ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCHVLAANDEREN
EMILY.
VERSCHIJNT WOENSDAGS EN ZATERDAGS IN ALLE PLAATSEN VAN ZEEUWSCH-VLAANDEREN
E. BOOM-BLIEK
TNo,02T BRESKENS p,07s$4r0
29e Jaargang
Woensdag 18 Februari 1920
Nummer 2497
Staking-
in het Transportbedrijf.
Program van Actie
van den Ned. Bond van
Belastingbetalers.
BRESKENSCHE COURANT
Abonnementsprijs per drie maanden f 1.
met 10 cent dispositiekosten.
Advertentieprijs van 1 5 regels 50 cent
Elke regel meer 10 cent. Bij abonnement lager tarief
Drukker-Uitgever
Abonnements-Advertepties zeer billijk tarief.
Vraagt condities.
Advertenties worden aangenomen tot uiterlijk
Dinsdag- en Vrijdagmiddag 1 uur
Het conflict in de Amster-
damsche en Rotterdamsche ha
vens, dat reeds zoo lang heeft
gedreigd, is tot uiting gekomen.
Zaterdag is de staking der trans
portarbeiders geproclameerd.
Onverwacht komt de stakiog
geenszins, al is het oogenblik
der proclamatie tot het laatste
toe in het onzekere gebleven.
Maar dat gold slechts een ver-
ichil van eenige dagen, want
niemand twijfelde er meer aan,
dat omstreeks half Februari de
bedrijven zullen worden stil
gelegd.
Het Algem. Hbld. geeft een
voorgeschiedenis van dit conflict:
Het conflict in de haven broeit
feitelijk reeds van November
1918 af. In die maand, toen
ook in ons land de revolutionaire
dementen het hoofd opstaken, is
de Loonraad in de Vervoer
bedrijven opgericht, waarin ver
tegenwoordigers van de werk
gevers en van de werknemers
zitting hadden. Het doel was
in de vergaderingen van dien
Loonraad de wenschen en grie
ven van beide groepen van be-
•mghebbenden te bespreken.
Men hoopte dan in onderling
erleg de loonen vast te stel
len en zoodoende stakingen en
conflicten te voorkomen.
De Loonraad heeft evenwel in
dit opzicht niet aan de verwach
tingen voldaan. Heftige debatten
tijn er dikwijls gevoerd over
principieele quaesties, over pro
ductie-opvoering en socialisatie.
Daar de beide groepen echter
op geheel tegenovergesteld stand
punt stonden, werd geen over
eenstemming bereikt.
Maar behalve over deze prin-
cipiëele vraagstukken, kon ook
over de practische quaesties,
met name over het loon, geen
overeenstemming worden ver
kregen.
Reeds in September 1919
dreigde een loonconflict tot een
•taking te lijden. De arbeiders
hadden toen, zich beroepende
12)
Doch ge moet me beloven, ging
tij voort, hare teere vingers ver
trouwelijk op de hand van mevr.
Knowle leggende, dat ge iets
voor me zult doentoe beloof
®c dat".
,Ik beloof nooit iets zonder
het aan Edward te vertellen".
,0, dat moogt ge doen, want
hij moet het toch eigenlijk doen.
Hij kan en zal het doen".
Wat is het dan Ik bid U,
•preek vrij uit".
,Gij hebt gehoord wat mijn
'echtgenoot zeide. Nu moet uw
^»n, onverschillig onder welk
(Voorwendsel, zelfs een leugen,
dit noodig is, het zal een
"Ugen om bestwil zijn, maar hij
8oet er voor zorgen, dat ze-
'er iemand, ge weet wien ik
•«doel, niet in Liverpool terug-
Kimt".
op de stijging van den levens
standaard, toeslag op het be
staande contractloon gevraagd.
De Scheepvaartvereeniging, hoe
wel zij bereid was eenige con
cessies te doen, was niet geneigd
op de eischen der arbeiders in
te gaan.
Ofschoon 't toen eenige weken
lang zeer ernstig heeft gespan
nen, is het niet tot een staking
gekomen. De arbeiders hebben
met de patroonsaanbieding, onder
protest, genoegen genomen, uit
overweging, dat een staking in
October de onderhandelingen
over het nieuwe collectieve con
tract, dat 1 Januari van ditjaar
moest ingaan, zou bemoeilijken,
zoo niet doen mislukken.
Toen dan de October-crisis
voorbij was, zijn de onderhan
delingen over het nieuwe colec-
tieve contract voortgezet, echter
zonder resultaat. Beide partijen
stelden hun voorwaarden en
hielden daaraan vast.
In het einde van 1919 is nog
een vergadering van de Loon
raad gehouden, welke in de
dreigende crisis geen nieuw licht
bracht. Daarna hebben de ver
schillende arbeidersorganisaties
vergaderd en besloten de pa
troonsaanbiedingen af te wijzen
Van deze afwijzing hebben zij
bericht gegeven aan de Scheep
vaartvereeniging en deze heeft
geantwioord, aangaande het loon
geenerlei concessies meer te
willen döen.
Zoodoende was het conflict
onvermijdelijk geworden.
De organisaties van transport
arbeiders, nl. de Centrale bond, de
Ned. Federatie, en de R.-K. en
Christelijke organisaties, hebben
met hun leden vergaderd, den
aard van het conflict uiteengezet
en daarna de leden doen stem
men over de vraag, of na de
afwijzende houding van den heer
Paul Nijgh, voorzitter van de
Scheepvaartvereeniging, al dan
niet tot staking moet worden
overgegaan.
De leden van de Ned Fe
deratie verklaarden zich in groo-
te meerderheid vóór de staking
ongeveer 95 pet. stemde vóór.
„Ik begrijp U volkomen".
„Hij mag niet komen, zeg ik
u", vervolgde zij met een stem
waarin de vrees doorschemerde.
Want ik ben een zwakke vrouw.
Ik weet dat ik dit meermalen
getoond heb. Ik ben nu veilig
en rustig, en wensch dit te blij
ven. Ik bemin hem nu niet
meer, nadat hij mij heeft ver
laten doch houd hem om Gods
wil ver van mij verwijderd. Laat
de zee honderd, duizend mijlen
tunchen ons blijven. Laat mij
de zekerheid bezitten dat ik
nooit meer zijn gelaat zal aan
schouwen, of zijn stem hooren,
zelfs zijn voetstap niet ge
weet dat ik die zeer goed ken.
Ik moet hem niet meer zien
nooit, nooit meer I"
„Neen, als ik er iets tegen
doen kan zal dat nooit gebeu
ren", zeide mevrouw Knowle, de
weenende, snikkende vrouw in
hare armen houdende, en zelf
eenige tranen stortende, en met
Van den Centralen Bond wensch-
te ruim 60 pet. de leden tot
staking over te gaan. De R.-K.
organisatie verklaarde zich er
vrijwel éénstemmig tegen. Daar
echter ter beide laatstgenoemde
organisaties slechts een klein
precentage vormen van het to
taal aantal transportarbeiders,
kan hun houding geen invloed
oefenen op de stemmenverhou
ding. Alles te zamen genomen
was meer dan 80 pet. van de
betrokken arbeiders vóór de
staking.
In verband met dezen uitslag
hebben de besturen van den
Centralen Bond en van de Ned.
Federatie een brief aan den
voorzitter van de Scheepvaart
vereeniging, den heer Paul Nijgh,
gezonden, waarin werd gevraagd
de looneischen van de arbeiders
alsnog in te willigen. Zoo niet,
dan zou binnen enkele dagen de
staking worden geproclameerd.
Zooals te verwachten was, heeft
de heer Nijgh geen bevredigend
antwoord gegeven.
Het bestuur van de Christe
lijke organisatie heeft zijn leden
geadviseerd aan het werk te
blijven, dat van de R.-K. heeft
het parool uitgegeven „Niet
te werken". Dit beteekent niet
hetzelfde als staken, volgens de
uitlegging van het R.K.-bestuur.
De R.-K. arbeiders willen zich
in het conflict geen partij stellen
en daarom staken zij niet, maat
zij werken ook niet.
Nog dreigt een nieuw conflict
uit te breken, wanneer de ge
meente-kraandrijvers de kranen
zullen moeten bedienen tijdens
de staking in het havenbedrijf.
De besturen der Federatie van
Gemeentewerklieden en den
Bond van Personeel in Openbare
Diensten en Bedrijven, bij welke
organisaties deze werklieden, een
honderdtal, zijn aangesloten,
stellen zich op het standpunt,
dat, in geval er werkwillige boot
werkers de booten zullen lossen,
de kraandrijvers hierbij hun
medewerking niet mogen ver-
leenen. De werklieden zijn over
zeker gevoel van vrees, ze wist
zelf niet voor wien. Zij hield er
zich echter van overtuigd, dat
er hier of daar een vreeselijke
misdaad geschied was, en hoe
wel niet bepaald nieuwsgierig,
wist ze toch gaarne alles haar
fijn en wilde niet in 't donker
rondtasten.
„Wel vertel me eens, mevr.
Bowerbank", vroeg ze, toen ze
beiden een weinig bedaard wa
ren „ik vraag het niet uit louter
nieuwsgierigheid, maar omdat
mijn man en ik zulke goede
vrienden van hem zijn. Zeg mij
eens met een enkel woord, waar
om gij niet met John Stenhouse
gehuwd zijt".
„Omdat hij mij nooit gevraagd
heeft, dat wil zeggen, niet ten
tweede maal, zooals hij beloofd
had. Zooals gij weet beloofde
hij mij plechtig dat hij mij, als
ik meerderjarig werd, zou vra
gen en mij huwen".
„Met of zonder toestemming
't algemeen van hetzelfde ge
voelen. Mocht het zoover komen,
dan zullen de genoemde bestu
ren zich eerst met B. en W. in
verbinding stellen, voor en aleer
men verdere maatregelen zal
treffen.
De gemeente-kraandrijvers ver
vullen in het havenbedrijf een
belangrijke rol. Zonder de kranen
kan men bij herladen en lossen
weinig uitrichten, zoodat een
stopzetten van dit bedrijf van
veel invloed op de staking zal
zijn.
I)e Nederlandsche Bond van
Belastingbetalers stelt zich ten
doel, door te ijveren voor een
economische huishouding van
Staat, Provincie en Gemeente,
den belastingdruk voor het Ned.
Volk-in-zijn-geheel merkbaar te
verlichten, en streeft naar een
billijke verdeeling van dien be
lastingdruk.
De Bond ijvert hiertoe voor
de volgende maatregelen met
betrekking tot de inkomsten van
Staat, Provincie en Gemeente
1. De Staat bekostige zijn
huishouding uit één Rijksinkoms
ten-belasting, welke een proges-
sief karakter zal moeten dragen.
2. Provincie en Gemeente zul
len door opcenten op de Rijks
inkomstenbelasting haar huis
houding bekostigen't maximum
dier opcenten worde bij de
Rijkswet vastgesteld.
3. Invoerrechten en accijnzen
kunnen door den Staat worden
geheven, echter uitsluitend op
genot- en weelde-artike'en. De
Bond beschouwt het niet als
zijn taak, om eenige actie te
voeren voor of tegen bescher
mende rechten.
5. Registratiën dienen hun fis
caal karakter te verliezen.
Met betrekking tot het fiscaal-
technische gedeelte ijvert de
Bond voor de volgende maat
regelen
van Uw vader
„Juist. Hij zeide dat hij zijn
wil zou doorzetten. Als hij het
beleefde, zou hij op mijn ver
jaardag schrijven of overkomen.
Doch hij schreef nooit en is niet
meer overgekomen".
„Hoe zonderling 1" zeide me
vrouw Knowle. „En nu weet ik
ik ben er bijna zeker van
Plotseling hield ze stil want
zij voelde aan de hand van mevr.
Bowerbank haren trouwring, die
vervloekte ring.
„O, welk een dag heb ik
doorleefd, die geboortedag",
vervolgde Emily haar lang be
nauwd hart uitstortende.
„Wij gaven een bal; ik ver
langde dit niet, doch papa stond
er opik gaf er weinig om, ik
gevoelde mij te gelukkig, want
toen ik 's morgens ontwaakte,
wist ik dat ik hem bepaald dien
dag zou zien ik hield me
toch overtuigd, dat hij zou over
komen en niet schrijven, omdat
1. Aaneen Directeur-Generaal
worde de inning der belasting
gelden opgedragen.
2. De Directeur-Generaal zij
in zijn handeling jegens belas
ting-betalers gebonden aan de
zelfde wetten, die voor den
burgerlijken crediteur ten op
zichte van diens debiteur gelden.
3. Onder geen omstandigheden
zijn belastingpenningen als pre
ferente vorderingen aan te mer
ken.
4. De Rijksinkomsten-belasting
worde in twaalf gelijke maande-
lijksche termijnen voldaan.
5. Eventueele geschillen tus-
schen de Directie der Belastingen
en belastingbetalers worden uit
sluitend bij wijze van arbitrage
beslist. De wijze van arbitrage
worde bij Koninklijk Besluit
nader geregeldde arbitrage
geschiede in kort geding.
6. De vrijkomende ambtenaren
en beambten der Belastingen
worden zoo mogelijk elders ,te
werk gesteld, desnoods gepen-
sionneerd.
7. De Bond bestudeere, in
hoeverre het bij geregelde wan
betaling van belastingpenningen
wenschelijk kan zijn, de belas
ting dezer wanbetalers te doen
innen bij de bron.
Met betrekking tot de uitga
ven van Staat, Provincie en Ge
meente ijvert de Bond voor de
volgende maatregelen
1. Staat, Provincie en Gemeente
inogen niet meer uitgeven, dan
de inkomsten toelaten.
2. Leeningen mogen alleen
worden aangegaan, indien daar
voor beleeningsobjecten aanwe
zig zijn.
3. Hoewel de Bond goed onder
wijs, speciaal goed vakonderwijs,
voorstaat, moet ook inzake deze
op bezuiniging worden aange
drongen.
4. Op Leger en Vloot worde
flink bezuinigd. Met het tegen
woordig systeem van leger- en
vlootorganisatie worde in ieder
geval gebroken.
5. Er worde onderscheid ge
maakt tusschen publieke bedrij
ven en publieke diensten. De
eerste worden zoo mogelijk in
hij mij in twee jaren niet gezien
had. Uur op uur verwachtte ik
hem te vergeefs. Ik danste mij
zelf half dood, omdat papa maar
niet zou bemerken dat ik me
ongelukkig gevoelde. Alle dagen
koesterde ik dezelfde hoop. Week
aan week verbeidde ik iedere
post en ik was nooit uitgegaan,
of kwam in gespannen verwach
ting thuis, hopende een brief te
vinden. Doch hij schreef nooit
en kwam zelf evenmin. Einde
lijk hoorde ik dat hij naar In-
dië gegaan was en begreep dat
ik toen alle hoop moest opgeven".
Emily liet het hoofd op de
borst zinken, terwijl het vuur
dat in eenige oogenblikken in
hare oogen had geblonken, weer
verdoofde, zij zonk neer, bleek
en zenuwachtig en werd weer
dezelfde vrouw van John Bower
bank van te voren.
„Haat ge hem nog daarom?"
vroeg mevrouw Knowle met af
gewend gelaat. (Wordt vervolgd.