ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCHVLAANDEREN Wekelijksch Overzicht. VERSCHIJNT WOENSDAGS EN ZATERDAGS IN ALLE PLAATSEN VAN ZEEUWSCH-VLAANDEREN E. BOOM-BLIEK BRESKENS 29e Jaargang Zaterdag 21 Augustus 1920 Nummer 2548 Ontmaskerd. Raadsvergadering BRESKENSCHE COURANT i Abonnementsprijs per drie maanden f 1.25 met 10 cent dispositiekosten. Advertentieprijs van 1 5 regels 60 cent Elke regel nieer 12 cent. Bij abonnement lager tarief Telefoon No. 21 Drukker-Uitgever Postgiro 17704 Abonnements-Advertenties zeer billijk tarief. Tijdelijk verhoogd met 20 pCt. Advertenties worden aangenomen tot uiterlijk Dinsdag- en Vrijdagmiddag 1 uur Vijf jaar lang hebben we ge sukkeld aandenadeeligegevolgen van de verstoring van het inter nationaal verkeer, gevolgen, die zich altijd laten voelen. En pas is dit internationaal verkeer her steld, of we krijgen met de veepest die door Indische zebu's, over Antwerpen verscheept, is over gebracht, met de gevaren, die uit dit verkeer dreigen, te maken. Het is een gevaar, dat niet te onderschatten valt, te dreigender in den huidigen toestand van den veestapel. En naast dit gevaar doemt al een tweede op, naast de veepest, de builenpest, die in Frankrijk geconstateerd is. Het zijn maar een paar der gevaren, die ons omringen en die nog dagelijks in aantal schijnen toe te nemen en voortdurend een drei gender vorm aannemen. Wat zal het einde zijn? En zal er een einde zijn Werkelijk, de menschheid is niet fortuinlijk tegenwoordig. Is het eigen schuld? Gedeeltelijk zeker. Maar wat helpt het? Om eigen schuld wordt men het meeste gemaand. En het is een eigenschuld, waarvan de oorzaak niet is weg te nemen, omdat f de menschheid die schuld niet als een eigene erkent. We kun nen er wellicht niet voor waken, wanneer de builenpest uitbreekt, of de veepest onzen veestapel dreigt te vernietigen. Maar waar we wel voor kunnen waken, dat J is de moedwillige vernietiging onzer kuituur, waarmee telkens j nieuwe oorlogen haar bedreigen. De Engelsche arbeiders pro- beeren en de Fransche en de Belgische, die pas te Antwerpen I ammunitie weigerden te verla den de arbeiders van alle landen probeeren het in hun toenemend verzet tegen den oorlog. Laten we het hopen 1 Want waarlijk het gaat oogen- blikkelijk niet om een fortuintje meer of minder, maar om het leven zelf. En het zou goed zijn, wanneer wij allen, wanneer de Fransche regeering in de eerste plaats zich daarvan be wust maakte. Want uit die richting, uit Frankrijk dreigt een grooter gevaar nog dan de builenpest. Het was allang geen geheim meer, dat de Fransch-Engelsche samenwerking op het gebied der internationale politiek feitelijk geen samenwerking meer was. Maar de erkenning van de re geering van generaal Wrange), den Kussischen generaal, die in het Zuiden tegen het Sowjet- bewind strijdt, door Frankrijk heeft de bestaande breuk aan allen geopenbaard. Het gaat niet om een kleinigheid. De West-minster Gazette schreef het pas nog, dat het geschil tusschen Engeland en Frankrijk een ge schil is nopens het wezen en niet nopens woorden of uiter lijke vormen van hun politiek. Engeland en Frankrijk willen beide iets anders en dit verschil in streven openbaart zich thans zoo duidelijk in hun verschillen de houding tegenover Rusland en Polen. Maar deze openba ring accentueert tevens het drei gende van het gevaar, dat er nadert. Want van tweeën één. óf Frankrijk meent, dat deze eigene aoie geen breuk met Engeland tengevolge zal hebben, óf het acht zijn belangen bij en nederlaag van Polen zoo zeer betrokken, dat het terwille vau een verhindering daarvan een dergelijke breuk risqueert, De hou ding der Engelsche arbeiders en de belangen van Engeland bij vrede met de bolsjewiki terwille van Azië moeten het echter wel van de noodwendigheid van zoo'n breuk overtuigen. Maar wanneer het die risqueert, dan blijkt daaruit wel welk een over wegend belang het aan een af weer van het onheil, dat Polen bedreigt, door eigen ingrijpen hecht. En acht 't een dergelijk ingrijpen van zoo overwegend belang, dan zal het ook niet voor andere hin dernissen blijven stilstaan. Maar dit juist beteekent een bedrei ging, ernstiger dan die van 1914, toen het geschil tusschen Oos tenrijk en Servië een wereldoor- log ging ontketenen. De kleinere Midden- en Zuid- Europeesche staten, die tot nu toe onder Franschen invloed stonden, Roemenië, Tsjecho-Slo- wakije en Zuid-Slavië, trachten zich van dien invloed los te ma ken en weigeren tegen Rusland te vechten. De eenige manier om invloed op den loop der militaire en daardoor ook op die der po litieke gebeurtenissen uit te oefe nen, blijft dus een rechtstreeksch militair ingrijpen. Dit ingrijpen is alleen mogelijk door een op- marsch van Fransche troepen door Duitschland, dus door een schending van Duitschland's on zijdigheid. Maar Duitschland zal zich een dergelijke behandeling- van Frankrijk niet laten welge vallen en zich bij Rusland aan sluiten. Dit kan alleen door het verbolsjewieken van Duitschland, waarvoor ongetwijfeld ook de re actionairekringen in dit geval niet zouden terugdeinzen. Rusiand dat Polen al bezet heeft, zou dan te zamen met Duitschlmd een bol sjewistische macht vormen, die op de kleinere staten van Oost en Midden Europa wel zooveel aantrekkingskracht zou uitoefe nen, dat ze zich daarbij zouden aansluiten. En zoo zou het bol sjewistisch Oost- en Midden- Europa tegenover de staten van West-Europa komen te staan. Maar in den tusschen deze twee machten ontstanen strijd zouden de sympathieën van een groot deel der arbeiders in West-Euro pa op den duur onvermijdelijk naar de bolsjewiki getrokken worden. Opstanden zouden uit breken. En ten slotte zou in den ontstanen chaos van strijd en opstand wellicht de Europee- sche beschaving ten onder gaan. Het is ongetwijfeld een som ber vooruitzicht dat zich hier opent. Maar het gevaar is niet denkbeeldig. De bedreigingen stapelen zich van alle kanten op, En wanneer de mogendheden, die op 't oogenblik alle macht in handen hebben, Frankrijk in de eerste plaats, zich niet laten 33) En nu, ging hij voort, laat hij zich de schuldbekentenissen op Rheinsburg stelen 1 Weet ge wat dat voor ons beteekent Hij bleef voor Lucie staan en izag haar strak aan. Lucie was tbleek als de dood. Het onrustig flikkeren harer oogen verried haar angsttoch bewaarde zij haar uiterlijke kalmte. Dat beteekent voor ons een aijna zekere ondergang 1 Wie bezit die schuldbekentenissen Wie zal daar eens mee te voor schijn komen. De oude dwaas heeft zelfs in het aanschijn van den naderenden dood zijn wraak- luchtige plannen tegen ons niet Opgegeven. Hij wil ook een nieuw testa ment maken, 1God weet wie hij nu zijne millioenen en schuld TT vorderingen op Rheinsburg ver maakt. Lucie ademde vrijer, een zware zucht ontsprong aan hare samen geperste lippen. De kleur keerde op hare wangen terug en het onrustig flikkeren harer oogen hield op. Het gev ar scheen algevvend, de wolk trok over. Goddank 1 dacht zij. De mole naar had dus niet meer het volle bewustzijn gehad, toen zij den diefstal pleegde. Hij had haar wel met zulke woedende blikken aangestaard, alsof hij haar had willen ver moorden, toen zij zich over hem gebogen had, om den ijsomslag op zijn hoofd te vernieuwen, doch gekend had hij haar niet. Zij leunde onverschillig in den fluweelen zetel en zag den ou den graaf met spanning aan. Er mocht gebeuren wat wilde, zij was vast besloten hare rol tot het einde toe te volbrengen. Dat alles is voor u, lieve gezeggen, lijkt een catastrophe onvermijdelijk. der Gemeente IJzendijke, gehouden Donderdag 19 Aug. 1920, des voorm. half tien. Aanwezig alle leden. Na voorlezing der notulen van de vorige vergadering, welke onver anderd worden vastgesteld, wordt mededeeling gedaan van de volgende ingekomen stukken Een schrijven van den heer J. Neeteson, dank betuigend voor het hem verstrekte extra salaris jaarwedde Burgemeester. Van Ged. Staten ongegrond- verklaring reclame Hoofd. Omsl. Wijffels en terugbrenging Mul- laert tot de 29e klasse. Goedkeuring Raadsbesluit tot ingebruikneming Gymnastiek lokaal. Goedkeuring wijziging begroo ting Hondenbelasting. Proces verbaal kasopneming, waarbij bleek, dat is ontvangen 87ê32.3l1/2 en uitgegeven 79642.49'/s, zoodat een batig slot aanwezig is van 7889.82. Een verzoek van den heer Bareman om eervol ontslag als onderwijzer met 1 October a.s. wegens zijn benoeming tot Hoofd der school te Waterlandkerkje. De Voorzitter stelt voor hem eervol ontslag te verleenen met dank voor de bewezen diensten. B. en W. stellen voor een tijdelijk onderwijzer te benoe men voor 6 maanden, daar dit zal blijken in het belang van het onderwijs te zijn, mede met het oog op de totstandkoming eener Bijzondere School. De Gem.-rekening wordt aan geboden in ontv. op 62412 48' en in uitgaaf op „61683.86' Goed slot 728.62 De rekening der Electr. Cen trale in ontvang op ƒ21848.31' in uitgaaf op 3 17972.82 Goed slot 3873.49' De heeren Theri en van der Weijde worden aangewezen om deze na te zien. grootpapa, zeker zeer pijnlijk en onaangenaam, zeide Lucie op deelnemenden toon. Ik geef ook toe, dat deze gebeurtenissen den ouden wrok weer in u hebben wakker geschud, doch ik weet niet, op welke wijze ik aan deze zaak iets kan veranderen. Jawel, dat kunt ge! De graaf bleef voor Lucie staan. Gij alleen hebt eenige macht op den ouden molenaar. Hij houdt van u op zijne wijze zoover een gevoel in zijn steenen hart ingang gevon den heeft en u zal hij niets weigeren. Lucie was wederom bleek geworden en een lichte siddering overviel haar. Watik zou Nu was zij wit geworden ge lijk eene lelie. De graaf ver schrikte zelfs voor haar. Zij geleek op dit oogenblik meer op eene spookachtige schaduw dan op een menschelijk weezen. Zij was onwillekeurig van haren zetel opgesprongen en hare vingers omklemden kramp achtig de leuning. Ja, gij zult, zeide de graaf langzaam, op elk woord druk kende, gij moet zelfs. Gij zijt het u zelf, uwe eigen toekomst en uw geheele familie verschul digd, die gij geheel en al toe behoort. En daarom verlang ik, dat gij terstond naar den Roth- bachermolen gaat en den ouden molenaar mededeelt, dat gij hem, indien hij zijn plan, om een nieuw testament te maken, door zet, door het gerecht krankzin nig zult laten verklaren. Ik heb vernomen, dat hij weder een nieuw testament wilt laten maken en de heeren van het gerecht daarvoor ontboden heeft en hun heden in den molen verwacht. Ik weet waarmede hij mij op den dag der uitspraak aan het gerecht gedreigd heeft. De graaf, die onrustig heen en weer liep, bleef andermaal Ingekomen een verzoek van de Landbouwschool te Oostburg om de toegezegde subsidie te verhoogen. De bedoeling der Commissie is het benoodigde bedrag in eens te ontvangen. De Voorzitter acht dit zeer bezwaarlijk, maar stelt voor de toegezegde subsidie, zijnde een jaarlijksche bijdrage van 100, gedurende 40 jaar, te verhoo gen tot 150, en meent hier mede de grens der toezegging te hebben bereikt. Met alg. stemmen wordt dit voorstel aangenomen. Voor het College van zetters worden benoemd de heeren E. Groosman, plaatsvervanger Am. Dellaert, E. Bruggeman, plaatsverv. I. Schijve en J. de Bruijne, plaatsverv. van Lare. Tot lid der schattingscommissie, in de plaats van den heer J. Neeteson, wordt, op voorstel van den Voorzitter, een arbeider benoemd, met het oog op de door die categorie verdiende loonen, welke het best door een arbeider kunnen beoordeeld wor den. Benoemd wordt E. de Bruijckere, Raadslid. Een aanvraag van de heeren R. Goossen en Art. Lievens om Electr. stroom voor een Vlas fabriek wordt, hoewel niet op de agenda voorkomende, be handeld. De machinist is gevraagd hier over een rapport in te dienen; daar dit rapport pas hedenmor gen is ingekomen, zal worden afgewacht een samenspreking met de aanvragers en den ma chinist. De heer Theri vroeg, nutoch over aansluiting der Centrale gesproken wordt, ot den aanleg naar de Mil. barak voor reke ning der gemeente was of voor het Rijk. De Voorzitter deeltmede.dat dit voor rekening van het Rijk is. Door den Commandant der Mil. politie is verzocht het hout gewas voor de barak te korten. De Raad was algemeen van oordeel hierop niet in te gaan. In de plaats van wijlen den voor Lucie staan. Nu sprak hij kort en scherp, af en toe adem halend, zoo zeer wond hem de herinnering, aan die scène uit de gerechtzaal, weder op en vervolgde toen De oude zeide mij toen, dat hij zijn wil alleen had doorgezet om de eer zijner overleden doch ter te redden. Nooit echter zou eenige gemeenschap tusschen hem en de Rheinsburger familie bestaan 1 Nooit zou een cent van zijn geld op een persoon, wie ook, overgaan, die den naam Rheinsburg droeg. Daarna zeide hij met bevende stem Ik dacht dat de beroerte de kracht en den wil van den ouden woekeraar gebroken, zijne hardvochtigheid getemd zou hebben, anders had ik tot na zijn dood gewacht, om mijne inwilliging voor het huwelijk van Egon met u te geven. (Wordt vsrvolgd.)

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1920 | | pagina 1