ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCHVLAANDEREN
Wekelijksch Omzicht
VERSCHIJNT WOENSDAGS EN ZATERDAGS IN ALLE PLAATSEN VAN ZEEUWSCH-VLAANDEREN
30e Jaargang
Zaterdag 26 Februari 1921
Nummer 2602
Het nieuwe Posttarief.
BRESKENSCHE COURANT
Abonnementsprijs per drie maanden f 1.25
met 10 cent dispositiekosten.
Advertentieprijs van 1 5 regels 60 cent
Elke regel meer 12 cent. Ingez. Meded. 30 ct. p. regel.
Drukker-Uitgever
E. BOOM—BLIEK
™ef02°1n BRESKENS P,°7s$4ro
Abonnements-Advertenties zeer billijk tarief.
Tijdelijk verhoogd met 20 pCt.
Advertenties worden aangenomen tot uiterlijk
Dinsdag- en Vrijdagmiddag 1 uur :-:
Lloyd George heeft onlang9
in het Lagerhuis gezegd, dat het
niet enkel gezond Cristendom,
inaar ook goede handelspraktijk
was, zijn naaste lief te hebben.
Dat is geen bijzonder nieuws.
We weten het feitelijk al zoo
lang als we weten, dat we on
zen naaste behooren lief te heb
ben. Maar het is wel heel jam
mer, dat Lloyd George en Poin-
caré en Clemenceau en Wilson
en keizer Wilhelm en al die
andere heeren dat niet eerder
bedacht hebben Het zou ons de
narighied van den oorlog be
spaard hebben en de narigheid
van dezen vrede ook. Want het
is immers niet alleen de oorlog,
die ons zoo in de put gebracht
heeft. Het had nog zooveel an
ders kunnen worden, wanneer de
heeren, toen ze te Parij9 bijeen
kwamen, dat nog eens bedacht
hadden, wat Lloyd George nu
heeft gezegd. Wilson schemerde
dat wel zoo'n beetje voor. En
daarom juist neemt de wereld
het hem nu in de eerste plaats
kwalijk, dat hij er niet naar ge
handeld heeft en dat andere
bereikt, waarna iedereen ver
langde en dat iedereen verwacht
te en dat ook iets te maken had
met het gezonde Cristendom en
de goede handelspraktijk en met
zijnen naaste liefhebben als zich-
zelven. En ze heeft nauwelijks
medelijden, wanneer ze hem nu
met een stokje gebogen gaan
ziet als een oud man.
Het is niet geheel billijk. Wil
son was niet sterk genoeg om
tegen Lloyd George en Cle
menceau en desnoods de geheele
wereld op te kunnen en zijn
groote fout was alleen dat hij
zich daarvoor wel hield en meen
de, dat hij een wereldhervormer
was en kwaad werd, toen de
Duitschers niet naar hem luiste
ren wilden en in zijn kwaadheid
wel eens een beetje zich zelf
vergat en vergat wat hij toch
eigenlijk wel wist en vroeger
zelf gezegd had, tot hij er te
Parijs tegen de slimmere heeren,
jTOflEABTO».
Ontmaskerd.
86)
Mijnheer Weller, zeide hij, ik
ken een man, die u zeer gelijkt,
alhoewel hij door ziekte en
ouderdom veel veranderd is.
Er bestaat echter tusschen u
beiden een ontegenzeggelijke
overeenkomst, in de bewegingen,
in de uitdrukkingen der oogen
en in het spreken. Voorlangen
tijd was die man ook bij mij.
Hij sprak zeer verward en ook
over een scheepsongeluk en tus
schen die redeneeringen en uw
beweren vind ik een zekeren
samenhang De man was arm.
Als het ons gelukte dien man
op te sporen, zijn naam of adres
heb ik echter niet, omdat ik
meende, dat hij niet recht bij 't
hoofd was, dan wa9 het misschien
mogelijk met goed gevolg voor
die Clemenceau en Lloyd Geor
ge waren, niet meer in terecht
kon komen en met zich zelf de
heele wereld bedroog. Die fout
hebben de Amerikanen hem
zoodanig ingepeperd, dat hij nu
een gebroken man is. En de
wereld denkt nauwelijks meer
aan hem, nu hij op punt staat
als president der Vereenigde
Staten voor Harding plaats te
maken. En als zij nog aan hem
denkt, dan is het nog met een
zekeren wrevel als was hij al
leen de schuldige, dat de vrede
van Versailles zoo heelemaal
niets te maken heeft gekregen
met dat gezonde Christendom
en die goede handelspraktijk,
waaruit we den opbouw der we
reld verwachten. Er zijn andere
schuldigen en ergere. Ér zijn er,
die nu nog niet bedenken wat
Lloyd George gezegd heeft. De
Temps riep onlangs nog aan
den Duitschers, die tegen de
schadevergoeding opkomen, eens
recht duidelijk te maken, dat ze
de verslagenen zijn. Dat is pre
cies het tegenovergestelde. En
het is ook het tegenovergestel
de van wat Wilson bepleitte die
van een vrede zonder overwin
naar en zonder overwonnenen
sprak en van wat de Duitschers
zoo plechtig beloofd werd door
alle geallieerden, wanneer ze de
wapenen neerlegden.
Van die belofte schijnt men
zich weinig meer aan te trek
ken. Het was nog niet eens een
vodje papier, nietwaar Maar
zoo gaat het. De splinter in 's
broeders oog wel, de balk in
eigen oog niet. Hoe zou men
dan al bedenken van gezond
Cristendom en goede handels
praktijk
Lloyd George zelf doet het
niet eens. Hij doet niet tegen
over Ierland, zijn naaste buren,
die toch niet anders vragen dan
hun eigen vrijheid en eindelijk
razend geworden, alle Christen
dom vergeten zoo goed als Lloyd
George. Hij doet het ook niet
tegenover Duitschland, dat hij zoo
goed als Frankrijk het mes op
de keel wil zetten. Hij doet het
ook niet tegenover Turkije, al
uwe zaak op te treden. De stem
van den rechter werd thans
fluisterend.
De man beweerde even als u,
dat een ander persoon op zijne
plaats gedrongen was.
O 1 ontsnapte het aan de lip
pen van Fred. „Wie was die
man Hoe noemde hij zich
De rechter overlegde een kort
oogenblik.
Dat weet ik niet, mijnheer
Weller. Daar ik dacht, dat hij
een krankzinnige was, kon ik
zijne zaak niet voor serieus hou
den, en had er derhalve ook
geen belang bij mij zijn naam
op te teekenen.
Hij heeft echter gezegd terug
te komen, en dan kunt u er
overtuigd van zijn, dat ik zal
trachten de zaak ter hand te
nemen en op te zoeken. Ik meen
goed te doen u nog mede te
deelen, dat ik vermeen dien man
nog eenmaal ergens gezien te
hebben, waar kan ik mij echter
wil hij het vredesverdrag van
Sèvres wel weer van den hak
schuiven. Dat is hoogstens goede
handelspraktijk, maar heeft met
gezond christendom en liefhebben
van zijn naaste niets te maken.
De zaak is enkel, dat de geal
lieerden zich met dat verdrag
van Sèvres zelf den strop blij
ken te hebben aan gedaan en
nu worstelen om den hals er
weer uit te trekken, terwijl ze
net doen, of ze Turkije tegemoet
willen komen Ze waren bezig
zich aan den Turkschen buiteen
indigestie te eten en bedenken
nu, dat men ook van het goede
te veel kan krijgen en matigheid
een deugd is. Daarom zullen ze
niet, zooals ze van plan waren,
heel Turkije inslikken, maar
zich met Mesopotamië en Syrië
en Palestina en Arabië tevreden'
stellen en wachten, dat de Tur
ken hen daarvoor eig dankbaar
zullen zijn. Maar de Turken zijn
ook zoo dom niet en begrijpen
heel goed, dat het niet uit lief
de of vriendschap is maar alleen
uit onpasselijkheid, omdat de
Entente zich overeten h^eft en
den toestand in het nabije Oosten
niet meer baas kan. Er is dus
op hun dankbaarheid al heel
weinig kans.
En juist daarop en op hun
vriendschap en hulp speculeeren
Engeland en Frankrijk, nu Grie
kenland te zwak gebleken is.
Het grijnzend gezicht van het
bolsjewisme verschrikt haar en
op de conferentie te Londen wil
ze dat angstbeeld zien kwijt te
raken. Daarvoor heeft ze ook
de Turksche nationalitsen noodig.
En daarom waarschijnlijk is En
geland ook zoo goedgunstig
tegenover Egypte, wie het wel
licht een halve onafhankelijk
heid terug wil geven overeen
komstig de plannen van de
commissie onder Lord Milner,
die het Egyptische vraagstuk
heeft bestudeerd.
Het is ook goede handelspoli
tiek. Het Britsche rijk begint,
juist nu het op het toppunt van
zijn macht staat, een beetje bang
te worden. Verwacht het de
nabijheid van den val Het
niet meer herinneren.
Plotseling zag hij in zijne ge
dachten een beeld, en wel het
voorval in het kantoor van den
fabrikant Weller, toen hij hem
het geheim mededeelde.
Toen was een arbeider van
den fabrikant voor een oogen
blik op het kantoor gekomen en
het viel hem nu bij, dat het de
zelfde persoon was, die hem had
komen spreken over zijne ver
meende rechten op de fabriek.
Doch durfde hij spreken en Fred
hiervan iets mededeelen
Hij herinnerde zich, wat hij
met den fabrikant was over
eengekomen en dat woord ver
plichtte hem te zwijgen. Voor
het jaar verstreken was - mocht
hij niets verraden.
Fred verliet het vertrek van
den rechter, nog minder hoop
hebbende, dat hij voorloopig
niets kon uitvoeren. Ondanks
dat alles liet hij den moed niet
zinken. Hij hoopte eenmaal
kraakt hier en daar bedenkelijk,
in Egypte niet alleen en iri Ier
land, in Indië ook en in Afrika
ook ondanks Smuts'overwinning.
Praatte misschien daarom Lloyd
George zoo vriendelijk van zijn
naasten liefhebben
Maar Oostenrijk zal dan toch
op de been geholpen worden.
De plannen zijn er tenminste. In
Hongarije willen ze liever zich
zelf op de been helpen en wer
ken aan een nieuwe belasting
wetgeving. En in Duitschland
hebben ze verkiezingen gehouden
voor den Pruisischen landdag,
waarbij communisten en Duitsch-
nationalen, de beide uitersten,
wel zi]n gevaren.
Met 1 Maart a.s. zal het nieuwe
Posttarief worden ingevoerd.
Hieronder volgen eenige nieu
we tarieven
Binnenlandsch verkeer
Voor Briefkaarten 75 cent.
Voor brieven:
tot 20 gram 10 cent.
20—100 15
100—300 20
300—500 30
500-1000 40
1000-2000 50
Voor verzending van brieven
in het locaalverkeer bestaat geen
afzonderlijk tarief meer.
Gedrukte stukken
tot 500 gram 2 cent p. 50 gram:
500 tot 750 gram 25 cent.
750 tot 1000 30
1000 tot 1500 35
1500 tot 2000 40
Nieuwsbladen
Het porto der nieuwsbladen en
bijvoegsels indien de frankeering
bij abonnement geschiedt, voor
een gewicht van niet meer dan
55 gram '/2 ct. boven 55 gram
tot en met 150 gram 1 cent en
voorts voor elk meerder gewicht
van 50 gram of restend gedeelte
van 50 gram '/2 cent daarboven.
Geschiedt de frankeering niet
bij abonnement dan is voor alle
nieuwsbladen en bijvoegsels het
zegevierend uit den strijd, die
hij tegen den fabrikant begonnen
was, te treden.
Fred had den wensch van den
molena ir moeten inwilligen en
hem naar zijne woning brengen.
De oude man ging met neer
hangend hoofd naast Fred en
zocht vergeefs naar de reden van
Freds weigering om op zijn
aanbod, hem in den Rothbach-
molen te vertegenwoordigen, in
te gaan.
Dan weder dacht hij aan zijn
geliefde kleindochter, die hij zoo
zeer -vermiste, en waarvoor hij
de lange reis ondernemen moest.
Fred deelde nu ook aan den
molenaar de liefde mede, die
hij voor Gerda sedert zijn ver
trek gekoesterd had, en vroeg
aan den molenaar of hij hem
hoop gaf, dat deze liefde, die
hij reeds zoolang in zich om
gedragen had, eens zou beloond
worden, als zij het geluk hadden
Gerda terug te vinden.
port der gedrukte stukken van
toepassing.
Met ingang van 1 April a.s.
wordt het port der nieuwsbladen
en bijvoegsels waarvan de fran
keering bij abonnementgeschiedt,
nader vastgesteld op voor een
gewicht van niet meer dan 55
gram 1 centboven 55 gram
tot en met 150 gram 2 cent en
voorts voor elk meerder gewicht
van 50 gram of restend gedeelte
van 50 grain 1 cent meer.
Monsters
Het port der monsters be
draagt voor een gewicht van
niet meer dan 150 gram 7Vï
cent, en voorst voor elk meerder
gewicht van 50 gram of restend
gedeelte van 50 gram 2 l/s cent
daarboven.
Aanteekening
Voor aangeteekende stukken
is behalve het port verschuldigd
15 cent; bij aangeving der
geldswaarde 2 ]/2 cent voor elke
honderd gulden of restend ge
deelte van honderd daarboven.
Expresse bestelling
Voor brieven en andere stuk
ken en voor postpakketten 40 ct.
Postwissels
Voor een bedrag tot en met
f25 10 cent; voor bedragen van
f25 tot f50 20 cent.
Voorts 10 cent voor elke f50
tot f500; daarboven 10 ct. voor
elke honderd gulden.
Postbewijzen 5 cent.
Bericht van uitbetaling 15 ct.
Postquitanties
Voor de onbetaald gebleven
stukken 15 cent.
Bij afrekening hetzelfde tarief
als voor de postwissels.
Voor postpakketten met aan
gegeven waarde: 15 cent per
pakket, vermeerderd met 21/2
cent voor f100 en deel daarvan.
Bewijs van terpost bezorging
van een pakket10 cent, bericht
van uitreiking 15 cent. Voor
niet-uitgereikte pakketten wordt
een bewaarloon geheven van ten
hoogste 10 cent.
Vrijstelling van port:
De regelen welke verband
houden met de afschaffing van
de vrijstelling van port zullen
Deze mededeeling verschafte
den ouden Steffen eene onge
kende vreugde. Dit was alles,
wat hij had durven hopen en
verwachten, vooral daar hij in
Fred een onbegrensd vertrouwen
stelde.
De oude man haalde zijn bon
ten zakdoek te voorschijn en
droogde de tranen, die van zijne
grijze wimpers vielen.
De avond was reeds gevallen.
Fred staarde door het venster in
de verlichte straat. Hij wilde
den molenaar i iet toonen, dat
ook hij weende. Eene wijle
heerschte stilte.
Ik geloof en stel vertrouwen
in u, mijnheer Weller, zeide
Steffen, op Fred toetredend. Wij
zijn mannen, en moeten ook als
zoodanig handelen. Wij moeten
dan ook samen alles in het werk
stellen om tot ons doel te geraken.
Mijn tijd is nu verstreken en ik
ga vertrekken.
(Wordt vervolgd.)