ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCHVLAANDEREN
Wekelijksch Overzicht.
Ameiika en Duitschland.
VERSCHIJNT WOENSDAGS EN ZATERDAGS IN ALLE PLAATSEN VAN ZEEUWSCH-VLAANDEREN
30e Jaargang
Zaterdag 8 januari 1921
Nummer 2588
gggSLgaBTON.
Ontmaskerd.
BRESKENSCHE COURANT
Abonnementsprijs per drie maanden f 1.25
met 10 cent dispositiekosten.
Advertentieprijs van 1 5 regels 60 cent
Elke regel meer 12 cent. Ingez. Meded. 30 ct. p. regel.
Drukker-Uitgever
E. BOOM—BLIEK
tno,02T BRESKENS p,°|$4ro
Abonnements-Advertenties zeer billijk tarief.
Tijdelijk verhoogd met 20 pCt.
Advertenties worden aangenomen tot uiterlijk
Dinsdag- en Vrijdagmiddag 1 uur
Nu zijn we in het Nieuwe
jaar en, niet waar het is nog
alles als vroeger. En dat is
maar heel matigjes. Misschien
zouden we dat niet zoo opmer
ken, wanneer we niet zes jaar
lang in de stellige verwachting
geleefd hadden, dat alles heel
anders en veel beter zou wor
den. Want eerlijk gezegd, het
is altijd maar matigjes, anders
gezegd, het is altijd minder dan
we het hebben willen. Dat ligt
niet enkel aan de omstandig
heden, evenzeer aan onzen wil,
die te hoog grijpt. We misken
nen het arme leven, dat zich
genoeg inspant om met onze
verwachtingen gelijken tred te
houden. Zou het misschien ook
beter zijn die verwachtingen wat
te matigen Als men de heeren
op de Volkenbondsr ergadering,
als men nu onlangs weer onzen
minister van buitenlandsche za
ken hoorden, zou men geneigd
zijn die vraag bevestigend te
beantwoorden.
Maar zijn het feitelijk niet die-
zelfde heeren, onzen eerzamen
minister dan uitgezonderd, die
onze verwachtingen juist nu zoo
hoog gespannen hebben Jaren
lang heette het, dat de wereld,
streed en leed voor een betere
wereld. En als de volken soms
morden over den druk en de
ellende en het bloed van den
oorlog, dan waren de heeren
altijd bij de hand om hun een
wondervol schilderij van de toe
komst voor te houden, waarop
de spiesen schenen omgeslagen
tot sikkelen, en waar, als de
Engelsche minister het uitdrukte,
een wereld was, geschikt om
door helden bewoond te worden.
Met die verwachting kwamen
de helden thuis. En wij, die
geen helden geweest waren,
wachten even geduldig. Het
eetste jaar kwam het niet, en
het twee niet en het derde
Maar zoo lang hebben we niet
eens gewacht. Nu glimlachen
we maar eens als de boer, die
72)
XXVII.
Alles wat aan opgekropte woe
de, haat en nijd in Lucie was,
stortte zij, toen Gerda vertrok
ken was, op Egon uit. Niets had
zij vergeten, alles wat hij haar
aangedaan had, alle woorden,
die hij haar had toegevoegd,
wierp zij hem thans voor de
voeten.
Zij stond voor hem als een
getergde tijgerin met van woede
fonkelende oogen.
Waag het, zeide zij sissend
van woede, mij op zijde te wil
len schuiven, ik zal mij op uwen
weg stellen, waarheen gij ook
zoudt vluchtenIk ben uwe
echtgenoote gravin van Rheins-
bijrg, ea niets zal mij van die
kiespijn heeft en, verlegen voor
elkaar, stoppen we heimelijk
onze verwachtingen weg, nu we
een nieuw jaar ingaan.
De Entente, die zoo haar best
gedaan heeft, ze nog op te wek
ken, is het ook tegengevallen.
Niet, dat ze onze verwachtin
gen deelde, maar ze had anderen.
Ze droomde van een onbetwiste
heerschappij van nieuwen buit
en nieuwen roem en den dank
der berooide menschheid boven
dien. En nu Och arm
Het is tegenwoordig een slechte
tijd voor de Entente, een bijster
slechte tijd. Russische en Ame-
rikaansche en Fransche en ande
re onthullingen volgen elkaar
op. Waar moet dat naar toe
Graaf Witte, oud-minister van
tsaar Nicolaas verteld in zijn
herinneringen zoo heelemaal
zonder opzet, hoe voor de Rus
sische politiek en den tsaar in
cluis de verovering van Kon-
slantinopel een ware idée-fiixe
geworden was en hoe groot
vorsten, generaals, gezanten en
ministers onder het allerhoogst
auspicium daarop aanstuurden,
Witte's waarschuwing, dat het
op een algemeenen Europeeschen
oorlog moest uitloopen, ten spijt.
Een Amerikaansche schrijver
vertelt, o, heelemaal niet met
de bedoeling Engeland of de
Entente hatelijk te zijn, als his
torisch feit: ,Doch in het brein
der Britsche staatslieden had
zich de waan genesteld, dat
Duitschland ten te geweldig
mededinger was om langer te
worden geduld" en hoe Enge
land en Frankrijk de meening
post vatte, dat Duitschland een
gevaar voor beide landen was,
omdat het 't leeuwenaandeel van
alle Europeesche kolenreserves
bezat en eveneens rijkelijk van
ijzer voorzien was. En Poincairé,
de oud-president der Fransche
republiek verweert zich als een
razende tegen de publicaties van
een Fransche vereeniging voor
geschiedkundig onderzoek, die
hem een deel van de oorlogs
schuld in de schoenen willen
schuiven. En zelfs Lloyd Geor
ge orakelt: .Geen der mannen,
plaats verdringen Ga, zeg aan
't gerecht, dat ik eene bedrieg
ster ben, zei zij op honenden
toon, denkt gij dat men dit
sprookje gelooven zal. Zoudt gij
de wereld kunnen wijs maken,
dat gij niet in het bedrog be
trokken waart Gij zult in de
oogen van de rechters als den
waren schuldige worden aan
geduid, want gij alleen had het
grootste belang in het bedrog 1
De Rheinaburgers hadden alles
te verliezen
Hoe grooter de opwinding van
Lucie was, des te rustiger bleef
de jonge graaf, die zich in een
zetel had nedergezet. Met de
armen over de borst gekruist,
zag hij Lucie, die in hare toor
nige opwinding aan eene furie
geleek, met opmerkzame, doch
ijzige blikken aan.
Gij zijt weder zeer opgewon
den, mijn lieve, zeide hij op
zaqhten toon, die echter Lucie
als een mes door het lijf voer.
die toen (in 1914) met de open
bare zaken belast was, wilde met
voorbedachtheid den oorlog".
Werkelijk, het gaat heel, het
gaat buitengewoon slecht met de
Entente. En van den dank der
menschheid, waarop zij zoo vast
gerekend had, raakt zij hoe lan
ger hoe verder al.
Maar het gaat ook in andere
opzichten slecht met de Enten
te. De wereld is nog lang niet
zoo, als ze zich die na Duitsch-
land's nederlaag gedroomd had
en toont zelfs steeds minder
neiging zoo te worden. De toe
stand in het nabije Oosten en in
geheel Azië ontwikkelt zich,
dank zij bolsjewiki. Turksche
nationalisten en Grieken, op een
wijze, die haar rustige alleen
heerschappij allergevaarlijkst be
dreigt. Ter voorkoming van dat
gevaar heeft zij het eerst met
de bolsjewiki trachten aan te
leggen en tegelijkertijd met hun
vijanden, wat natuurlijk de beste
manier bleek om haar pogingen
jammerlijk te doen mislukken.
Nu aarzelt zij tusschen de Turk
sche nationalisten en den ver
foeiden Konstantijn.
Tot overmaat van ramp be
gint ook Duitschland onwillig te
worden. Het vredesverdrag van
Versailles schrijft zijn ontwape
ning voor, maar het beweert,
dat de politie daarbuiten valt.
De Entente echter, wien sinds
de bange dagen op de oorlogs
velden in Noord-Frankrijk, de
angst om het hart slaat bij het
zien van een Duitsche helm en
een Duitsch geweer, onverschil
lig of deze attributen tot een
soldaat of tot een veldwachter
bshooren, en die zich maar niet
los kan maken van de gedachte,
dat elke Duitsche wapendrager
met wereld-veroveraarsplannen
rondloopt, en Napoleon in op
komst is, wil ook de politie in
de ontwapening betrekken. Voor
het geval Duitschland weigeren
blijft, dreigt ze met bezetting
van Duitsch gebied. Maar gansch
van harte gaat haar dat niet af.
Ze weet wel, dat de menschen,
ook dé Engelsche en Fransche
en Italiaansche menschen, van
Gij moest er aan denken, dat
de muren in een vreemd huis
ooren hebben. Ik verzoek je,
te matigen, anders ben ik ge
noodzaakt wegens uwe zenuwen
een geneesheer te ontbieden.
Een ijskoude rilling doorsneed
Lucie. Zij kende de bedreiging
van den graaf, en achtte hem
in staat haar in een krankzin-
nigen-gesticht levend te begra
ven, als zij het waagde tegen
hem op te komen, en zij moest
daarom voorzichtig zijn.
Dat niet, dacht zij met eene
huivering en een doodelijke vrees
deed haar hart ineen krimpen.
Inderdaad was de gedachte
zich van Lucie te ontdoen meer
en meer in hem opgekomen.
Lucie zou moeten verdwijnen,
dan was hij weder vrij. Hij
moest echter ten haren opzichte
voorzichtig zijn, want indien zij
het bedrog ging verraden, dan
was hij zelf ook verloren. Hij
moest daarom zorgen dat zij
al dat oorlogje-spelen al lang
genoeg hebben en dat nieuwe
bezettingsmaatregelen met onwil
lige handen zouden ten uitvoer
leggen.
Voor d' Annunzio is dat ge-
noeg-hebben noodlottig gewor
den. Van zijn heerschap te Fiu-
me moet hij nu naar de schrijf
tafel van zijn dichterschap
terugkeeren. En Italië kan ein
delijk tot de rust terugkeeren,
nu de Fiume-kwestie daarmee
voorloopig althans van de baan is.
Het is de rust, waarnaar wij
allen verlangen, of we Duitschers
of Franschen of Itialianen of
Hollanders zijn en die we van
het nieuwe jaar vragen.
De correspondent van een
telegraafagentschap te München
in Rome, had gelegenheid met
den Amerikaanschen senator Mc.
Cormick voor diens vertrek naar
Parijs over de toekomstige be
trekkingen tusschen Amerika en
Duitschland te spreken.
Het gesprek had het volgende
verloop
Vraag: Welken indruk hebt
gij in Duitschland gekregen
Antwoord Ik had veel te wei
nig tijd om een grondig onder
zoek in te stellen. De vier dagen
in Berlijn waren geheel besteed
aan besprekingen en lieten geen
bestudeering van den toestand
toe. Wat ik echter van voor
aanstaande staatslieden en eco
nomen gehoord heb, toont een
droevig beeld. Toch is Duitsch-
land niet zonder hoop op een
betrekkelijk spoedig herstel. Ik
geloof, dat deze hoop gerecht
vaardigd is. Het is ook in het
belang van geheel Europa, dat
het herstel van Duitschland in
treedt, want zonder den arbeid
en de productie van het Duit
sche volk kan ik mij de wereld
niet voorstellen. Ik kan slechts
herhalen, wat ik reeds eenmaal
gezegd heb Duitschland is een
donkere tunnel, aan welks einde
echter het daglicht gloort.
krankzinnig zou verklaard wor
den, dan zou men niets meer
van hare verhalen gelooven.
Een pijnlijke gedachte kwam
hem te binnen, en dat was het
verdwijnen van rechter Eckardt-
hoflf, die zoo raadselachtig uit
de club was verdwenen. Het
was hem, alsof hij den dag voor
heen juist dezelfde gestalte in
't hotel had ontmoet. Wel was
hij in twijfel, daar die persoon
nu op hem den indruk gemaakt
had alsof hij een landbewoner
was. De doordringende oogen
waren dezelfde, en toen hij hem
aankeek, om zich te overtuigen,
of hij zich niet vergistte, had de
vreemde dien blik zonder de
geringste verandering doorstaan,
alsot hij hem nooit in zijn leven
ontmoet had.
Ondanks dat had graaf van
Rheinsburg gezworen, dat hij
zich niet vergiste, doch een
gevoel van onrust kon hij niet
van zich afwerpen. Het vermoe-
Vraag Gelooft gij aan een
spoedig herstel van de betrek
kingen tusschen Amerika en
Duitschland Antwoord Ik heb
geen volmacht hierover verkla
ringen af te leggen. Mijn mee
ning als particulier heb ik aan
vooraanstaande personen te Ber
lijn medegedeeld. Wel is waar
weet ik niet, welke formule de
meest geschikte zal zijn om de
betrekkingen tusschen de Ver-
eenigde Staten en Duitschland
spoedig te herstellen. In welken
vorm dit zal geschieden, weet
ik op het oogenblik nog niet,
doch dat dit herstel van betrek
kingen niet op de basis van het
verdrag van Versailles voltrok
ken kan worden, kan ik niet met
stelligheid verklaren.
Vraag: Wat mag men van de
Amerikaansche crediethulp ver
wachten AntwoordDit pro
bleem is niet zoo eenvoudig als
in Europa vaak wordt aangeno
men. Ik zelf en eenige leidende
Amerikaansche personen zijn
reeds opgekomen voor de cre-
dietverleening aan noodlijdende
staten. Wanneer eenmaal de di
plomatieke en economische be
trekkingen met Duitschland her
vat zijn, zal Amerika zich met
die vraag weer kunnen bezig
houden. Of dit crediet den in
Europa gewenschten omvang zal
verkrijgen, is twijfelachtig. Wij
hebben de Brusselsche financi-
eele conferentie met aandacht
gevolgd. Wij kunnen echter niet
beweren, dat de daar bereikte
resultaten ons bevredigd hebben.
Amerika wil ,tabula rasa" ma
ken. Voor de uitgebreide Ame
rikaansche credietverleening is
het noodig, dat vooreerst de
nog loopende financieele kwes
ties met de Europeesche staten
geregeld worden.
Vraag; Hoe vindt gij den toe
stand in Oostenrijk? Antwoord:
Eenvoudig troosteloos. Deze staat
moet spoedig en zonder uitstel
geholpen worden. Ik geloof, dat
een nauwe economische aaneen
sluiting van alle nationale staten
niet slechts in het belang van
Oostenrijk is, maar ook het doel
is van alle andere staten, die
den zelfs kwam bij hem op, dat
Eckhardthoif een geheim bond
genoot van Lucie kon zijn. Hij
moest zoo spoedig mogelijk
stappen doen, om Lucie's macht
te breken, en de gunst van
Gerda trachten te winnen,
dit laatste scheen hem zelfs
gemakkelijk toe.
Een arme leeraresdacht hij
hoogmoedig, toen hij zich aan
kleedde om uit te gaan, ten
einde eenige gewichtige zaken
af te doen. Die zal tevreden
zijn, als ik haar uit hare netelige
positie bevrijd. Eenige oogen-
blikken nadien trad hij uit het
hotel op de straat.
Hij zag echter niet, dat hem
twee personen ongemerkt volg*
den. Die beiden waren de als
landsman gekleede vreemde en
de groom uit 't hotel, die voor
wendde eene boodschap te doen
voor een gast. Zij volgden hem
ieder afzonderlijk.
(Wordt vervolgd.)