ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCHVLAANDEREN
Wekelijksch Omzicht,
VERSCHIJNT WOENSDAGS EN ZATERDAGS IN ALLE PLAATSEN VAN ZEEUWSCH-VLAANDEREN
E. BOOM-BLIEK
30e Jaargang
Zaterdag 2 October 1920
Nummer 2560
Ontmaskerd.
Gemeenteraad.
BRESKENSCHE COURANT
Abonnementsprijs per drie maanden f 1.25
met 10 cent dispositiekosten.
Advertentieprijs van 1 5 regels 60 cent
Elke regel meer 12 cent. Bij abonnement lager tarief
Drukker-Uitgever
TNo.f02? BRES KENS P^%'Z°
Abonnements-Advertenties zeer billijk tarief.
Tijdelijk verhoogd met 20 pCt.
Advertenties worden aangenomen tot uiterlijk
Dinsdag- en Vrijdagmiddag 1 uur
De wen8ch, nietwaar, is de
vader der gedachte. En zoo zal
het ook wel komen, dat de
Franschen een Fransch-Neder-
landsch en Fransch-Belgisch ver
bond ter aanvulling van het
Fransch-Belgiache in het ver
schiet en sommigen zelfs zeer
dichtbij zien. Maar het is niet
waarschijnlijk, dat ze het zullen
raden. Wij hebben genoeg aan
den Volkenbond enNou
jaDe Koningin heeft immers
in de Troonrede ook gezegd,
dat er nog iets anders noodig
was omdat de vooruitzichten, die
de Volkenbond geopend had,
nog niet in vervulling waren ge
gaan.
Het is wat optimistisch uitge
drukt. De Volkenbond had fei
telijk geen enkel vooruitzicht,
geen enkel van de hier bedoelde
althans, geopend en die konden
dus ook niet in vervulling gaan.
Maar men had het voorgesteld,
alsot hij die wel zou openen en
ons wijsgemaakt, alsof hij ze
geopend had. En in officiëele
stukken moet men zich altijd
van den domme houden en doen,
alsof men alles gelooft, wat voor-
gespreekt wordt. Daar zijn ze
officiëel voor. Want officieel liegt
men nooit. Maar zegt men nooit
de waarheid. Men doet maar,
alsof en houdt ondertusschen
oogen en ooren open. Officieel
steunt men daarom op den Vol
kenbond, maar officieus.
De Koningin is niet de eenige,
die het gezegd heelt. Onom-
wondener nog heeft Millerand
het in zijn Troonrede erkend.
Niet omdat de Volkenbond nog
niet gebracht had, wat sommi
gen ervan gehoopt, hadden, zoo
als onze Koningin het feitelijk
zei, maar omdat het recht altijd
de steun van de macht noodig
heeft en zonder dien steun zon
der beteekenis is, daarom was
een sterke weermacht noodig.
Het is feitelijk de ontkenning
van de idee van den Volkenbond;
maar dezelfde ontkenning alleen,
45)
Het lichte geblaf van den
waakhond deed Gerda hare be
zinning terug krijgen. Nadat zij
den hond gestreeld en geklopt
had, richtte zij zich op. Nero
wilde zijne vreugde over het
Onverwacht wederzien te ken
nen geven door een onderdrukt
klagend gehuil, als vermoedde
dit trouwe dier, dat dit weder
zien slechts voor korten tijd was,
en zi] spoedig weder zou moeten
scheiden ditmaal zelfs voor
langen tijd.
Nu ontwaarde Gerda eerst het
zwakke licht, dat door het ven
ster schemerde.
Dit bevreemde haar. Zij trad
nader, en het beeld dat zij daar
binnen voor hare oogen zag,
deed haar schrikken. Zij zag
het voorheen zoo rustige gelaat
waarvan Frankrijk's politiek de
uitdrukking is Want heel die
politiek, in Millerand zoo volko
men verpersoonlijkt, is met die
idee in strijd en erkent, waar
ze uitgaat van het beginsel der
gewelddadige overheersching,
alleen het geweld en den natio-
nalen eigenbaat. Trotszky de
Russische volkscommissaris, heeft
het onlangs opgemerkt, dat
Frankrijk op de vernietiging en
ontbinding van Rusland uit is.
Het bevordert den chaos, schept
ze zoo noodig, om zelf te hebben.
En daarom ook is het succes
der onderhandelingen te Riga
zoo uiterst twijfelachtig. Want
Frankrijk beheerscht ook de
Poolsche politiek. Het suggen-
eert bovendien Polen, dat van
zichzelf al imperialistisch genoeg
is. En de door Polen gestelde
eisehen zijn daarvan de weer
spiegeling. Trotszky heeft dan
ook al beweerd, dat Rusland
tegen een winterveldtocht niet
zou opzien. Maar hoe komen
we zoo ooit verder, met of zon
der Volkenbond De onrust blijft
en de noodzakelijkheid van een
sterke weermacht, zij het dan
ter verdediging als de Troonrede
het wil, of ten aanval en ter
overheersching, met haar nasleep
van hooge belastingen en per
soonlijken druk en haar grooter
kans op nieuwe oorlogen.
Dat is ook een der groote
gevaren aan overeenkomsten,
als tusschen België en Frankrijk
gesloten, verbonden, dat zij tot
andere verbonden en nieuwe
oorlogen als 't ware uitlokken.
En dat is voor ons al reden
genoeg om er niet aan mee te
doen.
Waartoe zouden we trouwens?
Veroveringen willen we niet
maken en voor aanvallen be
hoeven we niet bevreesd te zijn
dan juist van den kant van Bel
gië en Frankrijk. Duitschland
heeft de eerste jaren wel wat
anders te doen en denkt ook
over heel wat anders. In de
plaats van een algemeenen dienst
plicht wil men er een algemee
nen arbeidsplicht invoeren. Dat
kan voor een heeleboel menschen,
van haar grootvader, bleek en
ontdaan, zijn lichaam in dekens
en kussens gehuld in den leuning
stoel, Op de tafel een groot
aantal medicijnfleschjes. Op een
stoel, naast den zieke, de zieken
verpleegster.
Op dat oogenblik worstelde
zij met een besluit, dat zich in
haar opdringt. Was hare plaats
niet hier aan de zijde van den
zieke, haren weldoener, die haar
steeds in alles behulpzaam ge
weest was Zouden vreemde
handen nu den grootvader moe
ten verplegen Mocht zij dat
toestaan, zoolang zij nog een
lid kon roeren Het geheele
beeld van haar jong leven drong
zich in een enkele seconde voor
haren geest.
Doch zij was immers niet meer
de kleindochter van den mole
naar Steffen, maar eene jonge
gravin van Rheinsburg, en nooit
zou deze hoogmoedige familie
dulden, dat zij nog in den molen
die het nu erg druk hebben,
lastig worden. Want wie zal al
hun zaken en zaakjes en nietige
dingetjes regelen,- wanneer ze
moeten gaan werken, arbeiden,
in de kolenmijnen of elders, om
het vadeiland uit zijn ellende
weer op de been te helpen
Zoo'n arbeidsplicht overal zou
een goed ding wezen. Misschien
zou het ook wel helpen als ge
neesmiddel tegen het voeren van
gaweldpolitiek en imperialisme
en dergelijke. Als al die heéren
en heertjes, die nu dit allemaal
zitten uit te denken en met hun
venijn de wereld in twist en
oorlog houden, eens werkelijk
met de spa of het houweel in
de hand werken moesten, wie
weet zou het niet beter gaan.
We konden de proef eens
nemen, te beginnen met de
Fransche chauvinisten en de
Russische volkscommissarissen
en de mannen van de Nation
Beige of het Comiteit van de
Nationale Politiek. Ons in Hol
land zou dat al een heele op
luchting geven. Want eerlijk
gezegd, vertrouwen we het zaak
je nog altijd niet en te mi ider,
nu de heeren door het Fransch-
Belgisch verbond weer wat wind
in de zeilen en wat moed in het
hart hebben gekregen. We ver
trouwen echter op Engeland.
Eigenaardig Engeland is nou
niet altijd onze beste viiend
geweest, maar heeft ons integen
deel heel wat ellende berokkend.
Het is ook niet afkeerig van
imperialistische politiek of ver
overing of de theorie van het
geweld. Dat hebben onze broe
ders in Zuid-Afrika maar al te
goed ondervonden. En die onder
vinding overheerscht nog altijd
4e politiek der Hollandsche
Afrikaanders en houdt hen ver
deeld. Want hierom gaat het
immers tusschen de Nationalis
ten onder Hertzog en de Zuid-
Afrikaansche Partij onderSmuts,
dat de laatsten de Engelsche
suprematie erkennen wil, de
eersten niet. En wanneer te
Bloemfontein de hereenigings-
pogingen op het jongste congres
vruchteloos zijn gebleven, dan
zou verblijven. En welke triomf
zou dat voor de Rheinsburgers,
welke smaad voor haar zelf zijn.
Neen, dan liever weg ver
weg, de wijde wereld in.
Zij wierp een laatsten, af-
scheidsnemenden blik op de
vriendelijke omgeving in het
vertrek van den zieke. Zij wil
de zich dat beeld voor altijd in
hare ziel prenten. Dan verwij
derde zij zich met lichten tred,
en ging op het bosch toe.
Nero stiet een klagend geluid
uit als de gestalte van Gerda in
het donkere bosch verdween. Zij
zou gaan tot aan het naaste
station, waar zij tegen den mor
gen dacht aan te komen.
XVI.
Lucie was in eene aan waan
zin grenzende opgewondenheid
uit den molen in het slot terug
gekeerd. Zij zag in, dat zij de
rol, die zij speelde, niet ten einde
kon brengen.
is het, omdat de eersten de
onafhankelijkheid willen ook
zonder Engeland en de laatsten
de afhankelijkheid alleen met
Engeland, dat wil dus in con-
creto zeggen geen onafhanke
lijkheid, want Engeland erkent
alleen zijn eigen recht.
Toch niettegenstaande Enge-
land's wensch naar de meest
volledige hegemonie, kijken we
nu vertrouwend naar Engeland.
Wat ten slotte zeggen wil, dat
de tegenstelling tusschen de
grootmachten voor het onge
stoord voortbestaan der kleinen
noodzakelijk is en dat dus zij
onder ons, die Duitschland's
nederlaag wenschten, omdat
Duitschland's groei ook ons be
dreigde, het toch misschien niet
heelemaal bij het rechte jeind
hadden.
Groede.
Dinsdagavond kwam de Raad
onzer gemeente in voltallige
zitting bijeen.
Na opening door den Voor
zitter worden de notulen der
Vergadering van 18 en 29 Juli
gelezen en onveranderd vast
gesteld.
Mededeeling wordt gedaan,
dat eenige aandeelen in de
leeningen zijn uitgeloot.
Ingekomen is een schrijven
van den heer W. de Smidt van
Cadzand, betreffende de auto-
dienst CadzandBreskens.
Genoemde heer zag gaarne
het bedrag bepaald, dat de ge
meente zal bijdragen in de
kosten tot exploitatie.
B en W. meenen, dat het
moeilijk is een bedrag te be
palen zoolang zij niet weten
welke eisehen Prov. Staten zul
len stellen. Wordt voorgesteld
tot zoolang aan te houden.
De Raad kon zich hiermede
vereenigen.
Uit het Proc.-Verbaal van kas-
opneming blijkt, dat 10451.38
aanwezig is.
Van de Automobiel-club was
een schrijven ingekomen dat zij
Vooral nu zij de verschrikke
lijke zekerheid had, dat de oude
molenaar haar herkend had, dat
hij het gewaagde spel, dat zij
speelde, doorgrondde.
Zij had gezien, dat de oude
molenaar een scherp verstand
bezat, dat in niets onder de
beroerte geleden had. Zij schrik
te nog voor den blik, waarmede
hij haar had aangezien, toen
haar vader den sluier voor haar
gezicht had weggetrokken. Het
bloed was nog stijf in hare
aderen over de vrees, die haar
dien blik had aangejaagd. Want
had hij zich in woorden kunnen
uiten, dan zeker had de oude
molenaar het doodsoordeel over
haar uitgesproken.
Doch de woorden Dievegge!
Bedriegster! Gij zijt niet mijne
kleindochter Gerda, doch de
ziekenverpleegster, die het geld
en de schuldbekentenissen uit
mijne kast staldie had zij geheel
duidelijk uit de oogen gelezen.
in de kosten tot het wegneming
van scherpe hoeken in de kom
der gemeente 300 zal bijdragen.
Besloten wordt daar dit be
drag te laag is, deze werkzaam
heden nog niet uit te voeren en
het schrijven voor kennisgeving
aan te nemen.
Een verzoek van W. Bron en
P. van Petegem om bij de nieuw
gebouwde huizen een brug te
leggen en aldaar een Electrisch
lichtpunt aan te brengen.
B. en W. achten het niet
noodzakelijk. Een der bouwers
wenschte zelf niet aan het Electr.
net aan te sluiten, en om nu van
gemeentewege wel een lichtpunt
voor zijn woning te plaatsen,
achten zij wel wat veel gevergd,
redenen waarom zij den Raad
in overweging geven geen licht
punt aan te leggen. Wordt aldus
besloten.
Goedgekeurd was het Raads
besluit van 29 Juli '20 tot aan
koop der huizen in de Slijk
straat, waarvoor een leening van
1200 noodig was, tot betaling
daarvan.
Nu tot verbreeding van de
Molenstraat en het wegnemen
der hoeken nog niet zal worden
overgegaan, wordt besloten dat
Raadsbesluit in te trekken en de
kosten van aankoop uit te trek
ken uit de rekening 1920.
Een request van pastoor van
Eek te Groede, verzoekende
bijdragen aan het R.-K. Arm
bestuur was ingehouden.
Na eenige besprekingen wordt
besloten, wanneer het noodig is,
dat de gemeente zal helpen.
B. en W. stellen voor van het
batig saldo 1918 625 af te
halen voor nog te betalen kosten
aan het Rijk van telegraafpalen
welke in de kom der gemeente
zijn verplaatst, alsmede voor
het verleggen van telefoonkabels.
Begrooting Burgerlijk Arm
bestuur wordt goedgekeurd.
Door B. en W. was op een
gedaan verzoek van den Amb
tenaar ter Secretarie om zijn
jaarwedde met 200 te ver-
hoogen en te brengen 700 op
ƒ900 goedgunstig beschikt en
En als de molenaar eenmaal zijne
spraak terug kreeg, wee dan de
gravin van Rheinsburg
Bevend en sidderend dacht
Lucie aan deze mogelijkheid,
toen zij in het slot haar avond
toilet maakte voor het souper.
Doch met niets durfde zij ver
raden wat in haar omging.
Er werden, daar het de laatste
avond was, dat zij op Rheins
burg verbleef, gasten verwacht
om aan het souper deel te ne
men.
Lucie wilde schoon zijn. Bij
zonder schitteren was het eenige
middel om haar geyveten te
verdooven, om voor korten tijd
de vrees, waar zij steeds mee
vervuld was, te vergeten.
Het was niet alleen de mole
naar, doch ook haar echtgenoot,
wiens dreigende blikken er haar
steeds aan herinnerden, wat haar
te wachten stond, als zij zich
vergat.
(Wordt vervolgt.)