ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCHVLAANDEREN VERSCHIJNT WOENSDAGS EN ZATERDAGS IN ALLE PLAATSEN VAN ZEEUWSCH-VLAANDEREN E. BOOM-BLIEK 30e Jaargang Woensdag 13 October 1920 Nummer 2563 Internationaal Bureau van arbeid. gggHABTOK. Ontmaskerd. BRESKENSCHE COURANT Abonnementsprijs per drie maanden f 1.25 met 10 cent dispositiekosten. A d v e r t e n t i e p r ij s v a n 1 5 regels 60 cent Elke regel meer 12 cent. Bij abonnement lager tarief Drukker-Uitgever TnÏ,02? BRESKENS p°7s$4ro Abonnements-Advertenties zeer billijk tarief. Tijdelijk verhoogd met 20 pCt. Advertenties worden aangenomen tot uiterlijk Dinsdag- en Vrijdagmiddag 1 uur Omtrent de werking van dit Bureau wordt uit Genève het volgende aan het Handelsblad geschreven Albert Thoma9, directeur vaiï het I. B. A. te Genève, heeft tegenover de pers een voorbeel dige houding aangenomenhij is er volkomen van doordrongen, dat voor de bereiking van het doel, dat het I. B. A. zich ge steld heeft, de medewerking van de pers een zeer belangrijke factor is. Hij wacht de pers niet met welwillendheid af, hij treedt zelf haar te gemoet. Zoo heeft Albert Thomas aan den vooravond van de 5e ver gadering van den Raad van Be heer de journalisten en dagblad correspondenten te Genève uit- genoodigd tot een samenkomst, waar hij hun mededeelingen zou doen en toelichtingen zou geven bij de agenda voor de te houden vergadering. Een 20 a 25 jour nalisten hadden aan de uitnoo- diging gevolg gegeven. De wan deling naar den heuvel van Preg- ny met het heerlijk uitzicht over het meer van de Mont- Blanc groep, is bij helder weer •een verrukking maar het per soneel dat deze wandeling 2 of 4 maal daags moet doen, onder gaat deze verrukking maar zel den en Albert Thomas moppert steeds luider, nu de aanlegging van een zijlijntje van de tram geweigerd is Zijn de Genevois, tuk om het I. B. A. te hunnent te krijgen, wat lichtvaardig met beloften geweest of heeft de directie de bezwaren van de afgelegen ligging onderschat La Chatelaine, het oude, groo- te kostschoolgebouw, dat het I. B. A. huisvest, is thans opge knapt en kan voor de eerste maal den Raad van Beheer voor hare kwartaalvergadering ont vangen. Het is de 5e maal dat de Raad van Beheer samenkomt de eerste vergadering werd in Nov. 1919 te Washington ge houden, de tweede in Januari 1920 te Parijs, de derde in Maart te Londen, de vierde in Juni te Genua en de vijfde en vol gende zullen nu in het eigen gebouw te Genève plaats vinden, evenals de volgende Internat. Arbeids Conferentie, de derde dus, waarvan de datum wel in April zal vallen. De taak van den Raad van Beheer is tweeledigcontrole van de werkzaamheden van het aangeven van de richtsnoeren voor de gestie van het Bureau en zijn directeur, 'k Mag er misschien nog even aan herin neren, dat de Raad bestaat uit 24 leden, waarvan 6 vertegen woordigers van de werknemeis, 6 vertegenwoordigers van de patroons en 12 regeeringsafge- vaardigden zijn. Van deze 12 zijn er 8 vertegenwoordigers van landen, die altijd een zetel in den Raad zullen hebben, terwijl voor de 4 andere plaatsen de overige landen beurtelings in aanmerking komen. Die 8 landen zijn diegenen, waar de industrie het sterkst ontwikkeld is Enge land, Frankrijk, Italië, Duitsland, Belgie, Vereenigde Staten, Japan en Zwitserland. De Vereenigde Staten wenschte nog geen deel te nemen aan de werkzaamheden. Maar Albert Thomas deelde ons mede, dat er nu eenige toena dering, althans één punt van aanraking is: de Vereenigde Staten .zullen een vertegenwoor diger hebben in de sectie voor de landverhuizing. Het eerste contact. De plaats, welke de Vereenigde Staten in den Raad van Beheer openlieten, is voorloopig bezet door Denemarken. Maar de samenstelling van den Raad is volstrekt nog niet naar ieders zin. Zweden, Polen, Canada en Indië maakten ook aanspraak op een zetel, en vooral Indië met groote hardnekkigheid. De Zuid-Ainerikaansche lan den klagen over het Europee- sche overwicht in den Raad van Beheer. Om aan al deze klach ten tegemoet te komen, over weegt men een uitbreiding van het aantal leden van den Raad. Thans zijn er, naast de genoemde 8, Argentinië, Polen, Spanje en Canada in vertegenwoordigd. Om toch maar voortdurend in contact te blijven, zal de ver tegenwoordiger van Japan zich te Genève vestigen, met een staf van secretarissen, als een sociale attaché, de eerste misschien van een nieuwe sociale diplomatie, welke naast de bestaande diplo matie niet overbodig mag heeten. De werkgevers- en werknemers afgevaardigden worden aange wezen door de resp. organisaties. Uit Holland heeft als werknemers afgevaardigde de heer Oudegeest zitting. De heer Thomaes heeft punt voor punt de agenda besproken en een résumé gegeven van het rapport, dat hij uitbrengen zal. Dat rapport is natuurlijk hoogst belangrijk en leert ons wat het 1. B. A. in het eerste jaar van zijn bestaan uitgericht heeft. En dat is 'n respectabel stuk werk, waarvan de buitenwereld helaas te weinig bemerkt, gelijk vaak blijkt uit de domme en hatelijke opmerkingen, welke men zelfs hier te Genève ten opzichte van het I. B. A. aanhooren moet. Dezelfde massa die naar de regeermacht grijpt (of laat grij pen), verzuimt geen enkele ge legenheid om haar onkunde te verraden haar onkunde èn jalou- zie, want het schijnen vooral de inderdaad zéér hooge salarissen van den I. B. A.-staf te zijn, welke het misnoegen opwekken van diegenen, die anders den strijd voor hooger loon het hoogste en edelste vinden wat 'n mensch kan najagen. En wat Is dan wel de staat van dienst van het I. B. A. Het Internationaal Bureau van Arbeid is het clearinghouse voor sociale aangelegenheden. Het zamelt alle gegevens op, houdt aanteekening van alle verschijn selen en gebeurtenissen in het sociale leven en verschaft de inlichtingen, welke op dit ge bied gevraagd worden. Werk gevers en werknemers wedijveren in onze dagen in studie van de 48) Doch plotseling keerde weder leven en beweging in haar terug. 0, zij zou strijden voor de plaats, die zij nu eenmaal ingenomen had 1 Door niemand wie ook, 20u zij zich deze laten ontnemen. En fier met het hoofd omhoog, •chreed Lucie verder, naar de bojchwachterswoning, waar haar vader woonde, en in wier dichte nabijheid zij zich bevond, zonder verder eenige aandacht aan de naderende persoon te schenken. Gerda schreed een zijpad in en was weldra in het donkere bosch verdwenen. Zij sloeg den weg, die naar het ver verwijderde itation leidde, in. Zij dacht er '1st aan, dat de persoon, die zij gezien had, hare plaats innam op het slot, dat zij in het bezit was van alles wat haar toebe hoorde. XVIII. Sedert het vertrek van Gerda en de gevangenneming van den jongen ingenieur was er eene aan merkelijke verkoeling tusschen den fabrikant Weller en zijne echtgenoote ingetreden. De fabrikant begon meer en meer in te zien, dat hij zijne liefde aan een wezen zonder hart geschonken had. Toch durfde hij niet spreken, want dan moest hij zijn geheim verraden, dan werd de band verbroken, die hem voor de wereld nog aan haar bondt. In gedachten verzonken stond hij voor het venster en keek in den tuin, waar zijn zoon aan het spelen was in het bijzijn zijner nieuwe leermeesteres, eene in het oog van den fabrikant hate lijk uitziende Engelsche. Op 't zien dezer ging eene rilling over zijn lichaam. Hij herinnerde zich het jonge meisje, dat voor korten tijd deze plaats had ingenomen, doch nu vertrokken was. Als het eens zijn kind zijne dochter geweest was, zeide steeds eene stem in zijn binnenste en een krampachtig gevoel perste zijn hart te zamen. Met een gevoel van weemoed ging hij van het venster weg en zette zich aan zijne schrijftafel. Hij moest waarlijk aan ern stiger zaken denken. Hij droogde zijn hoofd af, waarop kleine zweetdruppels parelden, toen hij de getallen eener groote reke ning voor zich zag. Mijn God, riep hij uit, is het reeds zoover Hij- telde en telde, doch kwam altijd tot hetzelfde resultaat. Het was alsof de cijfers een heksen dans voor hem sprongen het werd hem zelfs geheel dol in zijn hoofd. De nieuwe uitvinding steunde hij tusschen de saamgeperste lippen. Zij moest opgaan 1 Het sociale en econmische vraag stukken en in wetenschappelijke informatie en steeds omvangrijker wordt dan ook de inlichtingen dienst van het I. B. A. De regeeringen zelve gaan er ge bruik van maken zoo heelde Engelsche regeering, met voor bijgaan van den diplomatieken weg, bij het I. B. A. geïnfor meerd naar de maatregelen, welke Duitschland ten opzichte van zijn oorlogsinvaliden nam. Albert Thomas kon dit zeer goed begrijpen, want voor sociale vraagstukken is de oude diplo matie nog niet overal voldoende bekend. Een belangrijke taak van het I. B. A. is de bemoeiing in zake de ratificatie der door de con ferentie aangenomen conventies, en daarna de controle. De voor bereiding der conferenties is zijn werk. Dan zijn er de enquêtes. Ik vermelde reeds, dat de enquête commissie uit Hongarije terug gekeerd is en Albert Thomas deelde mee, dat haar rapport over eenige weken verschijnen zou. Duitsche mijnwerkers in Si- lezië hadden eveneens op een enquête aangedrongen en het I. 6. A. heeft daaraan gevolg gegeven. En over Rusland en het bolsjewisme is een zoo rijke documentatie verzameld als nergens gevonden wordt. Inmiddels is het Bureau bezig met een internationaal wetboek voor de zeevaart. De conferen tie te Genua heeft voor het zeevaartvraagstuk geen voldoen de meerderheid kunnen vinden, de zeelieden, die op hun confe rentie te Brussel reeds een in ternationale staking in vooruit zicht stelden, hebben echter hun vertrouwen in het I. B. A. niet verloren en Thomas' bemidde ling ingeroepen om het nog wederstrevende deel der reeders gunstig te stemmen. De heer Thomas heeft zich tot die ree ders gewend en de ontvangst was van dien aard, dat hij goeds moeds is. De zeelieden hebben afgezien van hun aanvankelijk verlangen naar een speciaal kleine gebrek moest gevonden worden Doch alleen de uitvin der kon deze verandering aan brengen. Hij wierp de rekening op de schrijftafel, stond op en schreed, aan eene hevige opgewonden heid ten prooi, op en neer door het vertrek. Hij gevoelde, nu alles op het spel stond, eene dubbele kracht in zich, om het noodlot het hoofd te bieden. Zooals hij eens red deloos op het zinkende schip den dood moedig in de oogen had gezien, zoo wilde hij ook nu het zinkende schip niet verlaten. Hij wilde zijne bijna ten ondergang gebrachte fabriek redden. Eene flinke wending en het moest weder vooruit. Als de jonge ingenieur Weller slechts vrij was, dacht hij. Sedert verscheidene weken bevond hij zich reeds in voor arrest. Zelfs de hooge borgtocht, dien de fabrikant had willen Internationaal Arbeidsbureau voor de zeevaart deze versplin tering is voorkomen en desamen werking behouden en den 8en November zal de commissie bij eenkomen, die bestaat uit 3 vertegenwoordigers van het I. B. A., 5 van de reeders en 5 van de zeelieden. Ik stip hier slechts eenige punten uit Thomas' rapport aan, gelijk hij trouwens ook zelf 'n kort résumé uit het lijvige stuk gaf. Maar het is voldoende om terstond alle twijfel aan het nut en de activiteit van het I. B. A. weg te nemen. En wij staan nog slechts aan het begin. De agenda zelve voor deze ver gadering opent weer gansch nieuwe gezichtspunten op de beteekenis en ontwikkeling van het Bureau, dat Millerand niet ten onrechte het laboratorium van den socialen vrede noemde. Zij bevat ook een punt, dat in de huidige omstandigheden niet van belang ontbloot is en een hoopvol teeken is een voor stel om naast het Fransch en Engelsch ook het Duitsch als hulptaal te gebruiken. De organisaties, waarmee het I. B. A. contact heeft, omvatten 25 milloen arbeiders en daarvan zijn er 10 millioen, die of uit sluitend Duitsch of naast hun landstaal, slechts Duitsch ken nen. Het verzoek om de publi caties voortaan ook in het Duitsch te doen uitgaan, is officieel door Holland en Zweden, officieus door Zwitserland en eerst daar na door Duitschers gedaan. Tho mas zag er de billijkheid van in. De agenda vermeldt ook een ingekomen brief van den heer Zaalberg, naar aanleiding van een incident van dezen Hollan der met een Engelschman ter conferentie te Genua de quaes- tie was niet belangrijk, zei Tho mas, en hij zou voorstellen den brief in de notulen op te nemen. Over de rest van de agenda zullen de communiqués, welke dagelijks verstrekt worden, wel het noodige vertellen. storten, omdat zijne tegenwoor digheid in de fabriek onontbeer lijk was, werd, omdat hij buiten lander was, afgewezen. Een bediende trad zachtjes binnen en reikte den fabrikant een visite-kaartje over. Bij het lezen van den naam ging eene siddering door zijn lichaam, maar hij gaf den be diende toch een wenk den be zoeker binnen te laten. Een oogenblik later stond Wel ler tegenover den rechter Bern hardt. Een donkere blos overtoog het gelaat van den fabrikant. Welk genoegen verschaft mij de eer U hier te zien, heer Bernhardt Het wederzien was koud. Nie mand zou vermoed hebben, dat er tusschen deze twee heeren sedert lange jaren eene innige vriendschap had bestaan. Vooral het uitzicht van den rechter was stijf en ondoorgrondelijk. (Wordt vervolgt.)

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1920 | | pagina 1