ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCHVLAANDEREN
Ftankiijk en Duitschland
van aen we£.
VERSCHIJNT WOENSDAGS EN ZATERDAGS IN ALLE PLAATSEN VAN ZEEUWSCH-VLAANDEREN
BOO M-B L I E K
30e Jaargang
Woensdag 2 Februuari 1921
Nummer 2595
Ri
Ontmaskerd.
BRESKENSCHE COURANT
Abonnementsprijs per drie maanden f 1.25
met 10 cent dispositiekosten.
Advertentieprijs van 1 5 regels 60 cent
Elke regel meer 12 cent. Ingez. Meded. 30 ct. p. regel.
Telefoon
No. 21
Drukker-Uitgever
BRESKENS
Postgiro
17704
Abonnements-Advertenties zeer billijk tarief.
Tijdelijk verhoogd met 20 pCt.
Advertenties worden aangenomen tot uiterlijk
:-: Dinsdag- en Vrijdagmiddag 1 uur
Een Correspondent van de
N, R. Crt. schrijft aan zijn blad
het volgende
De gebeurtenissen op de con
ferentie van Parijs hebben on
getwijfeld het bekoorlijke van
een verrassing. Uit de voorge
schiedenis der laatste weken kan
men opmaken, dat zij door een
nevel omgeven zijn, waardoor
men, op een afstand tenminste,
niet gemakkelijk zal heenkijken.
Is het Doumer ernst met zijn
optreden als groote-getallen-
wellusteling
Men weet, hoe de zaken ston
den. De Franschen hebben te
Versailles, te Spa en het laatst
weer te Brussel alles gedaan om
te verhinderen, dat een totale
som voor de schadeloosstelling
werd genoemd, in het juiste be
sef, dat ieder met de werkelijk
heid rekening houdend bedrag
een groote teleurstelling zou
blijken voor het Fransche volk.
Deze ontgoocheling wilde men
vermijden of in ieder geval zo»
lang mogelijk uitstellen. Vandaar
nu weer in den laatsten tijd het
voorstel om voorloopig de scha
deloosstelling voor vijfjaar vast
te stellen.
Het Fransche volk kon dan
steeds nog de hoop behouden
op de fabelachtige getallen, die
daarna zouden loskomen. De
Duitschers voelden niets voor
dit systeem, dat de onzekerheid
liet voorbestaan en dat hun geen
meester liet van hun toekomstige
ontwikkeling. Zij zeiden terecht,
^.dat niemand een staat crediet
jj kon verleenen, waarvan men den
schuldenlast niet kende.
Ook de Engelschen, die wel
steeds geneigd zijn geweest tot
toegeefelijkheid tegenover de
Fransche struisvogelpolitiek, was
dit toch te kras. Zij verzetten
zich tegen het voorstel met het
onverwachte succes, dat de
ransche regeering plotseling
'van tactiek veranderde, en Dou
mer, na een rede gehouden te
ebben, die op de Engelschen
VS
W(
ëe
str
"'u,
F,
vo
te
r>
gei
78)179)
N Heer Weller, dat kan onmo-
weziÉe'ijk ernstig van u zijn, zei
Alle 'fed met bevende lippen. Zijne
wart tem klonk onvast, de opwinding
of aJ"roofde hem bijna van de spraak.
Li Ik scherts nooit met ernstige
zij zangen, meester Fred Weller!
achtt'ei de fabrikant op kouden toon.
zinni Pok ik ben daar op't oogenblik
Nfclt't minst voor in staat,
verwi Doch het vele geld, dat gij
had Oervoor reeds opgeofferd hebt,
pen, Ie' Fred, het zijn toch vele
weenéduizenden, hoe zal ik ooit in
vrijhei "'M zijn u dat terug te betalen,
viel z De fabrikant maakte eene
doovir"*eging met de hand en zei
Walgracht dat geld als verloren,
schied Fred werd bleek tot op de
toch kl'Ppen en gaf ten antwoord Ik
wringe^'thouw mij als uw schulde-
ruimtefMr, en ik hoop dat de dag der
den indruk maakte van de ge
moedsuitstorting van Fehrenbach
te Spa en van de jammerklachten
van Havenstein te Brussel, met
'n definitieven eisch voor den dag
kwam, die alle andere geallieer
den in verbazing bracht. Nu
was een som genoemd, die op
de fantasie van het Fransche
volk kon werken, maar die zoo
duidelijk op de galerij berekend
is, dat Lloyd George, Sforza en
ook de Belgen wrevelig werden
tegenover de kinderlijke grillig
heid van de Fransche politiek.
Deze heeft bovendien de eige
naardigheid de resultaten van
de vooratgegane conferenties
en het groote reeds gedane werk
volkomen te niet te doen.
Wat is echter de bedoeling?
Twee weken geleden deden
vertrouwde woordvoerders van
de Fransche regeering al hun
best den Duitschers de mede-
deeling te doen geworden, dat
Frankrijk zich zeer tegemoet
komend zou betoonen, als de
schijn maar te zijnen gunste
werd gered.
Een minister der geallieerden
vertelde mij op den dag dat
Leygues viel, maar toen dit nog
niet bekend was, dat hij eenige
dagen tevoren een gesprek met
Millerand had gehad, die hem
verklaard had een politiek van
gematigdheid te zullen gaan
volgen. Hij zou erkenning van
de Russische randstaten beplei
ten, iedere inmenging in de
Russische aangelegenheden ver
mijden, niet meer de Hongaar-
sche reactie steunen en afstand
doen van iedere politique de
reparation a outrance. Ik som
deze dingen op, omdat zij in-
tusschen reeds óf gebeurd zijn
óf door Briand in zijn program
rede aangekondigd. Ten opzichte
van de politique de reparation
hapert het nu echter geducht. Is
de vrees voor Poincaré werke
lijk zoo groot, dat zij sterker is
dan de invloed van den president
van de republiek, of schuilt achter
dit alles een manoeuvre? Belang
wekkend is in dit alles, dat
Briand tijdens de debatten in de
conferentie een toespeling heeft
afrekening tusschen ons niet ver
meer verwijderd is 1
Dat hoop ik ook 1 zei de fa
brikant, en er kwam een onheil
spellend vuur in zijne oogen, en
zijne handen balden zich. Doch
hij bezon zich en zeiIk haat
u, Fred Weller, omdat gij mijn
eigendom wilt betwisten 1
Gij hebt mijn geluk verstoord,
vervloekt is het uur dat gij hier
over dezen drempel trad
De stem van den fabrikant
had iets dreigends, iedere zenuw
aan den krachtigen man beefde
van smart en toorn.
Fred gaf geen antwoord en
liet den fabrikant uitspreken.
Hier zijn uwe teekeningen
zei hij ten laatste bevend van
woede, neem alles terug, ik wil
niets meer met u te doen hebben!
In zijn toorn dacht de fabri
kant aan niets, dan dat hij Fred
Weller hierdoor geheel vernie
tigd had, dat gaf hem zelfs
eenige voldoening.
gemaakt op een beroep op de
kiezers in Frankrijk, een moge
lijkheid, die er niet slecht op
berekend is om Lloyd George
schrik aan te jagen.
Intusschen is het opmerkelijk,
hoe de Franschen al hun heele
of halve vrienden door deze
houding van zich vervreemden
tot de Duitschers toe. Voor
de aanhangers in Duitschland
van de samenwerking met Frank
rijk tegen Engeland, of dit nu
op theorie berust of op eigen
belang, is het een harde les.
Ziehier wat er gebeurd is.
Ik heb er reeds vroeger op
gewezen, dat de besprekingen
tusschen Frankrijk en Duitsch
land het nadeel hadden twee
ledig te zijn. Bergmann onder
handelde te Parijs. Dit kan men
de onderhandelingen der hau-
tefinance noemen. Simons sprak
herhaaldelijk te Berlijn met
Lauret, den Franschen gezant
en deze besprekingen kwamen
vaak meer in het industrieele
vaarwater. Daaruit ontstond soms
een vermakelijke tegenspraak,
b.v. op deze manier: Vele En
gelschen en Franschen lieten de
behelsde, dat de Fransche en de
Duitsche industrie samen een
soort uitvoertrust zouden vormen,
die blijkbaar ten doel had, Duit
sche dumping ten nadeele van
de Fransche nijverheid te voor
komen en den Duitschers goede
prijzen te verzekeren. Van de
opbrengst der waren van Duit-
schen oorsprong, door deze trust
uitgevoerd, zou 20 pet. vloeien
in het réparationsfonds. De
Duitsche nijverheid was met
deze regeling zeer ingenomen.
Zij was toch al zeer tevreden
met de reparatievoorstellen, die
den laatsten tijd van Fransche
kant waren gedaan Zij zei b.v.:
.Een fabriek, die met onze ma
chines is ingericht zal er nader
hand niet meer aan denken een
ander soort machines in Enge
land te bestellen. De gedwongen
levering zal in de meeste ge
vallen blijvende klandizie tenge
volge hebben."
Deze tevredenheid maakte de
Duitsche industrieelen zeer toe
gankelijk voor de wenschen der
Fransche regeering. Toen het
voorstel van de vijf voorloopige
jaartermijnen, dat in de haute
Duitschers weten, dat de groot- finance zooveel tegenstand vond,
ste fout, die zij konden- begaan" bekend werd, scheen de indus-
was, Hugo Stinnes als technisch trie van meening, dat men den
adviseur naar eenige conferentie
te zenden. Dit was na het ge
beurde te Spa begrijpelijk ge
noeg. Toch werd Stinnes eenige
weken geleden uitgekozen. Dit
geschiedde echter op uitdruk
kelijk verzoek der Franschen.
De betrekkingen tusschen de
groote Fransche en Duitsche
industrie zijn dan ook merkwaar
dig intiem. In Juni 1920 zei mij
een der eerste mannen der nij
verheid van het Roergebied
Wat willen de Fransche politici
toch van ons Hun eigen indus
trieelen zijn onze beste vrien
den."
Deze verhouding heeft zich
ten slotte uitgedrukt in een ont
werp voor een réparationsrege-
ling, dat voornamelijk van Fran
sche zijde uitging en dat nu
waarschijnlijk door het optreden
van Doumer omvergeworpen is.
Dit zeer merkwaardige ontwerp
Dat hij er zich nadeel door
berokkende, vooral omdat hij
juist op deze uitvinding zijne
geheele hoop voor de toekomst
gevestigd had, daaraan dacht
hij op dit oogenblik niet.
Wellicht vindt ge een ander
fabrikant die u verdere middelen
zal ter hand stellen. Deze woor
den waren echter op honenden,
toon uitgesproken, en hij maakte
een korte handbeweging die
het
onderhoud
Fred kon
beteekende dat
was afgeloopen
vertrekken.
Op dit oogenblik klopte iemand
tamelijk hard op de deur van
het werkkabinet, waar beiden
zich bevonden. De fabrikant
trok zijn voorhoofd te samen.
Waar was de bediende die elk
bezoek moest melden
Binnen 1 riep hij op norschen
toon. Plotseling verbleekte de
fabrikant en trad een paar schre
den terug, als was een spook
voor hem verschenen.
Franschen hierin maar hun zin
moest geven. De vorige week
heerschte in financieele kringen
groote bezorgdheid, dat Simons
onder druk van de industrie zou
toegeven. Men sprak zeer ver
bitterd en betoogde, dat de nij
verheidskoningin uit eigenbelang
al sedert jaren het rijk in ge
varen en ongelukken hadden
geleid en eenige der bekendste
leden van de Duitsche haute
finance spraken er reeds van
met hun verdere medewerking
op te houden, als de altijd wan
kelende Simons zich ook nu
weer onder de invloed stelde
van de machtige mannen in het
Roergebied.
Deze heele kwestie is nu van
de baan door de plotselinge
verandering van taktiek der
Franschen. Of daarmee echter
de samenwerking der weder-
zijdsche industrieelen, die op
In de deur stond de vierkante
boerengestalte van den ouden
Steffen uit den Rothbachmolen.
Als deze laatste Fred zag,
trad hij op hem toe, met moeite
hief hij den rechterarm op, om
Fred de hand te geven.
De ijzeren wil van den ster
ken man had over alle pijnen,
die hij in den laatsten tijd ge
leden had, gezegevierd en zoo
had hij ook de reis naar de
hoofdstad gewaagd. Slechts van
eenig noodig reisgoed voorzien,
en met zijn onmisbaren stok in
de hand had hij zich op reis
begeven, en kwam zoo in de
fabriek van Weller aan.
Rijkelijk had hij zich voor
deze reis van geld voorzien.
Zijne brieventasch hield aan
wijzingen op Berlijner en New-
Yorker bankhuizen voor groote
waarden in.
Hij was er van bewust dat
met geld alles in de wereld te
bereiken was, zelfs het onmoge
alle manier wordt gezocht, op
houdt, is een andere vraag.
Voor een juiste beoordeeling
schijnt de heele toestand nog
te fantastisch en verward.
(Men houde er rekening mee,
dat deze beschouwingen reeds
geschreven waren, voor den cor
respondent bekend kon zijn, dat
de Franschen in den Oppersten
Raad bakzeil gehaald hadden
en er een accoord gesloten was.
- Red.)
II. Op de Rijwielpaden,
De rijwielpaden aangeduid door
het wettelijk kenteeken .Rij
wielpad", zijn uitsluitend bestemd
voor het verkeer met Rijwielen
en, tenzij zij uitdrukkelijk voor
dat verkeer zijn gesloten ver
klaard, met motorrijwielen.
a. Op een afzonderlijk liggend
rijwielpad gelden de gewone
regels voor den weg voor het
uitwijken bij het tegenkomen en
voorbijrijden.
a. Op afzonderlijk rijwielpad
bij tegenkomen.
a'. Op afzonderlijk rijwielpad
bij inhalen.
b. Op een rijwielpad, hetwelk
met den rijweg gemeen ligt en
voor hem, die het pad berijdt,
links van dien weg, gelden voor
wielrijders en motorrijders bij
het tegenkomen de gewone re
gels voor het uitwijken, doch hij,
die op zulk een rijwielpad een
voor hem uitrijdend wielrijder of
motorrijder wil voorbijrijden,
moet dezen aan diens rechter
zijde passeeren en dus zoo noo
dig het rijwielpad verlaten.
b. Op rijwielpad links van den
weg bij tegenkomen.
a'. Op rijwielpad links van
den weg bij inhalen.
c. Op een rijwielpad, hetwelk
met den weg gemeen ligt en
voor hem, die het pad berijdt,
rechts van dien weg, gelden de
gewone regel» voor den weg,
lijke. Het spreekwoord „Geld
opent alle deuren en harten"
was hem wel bekend.
Hij wilde tot eiken prijs Gerda
vinden, wiens brief hij uit Ameri
ka afgezonden, nog niet ont
vangen had.
De fabrikant stond als een
standbeeld den molenaar aan te
staren en zijne handen omsloten
nog steeds eene teekening, die
tot de uitvinding van Fred Wel
ler behoorde.
Nooit had hij den eenvoudig,
forsch gebouwden man uit zijn
geheugen kunnen bannen. En
hij stond thans na verschillende
jaren, geheel onveranderd, hier
voor hem.
Als dezelfde had hij eenmaal
voor hem gestaan, als een drei
gend spook, bij den Rothbach
molen. .Heer", had hij toen
maals tegen hem gezegd, als u
uw leven lief is, laat dan mijn
kind met vrede 1
(Wordt vervolgd.)