ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEU WSCHVLAANDEREN
Wekelijksch Overzicht.
VERSCHIJNT WOENSDAGS EN ZATERDAGS IN ALLE PLAATSEN VAN ZEEUWSCH-VLAANDEREN
%E. BOOM—BLIEK
29e Jaargang
Zaterdag 31 Juli 1920
Nummer 2542
Ontmaskerd.
Het crediet aan
Duitschland.
BRESKEN
COURANT
Abonnementsprijs per drie maanden f 1.25
met 10 cent dispositiekosten.
Advertentieprijs van 1 5 regels 60 cent
Elke regel meer 12 cent. Bij abonnement lager tarief
Drukker-Uitgever
Telefoon
No. 21
BRESKENS
Postgiro
17704
Abonnements-Advertenties zeer billijk tarief.
Tijdelijk verhoogd met 20 pCt.
Advertenties worden aangenomen tot uiterlijk
Dinsdag- en Vrijdagmiddag 1 uur
liet is altijd in het leven zoo
geweest en het is maar goed
ook, dat het zoo is. Wie kaatst,
moet den bal verwachten Zoo
leert de mensch de verantwoor
delijkheid voor eigen daden en
vaak nog een lieele boel meer.
De Polen hebben ook geleerd.
Sinds de vrede van Versailles
hun een eigen nationaal bestaan
verzekerde, hebben ze Midden-
Europa met hun imperialisme en
de aanvallen op al hun buren
onveilig gemaakt. Nu zijn ze
plotseling tot vredelievendheid
bekeerd en spreken in hun ver
klaring openlijk hun afkeer voor
bloedvergieten uit. Bovendien
hebben ze in zich een bijzondere
sympathie ontdekt voor hetzelfde
zelf beschikkingsrecht der naties,
dat ze den laatsten tijd iederen
dag met voeten traden.
Het is de terugkaatsing van
den bal, die deze gunstige ver
andering in hen heeft teweegge
bracht. Zij hadden gemeend, dat
de gelegenheid gunstig was om
ook het bolsjewistisch Rusland
een paar provincies af te kapen.
Maar de bal is op hun eigen
hoofd teruggekaatst. Met de
bloedige builen zijn ze eerst
huilend naar mama Entente ge-
loopen, die immers het onaf han-
kelijk Polen heeft te voorschijn
gebracht. En toen dat niet hielp
en ze alleen den raad kregen
zich maar rechtstreek met Rus
land te verstaan, hebben ze hun
bovenomschreven vredelievend
heid en afkeer van bloedvergie
ten in een nota aan de Russische
regeering aan het licht gebracht.
Het is mogelijk, dat ze er nu nog
goed afkomen, want de Russen
spreken zich nog al verzoenings
gezind uit, een verzoeningsge
zindheid, die ook niet al te best
te vertrouwen is. Maar intusschen
hebben ze mama Entente, en
haar niet alleen, een doodschrik
op het lijf gejaagd en Europa
getoond in welk een gevaarlijke
toestand het feitelijk nog ver
keert.
Ten slotte is, als aan de meeste
27)
Alleen eene bedriegster ofeene
waanzinnige zou het kunnen
wagen, de gravin van Rheins-
burg haar rechten op de ont
zaglijke rijkdommen van de
Rotbachmolen, te betwisten
De jonge graaf had het wa
pen in den zak gestoken en met
de armen over de borst gekruist,
staarde hij door het venster naar
buiten. Zoover zijn oog reikte,
was het Rheinsburger eigendom,
een piachtige bezitting, die
reeds vele honderden jaien in
het bezit zijner familie was. Dit
8choone slot was "den ondergang
nabij. De geheeTe familie had
aan dezen achteruitgang mede
gewerkt. Zij kenden er niets
van met kleine sommen te reke
nen. Geldverspillen in het groot
was hun als het ware aangeboren,
narigheid van het oogenblik, ook
hieraan de Entente en haar spe
culatieve politiek schuld. Toen
de Polen den aanval op Rusland
begonnen, waarvan ieder de
noodlottige gevolgen moest ver
moeden, heeft zij hem weliswaar
den gemoedelijken raad gegeven,
van deze onderneming af te zien.
Maar ze kon vooruit weten,
dat Polen zich hierdoor niet zou
laten weerhouden. Wanneer de
Entente werkelijk dit avontuur
niet had gewild, had ze het
eenvoudig moeten verbieden.
En Polen, dat immers een werk
tuig in haar handen is, zou ge
hoorzaamd hebben. Maar de zaak
is, dat de Entente dit avontuur
wel wou, mits het maar goed uit
viel, omdat het haar dan van een
lastigen en balsturigen tegenstan
der en een voor Engeland gevaar
lijke vijand zou bevrijd hebben.
Nu het echter niet goed is af-
geloopen en de Polen zoo lee
lijk in het gediang raken, dat
hun zelfstandigheid in gevaar
loopt, komt deze zelfde Entente
verschrikt tusschenbeide. Is het
wonder, dat Lenin en de zijnen
een dergelijke tusschenkomst van
bemiddelaar, die feitelijk partij
in het geding is, beslist afwijzen?
Die afwijzing wond er geen
doekjes om, maar vertelde En
geland precies waar het op
stond en wat het van hem dacht.
En het is zeker teekenend voor
de oogenblikkelijke verhoudingen
en kenmerkend voor de betrek
kelijke onmacht van hetjmaclitige
Engeland, dat het deze terecht
wijzing goedmoedig slikte en
den Polen den raad gaf zich
dan maar rechtstreeks tot de
Russen te wenden, zooals deze
het wenschten. Een bedreiging
ging er weliswaar aan gepaard.
En Foch, die als algemeene
boeman voor ongehoorzame sta
ten schijnt te gaan fungeeren,
werd al voor Warschau klaar
gehouden. Maar de bolsjewiki
weten ook wel wat van deze be
dreiging te denken.
De Hongaren weten het blijk
baar ook. Ze hebben al hun
hulp tegen het bolsjewistisch
gevaar aangeboden en willen
Ook had hij het geld met
volle handen uitgegeven. Zoo
lang hij bij geldschieters sommen
kon machtig worden, ontzegde
hij zich geen genot.
Sedert eenigen tijd echter was
dit anders geworden. Hij had
bij de woekeraars tevergeefs
aangeklopt. Hunne deuren ble
ven voor hem gesloten. Hij wist
reeds geen uitweg meer, dat
ook alleen was de reden, dat
hij in het huwelijk, met de
kleindochter van den molenaar
Steff :n, had toege.temd.
Hier wenkte h m toch in een
maal vrijheid, macht en rijkdom
toe. Als de schuldbekentenissen,
die de oude molenaar in zijn
bezit had, aan hem overgingen,
dan behoorde het slot Rheins-
burg weder aan zijne familie,
dan was hij de bezitter er van.
Het had zelfs iets aanlokkends
voor hem, dat als hij Lucie als
zijne echtgenoote erkende, na
den dood van den molenaar,
blijkbaar deztlfde rol vervullen,
die de Grieken met zooveel
bravoure tegen de Turken heb
ben op zich genomen. Het kon
nu wel eens slechter vergaan.
Al zijn de Grieken, ondanks de
overwinningen, die ze nu ook
in Thracië, op enkele*kilometers
afstand van de Turksche hoofd
stad,-behalen, met de Turken in
lang nog niet klaar, de bolsje
wiki zijn toch nog andere tegen-
standers. Terwijl ze de Polen
verslaan, vinden ze nog de ge
legenheid om in Azië hun zaakjes
tegen de Engelsche heerschappij
verder af te wikkelen, generaal
Wrangel in toom te houden en
Roemenië zoodanig te bedreigen,
dat het aan een algemeene
mobilisatie gaat denken.
Waarlijk er is wel reden voor
het Duitsche verzoek aan den
Oppersten Raad om ter bescher
ming van de grenzen van Oost-
Pruisen vrij willige weerbaarheids
korpsen uit de bevolking te
mogen vormen. Dit verzoek
wordt gesteund door de herin
nering aan de Russische invallen
van 1914 en den schrik, die nog
bij de bevolking leeft Maar hier
staat meer op het spel dan de
bescherming van Oost-Pruisen,
tegen invallen. Wanneer de
Russen weer de Duitsche gren
zen naderen als bij het begin
van den grooten oorlog, dan is
het niet zoozeer als vijanden
van Duitschland dan wel als
vijanden van de Entente en
geheel West-Europa. En het
schijnt wel het begin van een
anderen grooten oorlog, niet
tusschen staten, maar tusschen
stelsels. Aan den eenen kant
staat het imperialisme onder
leiding van het groot-kapitaal,
aan den anderen het imperialisme
der opkomende arbeidersklasse.
En daar tusschen in staat, ook
in figuurlijken zin, Duitschland,
dat noch het oude noch het
nieuwe imperialisme wil, maar
zich tot een werkelijke demo
cratie tracht te ontwikkelen.
Het is nog de vraag, of het
Entente-imperialisme, ondanks
haar schijnbare macht, bij dezen
strijd aan den sterksten kant
deszelfs groote rijkdommen, ook
aan hem kwamen.
Rijkdom is macht 1 Dat had
hij dikwijls zelf moeten bekennen.
Het is goed, zeide hij eindelijk
op kouden toon. Ik ga op uw
plan in. Van dit oogenblik af
dus zijn wij bondgenooten. Be
schouw ons echter als twee ga
lei-slaven, die samen een kogel
door het leven sleepen. Gij zijt
dus van nu af, voor de wereld
mijne gemalin, gravin van Rheins-
burg. Wee u echter, als eenmaal
mocht aan den dag komen, dat gij
niet fierda Steffen, doch Lucie
Enders zijt. Op dien dag, wee u
Alles wat gebeurd is, moet
doodgezwegen worden, alles wat
achter u ligt, vergeten worden.
Ik hoop, dat wij ons verstaan
hebben 1
Dan zag hij op zijn horloge
en zeide Wij moeten spoedig
in het slot terugkeeren. Het
rijtuig is misschien reeds voor,
om ons naar 't station te brengen.
staat. Grieken en Hongaren
moeten het werk uit handen
nemen. En desondanks permit
teert het zich de weelde nieuwe
massa's naar het kamp zijner
vijanden te drijven.
De Franschen, die bezig zijn
den Arabieren te leeren wat
voor soort onafhankelijkheid het
was, die de Entente bedoelde,
toen ze hun die in ruil voor hun
hulp beloofde en de Engelschen,
die dit toezien en Mesopotanië
veroveren en Konstantinopel aan
zich ondergeschikt maken en de
Grieken, die hun imperialisme
onbeteugeld botvieren, zij ma
ken Arabieren en Turken en
alle Aziaten tot een bondgenoot
schap van den vijand.
En in Europa Het Poolsche
imperialisme en het Engelsche
chauvinisme in Ierland en zoo
veel meer nog is ook op andere
wijze een gevaar.
Volgens het Corr. Bur. is het
Voorloopig Verslag der Eerste
Kamer over het ontwerp van
wet tot goedkeuring van het op
11 Mei 1920 te 's Gravenhage
tusschen Nederland en Duitsch
land gesloten verdrag nopens
de verleening van crediet en
den uitvoer van steenkolen en
goedkeuring van de overeen
komst, in verband met dat ver
drag gesloten tusschen den Staat
en de Nederlandsche Maatschap
pij tot Ontginning van Steen
kolenvelden te 's Gravenhage,
alsmede voorzieningen van gel-
delijken aard ten aanzien van
genoemd verdrag, verschenen.
Men betreurde het, dat deze
aangelegenheid eenigszins over
haast moest worden behandeld,
zoodat aan verschillende zaken
niet de noodige aandacht had
kunnen worden geschonken.
Daar bovendien de omstan
digheden sinds 2 Juli aanmer
kelijk zijn veranderd, meende
men van de Regeering de meest
volledige inlichtingen te mogen
tegemoet zien.
Voor verscheidene leden was
het een ernstig bezwaar, dat van
de 200 millioen gulden, die be
schikbaar worden gesteld, de
Duitsche regeering 140 millioen
kan besteden zonder dat Neder
land daar eenig voordeel van
heeft. Wel ontkenden zij niet,
dat ons land er belang bij heeft,
dat Duitschland weer op de
been komt, maar van een zoo
groot land als het Duitsche Rijk
is een som van 200 millioen te
gering om invloed van beteeke-
nis op zijn herstel te kunnen
uitoefenen, terwijl die som voor
Nederland een zeer aanzienlijk
bedrag beteekent. Sommigen
achtten bovendien hetgeen Ne
derland bedongen heeft voor
datgene wat het moet prestee-
ren, betrekkelijk gering.
Het had bevreemding gewekt,
dat van Regeeringswege aan de
onderhandelingen over dit trac-
taat ook had deelgenomen een
lid van den raad van commis
sarissen der Nederlandsche Mij
tot Ontginning van Steenkolen
velden, die bij deze overeenkomst
zoo zeer is gebaat.
Niet minder bevreemdend acht
te men het, dat de Nijverheids-
raad, een raad van belangheb
benden in deze, zich in een
klemmend advies met het voor
gestelde had vereenigd en de
Regeering desniettemin de slui
ting van de overeenkomst had
doorgezet. Men zou gaarne in
kennis gesteld worden met de
redenen, welke de Regeering er
toe gebracht hebben van ge
noemd advies af te wijken.
Nu uit de sutkken bleek, dat
de levering van kolen ook voor
de Regeering een der hoofd
voorwaarden van de leening was,
wenschte men daarbij allereerst
stil te staan. Men wees er op,
dat de minister van Landbouw
zich te dien aanzien in de ver
gadering van de Tweede Kamer
van 1 Juli zeer sterk had uit
gelaten.
Men verzocht de Regeering
aan te duiden en aan de hand
van de door de Duitsche ge
delegeerden te Spa verstrekte
getallen te becijferen, waarop
Hij trad op de deur toe,
opende ze en ging toen de trap
af. Toen Lucie de trap afging,
was het alsof haar eene duizeling
overviel. Zij dacht aan de
donkere toekomst. Eene huive
ring liep over hare ledematen
als zij dacht welke moeite het
zou kosten zich op dezen weg
van bedrog staande te houden. De
zwaarmoedigheid vah Lucie was
echter spoedig voorbij, want
toen zij na eenige oogenblikken
later, in het rijtuig aan de zijde
van den graaf zat, was het of
een gevoel van overwinning en
vreugde hare borst ontsnapte.
Haar lang gekoesterde droom
toch was vervuld, zij was gra
vin van Rheinsburg, eene dame
der groote wereld 1 Hare ge
dachten 'wareiT slechts bij haren
triomf, en de verbeelding teeken-
de haar de schoonste toekomst
beelden.
Toen zij aan het station kwa
men, ging Lucie een ijzige schrik
over het lichaam. Zij meende
in den grond weg te zinken,
toen eensklaps haar vader, de
schrijver Enders, op den graaf
toetrad. Hij had in opdracht
van den ouden graaf, reeds voor
de bagage en de spoorkaarten
gezorgd.
De jonge graaf gaf op streng
kouden, hoogmoedigen toon den
secretaris van zijn grootvader
nog eenige bevelen over even-
tueele brieven, die nog konden
komen en draaide hem den rug.
De oogen van den schrijver
hingen als het ware met vertee-
rende uitdrukking op de jonge
gravin, die haar sluier dicht voor
haar aangezicht getrokken had,
een gevoel van onrust, waarvan
hij zich geene verklaring kon
geven, overviel hem, toen hij
zoo dicht bij haar was.
Was die gestalte niet juist het
evenbeeld zijner dochter
(Wordt vervolgd.)