ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCHVLAANDEREN Wekelijks Overzicht EMILY. VERSCHIJNT WOENSDAGS EN ZATERDAGS IN ALLE PLAATSEN VAN ZEEUWSCH-VLAANDEREN E. BOOM—BLIEK 29e Jaargang Zaterdag 17 April 1920 Nummer 2513 Verkeer over de Neder- landsclie Grenzen. BRESKENSCHE COURANT Abonnementsprijs per drie maanden f met 10 cent dispositiekosten. Advertentieprijs van 1 5 regels 50 cent Elke regel meer 10 cent. Bij abonnement lager tarief Drukker-Uitgever TNof02°r BRESKENS pj>7s$4r0 Abonnements-Advertenties zeer billijk tarief. Vraagt condities. Advertenties worden aangenomen tot uiterlijk Dinsdag- en Vrijdagmiddag 1 uur Angst is een slechte raadgeef ster. Ze beneemt ons onzen nuchteren kijk op de werkelijk heid en plaatst feiten en verhou dingen in een valsch licht. Maar nf ze verlamt ook onzen wil of n n. inl n |maakt die stuurloos, zoodat niet langer o^ia rustige denken en nauwgezette overwegingen haar sturen, maar de plotselinge im puls van onbeheerschte gemoeds- tewegingen. Dat maakt dat ze om altijd brengt, waar we niet wezen wilden en ook niet wezen moesten en vaak een blijvenden noodlottigen invloed op ons le ven uitoefent. Ze heeft ook in het interna tionale Europeesche leven der laatste tientallen jaren al heel vat onheil gesticht. Want de ingst voor het Duitsche gevaar, lenkbeeldig of niet, heeft voor en niet gering deel schuld aan lie ellende, waarin we tcgen- voordig gezamenlijk zitten neer- ;ehurkt. Zij had schuld aan 't mtstaan van de vrede, die aan lien oorlog geen werkelijk einde naakte. En zij dreigt nog steeds iet zieke en naar herstel smach- ende Europa verder in de narig- leid en wellicht voor goed aan Ipn grond te brengen. Die angst is vooral Fransch fan oorsprong. De Engelschen ladden er ook hun deel aan, roor zoover ze hun wereldpositie loor Duitschland's snellen groei ledreigd achtten en de Russen, lie zich al door de vreedzame Juitsche binnendringing ver- luitscht zagen en de Italianen anderen. Maar de Franschen roeiden in hun angst al de wor- [ende Duitsche hand aan hun eel, voelden Frankrijk's leven zelf bedreigd. En die angst is iet, welke hen niet heeft willen oslaten ook nadat Duitschland rerslagen en machteloos was. Het getuigt zeker niet van een [rachtig zelfbewustzijn, maar preekt het ontzag uit voor de racht van den verslagen tegen- tander. Wanneer Frankrijk, dat >p het toppunt van zijn macht f8) Zij weerden, de aandoeningen lie het hart van den sterken »an overstelpten, uitstekend af. lij herinnerde hem terstond aan ijn dagelijksche bezigheden, aan ie vrouw, waarmede hi] dage- ijks moest omgaan. En hoewel iet denzeltden glimlach van foeger was, die haar om de ippen speelde, hoewel zij loe goed kan hij 't zich nog lerinneren -r- evenals voorheen lem de hand half toestak, terug lok, weer toestak toch ge roeide hij geen behoefte haar ian 't hart te drukken. Meer ardrang gevoelde hij, om haar t beweenenhaar, die nu voor em lag uitgestrekt niet boven- lenschelijke kalmte. Toen hij 'ch in staat begon te gevoelen, staat en zich zeker weet van den steun van nog machtiger bondgenooten, niettemin den Duitschen vijand, die verpletterd neerligt, vreezend blijft, dan be wijst dit wel allerduidelijkst, dat het zich de zwakkere weet in levenskracht en energie, maar ook dat het gevoelt oogenblik- kelijk een positie in te nemen, die het niet kan handhaven en die het daarom ook niet toe komt. Maar juist daarom heeft het getracht en tracht het nog, Duitschland zoo goed mogelijk alle levenskansen te benemen. Dat is geen wraakzucht. Het is het gevoel van de zwakkere te zijn, het is het weten, dat een volk van 40 millioen, dat, hoe hoogstaand ook, toch zijn grootste vitaliteit verloren heeft, nooit op kan tegen een van 70 millioen, dat haar in levenskracht naar alle kanten overtreft en het is, nu die sterkere met behulp van anderen verslagen is, de voort durende angst, dat hij, weer op kracht gekomen, zich wreken zal. Uit die angst kwam het impe rialistische drijven van Frankrijk op de Parijsche vredesconferentie voort, dat Wilson veroordeelt. En die angst heeft het, toen de Duitsche troepen het Roergebied introkken, naar de Hessische steden doen oprukken. Dat was niet de angst, dat deze troepen Frankrijk zouden bedreigen. De Fransche regeering wist zoo goed als de Engelsche, dat deze troepen tegen de gealli eerde legers niets uit kunnen richten. Het was enkel de vrees voor het Duitsche spooksel, die haar, nu de gelegenheid schoon scheen, naar nieuwe middelen ter verdediging tegen het toe komstige gevaar deed grijpen. Het zal een slecht middel blijken, zooals angst gemeenlijk slechte middelen aan de hand doet. Frankrijk's positie moest het naar verzoening met Duitsch land doen streven in plaats van naar het voortduren en verster ken der verbittering. Maar bo vendien deze nieuwe taktiek vervreemdt het van zijn bond genooten, wier hulp het toch om een paar woorden uit te brengen, zeide hij „'t was zeer vriendelijk van u, mij te laten roepen, vooral nadat ik uw echt genoot zoo onvriendelijk heb moeten behandelen". Emily boog het hoofd, en zeide daarna, met veel moeite „Ik had u iets te zeggen iets dat gij nu wel uit mijn mond zoudt willen hooren. Wees zoo goed aan te nemen wat mijn man u aanbood. Het zal goed voor u zijn en ook voor Sir John en mijnheer Knowle. Gij zoudt veel van Sir John houden als gij hem kendet. Hij wist niets van hetgeen tusschen u en mij voorviel tot voor korten tijd. En hij is altijd zoo goed voor mij geweest". Goddank! Als hij ook anders dan goed voor u geweest was". Plotseling hield hij stilHij ontstelde door zijn eigen stem die zoo in tegenspraak was met de stilte der kamer en ook door zoozeer behoeft. Een bondge nootschap kan alleen in stand blijven, wanneer geen der bond genooten op eigen gelegenheid gezamenlijke zaken gaat afdoen, heeft Lloyd George gezegd. En in Italië en Amerika denkt men niet anders. Alleen België toont zich de getrouwe schildknaap van den grooten vriend. Voor Duitschland is deze be ginnende oneenigheid een bui tenkansje. Want van dergelijke oneenigheden moet het 't hebben. Het heeft trouwens zoo'n bui tenkansje wel noodig. Want in eigen land is de toestand nog lang niet rooskleurig. Aan het schrikbewind van den roover- hoofdman Hoelz in Sacksen is nu wel een eind gemaakt en aan het schrikbewind der roode garden in het Westen eveneens. Maar daarmee is het evenwicht nog niet hersteld, dat Duitsch land noodig heeft, om er weer bovenop te krabbelen. Dat is geen Duitsch belang alleen, het raakt geheel Europa. En daarom kan misschien die beginnende oneenigheid voor ons allemaal e ;n buitenkansje zijn, omdat zij een strenge toepas sing van het vredesverdrag van Versailles allicht in den weg staat en een dergelijke strenge toepassing voor geheel Europa een onheil zou zijn. Met de andere vredesverdra gen schiet men nog niet hard op. Tegen het Hongaarsche ne men de Hongaren vrij beslist een afwijzende houding aan. Of het hun zal helpen De Honga ren voelen zich weer sterker, sinds het communisme er is afge schaft. Een gevolg daarvan is ook, dat voortdurend weer sa menzweringen van communisten en socialisten ontdekken, zooals er nu weer tegen den rijksbe stierder Horthy ontdekt is. Een goede metbode om zich de wel willendheid der Entente te ver zekeren schijnt dat echter niet, al is die Entente allerminst den communisten vriendschappelijk gezind. Toch schijnt die gezindheid wel wat vriendschappelijker te den onverwachten indruk, die zijne woorden blijkbaar op Emi ly maakten. „Ja", voegde hij er fluisterend bij, „ik ben er Sir John zeer dankbaar voor Het spijt mij niet dat hij het weet. Integen deel ik heb mevrouw Knowle zelf verzocht hem mede te dee- len hoe arm wij zijn en wen- schen te blijven, en dat ik, als hij mij nog hetzelfde voorstel wil doen, al wat in mijn vermogen is wil aanwenden om het te ver dienen". „Wilt ge dat wilt ge dat, inderdaad riep zij in de han den klappend uit. Stenhouse wendde het gelaat „Het valt mij niet gemakke lijk, maar ik zou 't doen omdat gij het vraagt om uwentwille „Neen, doe het voor u zelf", zeide Emily plechtig. „Doe het om in de wereld vooruit te ko men". Denk eens naOp een worden. Of is het enkel de dwang der noodzakelijkheid die de Entente „bonne mine k mau- vais jeu" doet trekken In elk geval de voorloopige beraad- slagingen tusschen de Russische delegatie en de afgevaardigden van den oppersten economischen raad over de hervatting van de handelsbetrekkingen met de Sow- jet-republiek zijn te Kopenha gen begonnen. Wie weet, hoe gauw we weer Russische caviaar zullen eten. Van de hand van den heer G. A. van Haeften, Inspecteur der Koninklijke Marechaussee, te 's Gravenhage, verscheen in de Nederlandsche, Duitsche en Fransche taal een circulaire,' die we volgaarne opnemen, omdat de inhoud ook voor ons grens bewoners, die zooveel met onze Zuidelijke naburen te maken hebben, van groot belang is. Op den lsten Mei aanstaande zal de staat van beleg, die nog geldt voor de grensprovinciën worden opgeheven. Van af dien datum zullen met het toezicht op het grensverkeer zijn belast de belastingambtenaren, alsmede de militaire en burgerlijke politie. Alle vreemdelingen, schrijft de heer van Haeften, moeten dan hunne paspoorten en andere ge- leide-brieven desgevorderd aan elk der daartoe behoorende personen vertoonen. Op de voornaamste toegangs wegen tot Nederland zullen doorlaatposten worden geplaatst, bestaande uit belastingambtena ren, die doorlating naar beide zijden regelen. Voor zoover vreemdelingen in Nederland wenschen te verblij ven, zal daaromtrent beslist worden door het „Hoofd van Politie" der gemeente aan de grenzen of ter plaatse van eerste aankomst bij wien de vreemde lingen, die het land binnenko men, zich binnen 24 uren daarna moeten melden. leeftijd van twintig of dertig jaarwerk in overvloed, geld om mede te werken en invloed bij allen doe het zoowel in uw belang als dat van de uwen. Nu kunt ge komen tot datgene wat ik mij altijd voorgesteld hebeen werkzaam, gelukkig, nuttig leven al is het dan ook niet aan mijne zijde, ja zelfs al zal ik het nooit aanschouwen, want ik ga spoedig sterven, John weet ge dat Hij kon dit niet tegenspreken, doch beproefde het ook niet. Wel bewoog hij even de lippen maar geen geluid kon hij geven. „Ja, ik sterf, binnen weinige oogenblikken, of misschien eenige weken en ga daarheen, waar ik volkomen gelukkig zijn zalge lukkiger dan ik hier ooit kon wezen. Voor ik stierf wilde ik U echter eervol de waarheid mededeelen. Heeft zij het U reeds verteld?" voegde zij er op mevrouw Knowle wijzende bij. Vanaf 1 Mei zullen nieuwe voorschriften gelden, tot regeling van het vreemdelingenverkeer in de grensstreken. De bedoeling dier voorschrif ten is om te waken tegen het binnenkomen van vreemdelingen die niet voorzien zijn van de vereischte toestemming om in Nederland te komen. Aan andere vreemdelingen zullen zoo min mogelijke moeilijkheden in den weg worden gelegd. De streek tusschen de land grenzen des Rijks en bepaalde kunst- en waterwegen zal een „bewakingsgebied" vormen, waarin het verkeer voor vreem delingen aan beperking is on derworpen. Op vrijgevige wijze zullen aan alle vertrouwde vreem delingen die zulks verzoeken, en die eens of meermalen voor korten tijd in het bewakingsge bied wenschen te komen voor de uitoefening van hun ambt, bediening of bedrijf, of voor fa miliebelangen, passen voor grens verkeer verstrekt worden, die den houders recht geven om zich langs de op den pas ver melde wegen te begeven naar een bepaald gedeelte van het „bewakingsgebied" en zich ver der, bij dag, op te houden óók buiten de kunstwegen in dat ge bied. Onmiddellijk langs da land grenzen des Rijks wordt boven dien $ene „verboden strook" ter breedte van 300 M. ingesteld, waarin niemand zich mag op houden buiten bepaalde wegen, zulks met uitzondering van hen, aan wien is verstrekt een pas voor de verboden strook. Deze laatste passen kunnen worden verstrekt aan personen, die duurzaam in de verboden strook zijn gevestigd en aan anderen, die daaraan dringend behoefte hebben voor de uitoefe ning van hun ambt bediening of bedrijf, of voor gewichtige fa milie-belangen. Verdere voorwaarden worden op de passen vermeld. Binnen de „verboden strook" zal een ieder verplicht zijn, op eerste vordering van elk der „Ja", mompelde hij, zonder verdere verklaring te vragen. De eene een echtgenoot, de andere een vrouw met den schim van haren overledenen vader tusschen hen het was bijna ondragelijk. Doch het ver leden was onherroepelijk voorbij: 't tegenwoordige slechts vrede. „Nu, vaarwel, God zegene U", zeide Emily zacht. „Groet Uwe vrouw van mij. Weet zij iets van mij „Neen ik heb haar nooit over U gesproken". Zoo ja, dat moet ge doen zooals ge 't beste vindt. Nogiets ik weet dat ik vergeten heb u iets te zeggen wat was 't, mevr. Knowle 1 ach mijn hoofd 1 Toe mevrouw Knowle, wilt ge me helpen" zeide zij op zulk een onvasten toon en met zulk een gebroken blik, dat men haar maar te goed kon aanzien hoe snel de de zandlooper haars levens afliep. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1920 | | pagina 1