheden. Het
is het tweede gelukkige resul
taat van de Londensche confe
rentie.
De bolsjewikki wrijven zich
de handen. Ze zijn juist hun
Kroonstadsch avontuur te boven
en vinden, dat het goed gaat
zoo in Europa en de wereld.
We zullen zien
V.
(Slot.)
Een belangrijke paragraaf van
het program van den Vrijheids
bond is die waarin geëischt
wordt de volledige geestelijke
en godsdienstige vrijheid"
Ieder moet weten hoe hij zalig
wil worden. Hij zij roomsch,
jood of lutersch, hervormd, ge
reformeerd of doopsgezind, alles
om 't even.
Met kracht verzet de Vrij
heidsbond zich tegen een „cen
suur" op de geestelijke opvat
tingen van het volk. Hij of zij
die van tooneel of opera houdt
terug en vroeg hem hoe hij het
wagen durfde zich in de familie
aangelegenheden te mengen. Hij
blikte den schrijver hoogmoedig
aan en zeide:
Gij overschat hier uw betrek
king en de diensten ons bewe
zen. Tot zulke vertrouwelijke
aanmatiging als naar welke gij
hier vraagt, heeft u toch zeker
niemand verlof gegeven.
Enders moest voorloopig zwij
gen, omdat hij trachten moest
zijne betrekking te behouden,
totdat hij een wapen kon vinden
om tegen den jongen graaf op
te treden. Toch beefde hij van
innerlijke woede, zich niet ter
stond op hem te kunnen wreken.
Hoe hij het ook aanlegde om
iets te kunnen uitvorschen, dit
mocht hem niet gelukken. Met
den dag werd de jonge graaf
afgetrokkener en ongenaakbaar
der. Hij deed het reeds voor
komen of hij de eigenaar van
Rheinsburg was, zoo trad hij
make daarvan gebruik mits bin
nen de perken der algemeene
wettelijke bepalingen die door
drongen moeten zijn van een
vrijen en vrijzinnigen geest. Weg
met een Zondagswet zooals de
rechterzijde ons die wil opdrin-
gen.
Het gezag moet gehandhaafd
■worden. De S. D. A. P. heet
wel niet revolutionnair te zijn.
Hun moties op hun congressen
zijn daaromtrent echter vaag.
Het Troelstra-avontuur in de
Novemberdagen van 1918 zijn
wij niet vergeten, en de mede
deeling van het Kamerlid van
Zadelhof f.dat indien er revolu
tie komt de S. D. A. P. aan de
zijde gaat staan van de oproer
makers maant tot voorzichtig
heid. De praatjes, dat als ge
volg van Troelstra's optreden in
de Novemberdagen democrati
sche maatregelen tot stand zijn
gekomen zijn onaannemelijk.
Door de geheele wereld heeft
de oorlog zooals ook in de
geschiedenis veranderingen
gebracht in de geestestoestan
den van de volken, gepaard
gaande met ingrijpende wijzi
gingen in de economische en
politieke toestanden.
In Engeland, Italië,; België,
Amerika, Britsch-Indië, China,
Japan, ja overal hebben wij in
1918 de zaken zien veranderen
toch niet door Troelstra vraagt
spreker.
Spreker vindt de instelling van
burgerwachten te betreuren maar
de S. D. A. P. en Wijnkoop en
andere revolutionnairen. maken
die dure instellingen noodig. Het
moet vóórkomen worden dat
zooals in München, Hongarije en
elders een handjevol bloeddor
stige oproermakers een geheele
bevolking terroriseeren en de
welvaart, na jaren verkregen, in
enkele maanden kunnen ver
woesten. Bij een oorlog is dit
al erg genoeg. Bij een burger
oorlog is dit het schandelijkste
wat denkbaar is.
De Vrijheidsbond meent
vooral in de gemeentehuishou
dingen paal en perk te moeten
stellen aan den voortwoekerenden
tenminste op in zijne bevelen,
die hij eigenmachtig uitvoerde,
zonder den ouden graaf nog in
iets te kennen. Hij kocht en
verkocht, liet boschpartijen tot
land omzetten, maakte plannen
tot het bouwen van fabrieken,
omdat hij door industrieele onder
nemingen de geldmiddelen van
Rheinsburg wilde verbeteren.
Geld wilde hij boven alles uit
de heerlijkheid trekken, hetzelfde
op welke wijze. Vanaf het
oogenblik, dat hij uit New-York
was teruggekeerd, ging hij gaar
ne voor een practisch Ameri-
kaansch ondernemer door, die
van de Yankee's daar verre, de
kneep had beet gekregen, hoe
men zich in eenige weken fabel
achtige sommen kon verschaffen.
Hij liet ingenieurs komen, en op
Rheinsburger gebied boringen
doen. Het was toch mogelijk,
dat men op eene of andere
grondstof stiet, die een rijke bron
van inkomst zou kunnen ver
kanker dat het eene deel van
het volk eenvoudig leeft ten koste
van het andereSpr. bedoelt
hiermede natuurlijk niet de toe
slagen uit de overheidskas voor
staatspensioen, sociale verzeke
ringen enz. Deze zijn zelfs toe
te juichen
Maar het gaat niet aan, zooal»
in groote steden, dat de gepen-
siotineerde of kleine rentenier,
die van een karig inkomen rond
moet komen, zit te transpireeren
bij het invullen van zijn belas
ting-biljet, omdat hij niet weet
hoe hij zijn aanslag straks zal
betalen, terwijl zij en hij, die
met belastingpenningen wordt
bedeeld, met open nek en val-
sche paarlen, gele schoenen en
zijden kousjes in de Bioscoop
zich zitten te amuseeren. Na
tuurlijk zijn uitkeeringen noodig
geweest. Spreker noemt echter
tal van voorbeelden waarbij deze
toeslagen geheel onnoodig wer
den verleend, tot schade van de
burgerij en ten schande van de
arbeiders zelve. De waardige
arbeiders erkennen de nadeelige
gevolgen hiervan.
De Vrijheidsbond zal zich ver
zetten ,tegen ongeoorloofde be
langengemeenschappen". Spreker
illustreert hoe in groote steden
door het samengaan van enkele
grossiers, bijv. in hoeden, deze
verbruiksartikelen ongeoorloofd
opzettelijk onnoodig op hoogen
prijs werden gehouden. Deze
grossiers zijn slapende schatrijk
geworden en de burgerij werd
uitgezogen. Spreker kan zich
best voorstellen dat belangen
gemeenschappen in een plaats
worden gesloten door winkeliers
enz. om een moordende concur
rentie te ontgaanDit is wat
anders.
Het is ook onnoodig dat om
gekeerd de grossiers en leveran
ciers arm worden ten bate van
de burgerij. Daarom zegt spr.
ook dat verzet moet worden
aangeteekend tegen ongeoor
loofde belangengemeenschappen"
In het buitenland heeft men daar
tegen reeds wetten gemaakt
evengoed als tegen de oneer
lijke concurrentie. Dergelijke
schaffen. Wie weet welke schat
ten onder de aarde van dit
uitgestrekte landgoed, onopge-
dolven begraven lagen.
Deze plannen zette hij met
koortsachtige ondernemingsgeest
aan den ouden graaf uit elkan
der, die in dikke dekens gewik
keld, in een rolstoel voor het
eerst na zijne ziekte, weder op
het terras was gebracht, om van
de zuivere lucht te genieten, die
het voorjaar bood.
De oude graaf hoestte eenigs
malen met veel moeite en wenkte
den bediende, die in deemoedige
houding achter den rolstoel
wachtte, de glazen deuren der
veranda te sluiten. Dan werd
hem bevel gegeven, zich. te
verwijderen.
Toen de bediende zich ver
wijderd had begon de jonge
graaf zijne plannen, die hij voor
Rheinsburg had opgevat uit
elkander te zetten.
(Wordt vervolgd.)