ALGEMEEN NIEUWS-
EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCHVLAANDEREN
De Latidstoimveiiledigliig.
VERSCHIJNT WOENSDAGS EN ZATERDAGS IN ALLE PLAATSEN VAN ZEEUWSCH-VLAANDEREN
LBOO M—B LI E K
30e Jaargang Woensdag 15 December 1920 v Nummer 2581
W oningbouw.
BRESKENSCHE COURANT
1
Abonnementsprijs per drie maanden f 1.25
met 10 cent dispositiekosten.
A d v er t en t i e p r ij s v a n 1 5 regels 60 cent
Elke regel meer 12 cent. Ingez. Meded. 30 ct. p. regel.
D rukker-Uitgever
TNo.,02T BRESKENS p°7'$4r0
Abonnements-Advertenties zeer billijk tarief.
Tijdelijk verhoogd met 20 pCt.
Advertenties worden aangenomen tot uiterlijk
Dinsdag- en Vrijdagmiddag 1 uur
1921 tegen een rente van 6 pCt.,
onder voorwaarde dat de ge
meente zich borg «telt voor de
richtte betaling van rente en
aflossing der hypotheken.
De hypotheken kunnen wor
den verleend voor den tijd van
15 jaar. De aflossing zal tan
minste bedragen V, pCt. voor
de eerste vijf jaren, een pCt.
per jaar voor de volgende tien
jaar.
In de hypotheekakte o.a.
worden opgenomen de bepaling,
dat degene aan wien van ge
meentewege oen hypothecaire
leening wordt verstrekt, verplicht
zijn tijdens den duur der
leening, zonder goedkeuring van
B. en W., geen hoogeren huur
te zullen bedingen dan 15 pCt.
boven de huur door hemzelf bij
de aanvrage om premie vastge
steld.
Bij den bouw van woningen
volgens een veelvuldig toegepast
woningtype kunnen B. en W. de
voorschotten ook vaststellen der
M* oppervlakte of per M* in
houd der te bouwen woningen.
De Memorie van Antwoord
op het wetsontwerp .Tijdelijke
afwijkingen van de Militiewet en
Landstormvoorzienigen" houdt
voor ons een teleurstelling in op
een vitaal punt, aldus het Hbld.
Er blijkt n.l. uit, dat zelfs het
beginsel van algemeenen oefen
plicht (naast dienstplicht voor
het kernleger) is losgelaten. Van
de ongeveer 60.000 jonge Ne
derlanders, die jaarlijks den
weerplichtigen leeftijd bereiken,
zullen er 13000 voor dienstplicht
in het kernleger worden aange
wezen, een 10.000 voor plaat
selijken oefenplicht. De rest mag
toezien.
Hiermede wordt een groote
onbillijkheid begaan eenerzijds,
en anderzijds de weerkracht van
het leger aanmerkelijk verzwakt.
Wij achten dan ook het stand
punt, door het Hoofdbestuur van
Volksweerbaarheid ingenomen in
zijn request aan de Kamer, n.l.
dat de contingentsvermindering
sléchts aannemelijk is, wanneer
daaraan onafscheidelijk wordt
verbonden algemeene oefenplicht
volkomen juiat.
Bij de invoering van alge
meenen oefenplicht zou tevens
tegemoet kunnen worden geko
men aan het groote bezwaar,
dat thans op de lichtingen van
het kernleger gedurende twintig
jaar beslag wordt gelegd. In
plaats van in de diepte ware
alsdan de noodige kracht te vin
den in de breedte.
In de tweede plaats meenen
wij uit de M, v. A. op te maken,
dat men den Vrijwilligen Land
storm (n.l. het opleidingsinstituut)
wel wat al te spoedig de lasten
van een volwassene wil opleggen.
Wij zouden hier nog eens willen
waarschuwen tegen overvragen
van diensten van dit nog zeer
jeugdige en in den eersten groei
zijnde instituut. Legt men het
thans reeds een taak op, waar
voor het alsnog niet berekend
ie, dan smoort men het wicht
wellicht in de wieg en daar
mede vele verwachtingen. Eerst
behoort het den noodigen tijd
te hebben gehad om zich in te
leven en een aantal degelijk
onderlegde helpers en aanvoer
ders te kweeken. In dat verband
drongen wij in onze beschou
wingen op de M. v. A. aange
duide denkbeelden indertijd dan
ook aan op geleidelijke vervan
gen van beroeps- door verlofs
kader. Hetgeen natuurlijk niet
uitsluit, dat reeds thans begon
nen kan worden met een be
hoorlijke schifting, aangezien
men bij de doorvoering van
nieuwe denkbeelden in de eerste
plaats beroepsofficieren en onder
officieren noodig heeft, die er
voor voelen en er zich warm
voor maken.
Hetgeen in de M. v. A. wordt
gezegd over het ontwerp hou
dende Landstormvoorzieningen,
wekte bij ons den indruk, dat
men die zijde van het vraagstuk
niet ernstig genoeg heeft inge-
Nu ook in ons district woning-
bouwvereenigingen verrijzen is
het niet van belang ontbloot, een
en ander mede te deelen wat de
Minister van Arbeid in de Staats
courant hierover schrijft
De premies, bedoeld in het
K. B. van 8 Nov. en in een later
gepubliceerde bekendmaking
worden slechts verleend voor den
bouw van woningen met een
maximnm-inhoud van 450 M'.
Zij zullen een bedrag van
ƒ2000 per woning niet mogen
overschrijden.
De premie wordt in het al
gemeen berekend naar den maat
staf van 20 per Ms. woning-
oppervlakte. Indien de gesteld
heid van den bodem eene kost
bare fundeeringswijze vereischt
(bijv. daar, waar de vaste laag,
waarop gefundeerd wordt, op
groote diepte gelegen is), kan de
premie 22.50 per MJ bedragen.
Wenschen industrieelen voor
hun personeel woningen te bou
wen, dan kan een premie wor
den verleend van 15 per M'
tot een maximum van 1500.
Industrieelen, die premies wen
schen te aanvaarden, moeten
zich verplichten om, onvermin
derd de wettelijke voorschriften,
de huuropzegging betreffend»,
ten minste een termijn van zes
maanden in acht te nemen bij
huuropzegging, ingeval 't dienst
verband van hun personeel wordt
verbroken. Burg. en Weth. kun
nen in bepaalde gevallen, wan
neer daartoe aanleiding bestaat,
«en korteren termijn van opzeg
ging toestaan.
Het is niet toegestaan, de
met steun gebouwde woningen
door buitenlander» ter bewoning
te doen bezigen, behoudens
goedkeuring van den Minister
van Arbeid, die voorshands de
goedkeuring slecht» zal verlee-
nen voor bouwvakarbeiders. Voor
de berekening der premies wordt
de oppervlakte der woningen
gemeten met inbegrip der buiten
muren. Balkons, kelders en
yTOïLIsgTOft.
Ontmaskerd.
65)
Man, gij zijt ziek De beroer
te, die u getroffen heeft, krenkt
uw verstand I zeide hij koud en
met snijdende stem. Het is ze
ker raadzaam u door een genees
heer te laten onderzoeken 1
Welk gerechtshof zoudt gij 't
sprookje van 't bestaan dezer
overeenkomst van voor honderd
jaren kunnen wijs maken 1 Als
ze wezenlijk bestond, gelooft gij
dan, dat de rechtmatige bezitter
zoo lang zou getalmd hebben
om zijne rechten te doen gelden.
Zij zouden zeker niet zoo lang
gewacht hebben en zich niet
alleen met den Rotbachmolen
uit de groote bezitting hebben
tevreden gesteld. Ook gij zoudt
het eigendom dan niet zoo lang in
vreemde handen gelaten hebben.
Het was de oorlog, heer graaf,
zeide de molenaar, die alle zaken
schuurtjes worden niet mede-
gerekend. Zoldervertrekken of
vertrekken met schuine dak-
vlakken van meergezinshuizen
worden met bijbehoorende kasten
en voorportalen voor de helft
der oppervlakte medegerekend.
Bij eengezinshuizen, althans in
dien de slaapvertrekken meeren-
deels in de kapverdieping zijn
ondergebracht, wordt de helft
der geheel» zolderoppervlakte in
rekening gebracht. Voor den
bouw van winkelwoningen wordt
geen steun verleend voor daar
boven gelegen woningen geldt
de gewone premie.
In verband met mogelijke daling
der bouwkosten kunnen de pre
mie» worden herzien. De wijzi
ging wordt ten minste eene maand
voor haar in werking treden in de
Staatscourant bekend gemaakt.
Zij zal niet toegepast worden op
plannen, waarvoor alsdan reeds
steun is toegezegd.
Premies worden alleen beschik
baar gesteld voor deugdelijke
arbcideis- of bescheiden midden
standswoningen, waarvan de ge
vels voldoen aan redelijke eischen
van welstand. De Minister van
Arbeid behoudt zich de bevoegd
heid voor aan vereenigingen of
particulieren rechtstreeks steun
te verleenen. Verzoeken om
premie worden gericht tot het
Gemeentebestuur.
Degeoe, die eene premie aan
vaardt, moet zich schriftelijk
verplichten, dat hij gedurende
15 jaar na voltooiing van een
woning deze zat bewonen ol ter
bewoning doen bezigen. Bij ver
huur onthoudt hij zich van hef
fing van sleutelgelden of andere
niet oorbare praktijken. Bij
verkoop zal hij in het koop
contract doen vastleggen, dat
deze verplichtingen op denkoo-
per of diens opvolger zullen
overgaan.
Voor den bouw van woningen,
die in aanmerking komen, voor
het beschikbaar stellen van pre
mies, kunnen zoo noodig door
het Rijk aan de gemeente hy
pothecaire kredieten worden
verleend, voorshands tot 1 Mei
en ook deze in de war bracht.
De toenmalige eigenaar viel als
'slachtoffer in den «lag, en het
recht ging op zijn kind over
eene dochter, die door mede
lijdende landbouwers werd groot
gebracht. Alles ging er op en
er onder. De vijand was baas
in ons land. Alles werd vernield
en veel ging verloren, zoo ook
deze schuldbekentenis.
En welk recht hebt gij op dat
papier vroeg de graaf met
bevende stem. .„Gij, de mole
naar Steffen
Die woorden hadden eene
honende uitdrukking.
Toen hief de grijze molenaar
het hoofd op, en een zegevieren
de blik ging over den graaf.
Het recht als erfgenaam van
den Rotbachmolen De dochter
van den in den oorlog gevallene,
die door de landbouwers was
grootgebracht, en later den
molenaar huwde, was mijne moe
der. Mijn kind had van groot
moeders zijde evengoed adellijk
bloed in de aderen als gij en
uws gelijken 1 Doch ik wilde niet,
dat zij door deze toevallige af
stamming de eer zou danken in
uwe hoogmoedige familie te
worden opgenomen. Mijn vader
was een boer, heer graaf, een
boer ben ook ik en wil 't blijven.
De graaf, wiens aangezicht wit
als sneeuw was geworden, wierp
het hoofd in den nek.
Waarom die oude zaken nog
in herinnering brengen zeide
hij op gedempten toon. Het
verleden is dood Ook heb ik
een zoon te begraven, tenminste
in mijne gedachtenis I
Een lichte zucht ontsnapte aan
de borst van den graaf. Het
hoofd der oude gravin was neder-
gezonken op de tafel, zij ver
borg haar gelaat in de handen
en weende.
Het was alsof voor de gravin
een beeld verscheen uit de ver
getelheid, een spook uit het
verleden, dat zich dreigend
voor haar verhief.
Elisabeth, zeide de graaf op
strengen toon. Gij vergeet, dat
wij niet alleen zijn 1 Dan wend
de hij zich weder op hoogen
toon tot den molenaar „En nu
komt gij in eens aan dathij
hoestte achter de voor den mond
gehouden hand en wees op het
papier, dat de molenaar nog
steeds in de hand hield, „aan
dat oude stuk 1"
De molenaar omklemde het
papier nog vaster, en zeide dan
op rustigen toon
De onderzoeksrechter von Hel-
lern, wien ik verzocht heb in
mijnen molen alles na te zien en
te onderzoeken, of zich nergens
iets bevond, dat ons op het spoor
bracht der dievegge, die mij
bestolen heeft, toen ik ziek was,
vond het stuk in een oude lade,
die 9edert jaren niet was geopend,
op den bodem lag het gewich
tige papierGij ziet dus, on
danks gij de schuldbekentenissen
op Rheinsburg, die ik in de
kast bewaarde, mij liet afhan-
zien. De hier bedoelde land-
stormers toch zullen, zoo wordt
gezegd, ter bevordering van een
snelle mobilisatie reeds in vre
destijd aanwijzingen krijgen no
pens plaats, uur en wijze van
opkomst. Wanneer zouden die
aanwijzingen anders moeten wor
den gegeven dan „reeds in vre
destijd" Zeker ook te bevorde
ring van een snelle mobilisatie
moeten die landstormers op de
plaats van opkomst eerst worden
gekleed en uitgerust. En dat,
terwijl die in den oorlogstijd
geoefende landstormers juist wor
den vastgehouden om de even-
tueele groote steun te zijn gedu
rende den overgangstijd. Zoo
zelf, dat de regeering van de
aanneming van het ontwerp-
Landstormvoorzieningen de uit
voering van de bepaling tot
contingentsvermindering afhan
kelijk stelt.
Een teleurstelling was ons ook
de verklaring, dat het bestaande
vestingstelsel in hoofdzaak zal
worden behouden.
Ongeacht du» het feit, dat de
buitenlandache politieke constel
latie, waarop voor een groot
deel ons vestingstelsel is geba
seerd, totaal gewijzigd zijn,
blijft men vasthouden aan een
systeem, waarin bijv. een stelling
van Amsterdam een groote rol
speelt, terwijl vrijwel iedereen
het erover eens is, dat een
kringstelsel elke beteekenis ver
loren heeft. Blijft men steunen
op een centraal reduit, dat zoo
straks, als de Zuiderzee gedemt
is, nieuwe, niet te betalen, wer
ken zal eischen.
Ons dunkt, dat hier een uit
nemend terrein is voor zeer
nuttige bezuinigingen 1
Daarentegen verheugt het ons,
dat men het aantal eskadrons
cavalerie schijnt te willen gaan
verminderen. Dat is althans een
begin. Terwijl ook de aangekon
digde opheffing van de Duitsche
indeeling in militie, landweer en
landstorm, den strijders voor een
nationale weermacht welkom zal
zijn.
dig maken, om u in het bezit er
van te stellen, ondanks dat deze
dievegge en bedriegster thans
voor de wereld de rol van jong»
gravin speelt als echtgenoote
van uwen kleinzoon ondanks
dat is Rheinsburg mijn eigen
dom Heden is de vervaldag 1
Gij zult dit slot moeten verlaten,
en wel op heden
Haat, onuitspreekbare haat
straalde uit de oogen des ouden
molenaars. De graaf was op
gesprongen als door een elec-
trischen schok getroffen. Hij ging
op Steffen toe, pakte hem bij
den arm en zeide
Man, matig u in uwe krank
zinnige taalGij spreekt van de
jonge gravin van Rheinsburg
Hoe durft gij het wagen de
echtgenoote van mijn kleinzoon
van zulke ongehoorde daad te
beschuldigen? (Wordt vervolgd.)