ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSC». EMILY. VERSCHIJNT WOENSDAGS EN ZATERDAGS IN ALLE PLAATSEN VAN ZEEUWSCH-VLAAi Nummer 2492 De komst der Weenscke. kinderen. 29e Jaargang De aanslag op Minister Erzberger. 7> E. BOOM—BLIEK Zaterdag 31 Januari 1920 Abonnementsprijs per drie maanden f 1.— Advertentieprijs van 1 5 regels 50 cent Elke regel meer 10 cent. Bij abonnement lager tarief Abonnements-Advertenties ,ef. Advertenties worden aangenomt u i t e r I ij k Dinsdag- en Vrijdagmiddag 1 uur en de denkbeelden, die Thyssen toevallige coïncidentie in het belang van zich zelf achtte. Toen Erzberger geen commis saris meer was, veranderden zijn denkbeelden omtrent de politiek, die het meest met de belangen van het rijk strookte, wederom alleraanmerkelijkst. Nu mag het waar zijn, dat er vele andere afgevaardigden zijn, die mede hun politiek meer of minder afhankelijk hebben gemaakt van hun financieele belangen, het mag waar zijn, dat er veel ergere gevallen dan die van Erzberger zijn voorge komen en dat degenen, die zijn vuile wasch nu zoo te voorschijn halen, geenszins uitsluitend de zuivering van de politieke mo raal op het oog hebben, maar daarmee ook hun eigen politieke oogmerken najagen. Het is na tuurlijk niet volstrekt te bewijzen, dat de overeenstemming van de belangen van Thyssen met de belangen des rijks, zooals die tijdens zijn commissariaat aan Erzberger voorkwamen, anders dan een toevallige over eenstemming is. Maar al praat men als Brugmans, er is toch, wat men zoo noemd, een luchtje aan. Neen, Erzbergers is geenszins boven alle verdenking verheven. Ware hij voor alle corruptie ontoègankelijk geweest, ware wezenlijk de overeenstemming tusschen de belangen van Thys sen en zijn eigen politiek van dat tijdperk zuiver toeval ge weest, dan had dat voor hem een reden te meer moeten zijn geweest, geen geld van Thyssen aan te nemen. t'n als hij nu eenmaal voor zijn financieele belangen en die van Thyssen had willen werken, dan had hij als politicus en lid van den Rijksdag zich moeten terugtrek ken. Maar, zoo heeft de advo caat van Helfferich terecht gevraagd, zou Thyssen dan nog op Erzberger als commissaris gesteld zijn geweest? Latere berichten melden Erzberger is erger gewond dan men aanvankelijk vermoed de. Een deel van het schouder blad versplinterd, kleeren in de wond, gedeeltelijke verlamming, koorts, dat klinkt allemaal niet gunstig. Zooals te voorzien was, wordt de moordaanslag door de bladen van alle richtingen ver- oordeeld. Een symphonie eindigt ge woonlijk in dezelfde toonsoort, als waarin zij begonnen is. In zoover heeft de oorlog dus eenige overeenkomst met een symphonie. Hij is begonnen met een ultimatum aan Servië en eindigt ook met een ultimatum aan Servië. De heele wereld is te gronde gericht. Het is allemaal daarom begonnen, dat Oostenrijk Servië zoo onrechtvaardig behandelde met zijn ultimatum. Oostenrijk en zijn bondgenooten zijn ver slagen, en nu krijgt Servië van zijn bevrijders een ultimatum thuis. Hoe ondankbaar ook, om niet te begrijpen, dat het wel een lapje Servischen grond mag afstaan, als belooning voor de genen, die zoo hard hebben gevochten, om te voorkomen, dat geen grond aan Servië zou worden afgenomen door een ander, wel te verstaan. Och, het is allemaal heel lo gisch, we hebben daar al dik wijls op gewezen. Italië is de vijand van iedere mogendheid, die macht heeft of nastreeft aan de kust van de Adriatische Zee. Oostenrijk had de meeste kan sen. Oostenrijk moest dus wor den bestreden en Oostenrijk's vijand, Servië, moest worden geholpen. Maar nu Oostenrijk aan de kust door Servië is vervangen, zijn de rollen om gekeerd. Niettemin is dit slot van een soort grootsche en monsterach tige ironie, waardoor nu zelfs een toonaangevend Servisch blad verklaart, dat het (nu al genezen is van iedere illusie omtrent de zedelijke opvattin gen van de vredesconferentie. Het ultimatum komt, naar ge meld, daarop neer, dat de Ser viërs de door Italië goedgekeur de regeling ook moeten goed keuren, en dat anders de geal lieerden het verdrag van Lon den zullen toepassen. Op haar verzoek heeft de Servische re geering eenig uitstel gekregen. Vanwege het Centraal Comité tot hulpverleening aan de nood lijdende kinderen te Weenen, Javastraat 40, Den Haag, wordt het volgende medegedeeld Sinds 15 December zijn reeds 5 treinen met Weensche kinde ren voor het Algemeen Ned. Comité voor Noodlijdend Oos tenrijk binnengekomen en toch komt nog dagelijks van ongedul dige plaatselijke comité's en personen die kinderen verwach ten, de vraag wanneer deze zullen komen. Aan alle deze deelt het hoofd bestuur van 't Alg. Ned. Comité voor Noodlijdend Oostenrijk het volgende mede Het is practisch onmogelijk meer dan één trein met 550 kinderen per week te laten komen, dus kan aan de plm. 8000 aan vragen slechts geleidelijk wor den voldaan. Het comité te Weenen, dat voor ons de kinderen uitzoekt, bestaat grootendeels uit Hollan ders, onder het eere-voorzitter- schap van jhr Van Weede, den gezant, en is hetzelfde dat zich ook belast met de verdeeling der levensmiddelen uit de Hol- landsche treinen. Er wordt met de grootste toewijding en in spanning dag en nacht door gewerkt, dikwijls in onverwarmde lokalen, om aan alle eischen der Hollandsche aanvragen te vol doen. Van de groote moeilijk- vlieden aan dit werk verbonden kan men zich hier haast geen juiste voorstelling maken, immers de toestand van post en verkeer is van dien aard, dat gewone stadsbrieven ongeveer 5 dagen De Duitsche Minister Erzberger is Maar.dag aan een wissen dood ontsnapt. Toen hij 's middags tegen half drie het gerechtsgebouw van Moabit verliet en in zijn rijtuig wilde stappen, schoot een jong- mensch tweemaal met een revol ver op hem. Het eerste schot kwetste den minister links in den schouder, de tweede kogel trof Erzberger in de buikstreek, maar schampte af op een me talen voorwerp, dat hij in den zak droeg. De dader is in hech tenis genomen. Over deze aanslag ontleenen wij aan de N. R. Crt. het vol gende Erzberger heeft nu ook zijn kogel in het lichaam. Menigeen, die het bericht van den aanslag leest, zal bij zich zelf zeggenzoo, is het dan eindelijk toch gebeurd. Het moest wel komen. De manier, waarop de cam pagne van de rechtsche partijen tegen Erzberger werd gevoerd, lokte een aanslag uit. In die campagne is het persoonlijk ele ment sterk op den voorgrond gebracht. In hun ijver, Erzber ger onmogelijk te maken, heb ben zijn tegenstanders ondanks zich zelf, de beteekenis van zijn persoon geweldig opgeblazen. Als dan de nederlaag en alle gevolgen van de nederlaag het werk van dezen oppermachtigen duivel waren, wat dan eenvou diger, dan dezen man even uit den weg te ruimen Deze ge dachte moest wel bij een jong- mensch als den dader Hirschfeld post vatten, en er hoeft niet aan te worden getwijfeld, dat hij heeft gemeend zijn vaderland een grooten dienst te doen, en dat hij in zijn eigen oogen een tamelijke held is. Afgezien nu daarvan, dat het slechts een laffe poging tot moord is, als men op een niets vermoedenden wandelaar onver- Een man, wiens vijanden sar castisch zeggen, dat hij scherp ziet, dat hij zijn eigen weg gaat en toch, aan wien men, met de zijnen, het grootste deel te dan ken heeft. Hij is beter dan een dichter, die zijn geheele leven met rijmelarij verbeuzelt, dan een staatsman, die de wereld zoekt te regeeren en vergeet dat hij eerst zich zelf moet kunnen beheerschen of een philantroop, die de geheele menschheid be- mint en zijn eigen familie ver waarloost. Beter dan al deze personen is de man van zaken, wiens eenige spreuk ismet anderen wel te doen, benadeelt man de geheele maatschappij. Wat de menschen mogen zeg gen van John Bowerbank, en er werd veel van hem verteld, zoo wel kwaad als goed gedurende hoeds een revolver afschiet, heeft Hirschfeld in geen geval een dienst aan zijn vaderland be wezen, en hij zou dat ook niet hebben gedaan, indien hij Erz berger wat hij wilde had gedood, en daardoor ook een eind gemaakt aan het proces tegen den minister. Dat hoeft geen betoog. De moordaanslag zal vermoe delijk juist door de tegenstan ders van Erzberger het luidst worden veroordeeld, en hij is voor Helfferich en de zijnen een leelijke streep door de rekening. Daarmee zullen zij echter niet verhinderen, dat men oorzake lijk verband tusschen het proces en den moordaanslag zal zien, en deze dus voor Erzberger een geweldige reclame zal opleve ren, afgezien van het directe voordeel, dat hij wellicht eenigen tijd de zittingen niet zal kun nen bijwonen, en deze zullen moeten worden geschorst. Dit komt voor Erzberger wel goed van pas, want hoe langer de verhoren duren, hoe sterker de indruk wordt dat hij niet heelemaal vrij uitgaat, of liever, dat hij in het geheel niet vrij uit gaat. De heer Erzberger, dat is bekend, is dikwijls radi caal van meening veranderd omtrent de politiek, die hij in het belang van het rijk achtte. Daar hij bovendien beschikt over een ongeëvenaarde bewegelijk heid, een onuitputtelijke werk kracht en een verbluffende vrij moedigheid, ging hij in al die politieke richtingen nog eenige stappen verder dan de duurzame aanhangers er van. Nu is Erzberger, dat staat vast, eenigen tijd commissaris van Thyssen geweest. Tevens was hij rijksdagsafgevaardigde niet alleen, maar ook een van de groote politieke leiders in den Rijksdag. Gedurende den tijd, dat hij nu commissaris van Thyssen was, is er een alleszins treffende overeenkomst op te merken geweest tusschen hetgeen de afgevaardigde Erzberger in het belang van het rijk achtte, zijn zestigjarig leven, allen wa ren het daaromtrent eens dat hij nooit zijn belofte brak nooit vroeg, leende of nooit iemand een schilling ontstolen had overvragen is ook stelen en was zijn levensdoel niet verhe ven, zijn dagelijks leven niet rijk aan heldendaden, toch was hij een goed, eerlijk man, en (ik herhaal het nogmaals omdat ik er eerbied voor heb) van top tot teen een man van zaken. Zijn voorkomen had niets aan trekkelijks. Hij was klein van persoon en zijn grijze haren achteloos om zijn lang hoofd geborsteld. Zelfs met de sterk ste verbeeldingskracht zou men in hem geen romantisch persoon kunnen zien. 't Was niet onmo gelijk, dat zijn leven iets roman tisch gehad hadslechts bij wsinige personen is dit niet het gaval. Dit stond waarschijnlijk wel in eenig verband met zeker graf (dat eens door mevrouw Knowle was opgemerkt toen zij Drukker-Uitgever ™oefoon BRESKENS ^04° het graf van haar zoontje ging bezoeken, hetgeen haar veel gunstiger stemde jegens hem) en dat het opschrift droeg „Hier rust Jane, echtgenoote van John Bowerbank overleden in het kraambed met haar zoontje", nu bijna veertig jaren geleden. Deze gebeurtenis in zijn leven was echter zoo vergeten geraakt, dat de menschen dachten, dat John Bowerbank een oude vrijer waszoo zelfs, dat, toen met zijn jaren ook nog zijn eer steeg, zoodat er sprake van was hem een adellijken titel'te verleenen omdat het iemand met grijze haren nog meer aanzien gaf, niemand er aan dacht hij nog ooit zou trouwen. Zelfs toen hij in 't huwelijk trad, verdacht men hem van een huwelijk bij berekening orq zich een lie ve huishoudster te verschaffen, een troostende gezellin op den ouden dag. En om de waarheid te zeggendit was ook zijn eenig doel. Hij was in geenen deele verliefd. Zijn levensvlam had eenmaal gebrand, doch was door de hand van 't noodlot uitgebluscht en nu was het reeds te laat om dien weer te doen herleven. Hij huwde Emily Kendal niet uit liefde, doch en dit was misschien de eenige reden waar om zij er in had toegestemd, hij maakte daar ook niet de minste aanspraak op. Hij ge voelde eerbied voor haar ka rakter, beminde haar wel, doch met een soort van vaderlijke liefde. Jane, echtgenoote van John Bowerbank, die nu in het stille graf rustte, behoefde niet de minste jalousie te koesteren, en zou zelfs de heer van mid delbaren leeftijd die dien mor gen in St. George's, Hanover Square de „gelukkige bruide gom" werd genoemd, moeilijk herkend hebben. En dit was gelukkig voor Emily. In de weinig eischende vaderlijke genegenheid van ha ren man vondt zij de rust die zij zochten in zijn standvasti- gen, bezadigden en volharden den geest, die niets hooger van haar eischte dan zij vermocht te geven, vond zij de bron van troost die zij niet gehoopt had ooit op deze wereld te zullen vinden. Zij, die haar leven be gonnen was met 'n jongemeisjes- droom van volmaaktheid, welke zoo slecht was verwezenlijktdie in hare zwakheid zich aan een stroohalm zelfs vastklemde, vond in het kalme liefdelooze huwe lijk met dien goeden man, zekere zielrust, die na al de stormen harer jeugd, veel bekoorlijkheid voor haar had. Zij, die van natuur behoefte had aan iemand die haar steunde, gevoelde zekere verlichting in de vaste banden der plicht, door dit huwelijk opgelegd. Wordt vervolgd.

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1920 | | pagina 1