mmm nieuws- en advertentieblad voor zeeuwschvlaanpeben
Wekelijksch Omzicht,
Ons spooiwegveikeei.
"VERSCHIJNT WOENSDAGS EN ZATERDAGS IN ALLE PLAATSEN VAN ZEEUWSCH-VLAANDEREN
E. BOOM—BLIEK
BRESKENS
30e Jaargang
Zaterdag 25 December 1920
Nummer 2584
BERICHT.
N ieuwj aars'wensclien
Ontmaskerd
BRESKENSCHE COURANT
Abonnementsprijs per drie maanden f 1.25
met 10 cent dispositiekosten.
A d v e r t e n t i e p r ij s v a n 1 5 regels 60 cent
Elke regel meer 12 cent. Ingez. Meded. 30 ct. p. regel.
Telefoon
No. 21
Drukker-Uitgever
Postgiro
17704
Abonnements-Advertenties zeer billijk tarief.
Tijdelijk verhoogd met 20 pCt.
Advertenties worden aangenomen tot uiterlijk
Dinsdag- en Vrijdagmiddag 1 uur
Het nummer van as. Vrijdag
avond zal op Nieuwjaarsmorgen
verschijnen, waarin dan tevens
worden opgenomen.
Beleefd wordt verzocht spoe
dige inzending der advertenties.
DE UITGEVER.
Het vredesverdrag van Ver
sailles bepaalde, dat do com
missie voer de schadeloosstel
lingen Duitschland uiterlijk 1
Mei 1121 het totale bedrag van
zijn verplichtingen moest opge
ven. Deze bepaling werd na
tuurlijk opgenomen om aan de
onzekerheid, waarin Duitschland
leven zou, een grens te stellen.
Maar het blijkt nu reeds, dat
deze bepaling niet zal kunnen
worden nagekomen, omdat de
geallieerden graag zooveel mo
gelijk van Duitschland willen
halen en het op dit oogenblik
nog in de verste verte niet te
zien is, wat Duitschland betalen
kan. Overwinnaars noch over
wonnenen begrepen te Versailles,
hoe groot de verwoesting wel
was, die-zij gezamenlijk hadden
aangericht en hoe langzaam de
Middenrijken zich uit dien baai-
ei d zouden kunnen omhoog wer
ken. Tegen 1 Mei 1921, zoo
redeneerden de heeren, zou het
herstel wel zoo ver gevorderd
zijn, dat men iets naders bepalen
kon, Nu dat niet het geval is
en de strikte toepassing der
bepaling onmogelijk, concludeert
de Temps, dat het bepalen van
iets onmogelijks niet in de be
doeling van het vredesverdrag
kan hebben gelegen en men
zich dus aan die bepaling niet
behoeft te houden, maar haar
anders moet uitleggen, welke
uitlegging zij dan nader pro
beert te construeeren.
Van de zijde der overwinnaars
is een dergelijke uitlegging van
68)
Niets Water Enders 1 bracht
hij nauwelijks hoorbaar uit. Het
laatste woord was zelfs maar
een gorgelend geluid.
De electrische schal klonk
plotseling aanhoudend door het
sist tot een bediende verscheen.
Spoedig den geneesheer, beval
de gravin.
Als het noodlot hier een oor
deel velde, wie van beide doods
vijanden het leven moest laten,
den molenaar was het gelijk.
Hij gevoelde zijn geweten vrij
van alle schuld.
De oude molenaar keerde zich
om, zijne zending was voor heden
hier volbracht.
Aan de andere zijde van het
slot rende intusschen een ruiter
de slotpoort uit, om den genees
heer uit de stad te halen.
het vredesverdrag zeker verras
send en zij moet, consequent
voortgezet voor de menschheid
verrassende resultaten leveren.
Het heele vredestractaat is
immers een soortgelijke vergis
sing als deze bepaling en een
soortgelijke uitlegging biedt zich
dus vanzelf aan. De heeren te
Versailles hebben dingen vast
gesteld, wier onmogelijkheid
thans is gebleken. En men zou
goed doen daarom voor het
verdrag een andere uitlegging
te zoeken. De beste uitlegging
zou misschien zijn, het heele ver
drag als een vergissing op zij
te leggen. Maar daartoe zullen
de overwinnaars, en speciaal de
Eranschen, wel niet geneigd zijn.
Wanneer ze nu alvast maar be
gonnen, die bepalingen anders
uit te leggen, waaruit voor de
Duitschers verplichtingen voort
spruiten, die dezen onmogelijk
kunnen vervullen, wanneer ze
dus deze Duitschers dezelfde
rechten gunden als hun commis
sie voor de schadeloosstellingen
Mij dunkt de Duitschers zou
den alle reden hebben zich te
Brussel op dit eene voorbeeld
van uitlegging te beroepen. Het
vredesverdrag kan niet bedoeld
hebben iets onmogelijks te be
palen. En omdat de nakoming
in veel gevallen een onmoge
lijkheid is, ontslaat dit de
Duitschers van tal van verplich
tingen. Van welke
De Entente is ook begonnen
in te zien. Sinds Spa is men
met de Duitschers gaan praten,
wat beteekent, dat men de let
ter van het verdrag, zij het
noodgedwongen loslaat. Maar in
hoeverre Daarover wordt ook
nu weer te Brussel geraadpleegd
Hst is niet anders als een advies,
dat deze conferentie heeft uit ts
brengen, omdat een advies, dat
ongetwijfeld op de latere vast
stelling van het bedrag de scha
deloosstellingen van grooten in
vloed zal zijn.
Omdat de Duitschers dat ook
begrepen hebben, hebben ze
natuurlijk van hun ellende en
finantieele misère terdege opge
schept en het bedrag, dat ze
zouden betalen niet al te hoog
genoemd, terwijl ze bovendien
vragen, dat de Duitsche leve
ranties worden betaald volgens
de prijzen op de wereldmarkt
en dat ze, zoolang de mark zoo
laag staat, niet inigeld behoeven
te dokken. Over 't algemeen
schijnen de geallieerden wel
ooren te hebben naar hun voor
stellen. Dat wil natuurlijk niet
zeggen, dat ze aannemen, wat
de Duitschers bieden, maar dat
ze rekening willen houden met
Duitschland's moeilijkheden en
de noodzakelijkheid var. een vrije
uitlegging van het verdrag van
Versailles erkennen Zelfs Frank
rijk begrijpt, dat het alleen zijn
eigen nadeel is zijn debiteur,
die Duitschland is, regelrecht
naar den kelder te helpen. En
de geest op de conferentie is
bijna vriendschappelijk.
Wanneer men dit waarneemt
en ziet hoe te Genève de Vol
ken-bondsvergadering, die toch
feitelijk een vergadering van
geallieerden en vriendjes van
geallieerden is, nu al twee der
voormalige vijanden tot den
Bond heeft toegelaten, dan be
gint men werkelijk te vertrou
wen, dat eindelijk de zon der
verzoeningsgezindheid door de
donkere luchten van deze De-
cember-dagen begint te breken.
Maar het is niettemin nog
lang, voor het lente is. En tot
dien tijd zullen we beter doen
onze winterjassen en kachels nog
niet op te ruimen Het gebeurt
meer, dat we midden in den
winter plotseling een lentewind
om ons hoofd voelen waaien.
Maar als we dan onzen hoed
afzetten, kan het gebeuren, dat
een plotselinge vorst ons een
verraderlijke verkoudheid of er
ger bezorgt.
De daling van de prijzen be
gint. En uit Amerika komen
fabelachtige berichten. Maar
Amerika is altijd Amerika. En
zoo'n plotselinge daling is vaak
even gevaarlijk als een rijzing.
Laten we onze beurzen nog
maar dicht houden en de hoe
den op het hoofd. Het is nog
geen lente.
In Ierland wachten ze er nog
op bij den gloed der vlammen,
waarin Cork is opgegaan. Bonar
Law doceert vergeefs dat het
schrikbewind in Ierland gefnuikt
is. De „blacks en tans" weten
het wel beter. Het is nog in
het donkerste van den donkeren
tijd. En of te Brussel de af
gevaardigden van Frankrijk en
Engeland al handjes schudden
met de Duitschers, of angstige
winkeliers al hun waren te geef
verkoopen, of de Polen al de-
mobiliseeren en Lloyd George
en Bonar Law al van vrede
spreken tegen de menschen wier
huizen door hun politie in brand
gestoken is, het is nog altijd in
de donkere dagen voor Kerst
mis. En we doen verstandig
met onze hoeden stijf op en
onze jassen dichtgeknoopt ta
houden.
Het volgende verhaal lazen
wij onlangs in de „Daily Mail",
de schrijver onderteekende met
zijn vollen naam. Hij reisde van
Buffalo naar N«w-York. De
trein kreeg door een ongelukje
vertraging. Twee volle uren.
Hoera" zei een medereizi
ger dan heb ik vier dollar
verdiend.
„Ja, voor elk uur dat we te
laat komen moet de Company
ons twe* dollar schadevergoeding
voor verloren tijd betalen".
De Engelschman wilde het
nauwelijks gelooven, meende dat
de Amerikaan er pleizier in had,
„to pull his leg" hem voor
de mal te houden.
Maar in New York aangeko
men gingen de Amerikaan en
den Engelschman naar denhoold-
conducteur en vroegen hem te
certificeeren dat de trein één
uur en drie kwartier te laat was.
„Goed", zei de conduct ;ur,
„wenschen jullie de schadever
goeding voor tijdverlies in den
zak te steken
„Ja zeker". „Ga dan maar
zou het immers niet meer wagen
haar als familielid op te vorde
ren. Doch Gerda was geenszins
geneigd, zulks stilzwijgend te
laten geschieden. Er kon gebeu
ren wat wilde, doch zij zou alles
uitvorschen.
Tot diep in den nacht zat zij
dien dag en schreef. Het was
een omvangrijk schrijven, dat zij
haren grootvader in den Roth-
bachmolen toestuurde. De brief
bevatte haar leedwezen over het
verdriet hem veroorzaakt door
haar vertrek. Zij schilderde hem
haar wedervaren sedert haar
vertrek uit den molen, en de
ontberingen, die zij in den be
ginne geleden had. Ik heb het
echter te goed gehad, in mijn
leven, uwe liefde heeft mij ver
wend 1 Het is zonde zijn leven
nutteloos door te brengen 1 Ik
zal arbeiden en zoo voortaan
in mijn onderhoud voorzien. Ik
wil dan ook voortaan niets meer
aannemen. Alvorens te eindigen,
hiermede in de groote hal naar
loket No. zooveel, dan wordt
uitbetaald 3l/2 dollar". De
trein had een kwartier van den
achterstand ingehaald. En de
Engelschman heeft zijn geld
gekregen.
Het „time is money"-verhaal
moet wel haast juist zijn, maar
als het onvolledig is wij had
den er nooit eerder van gehoord
is er toch dit van te zeggen:
het geeft uiting aan de over
tuiging dat een spoorwegmaat
schappij, die adverteert haar
trein op een bepaald uur te laten
vertrekken en op een bepaald
uur te doen aankomen, de ver
plichting heeft, het contract dat
zij aldus met de reizigers aan
gaat na te komen, de belofte op
grond waarvan het kaartje ge
kocht is te vervullen.
Aan die moreele verplichting
voldoen de beide groote Neder-
landsche spoorweg-maatschap
pijen voldoet onze Neder-
landsche spoorwegmaatschappij
niet.
Onze lezers weten er alles
van, uit menig ingezonden stuk,
uit menig redactioneel bericht
en redactioneele opmerking is het
gebleken, al hadden wij niet de
overtuiging dat het gewenscht
was, zooveel mogelijk mededee-
lingen te plaatsen om goed te
doen zien hoe erg de desorga
nisatie van ons spoorwegverkeer
is, daar het waarlijk al reeds
bekend genoeg is. Wij gelooven
wel, dat ieder in den lande
ook de autoriteiten, die in eerste
instantie verantwoordelijk zijn
en op wie de verplichting rust
den geregelden treinenloop te
herstellen weet hoe ellendig
de toestand van ons spoorweg
vervoer is en dat het niet noo-
dig is de stemming van het pu
bliek nog erger te prikkelen ten
einde regeering en spoorwegau
toriteiten de overtuigen bij te
brengen zóó kan het niet langer,
er moet verandering komen.
Maar, wij moeten erkennen,
hoewel reeds sinds de wijziging
der dienstregeling op 25 Octo
ber 1.1. de desorganisatie van
het verkeer zoo acuut is gewor-
moet ik u nog een mededeeling
doen, die u wel als een toover-
sprookje zal toeschijnen. Mijn
beroep als onderwijzeres bracht
mij in der eerste hotels, waar
eene Duitsche familie logeerde,
die mij voor onderricht in de
Engelsche taal wilde aanstellen.
Het paar noemt zich graaf en
gravin van Rheinsburg, de
gravin heeft eene bijna volko
men gelijkenis met mij, heur
haar is echter in 't oogvallend
gekleurd, door een haarverf, om
natuurlijk te misleiden en noemt
zich gravin Gerda van Rheins
burg. Den dag dat ik haar voor
't eerst zag, droeg zij een kleed
volkomen gelijk aan hetgeen ik
bezat, toen ik bij u verbleef.
Als het niet uit mijn kleerkast
ontstolen is, dan is 't naar snit,
stof en kleur, juist nagemaakt.
Het kan niet anders, groot
vader, of er is een groot bedrog
ten uwen opzichte gepleegd.
(Wordt vervolgd).
XXVI.
Van 't oogenblik af, dat Ger
da in het voorname hotel haar
eigen bedrogbeeld had ontmoet
en graaf Egon van Rheinsburg
haar als gravin Gerda v. Rheins
burg had voorgesteld, was zij tot
de ontdekking gekomen, dat er
een ongehoord bedrog had plaats
gehad. Deze bedriegster had
zich voor de erfgename van den
ouden molenaar uitgegeven.
Was het niet helder dag ge
weest, had de heldere voorjaars
zon niet door het venster ge
straald, zij zou zeker de geheele
ervaring voor een droom gehou
den hebben.
Eerst toen zij in hare beschei
den woning was teruggekeerd,
kon zij zich eerst er een denk
beeld van maken, dat hare ont
dekking, eene der ongehoordste
daden was, die in den laatsten
tijd was voorgevallen.
Toch kon hij zich de zaak
nog niet helder voorstellen, hoe
toch was hef mogelijk, dat zulk
voorval had kunnen plaats grij
pen. Hoe had zich eene vreemde
onder haar na >m weten in te
dringen. Want als graaf en
gravin van Rheinsburg was het
paar uit Duitschland overgeko
men.
Na een kort overleg besloot
zij, om geen prijs in dit bedrog
mede te werken.
Het oude eerbiedwaardige
aangezicht van haar grootvader
kwam haar te voorschijn, en zag
zijne oogen vol eerlijke gestreng
heid op zich gericht. Met bange
zorg dacht zij aan het verdriet,
hem veroorzaakt door hare vlucht.
Zij echter wilde ook den strijd
tegen de Rheinsburgers begin
nen Dat zij slechts kwamen
om hare rechten te doen gelden,
zij zou het eveneens doen.
Gerda was het te moede, alsof
plotseling de boeien van haar
af vielen. De grafelijke familie