n. ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCHVLAANDEBEN VERSCHIJNT WOENSDAGS EN ZATERDAGS IN ALLE PLAATSEN VAN ZEEUWSCH-VLAANDEREN 30e Jaargang Melijksch Oveuicht, Zaterdag 4 December 1920 Nummer 2578 n sr. J Ontmaskerd BRESKENSCHE COURANT n- Abonnementsprijs per drie maanden f 1.25 met 10 cent dispositiekosten. Advertentieprijs van 1 5 regels 60 cent Elke regel meer 12 cent. Ingez. Meded. 30 ct. p. regel. n Drukker-Uitgever E. BOOM—BLIEK BRESKENS p°7s$4ro Abonnements-Advertenties zeer billijk tarief. Tijdelijk verhoogd met 20 pCt. Advertenties worden aangenomen tot uiterlijk Dinsdag- en Vrijdagmiddag 1 uur g- SN] De onderwijzers zijn ontevre den. Dat is geen wonder. Alle menschen zijn ontevreden tegen woordig. En tegenwoordig eigen lijk niet alleen. Men zegt wel, dat ontevredenheid noodig is, omdat het als prikkel tot het streven naar verbetering de noodzakelijke voorwaarde is voor den vooruitgang en feitelijk dus de basis, waarop het heele ge- bouw onzer beschaving staat opgebouwd. Maar noodig of I niet, de ontevredenheid is er. We doen nu wel, of het een gevolg is van de tijdsomstan digheden, maar dat hebben alle generaties voor ons gedaan. En ze zijn daarin volkomen te goe der trouw geweest. Want de tijdsomstandigheden, nietwaar zijn toch ten slotte den belichting, waarin wij het leven zien. En dat leven, zooals wij het onder gaan, voldoet ons niet, voldoet ons maar zelden. Dat is geen ondeugd. Het is het bewijs, dat wij iets anders zoeken, dat ons verlangen naar iets hoogers, iets beters, iets edelers uitgaat. Het manifesteert het menschelijk idealisme, dat altijd tracht te 1 grÜPen boven de mogelijkheden van het leven. Maar de wrange bitterheid, die de onvoldaanheid, de ontevredenheid soms brengt, dat is de ondeugd. Die is ook nooit de prikkel tot den voor- uitgang, omdat zij den mensch lam slaat door hem den lust te ontnemen en het blijde vertrou wen en de-moed. Maar die an dere ontevredenheid Om tot de onderwijzers en hun ontevredenheid terug te keeren, zij is ook bitter en zij uit zich bitter, omdat zij de te leurstelling in zich bergt. Zij is de ontevredenheid van dezen tijd en van alle tijden. Want het is nu niet alleen, het is altijd zoo geweest, dat de menschen meer wilden hebben en meer wilden verdienen. Die wil niet waar is niet enkel af te keuren als een uiting van begeerigheid, zij is prikkel tot werken, tot ,11 ,34 ,49 ,12 streven en als zoodanig voor waarde van vooruitgang tevens. Maar zij is dat indirect. Het onderwijs zal er schade bij lij den, als we zoo slecht betaald worden, zeggen de heeren. Toe gegeven. Maar is dat het hoofd motief? We zijn wel allemaal onverbeterlijke egoïsten. Onze eenige verontschuldiging is, dat het leven ons er toe dwingt. En het tegenwoordige leven wel bijzonder. Want het is ten slotte toch de nood, die de on derwijzers en ons allemaal dwingt hooger loon te eischen. Zij is redelijk ook die eiseh, dat wil zeggen de eisch van de onderwijzers Het gaat er niet om, of iemand een paar uren langer of korter werkt. Maar het onderwijs eischt den gan- schen mensch, de inspanning van heel zijn wezen, zijn volle ener gie en zijn volle liefde. Minister De Visser weet dat ook wel. Maar achter minister De Visser ontdekte een der sprekers op de protestvergadering in den Haag het gezicht van minister De Vries. En achter minister De Vries ontwaren, u en ik de Nederlandsche schatkist. Het is een moeilijk geval. „De zuinigheid van de Kamer leden" zei minister De Vries, „eindigt met de algemeene be schouwingen." Het moge als ver wijt klinken en misschien als zoodanig bedoeld zijn, het is het toch feitelijk niet. Bij de alge meene beschouwingen wordt het geheel overzien, staat men als 't ware tegenover den Neder- landschen staat, wiens toestand zuinigheid eischt. Maar dan ko men de nooden van dezen en genen, die verhoogingen van salarissen allerlei voorzieningen eischen en de heeren worden guller. Het is bij ons als overal. Het evenwicht tusschen de behoefte en de middelen ter voorzeining is verbroken. Het zijn de tijds omstandigheden. Maar hoe moet het beter worden Alleen wan neer Rusland met ons mee doet, heeft laatst een der heeren ge zegd. De Franschen schijnen dat nu ook te gaan begrijpen en hun regeering heeft daarom de Fransche kooplieden veroor loofd met de Russen handel te gaan drijven Als de Russen het nu ook maar wilden gelooven. Maar onze middelen om het hun aan het verstand te brengen, schijnen niet erg deugelijk. Wrangel, die er voor uitge stuurd was, hebben ze de zee ingejaagd. En ze kijken alweer met schele oogen naar de Polen, die ook als brengers der Wes- tersche beschaving moesten dienst doen. Wie weet, willen ze geen herziening van de vredesvoor waarden van Riga. De herzieningsn zouden in de mode komen. Overwegen de Entente-mogendheden geen her ziening van het verdrag van Sèvres, dat Turkije vierendeelde? Het zou het middel zijn om uit de Grieksche moeilijkheden te raken. Ze zouden dan Turkije weer te vriend zien te krijgen, nu Griekenland haar dreigt te ontvallen. De Temps weet nog een andere oplossing. „Gezien", schrijft het blad, „dat Frankrijk en Engeland verplicht zijn om te waken over de onafhankelijkheid van Griekenland, kunnen zij niet toestaan, dat het geregeerd wordt door een koning, ministers en generaals, van wie vast staat, dat zij de onafhankelijkheid van hun land verraden hebben". Dat is ook een opvatting en het beste middel misschien om de belangen der Entente met de onafhanke lijkheid van Griekenland in evenwicht te brsngen. Het doet aan Engelsche methoden in Ier land denken. Daar in Ierland heeft de regee ring door de represailes der sol daten zooveel moed gevat, dat zij den waarnemenden preident der Iersche republiek en andere vooraanstaande Sinn-Feinersheeft laten arresteeren. Of het helpen zal En intusschen blijft de Volken bond vergaderen om een vrije en vreedzame samenwoning van alle volken mogelijk te maken. f&3) Zij wisten, dat zij er een groo- <en tegenzin in had, in het slot e gaan, en daarom zeker ook ie vlucht genomen had. ,27 Dat de erfgename van den 15 molenaar zich naar Amerika legeven had, stond bij den 42 Onderzoeksrechter vast en daar- 07 >m wilde hij ook daar zijne na- 45 'orschingen voortzetten. Doch 30 poe haar daar te vinden Indien iij het voornemen had zich al- laar verborgen te houden, als lood voor de wereld te zijn, 13 45 r*»v»v» v. kou zulks dan zeker met groote moeilijkheden gepaard gaan. IQ /De onderzoeksrechter vertrouw de echter op zijn goed gesternte, Sijn rechterlijk instinct had hem Tz 'p het spoor van Lucie Enders [ebracht, en zou hem ook zeker w nu niet in den steek laten, om het spoor van Gerda te vinden. Hij wilde derhalve ook naar Amerika 1 Het verlof, dat hij reeds voor eenigen tijd had aangevraagd, kwam hem hiervoor te pas. Hij maakte alles voor de reis klaar, daar spoedig een schip van Hamburg zou afvaren. Het spoor van het jonge gra felijke paar had hij gevolgd. Hij wist, dat zij een gedeelte van den winter in Italië hadden doorgebracht en voor korten tijd zich uit eene haven naar Amerika hadden ingescheept. Met behulp der detective-firma Pinkerton in New-York was het den heer van Hellern spoedig gelukt het adres van het grafe lijk paar te krijgen. Op zijne aanvrage ontving hij bijna ter stond het antwoord „5 Avenue 32 Straat, hotel Waldorf-Astoria". Dit was het voornaamste hotel van New-York. Van ditoogen Nederland en de bezetting wan Wilna. Een correspondent van de N. R. Crt. schrijft aan zijn blad De autoriteiten van den volken bond hebben tot onze delegatie te Genève het verzoek gericht, een aantal Nederlandsche sol daten naar het heet honderd man beschikbaar te stellen voor het bezettingslegertje, dat in de dagen van het referendum de orde in het gebied van Wilna zal moeten handhaven. De groote mogendheden zullen waarschijn lijk de meeste manschappen leveren, maar ook de Scandina vische rijken en Denemarken zullen het hunne tot de benoo- digde troepenmacht bijdragen. Dat men ons gevraagd heeft, en zelfs bijzonder gewicht hechtte aan onze deelneming, was na tuurlijk niet, omdat men nog juist honderd man miste, maar omdat deie eerste actie van den volken bond een zoo internationaal mogelijk karakter moet dragen. Men kan dit streven niet anders dan toejuichen, en men mag verwachten, dat dit verzoek in ons volk een sympathieke ont vangst vindt. Het zal dan ook stellig niet moeilijk zijn, in ons leger een honderdtal vrijwilligers voor een dergelijke excursie te vinden. Het is echter begrijpelijk, dat onze vertegenwoordigers een zekeren schroom aan den dag hebben gelegd, om honderd Nederlandsche jonge mannen te wagen aan een avontuur, waar van men het karakter niet geheel overzag zeker hebben zij daar bij rekening gehouden met den indruk, dien een snel genomen besluit op een bezorgde open bare meening kon maken. Het lijkt mij daarom nuttig, na een studie ter plaatse, uiteen te zet ten, hoe de verhouding van het bezettingsleger tot de bevolking in het gebied van het referendum zal zijn. Twee partijen, die gevaarlijk tegenover elkaar staan, en waar- tusschen men in het gedrang kon komen, zooals in Opper- blik af was elke stap van het grafelijk paar daar in het verre Amerika ook bespied. De nieuwe, Duitsche groom, die onder den naam James aangesteld was, en de lift bediende en als een stom begeleider op en neder voer onderrichtte telephonisch het huis Pinkerton van eiken gang des graven of der gravin Rheinsburg. XXV. Tot de grootste verbazing van den geneesheer, die den ouden molenaar Steffen behandelde, nam deze van dag tot dag in beterschap toe. Het in wind en weder geharde ijzeren lichaam van den ouden man, scheen alle wetenschappelijke ervaringen te overwinnen. Ondanks de hevige smarten, die het den ouden man veroor zaakte als hij zijne ledematen wilde gebruiken, spande hij zich toch steeds daarvoor in. Zijn Silezië, zijn erin het gebied van Wilna niet. De Litauers vormen slechts een heel geringe percen tage der bevolking, zoodat zij er niet aan zouden kunnen denken, iets tegen de Polen te ondernemen. Talrijk zijn de Joden, maar van dezen is geen aggressieve houding tegenover de Polen te verwachtendat zal wel zonder nader betoog worden geloofd. De eenige mili tante groep zouden dus de Polen kunnen zijn. Een gevaar, dat werkelijk niet denkbeeldig is, als geen sterke arm den ernstigen wil toont, het te beletten, is een pogrom van het gepeupel tegen de Joden. Pogroms vinden echter alleen plaats, als er geen over heid is, die ze oogluikend toelaat. Het zou daarom een fout zijn, als men alle troepen van Zeli- gowski uit Wilna verwijderde, voor er andere troepen zijn, om het handhaven der orde van hen over te nemen. De taak der volkenbondtroe pen te Wilna en omstreken zou dus hoofdzakelijk zijn, pogroms te beletten, en voor de openbare veiligheid te zorgen. Het één noch het ander is gevaarlijk werk; in geen geval zoo gevaarlijk, dat het ons van deelneming aan het werk van den volkenbond zou mogen afschrikken. De troe pen zelf zouden niet een vijan dige stemming bij de bevolking aantreffen; integendeel, van wel ke richting of nationaliteit ook, is deze het geharrewar beu. Zij wenscht niets vuriger, dan dat er eindelijk rust komt, en zij heeft haar laatste, reeds eenigs- zins sceptisch getinte hoop op den volkenbond gevestigd. Er was in die streek geen meer besproken en populairder begrip dan de „Liga narodow" (volken bond). Als de Poolsche autori teiten aan soldaten of ambtenaren kort en krachtig wilden duide lijk maken, dat wij goed gehol pen moesten worden, dan plakten zij ons valschelijk dit etiket op, en de uitwerking was voortref felijk. Dan was ieder vol ijver en goeder wil. Onze mannen zouden dus niet matte blik werd van dag tot dag helderder, zijn denkvermogen scheen zich te sterken en weder te keeren. Als de lente, die het bosch in jeugdig groen kleedde, en de zon door het venster van het vei trek des molenaars hare hel dere stralen naar binnen wierp, dan hield de oude grijsaard het daar binnen niet langer in zijn ziekenstoel. Met behulp zijner verpleegster en de oude dienstmeid maakte hij eiken dag eene kleine wan deling in de omgeving. Spoedig kon hij reeds de ondersteuning van een persoon missen en be diende zich van een stok, ter wijl ook zijn tong leniger werd en zoo langzamerhand de spraak terugkeerde. De geneesheer was verbaasd over de groote vorderingen, die de zieke maakte en zei, dat zijne herstelling spoedig vol maakt zou zijn. Het scheen uit alles, dat zoo lang hij ademde, zijn haat tegen de Rheinsburgers zou blijven bestaan, want dat zij zijn kind eenmaal verstooten hadden, kon en zou hij nooit vergeten. Hij dacht er maar steeds over nog eenmaal tegenover den graaf te kunnen staan en hem aan deze vernedering zijner dochter te herinneren. Doch in zulk oogen- blik, als de toorn hem beheersch- te, liet hij steunend het hoofd op de borst zinken. Wat hielp hem zijn toorn tegenover de harteloosheid dezer menschen Kon die dooden levend maken? Gaf het graf zijn offer terug Neen nooit 1 Het hoofd van den ouden molenaar, die onder den notenboom voor den molen zat, zonk nog dieper op de borst, zijne bruine, door den arbeid vereelte en harde handen om klemden met vasten greep den stok, waai op hij bij het gaan steunde. (Wordt vervolgt.)

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1920 | | pagina 1