ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCHVLAANDEREN
VERSCHIJNT WOENSDAGS EN ZATERDAGS IN ALLE PLAATSEN VAN ZEEUWSCH-VLAANDEREN
E. BOOM-BLIEK
29e Jaargang
Zaterdag 27 Maart 1920
Nummer 2508
JWskeiyks Overzicht
hf;
EMILY.
Roode troepen
nabij onze grens.
Binnenland.
BRESKENS
COURANT
Abonnementsprijs per drie maanden f 1.
met 10 cent dispositiekosten.
Advertentieprijs van 1 5 regels 50 cent
Elke regel meer 10 cent. Bij abonnement lager tarief
Drukker-Uitgever
TNo.f02°r BRESKENS P°7s$4r0
Abonnements-Advertenties zeer billijk tarief.
Vraagt condities.
Advertenties worden aangenomen tot uiterlijk
Dinsdag- en Vrijdagmiddag 1 uur
Het heet wel, waar het hart
vol van is, vloeit de mond van
over. En verliefden en anderen,
wier hart vol is, weten, dat er
^4 in die uitdrukking ongetwijfeld
waarheid schuilt. Maar het is
toch ook herhaaldelijk gebleken,
'aS|dat niet allen, wier mond over
vloeit, het hart vol hebben en
f"| dat vaak de overvloeiende mond
dient ter verberging van de
lllI'l leegheid van het hart.
LudendorfF en de zijnen
rtj'1 want Ludendorfl' blijkt de eigen-
g"l lijke aanlegger van het militair
rst| complot, dat in de Berlijnsche
Wilhelmstrasse zoo'n smadelijk
einde nam hebben altijd den
!eu(n)ond vol van het Duitsche
aderland en beschouwen zich
en de Pruisische jonkers als de
alleen echte Duitsche en geest
driftige vaderlanders. Maar om
de macht, die hen in de revo
lutie dagen van November 1918
kkfontglipt was, weer aan zich te
itrekken, hebben ze er het Duit-
iche vaderland aan gewaagd.
",n hun roekeloos ondernemen
ont thans zijn noodlottige ge-
olgen door het geheele rijk.
De heerschappij van het con-
:ra-revolutionaire troepje, dat
trlijn en de regeering over-
mpelde, heeft maar kort ge
duurd. Tegen de macht der
arbeiders, die door de publieke
va opinie en een groot deel der
rac
ddel
X D
burgerij gesteund werden, ble
ken ook de Baltische troepen
niet op te kunnen. Maar een an-
ygdere klasse-heerschappij dreigt.
De staatsgreep, die de arbeiders
ve| in beweging gebracht heeft, blijkt
den communisten in de kaart
et?e gespeeld te hebben. Blijkbaar
lijn onder hun invloed de arbei
ders van meening geworden, dat
C|1 ze ter wering van het dreigend
jonker-gevaar niet beter konden
q doen dan zich zeiven de macht
loe te kennen. En in het Wes
telijke industrie-gebied van
j p Duitschland is hun dat ook ge-
ukt en hebben ze de bolsjewis-
Qji iache radenrepubliek gevestigd,
inh.
voor
;baa
isten
ndd
gen1
derr
Dezulken zijn zeldzaam doch
Dl z'jn er en Stenhouse behoor-
le onder hen.
Zijn geheim bleef dus zorg-
ulaig verborgen en of zijn hu-
*elijk gelukkig was of niet, hij
ferkte maar steeds geduldig,
onvermoeid voor zijne vrouw en
•oor de kinderen, die wel niet
le zijne waren, doch die hij
onder zijne hoede genomen had.
Al zijne oude bekenden ont-
'lood hij, zelfs mijnheer en me-
'rouw Knowle, vroeger zoo aan
'eui gehecht 1 moesten hem
'el zijns weegs laten gaan.
De eenige, die met groote
olharding de kennis met hem
anhield was John Bowerbank.
deze ook tot dat soort men-
then behoorde, die een eenmaal
tpgevatte genegenheid niet ge
makkelijk kunnen onderdrukken;
13)
waartegen de rijksweei baarheid
troepen uit het Zuiden en andere
deelen van Duitschland thans
den strijd begonnen zijn. De
communisten, met wie de onaf-
hankelijken en meerderheids
socialisten in het Westen samen
gaan, beschikken over een talrijk
en goedgewapend arbeidersleger
en tenzij onderhandelingen sla
gen, wacht Duitschland een ver
bitterden binnenlandschen strijd.
Want ook in andere streken van
Duitschland doen de communis
ten zich gelden en het is nog de
vraag, of de oude regeering zich
te Berlijn zal kunnen staande
houden. De gunstige ontwikke
ling, die zich den laatsten tijd
in de gebeurtenissen begon af te
teekenen, is daarmee verstoord.
Voor langen tijd zal, hoe de
strijd ook moge eindigen, het
Duitsche oeconomische leven
door nieuwe onrust en verbitte
ring lamgeslagen zijn. En dc
stemming der Entente, die ten
gunste van Duitschland begon te
wijzigen, zal weer een wantrou
wende worden. In de Fransche
pers vooral openbaart zich die
verandering al en tal van Fran
sche couranten dringen op in
grijpen van de Entente aan. De
Engelschen schijnen daarin ech
ter nog geen zin te hebben en
de Italianen en Amerikanen
evenmin.
Die laatsten verkeeren trou
wens altijd nog in een eigen
aardige positie tegenover Duitsch
land. De Senaat heeft het vre-
des-verdrag verworpen en de
oorlogstoestand blijft dus besten
digd. Ten einde dit te verhelpen
is bij 't Huis van Afgevaardigden
een motie ingediend, verklarende,
dat er vrede met Duitschland
bestaat. De Senaat had intus-
schen deze gelegenheid aan
gegrepen om nog even den
Engelschen bondgenoot een hak
te zetten door een voorbehoud
op het vredesverdrag aan te
nemen, waarin sympathie betuigd
werd met het streven van het
Iersche volk en de hoop uit
gesproken, dat de tijd nabij was,
dat Ierland een regeering naar
of wel dat hij eenige andere
onbekende reden daarvoor be
zat; zeker was het dat het hoofd
der firma zijn vroegeren klerk
niet uit het oog verloor, en toen
mijnheer Knowle beweerde dat
het in 't belang der zaak wen-
schelijk was dat een bekwaam
jong firmant in de zaak zou
worden opgenomen, en daardoor
van zelf de vraag opkwam wie
deze gewichtige betrekking zou
moeten bekleeden, stelde Sir
John terstond voor: Stenhouse.
Edward Knowle stond ver
baasd, verstomd ontsteld streek
hij zich de handen door 't haar
„Zoo zoo 1 Mij dunkt ge moest
me toestaan daarover eens met
mijne vrouw te spreken".
Op zijn beurt stond Sir John
verbaasd. „Zooals gij -verkiest.
Doch het zou mi] nooit in de
gedachten komen, met mijn
vrouw over zaken te spreken".
„Nu", hervatte de ander die
terstond van de gelegenheid
gebruik maakte, „dat zou geen
eigen keuze zou bezitten.
Erg nabij lijkt die tijd echter
nog niet en de gevolgen van
dit gemis doen zich nog iederen
dag in Ierland voelen in aan
vallen en moordpartijen. Zoo is
onlangs de lord-mayor van Corck
in zijn eigen huis vermoord,
waarschijnlijk door tegenstanders
van de Iersche beweging, waar
van deze burgemeester een voor
stander was. Ondanks dit alles
denkt Engeland er nog niet aan
de eischen der Ieren in te willi
gen en hun het volle zelfbe
schikkingsrecht toe te kennen.
Zelfs een man als generaal
Smuts wil van dit zelfbeschik
kingsrecht voor zijn eigen volk,
welks zaak hij eens zoo geest
driftig verdedigde, niet weten.
En in een brief aan de kiezers
van een Kaapsch district spoor
de hi] deze aan de zaak van 't
Britsche rijk, die hij eens de
zaak van het onrecht noemde,
trouw te blijven.
Over 't algemeen hebben de
Hol landsch-Afrik aansche kiezers
zich aan dezen raad maar wei-
nig gestoord Want de overwin
ning der Nationalisten bij de
jongste verkiezingen beteekent
een krachtig veldwinnen van de
republiekeinsche gedachte. En
dit winnen beteekent veld winnen
niet van de Britsche maar van
de Hollandsche zaak. De Afri
kaners willen zich zelf zijn en dus
Hollandsch. Eti datzelfde willen
ook de Vlamingen. Hun wil ook
wordt sterker en uit zich luider.
En die luide uiting doet der
Belgische regeering zoozeer de
schrik om het hart slaan, dat zij
de Nederlandsche studenten van
het groot Nederlandsche Stu
dentencongres te Leuven weert.
Blijkbaar is ze evenals dat Pa-
rijsche blad bang voor het pan-
Neerlandisme, dat niet bestaat.
Het Groot-Nederlandsch Stu
dentencongres is intusschen, zij
het zonder Nederlanders, door
gegaan met medewerking van
Afrikaners en heeft de nati
onale geestdrift der Vlaamsche
studenten geopenbaard. Het zal
zeker de schuld der Belgische
kwaad doenintegendeel, ik
geloof zelfs dat het in dit geval
zijn goede zijde zou hebben".
„Waarom
„Wel", begon de andere eenigs-
zins aarzelend „als iemand een
deelgenoot in zijn zaak neemt,
die gehuwd is, brengt deze na
tuurlijk zijn vrouw mede, en zou
het dan naar mijn inzien goed
zijn voor de verhouding tusschen
de dames als deze eerst geraad
pleegd werden. Wil ik mijn
vrouw verzoeken, er eens met
mevrouw Bowerbank over te
spreken
„Als zij zulks doen wildoch
ik vind het groote onzin om
dergelijke ondergeschikte om
standigheden te rangschikken
onder zaken doen. Ik kan het
nut daarvan niet inzien. Als ge
't goed vindt ieder oogenblik
dat we verloren laten gaan, ver
oorzaakt vertraging 'zal ik
hem van avond nog schrijven en
het aanbod doen".
Dit geschiedde en werd on-
rcgeering niet zijn, wanneer die
geestdrift vanaf heden niet nog
blakender wordt.
De berichten uit Wesel en uit
Berlijn, die op de mogelijkheid
wijzen, dat de „roode troepen"
gevaarlijk dicht bij ons land, 't
land van melk en honing voor
alle Duitschers, komen, zal mo
gelijk bij sommigen eenige on
gerustheid gaande maken. Toch
gelooven wij niet, dat als de
autoriteiten de noodige voor
zorgsmaatregelen nemeier re
den is voor ernstige bezorgdheid,
schrijft het Alg. Ilbld.
Hoe het Nederlandsche volk,
zonder noemenswaardige uitzon
dering, tegenover zulk een bezoek
van roode legerbenden staat, is
wel aan geen twijfel onderhevig.
Wij gelooven dat zelfs een meer
derheid van de zeer kleine groep
Nederlanders, die op communis
tische candidaten stemmen
wat nog iets anders is dan com
munist zijn zich zou verzet
ten tegen zulk een bezoek van
troepen, wier eerste doel en
eerste wensch zou zijn Neder
land leeg te plunderen, ons aan
den honger bloot te geven met
als middellijk gevolg stop zetten
van ons internationaal verkeer,
stop zetten van den aanvoer van
grondstoffen en voedingsmidde
len uit het buitenland.
Zóo dom zijn ook de commu
nisten in ons land niet of zij
beseffen wel, welk een econo
mische ramp een militaire be
zetting van ook maar een klein
deel van ons land voor dat stuk
zou zijn. De troepen, die onze
grens verdedigen, verdedigen
huis en haard, vrouwen en kin
deren tegen volstrekten roof en
misdaad in de meest letterlijke
beteekenis van het woord. En
dat verstaan zij zeer goed.
Ons leger is uitnemend bij
machte de roode benden buiten
de grens te houden. Dat neemt
middellijk afgeslagen, zonder
opgave van eenige reden.
Sir John was uit het veld ge
slagen. Het antwoord, per tele
gram ontvangen, was zoo kort
af, dat hij zich nogmaals de
moeite gaf zijn voorstel te her
halen, in vriendelijker woorden,
om hem de voordeelen er van
op te sommen, zoodat hij meen
de dat niemand zoo iets zcu
kunnen afwijzen. En toch ont
ving hij per keerende post een
nieuwe weigering.
„Die man schijnt krankzinnig",
zeide Sir John tot zijne com
pagnon.
„Misschien!" was het korte
antwoord.
„Wel, hij heeft drie kinderen
en een vrouw, en verdient ter
nauwernood genoeg om hen brood
met kaas te gevenzooals ge
weet informeerde ik op verlan
gen van mevrouw Bowerbank
daarnaar. Zij stelde belang in
zijn vrouw, en kon nu haar wel
eens schrijven, om haar de dwaas-
niet weg, dat reeds een poging
van roode troepen om onze grens
te overschrijden, een zeer on
aangename en ernstige zaak zou
zijn. Of zulk een poging zal
geschieden Op groote schaal
waarschijnlijk niet. Daartoe zijn
die roode benden èn niet goed
fenoeg georganiseerd èn heb-
en zij te veel vijanden in den
rug. Men vergete niet, dat de
roode legers niet de meerderheid
van de bevolking in het Ruhr-
gebied achter zich hebben.
Zij hebben slechts achter zich
de meerderheid van hen die
wapengeweld willen gebruiken
om den bestaanden toestand te
wijzigen, terwijl de ongewapen
de meerdeiheid de verdediging
der orde aan de bevoegde mach
ten, die te kort schoten, over
liet.
Toch zijn er twee gevaren,
waarop gelet dient te worden.
Ten eerste op de mogelijkheid
van stroopenden benden, mis
schien nog misleid door mede-
deelingen, dat ook in Nederland
een communistische omweteling
aan den gang is. Ten tweede
is het niet uitgesloten, dat de
rijkstroepen, die waarschijnlijk
spoedig zullen trachten de orde
in Rijnland te herstellen, de
roode benden voor zich uit naar
het Westen jagen naar de
Nederlandsche grens. Dan moet
ons leger klaar staan die benden
te ontwapenen.
Doch dat laatste gevaar is
niet onmiddellijk gevaar men
zal het zien aankomen en er tij
dig maatregelen tegen kunnen
nemen.
Voor groote bezorgdheid be
staat, gelooven wij, voor ons
Nederlanders geen aanleiding,
indien de autoriteiten tijdig maat
regelen nemen om op elke mo
gelijkheid voorbereid te zijn.
NEDERLAND EN BELGIË.
De correspondent te Brussel
van de N. R. Crt. heeft aan
Kamiel Huysmans gevraagd, wat
heid van haren man onder 't
oog te brengen. Daarover zal
ik haar eens gaan spreken".
Inmiddels had zij reeds een
en ander met mevrouw Bower
bank gesproken.
Met vreezen en beven had de
goede mevrouw Knowle zoo
voorzichtig mogelijk het teere
punt aangeroerddoch Emily
had niet de minste aandoening
doen blijken. Ze merkte alleen
aan, dat zulk een vennootschap
zoowel voor de firma als voor
mijnheer Stenhouse zeer ge-
wenscht was, en hoopte dat zij
spoedig tot stand zou komen.
„Gij weet dus zeker, lieve
Emily dat gij er geen bezwaar
tegen hebt?"
„Neen waarom zou ik waar
op ze na een korte pauze ern
stig liet volgen„O, neen, nu
niet meer".
(Wordt vervolgd.