ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCHVLAANDEREN VERSCHIJNT WOENSDAGS EN ZATERDAGS IN ALLE PLAATSEN VAN ZEEUWSCH-VLAANDEREN E. BOOM-BLIEK 29e Jaargang Woensdag 15 September 1920 Nummer 2555 De overeenkomst, Ontmaskerd, De Weeldebelasting-. Binnenland. BRESKENSCHE COURANT Abonnementsprijs per drie maanden f 1.25 met 10 cent dispositiekosten. A d v e r t e n t i e p r ij s v a n 1 5 regels 60 Cent Elke regel meer 12 cent. Bij abonnement lager tarief Drukker-Uitgover TNo.,020in BRESKENS pf7s$4ro Abonnements-Advertenties zeer billijk tarief. Tijdelijk verhoogd met 20 pCt. Advertenties worden aangenomen tot uiterlijk Dinsdag- en Vrijdagmiddag 1 uur Kaar aanleiding van het be- [cht, dat het kredietverdrag, jsschen Nederland en Duitsch ud gesloten, door de Neder- indsche regeering nog niet is eratificeerd, verzekert de Nieu- Rotterdainsche Courant, dat it komt doordat de Duitsche igeering de onze lot op dit ogenblik niet in staat gesteld eelt het te ratificeeren. In een hoofdartikel, getiteld uitsche trouw, laat het blad en schei plicht vallen op Duitsch- tnd's houding in deze voor beide nden zoo belangrijke zaak. Ofschoon de Duitscl ers, naar en zco zeggen zou de voornaam- te belanghebbenden zijn bij dit erdrag, leggen zij volstrekt niet elijke haast aan den dag om de rereenkomst te voltrekken, als ize regeering in zoo verwon- irlijke mate heeft getoond bij parlementaire behandeling. Eenigen tijd geleden reeds ibben wij aan Duitsche zijde rschijnselen waargenomen, die op wezen, dat men daar niet lastig gestemd was. Het komt os thans gewenscht voor, hier- i de aandacht te vestigen. De zer weet, dat wij nooit be- onderaars geweest zijn van dit :rdrag. Nu het echter doorge- even is, gaat het niet aan, om .denen, die geheel buiten de vereenkomst liggen, de ratifi- Itie te chicaneeren. Tracht de uitsche regeering dit niet te Den Wil Duitschland op het oogen- ik nog wel door ons geholpen urden vraagt de N. R. Crt. Het Duitsche keizerrijk heeft steeds, ook nog tijdens den itlog, zeer uit de hoogte be- mdeld. Het heeft indertijd wet- in over Rijntollen gemaakt, als- f geen vei drag voerde tegen- ter onzen veeinvoer een pro- ectiepolitiek, met middelen, aarbij goede trouw ver te zoe le was. De herinneringen uit i oorlogstijd zijn nog versch. ij hoeven slechts aan het wil- ;eurig nietig verklaren van laarna zette zij deoudestoe- i voor zoover die voorradig ren, om de tafel. Hier zullen testamentmakers zich zetten, de zij in hare eigenaaidige drukking. ensklaps hoorde men buiten gedruisch, als van naderende ppen. Lr komt onverwacht toek 1 zeide zij; terwijl zij op ii zieke toetrad om te zien lken indruk deze mededeeling hem maakte, en ol hij be ep wat hem gezegd werd. Ie waakhond blafte, huilde trok als razend aan zijn ket- De zieke blikte strak voor i uit, geen trek in zijn wezen ried dat hij bewust was van ;een gebeurde, r werden stemmen gehoord, jonge graaf wilde den hond contracten te herinneren. Wij hadden gehoopt, dat het thans anders zou zijn geworden maar het volk der republiek heeft ons verdere teleurstellingen gebracht. Contracten in marken afgeslo ten werden vernietigd, en een hooger bedrag in guldens werd geeischt. Toen het getij kenter de, werden de contracten in gul dens gesloten weer niet erkend. Zelfs van Duitsche zijde heeft men toegegeven, dat daar bij vaak misbruik is gemaakt van de omstandigheden. De bekende mededeelingen, door minister Simons aan een onzer medewerkers te Spa ge tuigden van een eigenaardige minachting voor een verdrag dat Duitschland zelf gewenscht en gesloten had op een wijze, die het volkomen verantwoordelijk er voor maakte en waarvan bovendien de rijkskanselier later de vervulbaarheid in een merk waardig schrijven erkende. Het is ons bekend, dat onze regeering een voortdurenden strijd te voeren heeft, om te bereiken, dat Duitschland zijn verplichtingen nakomt. Zij heelt soms meer zorgen gehad met de kolenleverantie, tengevolge van volkomen willekeurige handelin gen der üuitsch ïegeering, dan zij ter wille van den lieven vrede heeft willen openbaar maken. Fatsoenlijke, en hun land en het onze welgezinde Duitschers zien met toenemende ongerust heid, hoe het vertrouwen, dat hier nog in Duitschland bestaat, stelselmatig verder schijnt te worden ondermijnd. Vindt men thans in Duitsch land, nadat men credietverdrag gesloten heeft, het zaakje mis schien reeds minder goed ge worden Zijn er Duitschers, die het tractaat overbodig zijn gaan achten, nu er op de, aan de Entente geleverde steenkool credieten worden verleend, of die hoop koesteren op een zaakje met Amerikaansche financiers en die daarom het verdrag met ons weer in den steek willen laten Er schijnen zonderlinge stroo mingen te Berlijn aan den gang. doen stil zijn, en zeide tegen Lucie die haren sluier dicht voor haar gezicht getrokken had „Dus ik hoop dat gij al uw in vloed zult gebruiken, om uw grootvader te bewegen het stuk te teekenen. Ik keer naar het slot terug, want ik heb er een tegenzin in, den vloer van den ouden erfvijand mijner familie te betreden. Ik zal later het rijtuig zenden, om u af te halen! Lucie was van angst meer dood da i levend. Als men haar eens herkende Zij trok den sluier nog dichter voor het gelaat. Haar hart klopte hoorbaar. De keel was haar als dichtgeknepen, zij wilde ant woorden, doch kon geen geluid voortbrengen. Hare oogen draai den onrustig onder den dichten sluier in hare kassen zij keek in het rond of ook iemand in de nabijheid was, die haar kon herkennen. De schrijver van den graaf, Niet terwille van het verdrag interesseert het Rotterdamsche blad het antwoord op deze vraag, maar ter 'wille van de goede trouw. Ook wij zullen weldra aan de onderhandelingen te Brussel gaan deelnemen. De zorg voor 1 >uitsch land zal daarbij eeii belangrijke rol spelen. De onderhandelaars moeten weten, wat een afspraak met Duitschland waard is. Het blad besluit aldus: Het is noodzakelijk, voorzich tig te worden. Wij gaan naar Brussel, om te onderhandelen met een staat, die zijn moreel en politiek evenwicht blijkbaar nog niet voldoende heeft terug gevonden om te beseffen, dat chicaneeren en het ontwijken van verplichtingen nu, zijn eigen levensbelangen schaden. Omtrent het ontwerp op de zoogenaamde weeldebelasting, hetwelk door het ministerie van Financiën is rondgezonden aan verschillende officieele lichamen, ontleenen wij aan de Courant het volgeude Dit ontwerp kan het best ge karakteriseerd worden als een indirecte belasting. Reeds de geraamde opbrengst van 24 millioen wijst daarop, want of men bij een heffing op wat naar rechtschapen opvatting weelde is, in den zin van overbodig genotsmiddel, zulk een bedrag zou kunnen verkrijgen, wekt gereeden twijfel. Naar ruwe schatting op grond van de per centages der diverse klassen heeft men voor zulk een op brengst een weelde-uitgave van circa een half milliard per jaar noodig, een bedrag, dat ons, trots alle o-weeërigheid van sommige groepen van ons volk, buitengewoon hoog voorkomt. Op den voorgrond dient bij de beoordeeling van dit ontwerp te staan, dat onder den druk der groote kunstkoopers, handelaars, antiquairs, verzamelaars e. a., die voorwerpen, welke in de eerste die reeds eenige oogenblikken vooraf was aangekomen, doch voor den molen de familie had opgewacht, trad op het paar toe. De jonge graaf draaide op dat oogenblik om en vertrok. Lucie zette sidderend den voet in den gang van den molen. Plotseling schrikte zij, als had iemand haar met een gloeiend ijzer aangeraakt. Zij voelde den adem des schrijvers aan haar oor, en voelde tegelijk een vas ten druk zijner hand op haar schouder onder het uitspreken van het woord „Lucie". Zij stonden op dat oogenblik in het hallduister voorportaal van den molen. Hij voelde aan het beven harer ledematen, dat hij zich niet vergist had. Zij die naast hem stond, was zijne doch ter 1 Op dat oogenblik opende de dienstmeid de deur van het woonvertrek. De oude meid wilde op haar plaats als wezenlijke luxe te beschouwen zijn, het laagst be last worden. Voor oudheden, kunstvoorwerpen, schilderijen in water of olieverf, pastels, teeke- ningen, etsen e. d. is slechts 2 °/o verschuldigd. Men vergelijke daarbij-eens de 20 op koek-, suiker-, taartpastei-, beschuit- en banketbakkerswerk en chocolade' De rijkaard, die op een groote kunstveiling een ton gouds be steedt, betaalt 2 °/o i het arbei ders gezin, dat een versnapering koopt, moet het tiendubbele op brengen. De reactionaire toeleg van dit wetsontwerp is door dit schrij nend verschil nog niet voldoen de geteekend, want in werkelijk heid heeft de belasting op kunst voorwerpen. schilderijen enz. een geheel andere beteekenis. Wie koek of chocolade eet, dure kleederen draagte.d, verteert; wie kunstvoorwerpen koopt, spaart. Uitzonderingen daargelaten, is de aankoop van schilderijen, an tiquiteiten e.d. een soort beleg ging het meerendeel dier zaken stijgt in den loop der tijden in waarde. De weelde belasting kan uit tweeërlei motieven gerechtvaar digd zijn; men kan óf de weelde op zichzelf willen keeren, omdat men deze schadelijk voor de richting die de productie kan nemen, óf men beoogt de be sparingen te bevorderen. Noch het een, noch het ander wordt met dit ontwerp bereiktde be lasting van goederen, die terecht of ten onrechte tot de bestaan- eischen der massa zijn gaan be hooren, leidt slechts tot opdrij ving van het loon-niveau, terwijl aan de andere zijde geen be sparingen worden bevorderd, in dien men werkelijke luxe zoo danig belast, dat ze niet ver mindert. Dit wetsontwerp, dat het derde is, dat dienen moet om een in directe belasting als weelde-be- lasting op te dringen, laat weer eens fel aan het licht komen welk een wanstaltige onbekwaamheid er in het financieele beleid van onze regeering schuilt. Wanneer toeijlen, hare handen grijpen zij toch had Gerda als kind op hare armen gedragen. Gerda had ook nooit hoogmoed gekend en vooral met de oude meid was zij steeds vertrouwelijk omge gaan. Doch nu week zij plotseling schuw terug. Zij kreeg een voorgevoel dat degene, die voor haaf stond, niet Gerda was, al hoewel zij hetzelfde kleed droeg, in hetwelk de kleindochter van den molenaar voor eenige maan den uit het Amerikaansch pen- sionnaat was teruggekeerd. Het was eene geheel andere houding, ook hare bewegingen waren anders. Instinctmatig trachtte de meid haar in het aangezicht te zien, doch dit mocht niet gelukken. Lucie ontging den twijfel, dien zij bij de dienstmeid gaande maakte, niet. Zij zag wel, dat zij iets opvallends aan haar bemerkte. men de politiek van den minister van Financiën sinds diens optre den nagaat, de aankondiging a la bonne foi van allerlei wets ontwerpen, het lichtzinnig uit vaardigen en cynisch intrekken daarvan wanneer men bedenkt de avonturen van de vermogens- aanwasbelastingde intrekking van de Oorlogwinstbelasting; het tekort van 25 millioen op de ge dwongen leening het dubbelzin nige spel bij de wijziging der gemeentewetde wijze, waarop het 200 millioen-crediet is tot stand gebracht; het verstrekken van kleinere leeningen op eigen houtje buiten de Kamer om en de afwijkingen en zwenkelingen bij zoovele kwesties van minder belang, dan vraagt men zich af of wij niet zienderoogen een debacle op financieel gebied te gemoet gaan, want eens zal de tijd komen, dat de minister niet meer op de meevallende accres sen der rijksmiddelen zal kunnen voortdobberen. En laat ons dan eens beden ken, dat wij met dezen onbe- kwamen, stuurloozen, luchtharti- gen bewindsman ons deel moeten dragen in het Europeesch herstel, dat straks wellicht in Brussel van ons geëischt zal worden dat wij ons moeten inpassen in een internationaal verband, waar bij de grootste nauwkeurigheid van financieel inzicht en de stipste weloverwogenheid voor onze budget-politiek noodig zulten zijn... laat ons dan eens beden ken, dat wij met zulk een mi nister als leider onzer volkshuis houding, als beheerder van onze belasting-penningen, besluiten moeten nemen, die voor onze toekomst beslissend kunnen zijn 1 De Londensche berichtgever van het Hbld. meldt dat het Weekblad „Common Sense" schrijft De Britsche regeering doet stappen om de beide partijen tot elkaar te brengen en door een Als zij misschien den sluier die haar bedekte oplichtte, zou zij zeker in haar Lucie Endets herkennen. Lucie gruwde het tegen, toen zij de plaats moest betreden, waar zij haar schelmstuk had uitgevoerd. Daar naast 't ven ster stond nog de oude kast, waaruit zij het geld en de schuld bekentenissen geroofd had. De gestalte van den molenaar daar in den leunstoel was nog dezelfde. Weder waren zijne oogen star op haar gericht. Zou de molenaar misschien instinct- matig gevoelen, dat zij zijne pleegdochter niet was, doch wel eene vreemde; de dievegge, die in zijne nabijheid was. Het scheen zoo, want zijne oogen traden bij hare nadering, ondanks dat zij de kleederen van Gerda droeg, als het ware uit hun kassen, en men kon aan de vertwijfelde bewegingen waarnemen, dat de zieke zijn wedervaren wilde ken baar maken. (Wordt vervolgt.)

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1920 | | pagina 1