ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCHVLAANDEREN Ontmaskerd VERSCHIJNT WOENSDAGS EN ZATERDAGS IN ALLE PLAATSEN VAN ZEEUWSCH-VLAANDEREN E. BOOM—BLIEK 30e Jaargang Woensdag 16 Februari 1921 Nummer 2599 Het gezag van den Volkenbond. ESKËNSCHE COURANT Abonnementsprijs per drie maanden f 1.25 met 10 cent dispositiekosten. Advertentieprijs van 1 5 regels 60 cent Elke regel meer 12 cent. Ingez. Meded. 30 ct. p. regel. Drukker-Uitgever TNoef02T breskens p°7s^4ro Abonnements-Advertenties zeer billijk tarief. Tijdelijk verhoogd met 20 pCt. Advertenties worden aangenomen tot uiterlijk Dinsdag- en Vrijdagmiddag 1 uur Het wetsontwerp op de gezondheidsdiensten. liet hoofdbestuur van de Ne- derlandsche Maatschappij tot be vordering van de geneeskunst heeft naar aanleiding van het wetsontwerp regelde de instel ling van gezondheidsdiensten, een adres gericht tot den mi nister van arbeid. Daaraan is het volgende ontleend Het hoofdbestuur is er met de regeering van overtuigd, dat een afzonderlijk orgaan noodig is om de belangen van de volks gezondheid meer tot hun recht te doen komen, en dat alle streven, hetwelk in dezelfde rich- ting gaat, in de gezondheids diensten kan worden samen gevat. Daarvoor behoeft slechts te worden gedacht aan de alge- meene toepassing van het ge neeskundige schooltoezicht, aan de bestrijding van de besmette lijke ziekten, aan het tubercu- lose-vraagstuk, de zuigelingen zorg als onderdeel van de hy giënische volksverzorging, en aan het groote belang, dat deze zorg districts-gewijs aan één hand Wordt toevertrouwd om het onderling verband te bevor derden en in stand te houden, werkend onder regelen door het rijk nader te stellen en in nauw contact met de organen van het staatstoezicht. In de overgroote meerderheid der gemeenten wordt er niet aan gedacht de behartiging van de gezondheidsbelangen aan een specialen tak van dienst op te dragende gemeenten, welke zich op dat terrein actief be toond hebben, behooren tot de groote uitzonderingen. Het hoofdbestuur meent dan ook, dat het opkomen van de genoemde diensten uit de ge meenten zelf tot de vrome wen- schen zal blijven behooren, om dat de geschiedenis al te dui delijk heeft bewezen, dat een goed inzicht in de belangen van de volksgezondheid bij de be stuurslichamen van het over groote deel der gemeenten ont- 83) Hij legde zijne harde hand zwaar op Fred's arm en zeide Gij zijt een man, mijnheer Weller, waarin ik een onbegrensd vertrouwen heb. Gij zult in de wereld bereiken, waarnaar gij streeft. Van die dingen daar hij wees op de teekeningen, die tred voor hem had gelegd versta ik niets 1 Ik moest zoo «ene machine kant en klaar voor wij zien, en in werkingIk betwijfel echter niet of gij zult het gebrek dat deze nog heeft, wet den tijd wel ontdekken. Wij spreken daar later nog over. 'h geloot nu dat het tijd is ons naar den rechter te begeven, bij brak het gesprek hierover en trok zijne oud-vaderlijk zilveren horloge uit. breekt. De gemeenten dienen van deze zorg te worden ont heven, omdat de bevordering van de volksgezondheid van zulk een belang is, dat het rijk daarvoor dient op te komen. Het komt het hoofdbestuur daarom redelijk voor, dat alleen het rijk terzake als wetgever optreedt, en de gemeenten niet langer veroi deningen daarvoor in het leven roepen. Het hoofdbestuur acht het ook ongewenscht, zoo niet onbillijk, dat aan een centrumgemeente het recht van verordening en be noeming van ambtenaren zal worden gegeven zonder mede- zeggingschap van de andere ge meenten in het districtwelke daarentegen wel in de kosten moeten bijdragen. De belangen van de volksgezondheid zijn voor allen gelijk. Het hoofdbestuur meent daar om, dat het de voorkeur ver dient, de gezondheidsdiensten in te richten als rijksdiensten, en er bij den minister ernstig op te moeten aandringen, het wetsontwerp in dezen geest te wijzigen. Aan het hoofd van dezen dienst zou door het rijk een di recteur moeten worden benoemd, die belast woidt met de uitvoe ring van de noodige, wettelijk vastgestelde maatregelen. Van de gemeenten zal daar voor evengoed een bijdrage in de kosten worden gevorderd, evenredig bijvoorbeeld aan het aantal inwoners. Het hoofdbe stuur meent echter, dat zeker meer dan de helft der onkosten, zoo niet ten minste drie vierde, ten laste van het rijk dient te komen. Waar door bijzondere plaatse lijke omstandigheden ineer plaat selijk geldende regelen noodig mochten blijken, zullen deze door den directeur kunnen worden voorgesteld en door het rijk kunnen worden vastgesteld. Teneinde deze plaatselijke belangen zoo noodig op den voorgrond te brengen en te bespreken, zou den directeur de verplichting kunnen worden op- Ik kan geene minuut laten verloren gaan, voegde hij er aan toe, want ik moet binnen eenige uren naar Hamburg afreizen. Morgen vroeg vertrek ik met het schip, dat in de haven al daar afvaart, naar Amerika. Beiden verlieten hierop het lokaal en begaven zich naar rechter Bernhardt. Hij was terstond te hunner beschikking. Eerst werd Stellen toegelaten en het onderhoud duurde nog al lang. Dan kwam een schrijver in 't vertrek, waar Fred wachtte en verzocht hem ook binnen te treden. Over 't gelaat van den rech ter kwam bij 't binnentreden van Fred een roode blos. Bern hardt herinnerde zich het voor val met den fabrikant Weller. Hij dacht aan het geheim, dat hij wist en aan de overeenkomst met hem gesloten. Hij gevoelde op dit oogenblik dat hij eene slechte daad had verricht tegen- gelegd, een aantal malen per jaar een bespreking houden met vertege woordigers van de da- gelijksche besturen der verschil lende gemeenten uit het district, welke vertegenwoordigers door de Kroon kunnen worden aan gewezen. De directeur zal moeten kun- beschikken over de hulp van een deskundige secretaris, tevens chef van de ambt naren, noodig voor de administratie. De taak der gemeenten zal zoodoende in belangrijke mate ook financieel worden ontlast. Er zal een betere waarborg worden geschapen voor de zoo gewenschte uniformiteit in opzet en uitvoering en voor de sa menwerking tusschen de ver schillende districten met het staatstoezicht. De gezondheids diensten zullen moeten zijn de sociaal-geneeskundige eenheden waar alle maatregelen in het belang van de volksgezondhied tot uitvoering kunnen komen. De ziekenverzorging, zooals deze geregeld dient te worden voor ziekenfondsleden en onver- mogenden zal, hoewel niet direct tot de taak der gezondheids diensten behoorende, toch hun belangstelling moeten hebben, daar de ziekenverzorging nauw verband houdt met de alge- meene hygiënische verzorging. De gezondheidsdiensten in een district zullen ook hun aandacht daaraan moeten wijden en in overleg met het staatstoezicht voorstellen tot verbetering moe ten doen, welke eventueel door het rijk voor de gemeenten bindend kunnen worden vastge steld. Waar in enkele gemeenten geneeskundige diensten werk- .zaam zijn, zullen deze zich kunnen oplossen in de districts- diensten, met een regeling voor de betrokken gemeenten wat be- treft de uitsluitend gemeentelijke genee kundige belangen, zooals 1 onder andere controle, keuring en dergelijke, welke een afzon derlijken tak van dienst vormen. Ten slotte meent het hoofd- J bestuur krachtig en met nadruk over Fred Weller. Toch durfde hij er op het oogenblik niets van verraden. Hij noodigde Fred uit plaats te nemen en zeide op eene over eenkomst wijzende, die hij op wensch van molenaar StefFen had opgesteld Mijnheer Weller, de heer mole naar Steffen, de eigenaar van den Rothbachmolen bij Rheins- burg, verzocht mij u het vol gende voor te lezen. Het is aan u de voorwaarden aan te nemen of af te wijzen. Mijnheer Stef fen gaat heden een verre reis aan. Hij is, zooals hij zeil zegt, een oud man, wien jeder uur iets kan overkomen. Als hij ook zijne bezittingen, tot dewelke ook de Bensdorfer kolemijnen behooren, aan goede hoede heeft toevertrouwd, zoo is er, als de heer Steffen langen tijd afwezig blijft, niemand die hem dkar naar behooren vervangt. l)e heer Steffen was reeds vroeger in de te mogen wijzen op het groote belang, dat de regeling van de gezondheidsdiensten en van de ziekenverzorging voor het ge- heele volk heeft, en de voordee- len daaraan verbondenvoor- deelen, welke ruimschoots opwe gen tegen de financieele offers, welke daarvoor moeten worden gebracht, omdat de besparing door verhooging van volkswel vaart en volkskracht die oilers verre te boven gaat. Het wil het hoofdbestuur voorkomen, dat een algemeem: belasting voor de hygiënische verzorging van een volk even veel recht van bestaan zou heb ben als die voor onderwijs en als die voor weerbaarheid, om dat de bedoelde verzorging van een even groote beteekenis is als het onderwijs, en zij indi rect ook in den goeden zin van het woord de weerbaarheid van een volk verhoogt. Toen de Volkenbond werd opgericht, waren er die daarin eene bedreiging zagen van de zelfstandigheid der staten, waar van vooral de kleine staten de dupe zouden wordendaar wa ren er anderen, die vreesden, dat de Bond een bloedarmoedig schepsel zou zijn en blijven en nooit de kracht zou hebben iets wezenlijks voor de handhaving van den vrede te doen. Het begint er zeer op te lijken of de laatsten gelijk zullen krijgen. Tot wat machtig politiek or ganisme, dachten sommigen, zal de Raad van den Bond zich ontwikkelen De groote mogend heden zijn blijvend erin vertegen woordigd en de kleine zenden er vier harer om met de ande ten, geschraagd door het moreele gezag van den ganschen Bond, d. i. straks van de gansche wereld, de hoogste politieke leiding van het internationale leven der volken op zich te nemen I gelegenheid uwe bijzondere eigenschappen te leeren kennen. Gij bezit kennis en werkkracht, een goed doorzicht om de zaken op te vatten. Gij hebt den heer StefFen vroeger reeds menigen goeden raad gegeven en hij wil u derhalve het volgende voor stellen, dat hier op deze akte is opgesteld. Het was Fred als droomde hij. De hoop kwam in hem op, dat hij zijne vernietigde toekomst weder hoopvol kon tegemoet zien. Het was alsof zijn bloed vlugger door de aderen liep, wilskracht en energie ontwaakte opnieuw in hem. Hij was eerzuchtig en wilde vooruit tot eiken prijs. Zijn blik hing aan den rechter als wilde hij reeds vooraf op zijn aan gezicht lezen, wat hij zeggen ging. Gelijk een droom was het, wat Fred's ooren uit het op gestelde stuk vernamen. Wat de molenaar StefFen hem aanbood, Hoe komt het alles anders uit 1 De eerste politieke zaak, waar in de Raad zich mengt, is het geschil tusschen Zweden en Fin land over de Alandseilanden. De Finsche regeering verklaart den Raad onbevoegd van de quaestie kennis te nemen, niet tegenstaande zij den vrede in gevaar dreigt te brengen. De Raad laat de vraag der bevoegd heid onderzoeken door een drie tal juristen en besluit, overeen komstig hun advies, tot verwer ping van de voorgedragen ex ceptie. Wat doet nu Finland? Het antwoordt aan den Raad, dat het zijn standpunt ten volle blijft handhaven, dat het dus den Raad onbevoegd blijft ach ten en zich zelf als de eenig bevoegde autoriteit beschouwt om over het lot der Alands eilanden te beslissen. Een „contempt of court" dus in den meest formeelen zin van het woord De tweede politieke zaak gold Armenië. De Raad wil wat doen voor dit ongelukkige land, liet bevrijden van den bloedigen druk der Turken. Zijn woord alleen, hij weet het, heeft tegenover de Kemalisten geen gezag. De Raad zoekt eene der groote mogendheden aan zijn taak te» verbinden, belooft haar den ganschen moreelen steun van den Bond, zijne hulp bovendien in de verkrijging der noodige financieele middelen. Zijn op roep vindt nergens gehoor. Met al den hartstocht en welspre kendheid, die hem eigen zijn, daagt Viviani te Genéve de le den van den Bond uit, om toch ten behoeve van het ongelukkige volk een bewijs te geven van menschelijkheid, goed en wil en kracht. Allen applaudisseeren geestdriftig om het schoone woord, maar allenzwijgen, en de Raad blijft met zijn on macht alleen. En Viviani èn Bourgeois grij pen deze gelegenheid aan om nog eens duidelijk te markeeren, wat er aan den Bond ontbreekt: eene internationale strijdmacht. Frankrijk heeft hier van de aan was een klein koninkrijk, de plaats van een vorst. Hij zou de betrekking op de bezittingen als heer en meester in plaats van den molenaar in nemen en vervullen. Hij vernam met verbazing den rijkdom van den ouden man en daarbij zou den ook nog binnenkort de groote eigendommen en het slot Rheins- burg komen. De rechter toch deelde mede, dat het stuk in 't bezit van den molenaar onbetwistbaar echt was, en hij geen vrees had, dat die zaak niet ten gunste van hem zou uitvallen. Hij zou een notarieele vol macht krijgen om gedurende de afwezigheid van den molenaar, al het mogelijke te doen tegen de Rheinsburgers, om zijn recht te verkrijgen, desgewenscht ook hieromtrent met hen te onder handelen. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1921 | | pagina 1