ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCHVLAANDEREN
Wekelijksch Omzicht,
VERSCHIJNT WOENSDAGS EN ZATERDAGS IN ALLE PLAATSEN VAN ZEEUWSCH-VLAANDEREN
E. BOOM—BLIEK
30e Jaargang
Zaterdag 11 December 1920
Nummer 2580
Ontmaskerd
Tariefsverliooging
bij de Posterijen.
BRESKENSCHE COURANT
Abonnementsprijs per drie maanden f 1.25
met 10 cent dispositiekosten.
A d v e r t e n t i ep r ij s v a n 1 5 regels 60 cent
Elke regel meer 12 cent. Ingez. Meded. 30 ct. p. regel.
Drukker-Uitgever
™°n BRESKENS p°7s$4r0
Abonnements-Advertenties zeer billijk tarief.
Tijdelijk verhoogd met 20 pCt.
Advertenties worden aangenomen tot uiterlijk
Dinsdag- en Vrijdagmiddag 1 uur
Het is het begin van de on
vermijdelijke uiteenvalling, heeft
de Amerikaansche senator Knox
gezegd. Waarschijnlijk is ook
hier de wensch de vader der
gedachte. Maar moedgevend
voor het werk van den Volken
bond is het zeker niet, dat op
de eerste Volkenbondsvergade
ring reeds een der leden, en
een lid van eenige beteekenis
zich terugtrok. Want al is Ar
gentinië nog niet uit den Bond
getreden, het terugtrekken van
zijn delegatie schijnt er toch
het voorspel van. En dit voor
spel zou allicht op zijn beurt
weer het voorspel kunnen wor
den van nog meer uittredingen.
De stemming in Amerika is
den Volkenbond niet bijster gun
stig. Dat wil zeggen dezen Vol
kenbond. Argentinië's amende
menten, die tot de terugtrekking
van dit land leidden, bedoelen
van den huidigen Volkenbond
meer een werkelijken Volken
bond te maken o.a. ook door
alle souvereine Staten toe te
laten. En met deze gedachte is
men het in de Nieuwe Wereld,
tot zelfs in het Engelsche Cana
da vrijwel algemeen eens. Dat
werd de oorzaak van Amerika's
terugtreden nog voor het den
drempel overschreed en het
voerde nu Argentinië tot bij de
deur terug. Wie zal volgen
Men is in Amerika minder vor
melijk. En welstaanshalve zullen
daarom de Amerikaansche re
publieken niet zoo licht in den
Bond blijven, als de Staten van
het Oude Europa dat doen.
Want feitelijk is het enthausias-
me hier maar weinig minder
groot dan in Amerika. En op
de eerste vergadering is dat
voldoende gebleken. Voor de
Franschen is hij te veel een rem
voor hun imperialistische begeer
ten, te democratisch, te pacifi-
cistisch en voor de meeste ande
ren is hij dat allemaal veel te
weinig. En de menschen rede
nseren „Wat hebben wij er nu
65)
Alleen de oogen rolden in
hunne kassen, als van wraak
lonkelend, heen en weer, en
wared strak op den graaf gericht.
Het is heden da verjaardag
des doods van mijn kind Deze
woorden kwamen geroerd over
de lippen van den ouden mole
naar. Aan het lijk van mijn kind
heb ik gezworen, niet te rusten,
voor ik haar vroegtijdigen dood
gewroken had, op degenen, die
er de schuld van waren. Alle
onaangenaamheden, alle verne
deringen, die mijn arm kind
heeft moeten verdragen, omdat
het eene molenaarsdochter was,
en voor het adellijk geslacht niet
goed genoeg scheen, zal ik op
degenen verhalen, die mijne
dochter veracht en verstooten
eigenlijk aan Moet dat heele
apparaat nu alleen dienen om
wat mannetjes, Spaansche, en
Zweedsche en Noorsche, mis
schien ook Nederlandsche sol
daten naar Wilna te sturen, nu
daar een volksstemming moet
plaats hebben En als het daar
om zoo goed is, waarom dan
de mannetjes niet naar .Opper-
Sileziëpvaar ze veel meer noodig
zijn om moord- en doodslag te
verhinderen en een rechtvaar
dige stemming te verzekeren
Tusschen Polen en Rusland
is hij ook niet tusschenbeide
gekomen, klaagde de Engelsche
afgevaardigde Barnes. Misschien
krijgt hij er nu de gelegenheid
nog voor. Want heelemaal in
den haak is het tusschen die
twee nog niet. En waarom komt
hij niet tusschen Griekenland en
de Entente tusschenbeide zou
ik er bij willen voegen. Want
Griekenland heeft tegen Frank
rijk, Italië en Engeland wel een
steuntje in den rug noodig. En
de handhaving van het zelfbe
schikkingsrecht en de onafhan
kelijkheid der volken, was toch
wel een der bedoelingen met de
stichting van den Bond. In Grie
kenland loopen beiden gevaar.
De Grieken mogen beslissen wat
ze willen. En nu ze blijkbaar
Konstantijn boven Venizelos ver
kiezen, zullen de mogendheden
zich daartegen niet verzetten.
Maar ze moeten wel weten, wat
de gevolgen zijn. Geen financi-
ëele hulp van de Entente meer,
geen steun tegenover de Turken,
geen Smyrna misschien en geen
Thracie. De Ents^te moet voor
zichtig zijn en ze begint dat
zelf al in te zien. Haar spel, om
Griekenland en Turkije tegen
elkaar uit te spelen, zou wel
eens kunnen mislukken. Wanneer
deze twee zich daartoe eens
niet meer lieten gebruiken, maar
vriendschap sloten. Griekenland,
Bulgarije, Turkije, het zou een
gevaarlijke macht in het Oosten
tegenover de Entente worden, te
gevaarlijker, wanneer zij den
bolsjewiki de hand reiken.
Engeland in de eerste plaats
moet bij die gedachte den schrik
hebben 1 Die wraak zal ik heden
uitvoeren.
De oude molenaar trok eene
oude brieventasch van grooten
omvang uit zijn jaszak, opende
ze met zijne bevende vingeren,
en nam ei een oud geel briefje uit.
Het grafelijk paar zag sprake-
keloos en niet zonder vrees den
ouden molenaar aan.
Daar de molenaar nog niet
al zijne krachten terug had, ging
het langzaam in zijn werk.
Dit briefje is eene overeen
komst, voor vele jaren gemaakt
tusschen den toenmaligen graaf
van Rheinsburg en den bezitter
van den Rotbachmolen. Volgens
dit stuk behoort de geheele
bezitting Rheinsburg nog slechts
voor een bepaalden tijd aan dat
geslacht, daarna gaan zij op
hem over, die door aankoop de
eigenaar is geworden.
De graaf stond als verstomd,
hij wist uit zijne jeugd, dat zulk
eene overeenkomst bestond, en
om het hart slaan, waar het zijn
macht in Azië en het Oosten
bedreigt ziet. Het kan, hoe
machtig het ook lijkt, dergelijke
bedreigingen niet velen. En mis
schien geeft dat anderen dan de
Grieken nog een goede kans.
Onder de Ieren openbaart zich
een neiging tot toenadering. Zij
is schuchter nog. Maar de nieuwe
president van de Iersche repu
bliek, de pater O'Tlamangan
heeft tegenover Lloyd George
reeds Ierland's bereidheid tot den
vrede uitgesproken. Wanneer
Engeland zich nu maar niet weer
voor de zooveelste maal vergist.
Want deze bereidheid beteekent
niet een onderwerping aan En-
geland's willekeur. Ierland wil
den vrede, maar ook de vrijheid.
Zal Engeland dat begrijpen
Tot nu toe bleek het van dat
begrip nog een heel eind af en
zijn maatregelen wezen allerminst
in die richting. Maar wie weet
Het heeft toch ook voor de vrij
heid en het zelf beschikkingsrecht
der kleine naties gestreden.
Zou wellicht de Volkenbond
ook hier emplooi vinden De
zaak leent zich immers wel voor
zijn tusschenkomst. En allicht
zou een dergelijk optreden ook
de Amerikaansche deelgenooten
een beetje met zijn bestaan
verzoenen.
Omtrent het verhandelde in
de Tweede Kamer over deze
Tariefsverhooging lezen wij in
de N. R. Crt. het navolgende
De jaren, waarin de posterijen,
de telegrafie en telefonie voor-
deelige saldi opbrachten, schij
nen voorgoed voorbij. Sinds
1917 levert de exploitatie na-
deelige saldi op voor het dienst
jaar 1920 was wel op een voor-
deelig saldo van mill, gerekend,
maar in werkelijkheid loopt het
op een tekort van 19 millioen
uit. Dies kan een nieuwe tariefs-
verhooging naar de meening der
regeering niet uitblijven, eene
door zijn grootvader, die in
groote geldverlegenheid verkeerd
had, gemaakt.
Doch dit spook uit het ver
leden, had de vrees van de
grafelijke familie in den loop der
tijden, doen verdwijnen, vooral
daar nooit iemand zulk stuk had
getoond en op het slot geen
afschrift daarvan bestond.
Met een spotlach onderbrak
de graaf dan ook den molenaar
en zeide Gij zult ons toch niet
voor zoo dom houden, dat wij
aan de echtheid van dat stuk
gelooven I
Dat kunt gij doen, of ge wilt!
antwoordde Steffen op den meest
kalmen toon, en met eene beslist
heid, die alleen iemand kan
bezitten, die «eker is van zijne
zaak. Doch ik zeg u, het stuk
is echt I Het gerecht bezit reeds
een afschrift er van en wat meer
is, heeft mijne rechten erkend 1
De graaf verbleekte op dit
gezegde en zei: Gij wil dus
tariefsverhooging, welke niet uit
sluitend, doch toch grootendeels
verband houdt met de verhoo
ging van de salarissen van het
personeel en met de inkrimping
van den diensttijd. Ja, een paar
maanden na de indiening van
het wetsontwerp inzake de tariefs
verhooging moest zelfs in de
memorie van antwoord mede
gedeeld worden, dat nieuwe
maatregelen ter verbetering van
het postpersoneel verdere ver
hooging van sommige tarieven
noodzakelijk maakten. Een Nota
van Wijziging bleef dan ook
niet uit.
Als men het gewijzigd wets
ontwerp vóór zich heeft liggen,
gelijk dat heden met 49 tegen
13 stemmen is aangenomen, zou
men licht in de war kunnen
geraken. Daarin toch wordt
gesproken van een port, dat ten
hoogste voor briefkaarten 7J/a
cent, voor brieven van niet meer
dan 20 gram 121/, ct. bedraagt,
(wij doen slechts enkele grepen
uit den overvloed van voorbeel
den.) In werkelijkheid zal blij
kens de memorie van antwoord
bij het in werking treden van de
wet het briefport „slechts" 10
cent bedragen, zoodat men aan
vankelijk voor brieven, evenals
voor briefkaarten 21/2 cent meer
dan op dit oogenblik zal moeten
betalen. (Voor brieven in het
locaal verkeer wordt er echter
5 cent opgelegd). Ook voor
nieuwsbladen, gedrukte stukken
enz., zal aanvankelijk een iets
gunstiger regeling worden getrof
fen dan oppervlakkige lezing
van het wetsontwerp zou doen
vermoeden. Dit houdt verband
met het thans in de wet neer
gelegde (en reeds vroeger voor
telegraaf en telefoon aanvaarde)
stelsel der maximum-tarieven.
Alleen de maxima worden in de
wet vermeldbij Koninklijk
Besluit worden dan, binnen de
wettelijke grenzen, de werkelijke
tarieven vastgesteld. Om den
overgangtoestand schappelijk te
maken, zal gedurende de eerste
helft van 1921 niet zóóveel wor
den gevergd als de wet toelaat;
daarna echter zullen als wij
daarmede zeggen, dat gij ons
uit het eigendom onzer vaderen
wilt verdrijven
Geheel juist, dat is het, wat
ik u wilde zeggen 1 waren de
woorden van den ouden molenaar.
Dan ademde hij eenige malen
zwaar en ging, terwijl zijne
rechterhand het papier om
klemde en zijne linker op den
stok leunde, op bevenden toon
voort.
Gij weet zeker nog wel, dat
de Rotbachmolen vroeger tot de
eigendommen van 't slot Rheins
burg behoorde, en dat de eige
naar van den molen met de
Rheinsburger familie verwand
was. Uw grootvader had, door
nood gedwongen, met zijn doods
vijand eene overeenkomst moeten
sluiten, volgens welker inht ud
de gebeele bezitting Rheinsburg
na het verstrijken van een vast-
gestelden termijn, als de rente
intusschen niet voldaan was, aan
hem of zijne erfgenamen zou
ons niet zeer vergissen de
arieven wel degelijk tot de
wettelijke maxima worden op
gevoerd. Misschien met enkele
uitzonderingen het locaal port
bijv. zal wellicht straks niet
opnieuw verhoogd worden (te
dien aanzien schijnt minister
Künig nog te weifelen.)
De heer Teenstra moest van
het nieuwe stelsel niets hebben.
Ook voortaan, meende hij, moest
men met de wet in de hand
precies weten, hoeveel men in
bepaalde gevallen voor postze
gels enz. had uitte geven. Niet
een Koninklijk Besluit moest
uitsluitsel betreffende de tarie
ven geven. Ging de Kamer'met
den minister mede, dan gaf zij
opnieuw een deel van haren
invloed prijs en werkte zij mede
tot versterking van de macht
der bureaucratie. Deze zienswij
ze, welke, tot groote ergernis
van den communist Van Rave-
steyn, door den socialist-demo
craat Van Stapele bestreden,
werd, had niet de instemming
van de meerderheid. Met 55
tegen 10 stemmen (die der vrij
zinnig-democraten, de commu
nisten, der enkelingen Kolthek
en Van de Laar en van den
sociaal-democraat Hugenholtz)
zijn die amendementen-Teenstra
verworpen, die in de wet zelve
die tarieven vastlegden, welke
de minister bij het in werking
treden van de nieuwe wet
wenscht toe te passen. Had de
heer Teenstra zijn zin gekregen,
dan zou bij elke tariefsverhoo
ging of (denkbeeldig geval) ver
laging de volksvertegenwoordi
ging stem in het kapittel hebben
gehadde nieuwe wet echter
spreekt slechts van maxima en
laat aan de uitvoerende macht
groote bewegingsvrijheid.
Evenmin had de heer Teenstra
succes met zijn verzet het voor
nemen der regeering om den
postvrijdom voor dienststukken
op te heffen, hetgeen dus mee
brengt, dat debetrokken depar
tementen de kosten dragen en
de inkomsten der posterijen er
gunstiger, de verschillende be-
groolingshoofdstukken er ongun-
overgaan 1 Nu kom ik u vragen
of de rente door de hooge
grafelijke familie gedurende die
ongeveer honderd jaren is betaald,
en of gij mij thans als recht
hebbende, de kwitantiën kunt
toonen.
De weeke stem van den ouden
boer was thans dreigend, zijne
gebogen houding was recht en
gebiedend geworden. Het lange
witte haar, dat het hoofd en het
magere gelaat ten deele bedekte,
fladderde in den wind.
Er lag iets vreesaanwekkends
in de houding van den ouden
Steffen, die als wreker van zijn
dood kind voor hem stond, wien
hij de schuld van den vroeg
tijdigen dood toeschreef.
Doch ook de graaf had niets
van zijne gebiedende en voor
name houding verloren. Met de
rechterhand leunde hij op de
tafel, als moest hij steun zoeken
om te blijven staan.
(Wordt vervolgd,)