ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCHVLAANDEREN VERSCHIJNT WOENSDAGS EN ZATERDAGS IN ALLE PLAATSEN VAN ZEEUWSCH-VLAANDEREN E. BOO M—B LI E K 29e Jaargang Zaterdag 8 Mei 1920 Nummer 2519 /skslijks Overzicht i< Ontmaskerd. Stilzwijgendheid. BRESKENSCHE COURANT Abonnementsprijs per drie maanden f 1.— met 10 cent dispositiekosten. Ad vertentieprijs van 1 5 regels 50 cent Elke regel meer 10 cent. Bij abonnement lager tarief Telefoon No. 21 Drukker-Uitgever BR-ESKENS Postgiro 17704 Abonnements-Advertenties zeer billijk tarief. Vraagt condities. Advertenties worden aangenomen tot uiterlijk Dinsdag- en Vrijdagmiddag 1 uur De Mei is voor ons in het oorden de vernieuwing van het pen. Maart moge lentemaand in, al wat er voor ons lieflijks blij's en zonnigs in het lente- rrip besloten ligt, verbinden aan de Meimaand, ien nieuwe lente en een nieuw iluid". Zoo begint de fijnzinnige dich ter Gorter zijn Mei-gedicht, sarin de lieflijke, zonnige Mei- istalte over de aarde rondgaat, het overal opnieuw te oeien en te geuren begint. Mei de wederopstanding uit den nterslaap, de vernieuwing van t leven, de maand ook, waarin y-jfet leven op zijn kleurigst en L/iurigst te bloeien schijnt en ie onze aarde omtoovert als in Bkn paradijs van nieuwe, overal tbioesemende kracht en heer- li C kheid. 5 Mei, de bloeimaand. Het is >k de tijd, waarin nieuwe ver- li achtingen en nieuwe hoop en euw verlangen opbloeien in 't lp{ enschenhart en met haarrijke, rerdadige bloesemweelde onze nnen, ons denken en ons voelen yctooveren. Het is de tijd, waar- i we nog eens, hoe oud we D)k zijn, onze idealen groenen ven en droomen van een in choonheid herboren wereld. En daarom het is werke- jk niet zonder reden heeft veral over de wereld de partij er arbeiders, die immers ook an een vernieuwing der wereld oor een vernieuwing der maat- ihappij droomt, den eersten leidag als haar feestdag uitge- ozen, waarop zij haar verwach- ngen en hoop herdenkt. Vroeger, vele jaren geleden, >en voor het eerst het socialis- sch geluid de burgerij verschrik- scheen het een revolutie-dag, e aankondiging van het nabije eweld, van staatsoproer en rin- elende ruiten. En extra politie- ïachten werden op de been ebracht, troepen in de kazernes econsigneerd, om op het eerste n De rechter trad binnen. Verschooning mijnheer Wel- ,r, dat ik u kom storen, doch iet is een zaak van gewicht, die nij tot u voerde 1 De fabriekseigenaar was op- JS jeataan. Geene verschooning mijn vriend, [ij weet, dat gij ieder oogenblik in mijn huis welkom zijt. De hoffelijke manieren van den fa liekant gaven blijk van eene hoogst goede opvoeding. Dus 't is een gewichtige zaak, die u tot dit bezoek noodzaakte Beste vriend, zeide de rechter kuchend, want het scheen hem «hoeilijk verder te spreken, doch JTde vragende en scherpe blik I Van den fabriekseigenaar dwong hem er toe, zich te verklaren. Er heeft zich een jongmensch gerucht der revolutie gereed te zijn. Dat is langzamerhand an ders geworden. En de eerste Meiviering met haar vergade ringen en optochten en muziek trok nauwelijks nog de aandacht. Men was er aan gewoon geraakt, had gezien, dat het zoo ver schrikkelijk niet was en meende, dat de revolutiekoorts, zoo die er nog achterstak, aardig op weg was te beteren. Maar dat is weer anders ge worden. De oorlog, die groote spelbreker, heeft ook hier nieu we toestanden en nieuwe uitzich ten geschapen. Heftiger dan ooit schijnt de revolutiekoorts te woeden in de arbeidersmassa's der wereld. Het is een nieuwe hoop, die door den oorlog ont waakt is en die de vervulling van den ouden droom in een nabije toekomst scheen te be loven. Maar het is de wrange ervaring ook, uit de oorlogs jaren geboren, die in heltig ver zet tegen deze wereld van im perialisme en chauvinisme en haat en ellende uitgebroken, de oude vormen hoopt stuk te bre ken. En opnieuw, als voor jaren, krijgt de eerste Mei-viering het dreigend aanzien, dat politie agenten en soldaten op de been brengt. Maar toch welk een verschil! Toen was het een betrekkelijk klein tioepje, dat onder de ar beiders-banieren optrok, was de viering als 't ware verboden feestelijkheid en stond al wat maar eenigszins naar het offici- eele zweemde, mijlen ver van de eerste-Mei-gedachte af. En nu - Dat heeft ook de oorlog ver anderd. Zeker, ook voor den oorlog, door de^natuurlijke ont wikkeling der dingen, had de eerste Mei-viering reeds een an dere meer geziene plaats ge kregen in het openbare leven. Maar naast de stakingen en de Parijsche opstootjes, staan nu de Duitsche en Brusselsche vacantie- dagen. Autoriteiten en regee ringen hebben zelf den eersten Mei-dag tot vacantiedag ver tot mij gewend, om hem met raad bij te staan. Dat jonge mensch beweerd een zoon van u te zijn, uit uw eerste huwelijk. De fabrikant verbleekte, in zijne oogen kwam een donkeren onheilspellenden blik. Ik yersta u niet I zeide hij verrast. Er kan hier niets an ders dan eene persoonsverwar ring in het spel zijn De oude rechter, wiens scher pe blik de verandering op het gelaat van den fabrikant ontdekt had, evenals zijn donkeren blik, toen hij hem de mededeeling deed, legde Weller de hand op den schouder en zeideBeste vriend, de vriendschap die wij reeds sedert tien jaren deelen, meen ik, geeft mij het recht uw vol vertrcuwen waardig te zijn en dit zelfs van u te vorderen. Er zijn voor een rechter geen geheimen, al zijn de verhoudin gen van dien aard, dat men zich hier of daar aan eenig vergrijp heeft schuldig gemaakt. Ook klaard. En dat heeft toch de oorlog gedaan. Het teekent de verandering. De eerste Meiviering is bezig officiéél te worden, zooals de sociaal-democratie reeds offlciëel is. En toch en toch Zij heeft haar revolutionair karakter, haar revolutionair aanzien al thans, van heel vroeger voor velen herwonnen. Geeft dat aan die officiëele erkenning niet een zeer bijzondere schijn 't Is of er iets van vrees inzit. Laten we ons niet te gauw verontrusten. We leven in een zeer bijzonderen tijd, waarin alles een beetje uit zijn voegen schijnt gelicht, en omgekeerd. De Polen, die eeuwen lang onder drukten waren, zijn nu bezig onderdrukker te worden, doen althans voortdurende pogingen dat te worden en gaan hun oude meesters de Russen te lijf. Feite lijk gaan ze iedereen te lijf. En dat is misschien het meest ver ontrustende verschijnsel nog, nu men in het Westen tot wat ver standiger inzichten gaat nijgen en ten einde de werkelijke vrede en rust in Europa te herstellen, zelfs met de Duitschers wil con- fereeren. Want deze Polen met hun nieuw imperialisme worden een werkelijk gevaar. Ze vallen niet alleen de Russen aan, maar ook de Duitschers, die ze geheel uit Silezië trachten te dringen en hun vrinden, de Tsjechen, die zij in Teschen doodslaan. Ze voeren de Fransche politiek en voelen zich door den steun van Frankrijk, wiens belangen zij naast hun eigene dienen, sterk tegenover de anderen. Maar zij verhinderen het einde lijk tot rust komen van Oost en Midden-Europa door hun heerschzuchtende en imperialis tische politiek en bereiden nieuwe oorlogen voor. Tegenover de Russen vinden zij een krachtigen steun aan Japan, dat van deze gelegenheid gebruik maakt om Oost-Siberië onder zijn heer schappij te brengen. En het schijnt, dat deze Japanners zich weer op de instemming der eene oude schuld kan men goed maken, met eenige goeden wil. De fabrikant richtte zich op en zeide Ik ben mij in dat geval hoe genaamd van geene schuld be wust 1 Zeg aan den jóngen man, die zich met zulke onzinnige vordering tot u heeft gewend, dat ik geen zoon uit mijn eerste huwelijk bezit Kan ik hem dat op uw eere woord bevestigen De blikken der twee mannen kruisten zich. Op mijn eerewoord, neen 1 Ik moet u nog mededeelen, dat Fred Weller de onbetwist bare bewijzen bezit, n.l. de hu welijks-akte zijner ouders, als mede zijne geboorte-akte, dat hij de zoon van Alfred Weller, de tegenwoordige eigenaar der firma Weller in Berlijn en New- York is. Gelijkheid van namen, beweerde de fabrikant. Ginder zijn even zooveel menschen die denzelfden Entente-staten kunnen beroepen. Toch willen die Entente-staten de betrekkingen met Rusland weer opnemen. Hoe moet dat dan De Engelsche arbeiders hebben op hun 1ste Mei-dag ook vrede met Rusland geëischt. Men zou haast zeggen, dat zoo'n eerste Meiviering nog hard noodig is, misschien harder dan ooit en dat het nog zooveel kwaad niet kan, wanneer daar wat revolu tionair wordt gedreigd. Omtrent het besluit, dat onze Regeering aan de Duitsche Re geering een crediet van 25 mil- lioen heeft verleend voor den aankoop van levensmiddelen hier te lande, deelt de N. R. Crt. hierover het navolgende mede De wijze, waarop deze be langrijke aangelegenheid bij de Tweede Kamer is aangebracht noopt ons eenige opmerkingen te maken, die uitsluitend de ge volgde methode betreffen en de mécrites der overeenkomst niet raken. Het crediet dan wordt verleend als voorschot op een crediet van 200 millioen, waaromtrent de couranten ons maanden geleden, de regeering echter eerst thans en dan nog zéér sober heeft ingelicht. Zestig millioen van dit crediet zou bestemd worden voor den aankoop van levensmiddelen in ons land en 140 millioen als revolving cre diet ter beschikking worden gesteld voor de Duitsche indu strie, ten behoeve van de aan schaffing van grondstoffen. Gelijk voorts bekend veronder steld mag worden zijn aan deze aanhangige crediet-overeenkom- sten regelingen verbonden in 't belang van de voorziening van Nederland met steenkolen en aanverwante producten. De missieve van de Tweede Kamer deelt eindelijk een en ander omtrent deze ontwerp overeenkomst mede en voegt er naam dragen als hier De rechter schudde met het hoofd. Neen, neen, ik heb mij wel degelijk overtuigd, dat er geen twijfel mogelijk is. Het is uw zoon. De fabrikant werd toen zoo bleek, dat de rechter voor hem schrikte. Met doffen blik staarde hij voor zich heen. Na eenige oogenblikken keek hij op en legde zijne hand zwaar op den schouder van den rechter. Trouwe vriend, zijt gij bereid iets avontuurlijks, dat u bijna geheel en al eene onmogelijk heid zal toeschijnen, te vernemen? De rechter vermoedde, dat een zeer duister geheim het le ven van den fabrikant omgaf, en zeide: Mij kunt gij gerust alles toe vertrouwen Gij weet dat de dankbaarheid, die ik u voor de ondersteuning, die gij mij ver- leendet, hiertoe dwingt, en mijne tong voor eeuwig bindt. Want aan toe, dat de goedkeuring(en) op de tusschen haar vertegen woordigers vastgestelde schik king nog niet is verleend. Wijl ook de bekrachtiging der Staten- Generaal noodig zal zijn, meent de regeering, dat er nog eenigen tijd zal verloopen, voordat aan de bepalingen der Algemeene overeenkomst uitvoering kan worden gegeven. Intusschen acht de regeering het zoowel in het belang van Duitschland als in dat van ons eigen land noodzakelijk, mede te werken aan de voorziening in de zoo nijpende behoefte van levensmiddelen der Duitsche bevolking. Dit verklaart zij, het overwe gend motief te zijn, waarom zij besloten heeft een voorschot van 25 millioen op het levensmidde- len-crediet van 60 millioen te verleenen. Niemand zal het streven der Regeering, naar vermogen mede te werken aan de bevordering van de inwendige rust in Duitsch land, laken. Wij verheugen er ons verder in, dat de Regeering er op bedacht is, levensmiddelen te exporteeren, die voor de voedselvoorziening van ons land overbodig zijn. Wat ons be vreemdt, is, dat de Regeering van het oogenblik af, dat de voorloopige overeenkomst tus schen de vertegenwoordigers der Duitsche en Nederlandsche Re geering werd afgesloten, nimmer gelegenheid heelt weten te vin den, zich met de Staten-Generaal over deze aangelegenheid eens te verstaan. Reeds medio Januari van dit jaar is de overeenkomst tusschen vertegenwoordigers van de Duit sche en Nederlandsche Regeering geteekend en eerst, drie maanden daarna verneemt de Tweede Kamer er iets van. Iets en meer ook niet. Van een over- legging van de gesloten over eenkomst al ware het slechts door nederlegging van een af schrift ter griffie ter kennisge ving van de leden der Kamer is geen sprake en evenmin hadt gij mij voor drie jaren uwe hulp niet verschaft, zeker zou ik mijne positie en alles verlo ren hebben gehad. Toen zeide hij fluisterend„Wat het ook zij, wat u ter neder drukt, zeg het mij onbewimpeld. De toon van den ouden rechter klonk oprecht en overtuigend. Ondanks dat was het voor Weller zeer zwaar een besluit te nemen. Met groote schreden, de handen op den rug, ging hij op en neer door het vertrek. Dit zwijgen was schuld beken nen de rechter voelde zich on aangenaam aangedaan, en was er op bedacht, dat hij iets van zeldzamen aard zou vernemen. Plotseling bleef Weller voor hem staan en zag hem metkoorts- achtigen blik aan. Ik ben niet degene, dien gij sedert tien jaren in mij ziet! zeide hij met toonlooze en stok kende stem. Ik ben Alfred Weller niet I (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1920 | | pagina 1