ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCHVLAANDEREN
c;
Wekelijksch Overzicht.
Hel ioode leger op marsch.
VERSCHIJNT WOENSDAGS EN ZATERDAGS IN ALLE PLAATSEN VAN ZEEUWSCH-VLAANDEREN
E. BOOM—BLIEK
30e jaargang
Zaterdag 5 Maart 1921
Nummer 2604
6, L
Ontmaskerd,
BRESKENSCHE COURANT
Abonnementsprijs per drie maanden f 1.25
met 10 cent dispositiekosten.
Advertentieprijs van 1—5 regels 60 cent
Elke regel meer 12 cent. Ingez. Meded. 30 ct. p. regel.
Drukker-Uitgever
TNO.,02? BRESKENS p°7s$4ro
Abonnements-Advertenties zeer billijk tarief.
Tijdelijk verhoogd met 20 pCt.
Advertenties worden aangenomen tot uiterlijk
Dinsdag- en Vrijdagmiddag 1 uur
„Ik bezit in Europa het mach-
bigste leger, zulk. een machtig
leger, dat het alleen elke mili-
aire wandeling kan uitvoeren,
zelfs ter zee, zonder dat eenige
atie op het vasteland in staat
het tegen te houden." Dat
;ouden woorden van keizer Wil-
elm kunnen zijn, gesproken,
;oen hij op het toppunt stond
ijner glorie en macht. En half
uropa, Frankrijk vooraan, meen-
e ze hem te hoor-n uitspreken
i haatte hem erom. \laar in
erkelijkheid zijn het de woor-
len die het Parijsche Journal
riarid den Franschen minister-
kresident in den mond legt en
Hie hij, meent het, het recht zou
lebben te spreken. Het is ino-
elijk ik weet niet, of hij dat
echt heeft en of iemand zoo'n
echt heeft. Maar recht of niet,
et is zeker, dat het zoo den
rkeerden kant uitgaat En wat
rger is, dergelijke woorden
chijnen de stemming aan En-
:nte-zijde wel ongeveer uit te
rukken. Wij hebben de macht
|f n wie de macht heeft, kan
I kingen, zeker. Maar men zegt
ja )ch niet ten onrechte, waar
■'V iet is, verliest de keizer zijn
tcht. Ook de Entente, hoe
tachtig ook. Ener is niet. Wat
zegt, diezelfde Entente
niet, dat het er komt. Een
liaansch blad en de Itali
cs zijn werkelijk de slechtsten
niet klaagt over de
uitsche industrie, die de bui-
nlandsche markten overstroomt
waarvan Italië, en Italië niet
leen, het slachtoffer wordt,
aar wat wil men dan Duitsch-
moet reusachtige sommen
italen. En wanneer het zich
spant die machtig te worden,
11, iemt men het kwalijk en steekt
eigend de vuist op. Het is lief
st Wde dilemma, waarvoor men
6.|)k te Versailles stond. Want één
n beide óf men scheldt Duitsch-
10i lid zijn schadevergoeding kwijt
men geeft het gelegenheid
h weer op te richten en zijn
irgie te gebruiken. Die ener
leer
.lil nie
aliaat
7 nei
°g
11,
6,4i
7,1
ns
l®i nd
11
Dan vroeg hij kort. Behoeft
t kind deze deze, hier
•kte zijn keel weder, nog bij-
odere verpleging dezen laat-
k nacht
NeenHet zal zonder tot
wustzijn te komen, den dood-
'imer in gaan, zei de genees-
Jrl
De fabrikant drukte zijne tan-
'n in de lippen, om een uitdruk-
jg van smart te verhinderen.
Jn lieveling zou van hem gaan.
e lieve oogen voor altijd sluiten.
Het zou dus voldoende zijn,
u/Ie hij, met moeite zijne droef-
7,l;id onderdrukkend, en zich tot
7,dwingend, als ik en mijne
;htgenoote deze keer bij ons
-fjd waakte, en ik heb besloten
jj'jd" kind dezen laatsten liefde
gie vernietigen en terzelfder tijd
de vruchten van die energie
willen plukken gaat nu eenmaal
niet.
Het is de oude vrees van voor
den oorlog en die feitelijk de
Entente meer dan de Duitschers
schaadt en tot oneer is. Blijk
baar kan men niet tegen de
Duitsche concurrentie op. En in
plaats van dit zichzelf kwalijk
te nemen neemt men het, als
een jaloersche jongen op school
zou doen, den sterkeren of vlij
tiger Duitschers kwalijk. Die ja-
lovrschheid komt ook elders nl
om den hoek kijken. De Fran
schen meesmuilen over het voor
deeltje, dat Engeland met de
Duitsche schepen, die afgegeven
moesten worden, behaald heeft
en vinden, dat in mindering ge
bracht moet worden van het
aandeel, dat Engeland in de
Duitsche schadevergoeding krijgt
En de Vereenigde Staten, die
deden, alsol hun al die Euro-
peesche geschiedenissen niets
meer schelen konden, toonen
plotseling een bijzondere belang
stelling voor de mandaten, die
Engeland en Frankrijk en Japan
krijgen zullen. Begrijpelijk is 't
zeker. Want die mandaten zijn
immers een uitvinding van Ame
rika, immers van Wilson, die
liever niet van annexatie wilde
hooren spreken en daarom voor
stelde, dat Engeland en Frank
rijk en Japan en iedera Entente-
mogendheid die eenig gebied
van de overwonnen vijanden
annexeeren wou, dat zou krij
gen als mandataris, dat wil zeg
gen lastgever van den Volken
bond, maar het verder vrijwel
geheel als eigendom bezitten.
Toch is die Amerikaansche
origine van deze nieuwe manier
van annexatie niet de eigenlijke
reden van de Amerikaansche
belangstelling. Wilson, die een
doctrinair was, interesseerde zich
bijzonder voor zulke benamingen.
Maar Wi'son heeft reeds lang
afgedaan. En de andere Ameri
kanen zijn practischer. Zij stel
len meer belang in telegraafka
bels en petroleumbronnen en der
gelijke. En het toeval wil, dat
dienst te bewijzen en hem de
oogen te sluiten voor zijn eeuwi
gen slaap.
Thans moest zich de fabrikant
afwenden, want een oneindigen
smart deed zijn geheele lichaam
beven.
Heden middag hebben wij een
consult gehouden, zeide de ge
neesheer en de heeren collega's
van mij waren met mijne meening
eens.
De fabrikant neeg met ver
twijfeling het hoofd. Hij was
naast het bed van zijn kind op
een stoel gezonken en verborg
zijn aangezicht in de handen.
Gij moet daarom toch niet
alle hoop opgeven, mijnheer
Weller, zeide de geneesheer, niet
uit overtuiging, doch in de wel-
meenende veronderstelling, den
vader van het kind te troosten.
Het komt toch zoo dikwijls voor,
dat eene onverwachte verande
ring intreedt, die zelfs voor den
geneesheer een raadsel is. Wij
Mesopotamië, dat Engeland op
den naam na in eigendom krijgt,
zulke bronnen heelt en dat op
het eiland Jab, dat Japan is toe
gewezen, Amerikaanskhe tele
graafkabels samenkomen.
Voor de heeren te Londen is
die plotselinge belangstelling
echter 'n leelijk ding. Ze hadden
het al zoo aardig onder mekaar
verdeeld. Zelfs met de moeilijke
Oostersche kwestie waren ze al
tot aan een onpartijdige com
missie van onderzoek opgescho
ten. De Turken waren over dat
„onpartijdige" nietgevallen, had
den maar eens geglimlacht en
hun goedkeuring gehecht aan
de commissie, die hun geschillen
met de Grieken over Smyrna
en Thracië onderzoeken zouden.
Ze konden dat ook gemakkelijk.
Al het andere hadden ze zich
voorbehouden. Dat wil zeggen
over den eisch van de Entente
om het verdrag van Sèvres,
Smyrna en Thracië uitgezonderd,
goed te keuren, wilden ze zich
nog eens bedenken, maar de
bepalingen omtrent Thracië en
Smyrna wilden ze wel afkeuren.
Maar daarover wilden juist de
Grieken zich nog eens bedenken.
Dit is het eerste resultaat van
de Londensche conferentie. Of
neen feitelijk het tweede. Maar
het eerste is een soortgelijk en
betreft Opper-Silezië, waarover
de Polen ontevreden zijn en de
Duitschers tevreden. Het derde.
Het is te hopen, dat de Duit
schers daarover ook tevreden
zijn. Want al kan men met„ik
bezit het machtigste leger" enz.,
men perst daarmee nog geen
schadevergoeding uit een ver
hongerd land en helpt er een
wereld niet mee op de been. De
Duitschers schijnen vastbesloten
hun „onmogelijk" te handhaven.
Zullen de anderen hen willen
dwingen? En zoo ja, wat zullen
de gevolgen zijn, zoo voor
Duitschland als voor de wereld
We hebben elkaar noodig,
heeft immers Lloyd George ge
zegd. Maar niet op die manier
zeker.
zijn slechts menschen en aan
menschelijke vergissing onder-
worpen.
De fabrikant kende den grond,
die zich achter deze woorden
verborg. Hij schudde dan ook
het hoofd, nam verder de han
den van het kind in de zijne
en drukte ze aan zijne lippen.
Ach, gij mijn alles in de wereld!
fluisterde hij met van tranen
verstokte stem. Gij mijn geluk,
mijne hoop, mijne toekomst. U
zal ik dan voor altijd moeten
verliezen. Sla uwe lieve oogen
nog eenmaal voor mij op Zeg
mij een laatste afscheidswoord
tot troost voor den eenzamen
weg, dien ik voortaan zonder u
heb te bewandelen.
Hij nam het lichaam van zijn
kind vast en drukte zijnen mond
op de bleeke lippen.
Daar sloeg de knaap wezenlijk
de oogen op, als ontwaakte hij
uit een droom, en ging een uit
drukking van vreugde over zijn
Te einde onze lezers een blik
te doen slaan in de toestand,
welke bij het Russische roode
leger lieerschte, ontleenen wij
het volgende aan de N. R. Crt.:
Een Russische ofliciersvrouw,
die ons reeds Vroeger schetsjes
uit het roode leger heeft gezon
den, schrijft ons het volgende
over de vervolging der Polen
door de zegevierende Russen in
den zomer van 1920:
Onmiddellijk na onze aan
komst kreeg onze divisie bevel,
zich naar de zuidelijker gelegen
stellingen te begeven. Wij moes
ten, volgens dit bevel, van 30
tot 40 werst per dag afleggen,
en on i aan de marschrichting
houden, die de vijaitd voor zijn
terugtocht genomen had. Die
wegen waren afschuwelijk. De
spoorweg konden wij niet vol
gen, daar die al te zeer was
vernield. De bruggen waren in
de lucht gevlogen, de rails over
groote afstanden opengebroken,
de telegraafdraden lagen afge
sneden over den weg. Alles wat
eenigszins bruikbaar had kunnen
zijn, was vernield, de huizen
langs den weg verwoest.
De hoofdweg was een zand-
brei, waarin de wielen van de
lichte boerenwagens tot aan de
assen wegzonken. De heele in-
tendatuur, de verschillende ar
tillerie-parken, en de bagage van
de divisie moest langs andere
wegen worden vervoerd. Daar
voor waren tienduizend wagens
noodig. Alle paarden in het
heele district moesten daarom
worden gerequireerd. Het onge-
1 luk wilde, dat het juist in den
oogsttijd was. Maar er was niets
aan te doen. Een paar compag
nieën werden in de dorpen ge
zonden, om de noodige trans
portmiddelen desnoods met
geweld op te halen. Binnen
12 uur moest dat gebeurd zijn.
De boeren smeekten, om hun
niet midden in den oogst hun
laatste paard weg te nemen,
doch zij krijgen steeds ten ant
bleek gelaat. De lippen van het
kind bewogen zich en men hoorde
het den naam „Gerda" fluisteren.
Als had iemand den fabrikant
een slag .gegeven, zoo ontzet
sprong hij terug bij het hooren
van dien naam 1 Zelfs in het
aangezicht van den dood sprak
zijn zoon den naam nog uit van
haar, die zijne zuster was.
Gerda zou het zijn, die hem in
het paradijs invoerde 1 Zelfs daar
wilde hij niet zonder haar zijn.
De fabrikant huiverde en liet
werd hem ijzig koud. Het was
of een zware last op hem kwam,
die hem wilde neerdrukken als
het spook der vergangenheid.
Het stond, daar nu voor hem als
met een last op de lippen, toen
hij haar uit zijn huis had laten
vertrekken. Doch niet dreigend
en hoonend, maar met een uitdruk
van liefdevolle vergevingsgezind
heid in het schoon en geduldig
aangezicht. Doch daarachter
stond de zwarte schaduw des
woord „dat oorlog nu eenmaal
oorlog" was.
De boeren moesten zelf als
voerlieden mee. Zoo moesten
zij oogst en familie in den steek
laten. Van het koren zou in
dat disrict niets terecht komen.
Het requireeren van de trans
portmiddels vond niet naar een
vast plan plaats. Dat is in het
roode leger niet gebruikelijk.
Er waren boeren, die nog ge
legenheid hadden, hun wagens
uit elkaar te nemen en hun paar
den diep in het bosch te drijven,
maar de meesten hadden daartoe
niet den moed. Daarvoor was
de vrees voor het roode leger
te groot.
Bij de wagens, die de divisie
reeds bezat, kwamen er dus nog
een tienduizend. Er waren nu
acht maal zooveel voertuigen, als
de divisie werkelijke gevechts
soldaten telde. Dat was niet zoo
erg, want wij hadden tijden ge
kend, dat de wagens achttien
maal zoo talrijk waren als de
krijgslieden. De soldaten zeiden
dan ook spottend „Wij vech
ten niet met bajonetten, maar
met voei tuigen".
Eindelijk waren de toebereid
selen klaar, en op het bepaalde
uur begon de „vervolging". Zoo
ongeveer moeten de veldtochten
der Hunnen en dergelijke volken
in Oost-Europa er hebben uit
gezien.
De compagnieën waren in
gedeeld in kolonnen, die er
allesbehalve martiaal uitzagen.
Men had er de merkwaardigste
kleederdrachten door elkaar. Het
begon met de Engelsche uniform
en eindigde met de Popenrok
Noch bonter waren de hoofd
deksels. Vele soldaten droegen
Engelsche uniformpetten, maar
men zag ook stijve hoeden,
hooge- en dameshoeden zelfs
Met het schoeisel was het
treurig gesteld. Misschien vier
vijfden van de roode gardisten
gingen toen barrevoets
Aan het hoofd van de kolon
nen reden commandanten en
commissarissen. Achter hen kwa
men de vaandeldragers, waartoe
uitsluitend communisten worden
doodsHoe bevreesd wendde
hij van dit beeld het hoofd.
De verpleegster wilde hare
plaats aan het ziekbed weder
komen innemen, doch de fabri
kant wendde zich tot haar en
zeide
Wij danken U, zuster, voor
uwe zorgvuldige verpleging, en
verzoeken U, voor heden Uwe
plaats hier te verlaten Mochten
wij U noodig hebben, dan zullen
wij U eene boodschap sturen.
Gaat nu ter ruste. Gij behoeft
die, wegens de groote inspan
ning, die gij de laatste nachten
gehad hebt.
Hij reikte de verpleegster tot
afscheid de hand. Ook de genees
heer vertrok, nadat hij zich
overtuigd had, dat het zieke kind
zijne hulp niet meer noodig had,
en in den toestand geene merk
bare verandering was waar te
nemen.
(Wordt vervolgd.)