ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCHVLAANDEREN
Wekelijksch Overzicht.
VERSCHIJNT WOENSDAGS EN ZATERDAGS IN ALLE PLAATSEN VAN ZEEUWSCH-VLAANDEREN
E. BOOM—BLIEK
30e Jaargang
Zaterdag 26 Maart 1921
Nummer 2610
Ontmaskerd.
BRESKENSCHE COURANT
Abonnementsprijs per drie maanden f 1.25
met 10 cent dispositiekosten.
Advertentieprijs van 1 5 regels 60 cent
Elke regel meer 12 cent. Ingez. Meded. 30 ct. p. regel.
Drukker-Uitgever
Telefoon RpPQiïFMQ Postgiro
No. 21 d K C. 5 IV C, IN 5 17704
Abonnements-Advertenties zeer billijk tarief.
Tijdelijk verhoogd met 20 pCt.
Advertenties worden aangenomen tot uiterljjk
Dinsdag- en Vrijdagmiddag 1 uur
Uit hooide van het
PPw Faaschfeest zal Dins
dagavond a.s. ons blad niet
verschijnen.
DE UITGEVER.
't Is met het weer, net als inet
den toestand. Abnormaal, even
wel met dit verschil dat de toe
stand niet rooskleurig is, terwijl
het weer schitterend is.
Maar ook dit schitterend weer,
heeft zijn schaduwzijden. Schier
overal wordt geklaagd over de
droogte en gebrek aan drink
water, en dat in Maart. Terwijl
wij ons hier koesteren in de
heerlijke zon ligt een gedeelte
van Frankrijk onder de sneeuw,
zelfs zoo erg, dat op verschil
lende punten het verkeer is
gestremd.
In Griekenland heeft men geen
tijd om over het mooie weer te
praten, daar heeft men de han
den vol met het mobiliseeren van
het leger. Er is nog geen bloed
genoeg gevloeid.
Koning Constantijn vertrekt
naar het front, teneinde zelf het
oppercommando over te nemen.
Alle officieren en manschappen,
die met verlof zijn, hebben last
gekregen zich bij hunne regi
menten te voegen.
In Opper-Silezië hebben in
verschillende plaatsen ongere
geldheden plaats gehad, hoewel
daar een schitterend bewijs van
Duitsche vaderlandsliefde en
trouw geleverd is. Zwakke vrou
wen en welhaast stervende grijs
aards hebben er niet tegen op
gezien, de lange reis te onder
nemen. Van nu af aan zal Op
per-Silezië innig, onscheidbaar
en onverdeeld met Duitschland
verbonden zijn, en voor alle tij
den verbonden blijven inet dat
land.
Muziek en „Hochgeroep
volgde op de rede van den
Rijkskanselier. Op den trein
hadden de reizigers opschriften
aangebracht als: „Wij hebben
?B&X3Lfc£TeXt.
93)
Al het innerlijke van den
fabrikant vatte zich slechts in
zijne blikken samen, die hij on
afgewend op zijn kind rusten
liet.
Hij betrachtte eiken trek in
het bleeke gelaat, luisterde met
spanning naar de steeds gelijk
matiger en rustiger ademhaling
en eindelijk, nadat een geruimen
tijd verloopen was, kwam een
tevreden schijn op zijn donker
uitziend gelaat. De hoop werd
gednrig grooter.
Wellicht week de vreeselijke
maaier des doods nog eenmaal
van zijn huis Het gouden zon
licht, dat door het venster viel,
scheen alle duistere spookachtige
gestalten, die onzichtbaar om
het ziekbed van het kind zweef-
overwonnen 1" „Heil aan het
Duitsche Opper-Silezië
Aan den rijkskanselier werd
een geestdriftige ovatie gebracht.
Intusschen blijven de onlusten
in Ierland aan de orde van den
dag.
In het graafschap Kerry is
een afdeeling van 29 man van
het Londensche bataljon van
koniklijke fuseliers door honderd
gewapende rebellen aangevallen,
waarbij een formeel gevecht
ontstond. Aan beide kanten wer
den zware verliezen geleden. De
correspondent van „Evening
Newsé" deelt de volgende bij
zonderheden mede:
Een afdeeling fuseliers spoorde
van Kenmare naar Tilary, moest
overstappen te Headford en
wachtte aldaar in den wagen op
de aansluiting Eensklaps werden
zij van beide zijden van de
spoorbaan hevig beschoten. De
salvo's van de verscholen liggen
de Sinn Feiners volgden elkaar
snel op, zoodat terstond eenige
soldaten gewond en gedood wer
den. De bevelvoerende officier
liet de overigs manschappen
uitstappen en zich verdekt op
stellen. Daarna beantwoordden
zij het vuren, waarbij van enke
le op het perron wachtende rei
zigers, voor zij een veilig heen
komen konden zoeken, één ge
dood en verschillende gewond
werden. Toen de bevelvoerende
officier was doodgeschoten, nam
een onderofficier het commando
over. Van de 29 soldaten werden
er zes gedood en 12 gewond,
doch de overige elf hielden den
hevigen strijd bijna een uur vol.
Toen kwamen in twee andere
treinen versterkingen opdagen,
en werden de Sinn Feiners op
de vlucht gedreven. Zij lieten
enkele dooden achter, waaronder
een sedert langen tijd gezocht
officier van het lersch republi-
keinsch leger.
Armenië, dat gebukt gaat onder
de dwang van het Russische
bolsjewieki heeft door eensgezin-
den wil kans gezien die macht
omver te werpen.
Het volk kon het bolsjewis
tische récime niet langer verdra
den, te willen verdrijven.
Als de dag reeds helder was,
en de schreden der bedienden
luider werden, maakte de fabri
kant langzaam zijne hand van
die des kinds los, die thans niet
meer zoo koortsachtig was, ging
naar de voorkamer en sloot de
deuren die naar het ziekenvertrek
leiden, af.
Dan belde hij een bediende.
Hij had op zijn horloge gezien,
dat de geneesheer reeds te spre
ken was. Hij gaf het bevel aan
den bediende mede dat de ge
neesheer zoo spoedig mogelijk
zou komen.
Op dit oogenblik liet hij zich
echter reeds aandienen. Hij had
zich van een collega laten ver
vangen, om spoediger bij zijn
patiënt te kunnen zijn. Ten
hoogste verbaasd, zag hij de
onverklaarbare verandering, de
buiten verwachting gunstige toe
stand van den kleine. Hij riep
dan ook uitDe knaap is geredl
gen. De gevangenissen waren
gevuld met duizenden intellec-
tueelen, van wie zeer velen ge
fusilleerd zijn. Ongeveer 1500
Armeensche officieren zijn naar
Bakoe gedepoteerd, de dorpen
en 3teden zijn geplunderd en
verwoest, de voorraden en staats
gelden naar Rusland gebracht.
Het Armeensche volk is besloten
ten koste van alles den bolsje-
wiki den toegang tot het land
te beletten. De bolsjewiki zijn
verdreven uit Karabagh, Zan-
guezoer, Daralaguiaz, Novoba-
yazt, Erivan Etsjmiadzin en de
omstreken van Arakatz. Zij be
vinden zich nog te Dilijan en
Karakilisse, welke plaatsen de
Armeensche troepen nog niet
bereikt hebben. Het gezag in
Armenië berust op het oogen
blik in handen van een comité
van nationale defensie.
Zoo verkeerd men overal nog
in abnormale toestanden welke
hoog noodig dienen te worden
opgeruimd, wil men komen tot
een toestand welke ons door den
Volkerenbond is beloofd. Laten
wij geduld hebben en afwachten
Rede van Jlir deMuralt
te Schoondijke,
mi.
Breedvoerig stond spreker stil
bij het programpunt waarin wordt
aangedrongen op volledige ge
lijkstelling van man en vrouw op
BurgerlijkStaatkundig en Eco
nomisch gebied."
De huwelijkswetgeving is ten
opzichte van de vrouw nog mid-
deleeuwsch. Waar man en vrouw
zonder bepaalde huwelijksvoor
waarden zijn getrouwd bezit de
man allee en de vrouw feitelijk
niets, althans beschikt over niets.
Van de zijde van een z.g. Chris
telijk ministerie heeft de vrouw
niet veel goeds te verwachten.
Minister Aalberse wil het werken
van de gehuwde vrouw in de
fabriek verbieden. Op zichzelf
beschouwd behoort de gehuwde
vrouw niet in de fabriek, maar
waarom de volledige vrijheid
Nadat de geneesheer, zijne
orders voor de verdere verple-
ging gegeven had en ook de
verpleegsters had laten roepen,
verwijderde hij zich met de
troostrijke verzekering, dat na
dezen onverwachten omslag in
den toestand van den kleinen
patiënt, alle direct levensgevaar
uitgesloten was. De fabrikant
kon van innerlijke ontroering
geen woord uitbrengen. Hij druk
te met warmte de hand van den
geneesheer en begaf zich dan,
als verlost van een zwaren last,
naar zijn kantoor. Eene reis, die
hij wegens dringende zaken moest
ondernemen, schoof hij op. Het
was hem niet mogelijk zich een
oogenblik van zijn kind te ver
wijderen.
Hij wilde in zijne nabijheid
blijven, om elk uur, in zoover de
tijd dit veroorloofde, hem te
kunnen zien. In zijn naamlooze
vreugde, dacht hij er zelfs niet
meer aan eenige rust te nemen.
niet gelaten in deze aan de vrouw
om te handelen zooals zij ver
kiest
Minister de Visser heeft bij
de L.O. wet getoond de vrouw
niet voor vol aan te zien en
ongelijkwaardig met den man.
Met veel moeite is het gelukt
dat ook de onderwijzeressen in
de 3 hoogste klassen van de
lagere scholen les mogen geven.
Het voorstel luidde anders. Toch
is in de wet gebleven dat in de
laagste 3 klassen vrouwen les
mogen geven met een verlichte
acte". Waarom ook hier weer
de minderwaardigheid van de
vrouw in de wet vastgelegd
Van de 9 inspecteurs voor het
L.O. is er maar 1 vrouw. In den
grooten Onderwijsraad heeft
maar één vrouw zitting. Vrouwen
worden voor hetzelfde werk
dat de man verricht minder be
zoldigd. Waarom?
De ambten als kantonrechter
enz. zijn voor vrouwen onbe
reikbaar. Spreker moet zich be
korten maar hoopt in een vrou
wenvergadering dit vraagstuk
eens breedvoerig te bespreken.
Hij wijst er uitdrukkelijk op
dat de vrouwen van de rechter
zijde niets te verwachten heb
ben en spoort hen aan bij de
groote vrijzinige partij te komen
en hen die onder die vrijzinigen
verdeeldheid trachten te zaaien
den voet dwars te zetten.
Hierna besprak de heer De
Muralt het programpunt van den
Vrijheidsbond betreffende de
Socialisatie.
Spreker geeft toe dat aan de
tegenwoordige verdeeling van
de productie groote fouten kle
ven. De tegenstellingen tusschen
de verschillende burgers die wij
dagelijks zien, schreien vaak ten
hemel. Overdaad aan de eene
zijde en schrille armoede aan
de andere zijde Elk werkelijk
vrijzinnig denkend mensch zal
dit toegeven. Elk weldenkend
mensch moet bereid worden ge
vonden om aan de verzachting
kan het, wegneming van
die wantoestanden mede te wer
ken. Vele wantoestanden kunnen
worden ondervangen bijv. door
Ada zocht hare kamer op en
viel weldra in een diepen slaap.
Zij had bevel gegeven haar niet
te wekken, voor zij toilet moest
maken voor 't diner.
Rust kon zij echter niet vin
den en na een paar uren reed»
trad zij in het werkkabinet van
haar man, het geheim waarvan
hij gesproken had, scheen haar
als een dreigend spook te ver
volgen.
De fabrikant keek verrast op.
Hij zag er zeer vermoeid uit. De
angst voor zijn kind, waarin hij
verkeerd had, scheen hem eenige
jaren ouder gemaakt te hebben.
Diepe rimpels hadden zich op
zijn voorhoofd ingegraven.
Ada zeide, nadat zij zich in
een zetel had neergezet„Daar
gij mij heden nacht gezegd hebt,
dat uw leven een geheim om
zweeft, zoo is het mij onmoge
lijk, langer in onzekerheid aan
uwe zijde te leven, vooral daar
gij mij gezegd hebt, dat, indien
staatspensionneering, invalidileils
verzekering, werkloosheidverze
kering, weduwen- en wcezenver-
zekering. enz. in één woord door
een uitgebreide sociale yerzor-
ging
Ook de winstverdeeling tus
schen de werkgevers en werk
nemers moet en kan worden
verbeterd. Intusschen kan men
door billijker verdeeling van de
winsten en van de huidige pro
ductie over de geheele lijn, den
toestand niet in beteekenende
mate verbeteren. Opzwepende
propagandisten voor den klassen
strijd maken dit hun argelooze
toehoorders wel wijs. Zij weten
echter zelf wel beter 1
De cijfers van de inkomsten
belasting en de uitkomsten van
de directe belastingen in 't al
gemeen (in verband ook met de
opbrengsten van de indirecte be
lastingen) toonen overduidelijk
aan dat zelfs met een gelijke
verdeeling van de producten,
van de inkomsten en van de
winsten over alle ingezetenen
van Nederland (neem hiervoor
de gezinshoofden en hen die met
hen gelijk te stellen zijnde in-
dividueele welvaart en economi
sche toestand van eiken burger
niet noemenswaard zal verbeteren.
Hierin ligt reeds opgesloten dat
een beteekenende toename in
individueele welvaart alleen dan
bereikbaar is, wanneer belang
rijke opvoering van de productie
mogelijk is.
De socialisten meenen tot die
opvoering te kunnen geraken
door opheffing van het privaat
bezit en het brengen van de
productiemiddelen in handen van
den staat. Spreker zal hier niet
uitvoerig op in gaan. Wel wil
hij toegeven dat met een der
gelijke nieuwe maatschappelijke
orde vele schreiende tegenstel
lingen tusschen de betrekkelijk
weinige rijken en de betrekke
lijk weinige volslagen armen ten
deele zullen worden opgeheven.
Hier zou echter alleen een mo
reel succesworden bereikt n.l.
door de opheffing van de tegen
stelling zelve zonder dat de
economische toestand, waarin de
het geopenbaard werd, onze eer
en goeden naam reddeloos ver
loren was. Wie weet welke
schuld uwe ziel drukt. Ik wil
den geringsten smet zal gewor
pen worden, door wie ook".
Ada stond op en wilde het
vertrek verlaten, doch de fabri
kant versperde haar den weg en
zei: „ik laat u niet vertrekken,
alvorens wij verder gesproken
hebben".
Neen, ik wil niets hooren, houdt
uw geheim, ik haat, verafschuw
u thans, zeide de vrouw.
Het is goed, zei de fabrikant,
doch weet wel, dat het van u
zal afhangen, of niet spoedig
alles voor ons verloren zal zijn.
Thans opende hij de deur en
liet Ada vertrekken.
(Wordt vervolgd.)