ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCHVLAANDEREN Wekelijksch Overzicht. VERSCHIJNT WOENSDAGS EN ZATERDAGS IN ALLE PLAATSEN VAN ZEEUWSCH-VLAANDEREN E. BOOM—BLIEK TNO,02? BRESKENS p,°7s$4r0 29e Jaargang Zaterdag 11 September 1920 Nummer 2554 Ontmaskerd. De opening der Rijks Hoogere Burger School in West. Z.-VIaanderen. BRESKENSCHE COURANT Abonnementsprijs per drie maanden f 1.25 met 10 cent dispositiekosten. Advertentieprijs van 1 5 regels 60 cent Elke regel meer 12 cent. Bij abonnement lager tarief Drukker-Uitgever Abonnements-Advertenties zeer billijk tarief. Tijdelijk verhoogd met 20 pCt. Advertenties worden aangenomen tot uiterlijk Dinsdag- en Vrijdagmiddag 1 uur De bondgenooten beginnen het nu ook te begrijpen. De New- Yorksche burgemeester heeft er bij Lloyd George op aangedron gen, de oorlogsdoeleinden der geallieerden en geassocieerden niet te schande te maken door den Lord-Mayor van Cork ver der gevangen te houden. En een Fransch blad schrijft: „Als de toestand zich voor ironie leende, zou men glimlachen bij de ge dachte, dat het groote doel van den oorlog, waaruit de Britten overwinnend te voorschijn zijn gekomen, de zelfbeschikking der volken is." Het heeft den hon- gerstakenden burgemeester niet geholpen. Lloyd George ziet na tuurlijk, zooals het Fransche blad scherp opmerkte, in dit zelfbe schikkingsrecht een uitvoerarti kel. Maar Lloyd George staat daarin niet alleen. Wij doen het allemaal. Wij zien allemaal in de deugden, die wij aanprijzen, in de eerste plaats uitvoerarti kelen, waarmee we onze mede- menschen gelukkig willen maken. En den Franschen past het zeker allerminst hun Engelsche viie i- den daarover verwijten te doen. Wat doen ze anders in Boven- Silezië, waar ze de Polen helpen de Duitsche bevolking op wel zeer hardhandige manier het zelfbeschikkingsrecht afhandig te maken? Wat is ook de nieu we oorlog, die tusschen Polen en Lithauen ontbrand is anders dan een poging der Polen in die richting ten nadeele der Lit- hauers? Het is overal zoo. En daarom, omdat het overal zoo is, omdat alle regeeringen het zelfbeschik kingsrecht als uitvoerartikel be schouwen, omdat al die leuzen, die den grooten oorlog aan den gang hieiden, niet anders waren dan reclame voor uitvoerartike len, die niemand wenscht in te voeren, daarom is die oorlog ook zoo'n afgrijselijk bloedige komedie geweest, waarvan tr.il- lioenen bij millioenen de dupe 39) 'I De geheele wereld zou hij tot getuigen kunnen roepen, dat de dame, die zich thans gravin van Rheinsberg noemde en die de rijke gravenfamilie, omdat de glans van hun huis dreigde te oiet te gaan en de armoede voor de deur stond, haar naam gegeven en in hun huis opge nomen had, een bedriegster was. Doch de arendsblikken van den jongen graaf, die op het bleeke gelaat van den schrijver rustten, schenen een verlammen de werking op hem uit te oefenen. ,Hij moeten wachten 1 Dit *iel hem zwaar, want hij zou poeten blijven toezien, zonder >et te kunnen beletten, dat zijne Pochter op den weg van leugen fn bedrog zou blijven voortgaan. Bij deze gedachte, stak hij de werden en daarom landeknarscn nu de gedupeerde volken en loo- pen weg met de bolsjewistische belofte, trachten te nemen wat hun eerst beloofd werd. Zij hebben de reclame niet gezien, dat het al leen uitvoerartikelen gold, maar gemeend, dat het diepe, heilige ernst was en in de allereerste plaats voor import bestemd. Dat dachten de Ieren niet alleen, maar de Afrikaners ook en de Egyp- tenaren en de Indiërs en de Ara bieren en zelfs de Duitschers. Dat dachten niet enkel de ide alisten en pacifisten, maar de doodgewone bourgeois en de ar beiders en misschien zelfs kapi talisten. En nu dat allemaal zoo heel anders is uitgekomen, nu alle staten maar doorgaan uit te voeren en aan invoer niet den ken, nu raakt het oeconomisch leven finaal in de war en de wereld onderstboven. En in de algemeene verwarring tracht iedereen nog maar te grijpen, wat hij vangen kan om zoo al thans iets machtig te worden van al het heerlijke, dat hem was voorgesteld. De Italiaansche ar beiders hebben de fabrieken be zet, die ze nu met voorbijgaan van de eigenaars maar ii ex ploitatie willen brengen en hopen op die manier voor zichzelf al thans iets te verwezenlijken van de fraaie beloften, die den arbei ders van alle landen werden voor gespiegeld. De Engelsche arbeiderswereld, anders de rustigste en minste re volutionaire, blijft in voortduren de gisting. Als het niet om Po len is, is het om wat anders. Oogenblikkelijk dreigen de mijn werkers met een staking, verga dert te Portsmouth een algemeen vakcongres, dat over een alge meene staking tot steun voor de mijnwerkers delibereert. In Duitschland volgt de eene staking op de andere en blijft steeds van rechts en links het gevaar voor de stabiliteit der tegenwoordige orde van zaken dreigen. De Ieren zetten hun ge- geregelden veldtocht tegen de Engelsche regeering voort en verbranden stelselmatig politie- akten, die de graaf hem ter hand stelde, in zijn zak. Hij wist, dat het handelde over reusachtige sommen, en zij, die al dat geld, als hij den ouden molenaar kon bewegen, het stuk te teekenen, in handen kreeg, was zijne dochter Lucie. Hij was bijna in een woesten schater lach uitgebarsten en moest zich met geweld bedwingen, ten ein de niet te verraden, wat in zijn binnenste omging. Verlangt gij inderdaad, dat ik naar den molen toega vroeg Lucie halfluid en zag den jon gen graaf daarbij angstvol aan De graaf bezag haar geheel onbevangen en zeideZeker, mijn kind, is het noodig, dat gij dit bezoek aan uwen grootvader brengt. Vindt gij het goed, dan vergezel ik u tot daar. De weg door het bosch is op zulk een schoonen herfstdag gezond en verkwikkend. Ook u zal deze laatste wandeling goed doen, kazernes en schieten pulitieagen- ten en soldaten neer ten einde zich eindelijk de vrijheid te ver overen. Spanje wordt verteerd door syndicalistische woelingen. En ver weg in het Oosten vech ten de Polen voor een soort we reldheerschappij en de bolsjewiki voor een ideaal, dat al lang geen ideaal meer is en waarvan de onbereikbaarheid waarschijnlijk ook henzelven met .den dag dui delijker wordt. Het schijnt nu toch, dat er aan dit vechten een eind gaat komen De bolsjewiki en de Po len voelen gelijkelijk behoefte aan vrede en zoodoende is men het ténminste over de plaats, waar de onderhandelingen ge voerd zullen worden, tenslotte eens geworden. Voor de onderhandelingen zelf is deze bolsjewistsiche tege moetkomendheid een hoopvol teeken. Als nu de Polen, die het alweer klaar gespeeld hebben met een anderen buur, ditmaal de Lithauers, ruzie te krijgen, maar weer geen roet in 't eten komen gooien. Veel zal er van den raad van hun Entente-vrien den afhangen en onder dezen is Frankrijk nog altijd een gevaar lijke makker. Want onder alle Entente-staten is er misschien geen die zoo volkomen niet alleen het zelf- beschkkingsrecht, maar alle be ginselen, die in Wilson's program werden vastgesteld, als uitvoer artikelen beschouwt als Frankrijk en die voor zichzelf die begin selen zoo absoluut aan zijn laars lapt. En deze mentaliteit van Frankrijk maakt juist voor Bel gië een samengaan, als nu in het Fransch-Belgisch verdrag is af gesproken, zoo gevaarlijk. So cialisten en Vlamingen voelen dat wel en verzetten zich dan ook gelijkelijk. Maar wat helpt het? De socialisten hebben nog iets, de Vlamingen heelemaal niets in te brengen. Durven zelfs de handelsreizigers niet voortzetting van de onderdruk king der Vlamingen eischen al leen op grond van ongemak, dat er voor hen uit zou voortvloeien, want, zooals ge weet, vertrekken we morgen vroeg van hier. Dus voor het vertrek moet ook alles met uwen grootvader geregeld zijn. Dan wendde hij zich tot den schrijver en zeiWacht ons binnen een uur in den molen, mijnheer Enders Hij knikte den schrijver vriendelijk toe, drukte de hand van den ouden graaf, en gaf Lucie den arm. Lucie's zijden kleed ruischte, dat het Enders lichaam door sneed. Het klonk hem als ge heim schrift, als eene raadsel wereld, die hem omgaf. In den molen volgden de da gen elkaar op gelijke wijze op. Het lijden van den molenaar scheen tot stilstand te zijn. Zrjn toestand was niet beter, doch ook niet slechter geworden. De verpleegster offerde zich op om den zieke steeds in al zijne wenschen te bevredigen, wanneer in Vlaanderen algemeen Vlaamsch gesproken werd Het is wel een sterk staaltje van het gezichtsbedrog der Franskiljons ten opzichte van de Vlaamsche kwestie. Dinsdagmiddag werd de Rijks H. B. S. te Oostburg door Z. Excellentie Minister de Visser op plechtige wijze geopend. Wij zullen trachten deze opening aan onze lezeis zoo getrouw mogelijk weer te geven. Des morgens met de boot van kwart voor twaalf, arriveerde Zijne Excellentie te Breskens, vergezeld van de heeren jhr. inr. C. Feith, secretaris-generaal, W. de Boer, chef van de afdeeling middelbaar onderwijs, dr G. H. Coops, inspecteur van het M. O., de leden van Ged. Staten de heeren J. H. Blum, waar nemend Commissaris der Konin gin, jhr. mr. E. A. O. de Casem- broot en J. A. van Rompu. Ter begroeting waren daar aanwezig de heeren A. Mijsuit Oostburg, voorzitter, ds J. N. Pattist uit Aardenburg, secreta ris, en D. H. van Zuijen uit Breskens, lid van het comité tot het verkrijgen van een H. B. S. in West. Z.-Vlaanderen.j Zooals wij reeds melden, wer den per auto enkele gemeenten bezocht. Te Cadzand werd een bezoek gebracht aan het kerkgebouw, terwijl te Sluis het Gemeente huis en de Kon. Kantwerkschool werden bezocht. Door een der dames-bestuurs leden werd den minister een fraai bewerkt kleedje aangebo den, wat deze mede namens zijn echtgenoote in dank aanvaardde, terwijl hij gaarne een tweede medenam voor minister Ruijs de Beerenbrouck, dien men ook verwacht had, doch wiens tegen woordigheid elders vereischt werd. zij las bijna in zijne oogen wart hij verlangde. Vanaf toen zijn toorn was los gebroken, bij de mededeeling van Enders, dat zijne klein dochter den graaf van Rheins- burg gehuwd had, was het als-of een volslagen onverschilligheid, over hem gekomen was. Hij nam de spijzen en geneesmid delen die de verpleegster hem toediende, doch overigens zou men gezegd hebben, dat hij een levenloos mensch was. Hij rustte als een beeld in den leuningstoel en staarde steeds strak voor zich uit. Alleen als hij een ongewoon gedruisch hoorde, als hij den gang van een vreemden vernam, of als de waakhond aansloeg, hief hij voor zoover hij zulks kon het hoofd op, en men zag, dat er nog leven in het stramme lichaam was. Op dezen dag heerschte er meer bedrijvigheid dan gewoon- le half twee arriveerde Z. Excellentie te Oostburg, waar in het rijk versierde Beursgebouw de genoodigden zijn komst ver beidde. Een dameskoor, onder leiding van den heer van Ruijtenburg, zong hem als welkom het Z.- Vlaamsch Volkslied toe, waarna de burgemeester van Ooslburg, de heer Gratama, Z. Excellentie en den aanwezigen als volgt toesprak Op dezen voor onze streek zoo gewichtigen dag is het mij een aangename taak u in dit historische gebouw binnen welks muren immers reeds in de 17e, 18e en 19e eeuw ernstige gebe den zijn uitgesproken voor het welzijn van ons vaderland en zijn inwoners en waarin in de twintigste eeuw PI. M. onze ge ëerbiedigde Koningin de voor deze streek zoo belangrijke woor den sprak: „Zeeuwsch-VIaande- ren blijft bij Nederland", U een hartelijk welkom toe te roepen namens het ontvangend Ge meentebestuur en ik twijfel er ook niet aan of zulks zal ik mogen doen namens de overige hier aanwezige Gemeentebestu ren van West. Z.-Vlaanderen. Het comité, dat zich gevormd had, om de voor deze streek zoo noodige onderwijsinrichtin gen te verkrijgen is zeer ge lukkig geweest in zijn aanvan- kelijken arbeid en verkreeg na een zeer korten tijd van actie de toezegging, dat van rijkswege zou worden opgericht eene R. H. B. S. mits de bij de stich ting belanghebbende gemeenten zich bereid verklaarden van hunne belangstelling te doen bli jken op de door haar gestelde voorwaarden. Op de eerste ge meenschappelijke vergadering van de 16 gemeentebesturen bleek reeds dadelijk, dat deze bestu ren bereid waren de handen in een te slaan om financieele of fers voor dat doel te brengen maar dat aan de gestelde voor waarden niet geheel kon worden voldaan. Gelukkig echter heelt de re geering wel willen inzien dat lijk in den vervallen molen. De geneesheer had verlof ge geven, dat de wensch van den zieke, die hij door de hulp van Enders op papier gebracht had, vervuld zou worden. Hij mocht de heeren van het Gerecht ont vangen, om aan hen zijn laat- sten wil kenbaar te maken. De meid had het vertrek van den ouden man feestelijk in orde gebracht en den vloer met wit zand bestrooid. Mejuffrouw Gerda hield daar zoo van, zeide de meid tot de verpleegster en daarbij stonden haar twee dikke tranen in de oogen. Zij stak tevens een paar bloe men in een glas en stelde deze piimitieve vaas iets zeldzaams in de huishouding van dezen meer dan twintig maal millionair en dat was de oude Steffen in derdaad op de tafel. (Wordt vervolgt.)

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1920 | | pagina 1