ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCHVLAANDEREN Wekelijks Overzicht EMILY. VERSCHIJNT WOENSDAGS EN ZATERDAGS IN ALLE PLAATSEN VAN ZEEUWSCH-VLAANDEREN E. BOOM—BLIEK BRESKENS 29e Jaargang Zaterdag 10 April 1920 Nummer 2511 BRESKENSCHE COURANT Abonnementsprijs per drie maanden f 1. met 10 cent dispositiekosten. Advertentieprijs van 1 5 regels 50 cent Elke regel meer 10 cent. Bij abonnement lager tarief Telefoon No. 21 Drukker-Uitgever Postgiro 17704 Abonnements-Advertenties zeer billijk tarief. Vraagt condities. Advertenties worden aangenomen tot uiterlijk Dinsdag- en Vrijdagmiddag 1 uur Wie den naam heeft vroeg op te staan, komt niet licht te laat. En als je het dus je zelf aan genaam en gemakkelijk wilt maken in het leven, dan zorg je voor een goeden roep, waar aan je meestal meer hebt dan aan een goede werkelijkheid, voor je eigen reclame en naam bij de menschen. Dat heeft de Entente ook gedacht, toen ze tegen de Midden-Europeesche mogendheden te strijden kreeg. En daarom heeft ze zichzelf maar zoo gauw mogelijk, voor de tegenpartij er beslag op leg gen kon, den eerepalm der vrij heid, democratie en beschaving toegekend. Nu kon niemand meer aan haar goede en on zelfzuchtige bedoelingen, aan de voortreffelijkheid van haar streven twijfelen. Maar twijfelaars zijn er al tijd. Ze waren er in Ierland en in Indië, in Zuid-Atrika en in Egypte en in Rusland en elders ook nog wel. En het viel niet altijd gemakkelijk hun den mond te snoeren. Wie den druk en de pijn van het tegengesteh de voelt, is niet zoo licht ge neigd toe te stemmen. En noch de Ieren noch de Egyptenaren noch de Siberische ballingen wilden gelooven, dat Rusland en Engeland en hun bondge- nooten voor de vrijheid en het zelfbeschikkingsrecht der volken vechten. Zij willen dat nog niet. En daarom trachten nu de voor mannen der Entente hun be doelingen nog wat te verduide lijken. „Zelfbeschikking", zoo heeft Lloyd George ter verdediging van de Iersche Home Rulewet in het Engelsche Lagerhuis ge zegd, „zelfbeschikking beteekent niet, dat elk deel van een land, dat honderd jaar een eenheid gevormd heeft, het recht zal hebben om te zeggen Wij zijn van plan om een afzonderlijke republiek te vormen 1 Er moeten perken zijn aan het beginsel 26) „Kom, liefste, wij moesten niet langer over dit onderwerp spre ken. Stenhouse mag u komen bezoeken wanneer gij zulks ver langt, en als gij hem kunt over reden zich in onze zaak te doen opnemen, des te beter. Zeg hem vooral dat kapitaal van geen belang is. Een jong werkzaam persoon met veel zaakkennis, ziedaar wat mijnheer Knowle en ik alleen noodig hebben. Is 't zoo niet, mevrouw Knowle Zoudt gij u willen belasten met het schrijven van den brief? En V wilt ge ook nog wat bij mijn vrouw blijven ter opbeuring .Met genoegen, Sir John". .Goeden avond dan". Dit zeggende vertrok hij en liet de vrouwen alleen. van zelfbeschikking, anders zou men het op elk gebied en elke plaats op de wereld kunnen gaan toepassen". Zeker, zekerMaar toen de Tsjechen en Kroaten, die na veel honderde jaren van de Donau-iuonarc'nie zich wilden afscheiden, heeft Lloyd Geoige dat niet gezegd. En hij heeft Duitschland gedwongen Poolsche gebieden en zelfs zuiver-Duit- sche, die de eeuwen door bij Duitschland hadden gehoord, af te geven en heeft Roemeensche gebieden zelfs tegen den wil der inwoners van het duizend jarig tlongaarsche rijk afgeschei den. De kwestie is, dat die grenzen van het beginsel van zelfbeschik kingsrecht, die volgens Lloyd George noodig zijn, altijd en door allen daar getrokken wor den, waar het eigenbelang op houdt en dat van den ander be gint. Daarom wil Engeland noch aan Ierland noch aan Zuid-Afri ka dat zelfbeschikkingsrecht toe staan, waarvoor het heet ge- gevochten te hebben, ofschoon beiden het dringend en hart stochtelijk vragen en noch Ieren noch Zuid-Afrikaners van En gelsche nationaliteit zijn. Maar beide vragen het op andere wijze. De leren, die 't al zoo lang vergeefs gevraagd hebben en niet eens het recht van plaatselijk zelfbestuur kon den krijgen, zijn het vragen moede geworden en geven nu op meer plastische wijze hun wil te kennen. Voor de Afri kaners opent dat Iersche voor beeld geen prettig verschiet. ,Ik zal den Engelschen net zoo lang om vrijheid vragen tot het hen verveelt en zij het geven", heeft generaal De Wet gezegd. De geschiedenis van Ierland doet vreezen, dat hij dan heel lang zal moeten wachten en dat de Afrikaners nog wel eens andere, meer Iersche middelen zullen moeten aanwenden, willen ze die vrijheid werkelijk machtig wor den. Voorloopig schijnen ze daar echter og niet aan toe. Ze hebben ook nog niet zoo VII. Wat John Stenhouse tot zijne vrouw zeide, toen hij de brief van mevrouw Knowle ontving een zeer korte brief door Mevrouw Bowerbank gedicteerd, waarin zij haar verlangen te kennen gaf haren vroegeren vriend nog eenmaal te zien, daar zij gevoelde spoedig "te zullen sterven wat hij toen zeide en gevoelde, is moeilijk te beschrijven. Hij was er den man niet naar om zijn eigen levensgeschiedenis aan zijn vrouw toe te vertrouwenzelfs toen mevrouw Knowle zijne vrouw naderhand ontmoette, kon zij zich moeilijk voorstellen dat deze veel belangstelde in zijn vroeger leven of zijn eerste liefde. Zij was een vrouw met een lief, vriendelijk gelaat, eenigs- zins onverschillig, en zeer lang zaam, zooals de meeste Ooster lang gevraagd als de Ieren. En Lloyd George's definities van het zelfbeschikkingsrecht als niet geldend voor gebieden, die al honderd jaar tot een rijk be hoord hebben gaat ten hunnen aanzien niet op. Zij was dan trouwens ook niet tegen hen bedoeld, maar behalve tegen de Ieren tegen de Amerikaansche neven. Amerika toont een gevaarlij ke belangstelling voor het Ier sche zelfbeschikkingsrecht en Lloyd George heeft het daarom noodig geacht de Unie er eens aan te herinneren, dat zij zelf dit recht niet aan de Zuidelijke Staten heeft willen toekennen. Al gaat de vergelijking met Ieiland, dat een ander land is en door een ander ras bewoond wordt, niet op, deze herinnering toont opnieuw, dat het overal de oude geschiedenis is en men zulke beginselen alleen propa geert om ze tegenover de tegen standers in toepassing te kunnen brengen, maar ze vergeten blijkt, wanneer ze het eigenbelang in het gedrang brengen. Tijdens den oorlog heeft men deze waar heid wat al te gemakkelijk over het hoofd gezien en daarom staat men nu verwonderd. Men heeft zich door leuzen en door den roep van vroeg opstaan la ten verschalken en verbaast zich, dat zulke menschen juist het langst blijken te slapen. Is Amerika niet het land der democratie En heeft zijn tus- schenkomst in den oorlog velen niet bewezen, dat het werkelijk om de democratie ging Maar in dit democratische land wor den wettelijk-gekozen afgevaar digden in het Huis van Afge vaardigden niet toegelaten, alleen omdat het socialisten zijn. Het lijktDeensch. In 'Denemarken wil de koning uit zuiveren Duitschers-haat de ma nieren van Pruisische jonkers imiteeren. Zuiverder nog imi teert hij wijlen koning Alexan der van Servië, die door zijn officieren werd vermoord. Een luguber voorbeeld En de Deen- sche koning moet maar oppas- schen zijn. Het huwelijk was helaas, zooals zoo vele anderen, het gevolg van omstandigheden, en daarna was de man tot zijn oude leven teruggekeerd, zijn leven van zaken, drukte, een leven waaraan zijn vrouw bijna geen deel nam, waartoe zij ech ter ook niet in staat was. Toen John Stenhouse Liver pool bezocht, want nadat hij den brief aan zijne vrouw had laten lezen vertrok hij terstond derwaarts, merkten al zijne ou de kennissen, inzonderheid de Knowles een aanmerkelijke ver andering in hem opzekere ongevoeligheid en afgetrokken heid, alsof hij zich zelf van een misdaad bewust was, volgde hij, zooveel mogelijk onafhankelijk blijvende, zijn eigen weg. Met teederheid sprak hij over vrouw en kinderendocK zijn eigen oogen bleven altijd even mat, zijn gelaat vertrok zich niet. Het kon door niets de stugge sen, dat de gelijkenis niet ver der wordt doorgetrokken. Denen zijn andere menschen dan Ser viërs en gebruiken andere mid delen. Voor den dolk van den aansluipenden moordenaar kiezen ze de algemeene staking. Maar ook dit middel kan gevaarlijk zijn zoo als de expeditie-Kapp pas bewezen heeft. Zou het koning Christiaan als Dr. Kapp ver gaan Zijn staatgreep, die het ministerie naar huis zond, dat op een meerderheid in de Volks vertegenwoordiging steunde, al leen omdat hij persoonlijk het met de buitenlandsche politiek speciaal ten opzichte van Slees- wijk niet een3 was en de Kamer ontbond, is een andere dan de Kapp-sche. Maar de Denen zijn uiterst gevoelig op het punt van hun grondwettelijke rechten en in werkelijkheid democratisch. Gelukkig valt voor een naspel als we th.ins in Duitschland van Kapp's avontuur beleven niette vreezen. Daar in West-Duitsch- land gaat het nu hard tegen hard, maar wordt toch de re geering weer baas. De Tramweg Breskens-Sluis met zijlijnen. Op uitnoodiging van de Di rectie der Stoomtram Mij Bres- kens-Maldeghem, waren op 26 Maart j.l. te Groede, in het Hotel de „Drie Koningen", be langhebbenden uit de streek bij eengekomen, ter behandeling van de totstandkoming van de ontworpen tramverbindingen van Breskens over Groede-Nieuw- vliet—Cadzand—Retranchement naar Sluis, met zijlijnen. Aanwezig waren afgevaardig den van de gemeenten Breskens, Groede, Nieuwvliet, Zuidzande, Cadzand, Retranchement en Sluis van de waterschappen en polders, de afgevaardigden van „Oud- en Jong Breskens", „Groe de en Baanst", „Groot- en Klein Baarzande", „Groote St. Anna en Nieuwenhoven", „de Wate ring Cadzand", „De Tienhon- koelheid die zich van hem had meester gemaakt, door den zon nestraal doen vervangen, die uit het oog straalt van iemand die, al huwt hij ook op gevor derden leeftijd, met hart en ziel ingenomen is met zijn vrouw en zijn huwelijk. In zijn goedig, oprecht hart, dat nog niet ver anderd was. dat de zijnen tot den dood getrouw zou blijven, had de heilige huwelijkstoorts nooit helder gebrand en brandde ook nu klaarblijkelijk slechts zeer flauw. Stenhouse was nooit zoo luid ruchtig van aard geweest, maar de omstandigheden hadden zijn afgetrokkenheid nog vermeer derd. Zelfs terwijl mevrouw Knowle hem verhaalde, hoe de gezond heid van mevrouw Bowerbank geschokt was, dat er geen hoop meer was op haar herstel en hem verhaalde, op verzoek van Emily, wat de aanleiding was derd en Zwarte", „de Kievitten- polder", „de Adornispolder", „Willem Leopoldpolder" (Neder- landsch gedeelte), „Zwinpolder", „Mariapolder", „Sluis aan de Wielingen", en de „N. V. tot Exploitatie van de Kievitten- polder". Alle genoodigden wa ren opgekomen. De heeren H. S. Gratama en A. Mijs, als commissarissen uit de streek, vertegenwoordigden met den Directeur de Mij Bres- ken8-Ma!deghem. Ook de heer A. D. Heederik, ingenieur te Rotterdam, was aanwezig, om eventueele inlich tingen te verstrekken. Nadat de aanwezigen de presentielijst geteekend hadden, nam de Directeur der Maat schappij het woord. Het was hem aangenaam, alle aanwezigen welkom te heeten en uit de groote opkomst te kunnen con- stateeren, hoe zeer het onder werp aller belangstelling had daarna volgden velschillende mededeelingen omtrent den stand van zaken De groote oorlog was, zooals bekend, de oorzaak van de vertraging. De Maatschappij had echter intus6chen niet stilgezeten; alle noodige voorbereidende werkzaamheden waren verricht, waarvoor de Mij groote uitga ven had gedaan. Voorgelezen werd een schrij ven van Z.Ex. den Minister van Waterstaat, waarbij Z.Ex. zich bereid verklaarde, te willen be vorderen, het bij de wet van 29 Mei 1916, voor den spoor weg verleende renteloos voor schot, te verhoogen. Als voorwaarde geldt hierbij, dat Provincie en streek eveneens genoegzaam bijdragen. Van de zijde van H. H. Gedeputeerde Staten werd toegezegd een voorstel aan H. H. Provinciale Staten van Zeeland, ter verhoo ging van de bijdrage van de Provincie. De Maatschappij wil krachtig medewerken aan de totstand koming der lijnen en harerzijds ook financieel flink steunen. Wil len de lijnen tot stand kunnen geweest voor het huwelijk van deze met Sir John, bewaarde hij een volslagen stilzwijgen geen enkel woord kwam over zijn lippen. „Hij is zoo geheel en al een manriep mevrouw Knowle spijtig uit, toen zij haren man het voorgevallene verteld had. „Mij dunkt, dat hij als een man gehandeld heeft", zeide de goede Edward Knowle tot ant woord, hoewel zijn vrouw niet begreep wat hij daarmêe be doelde. Langzamerhand, na verloop van jaren, leerde zij echter de kracht der mannen schatten, die al hunne aandoe ningen met dezelfde uiterlijke kalmte kunnen dragen. „Ik dank u", had Stenhouse gezegd, de hand naar mevrouw Knowle uitstrekkende, „ik dank u voor al wat gij voor mij voor haar gedaan hebt 1 Zou zij in staat zijn mij te ontvangen r (Wordt vervolgd.

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1920 | | pagina 1