AL6£M£EN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD V008 ZEEUWSCHVLAANDEREN
De Nota
GETROUW.
VERSCHIJNT WOENSDAGS EN ZATERDAGS IN ALLE PLAATSEN VAN ZEEUWSCH-VLAANDEREN
E. BOOM—BLIEK
29e Jaargang
Zaterdag 13 December 1919
Nummer 2480
Een niet alledaagsche
Tentoonstelling.
BRESXENSCHE COURANT
Abonnementsprijs per drie maanden f 1.—
Advertentieprijs van 1 5 regels 50 cent
Elke regel meer 10 cent. Bij abonnement lager tarief
Drukker-Uitgever
™efoon BRESKENS P°7s$4r0
Abonnements-Advertenties zeer billyk tarief.
Advertenties worden aangenomen tot uiterlijk
Dinsdag- en Vrijdagmiddag 1 uur
De nota die naar de uitingen
in de Fransche pers te oordeelen
een ultimatum zou zijn, en de
voorbode van nieuwe milita're
maatregelen tegen Duitschland,
is er eindelijk.
Voorloopig echter schijnt het
Ruhrgebied nog veilig en zul
len vermoedelijk de zware kanon
nen, die naar het heette uit
Frankrijk naar het bezette ge
bied worden gezonden,ongebruikt
blijven, aldus het Alg. llbld.
Aan het nieuwe „oorlogje",
dat heette te dreigen en dat
zekere Fransche kringen ook
ongetwijfeld wel vurig wensch-
ten, omdat aldus de gelegenheid
zou worden geboden nog de
voordeelen, of zooals men het
liever noemt, de waarborgen, te
verkrijgen, waarvan men in
Frankrijk bij de onderhandelin
gen ter vredesconferentie onder
de presse van de Vereenigde
Staten en ook van Engeland,
had moeten afzien, hebben we
trouwens nooit zoo erg geloofd.
Het machtelooze Duitschland zou
immers ten slotte toch moeten
inwilligen, wat de overwinnaars
ook zouden mogen verlangen, en
het zou, zij het dan ook onder
protest, hebben moeten toege
ven, zooals het nu zal moeten
toegeven. Het zou het niet
zoover hebben laten komen, dat
nieuwe militaire maatregelen der
Entente noodig zouden zijn, wijl
van eenig verzet immers toch
geen sprake zou kunnen zijn.
Dat neemt echter niet weg,
dat voor een verdere bezetting
van Duitschland toch wel een
voorwendsel zou zijn te vinden
geweest, ondanks alle toegevend
heid van de regeering te Berlijn.
En dat het hiertoe wel niet zal
komen, zal waarschijnlijk het
gevolg zijn van de houding van
Engeland, dat er niet voor ge
voelt z|ch voor de toekomst
nieuwe avonturen en verant
woordelijkheden op den hals te
halen, om te voldoen aan de
chauvinistische en militaristische
verlangens van zekere Fransche
13)
„Men had mij altijd gewaar
schuwd, dat artisten onopgevoede
lieden waren", zeide zij op sis-
senden toon„voor het eerst
bemerk ik dat men gelijk had
maar wees gerust, ik zal geen
voet meer over uwen drempel
zetten".
En zoo scheidden zij, die het
leven bijna voor altijd vereenigd
had.
IV.
Het bericht van het verbreken
hunner verloving verspreidde zich
als een loopend vuurtje door de
stad. Oranda vernam het reeds
den volgenden dag van Mark.
Den volgenden morgen ont
ving hij tot zijne verrassing een
briefje van haar met het ver
zoek haar dien middag te komen
bezoeken.
groepen. En het is dan ook te
begrijpen, dat in verschillende
Fransche bladen diepe teleur
stelling wordt geuit over de wijze,
waarop thans door den Opper
sten Raad tot Duitschland de
sommatie is gericht om door de
onderteekening van de z.g. aan-
vullingsprotocols thans eindelijk
de sluiting van den vrede, de
inwerkingtreding van het vredes
verdrag mogelijk te maken.
En men kan er zich op voor
bereiden, dat Engelard in de
bladen die, men weet het,
toch al over de houding der
Engelsche regeering in de ver
schillende vredesquaesties, slecht
te spreken zijn nog ntenige
harde noot te kraken zal krijgen.
De kwestie, waarover het ging,
is in enkele regels samengevat,
deze
van de vernietiging der Duit-
sche vloot bij Scapa Flow, noch
in die van de Duitsche krijgs
gevangenen, noch in die van de
uitlevering der schuldigen, in
welke laatste quaestie de Duit-
schers op een concessie hoopten
in verband met de houding van
Amerika.
Dit verzet van Duitschland,
die telkens weer hernieuwde
overigens toch zeker van dezen
zoo duchtig aangepakten ver-
slagene zoo begrijpelijke po
gingen om door onderhande
lingen nog wat af te dingen
van de harde voorwaarden, die
het zijn opgelegd, zette vooral
in Frankrijk kwaad bloed. Men
vertrouwt daar de Duitschers
niet, vreest voor een revanche,
waarvan men als naaste buur-
man het eerste slachtoffer zou
Het door Duitschland en vier "zijn, en zag nu in die pogingen
der groote geallieerde mogend- van den verslagene om zich aan
heden geratificeerde vredesver
drag kan eerst van kracht wor
den door de onderteekening van
een protocol betreffende de uit
wisseling dier ratification. De
onderteekening van dit protocol
is uitgesteld, eerst omdat nog
voorbereidende maatregelen voor
de uitvoering van het vredes
verdrag noodig waren, daarna
omdat de geallieerden van
Duitschland de verklaring ver
langen dat het ook na den vrede
zal voldoen aan de nog niet
volledig vervulde eischen van 't
wapenstilstandsverdrag en tevens
zich zal verbinden eenige nieuwe
eischen te vervullen, die het bij
wijze van straf voor de niet-
nakoming van de vroeger ge
stelde voorwaarden, werden op
gelegd.
Tegen deze nieuwe eischen
kwam Duitschland in verzet en
het hoopte, dat de Duitsche
delegatie, die zich op uitnoodi-
ging van den Oppersten Raad
ter onderteekening van het aan
vullingsverdrag naar Parijs had
begeven, nog wel eenige wijzi
gingen en tegemoetkomingen zou
kunnen verkrijgen. Dat bleek een
dwaling. Veel tegemoetkoming
vonden de Duitsche heeren te
Parijs niet, noch in de quaestie
De levendigste hoop maakte
zich van hem meesterzou zij
dan toch eindelijk besloten heb
ben aan zijne bede toe te geven?
Maar toén hij bij het jonge
meisje aankwam, zeide één en
kele blik op haar gelaat hem
hoezeer hij zich vergiste. Zij
zag er bezorgd en moedeloos uit,
en sprak, zoodra hij plaats ge
nomen had
„Ik vrees dat ik u leed zal
doenmaar waarlijk, ik mocht
u niet langer in de onzekerheid
laten".
„Hebt gij dan zulk een af
keer tegen mij opgevat, Oran
da vroeg hij bedroeid.
„Dat niet, O 1 integendeel, ik
leerde in den laatsten tijd meer
en meer van de uwen houden,
en uzelf heb ik als een trouw
vriend, als een broeder bijna,
liefgekregen. Maar er is sedert
dien veel in mijn leven veran
derd veel werd mij duidelijk,
dat bij ons eerste gesprek nog
niet voor mij bestond. Mij wacht
den al te harden greep van den
overwinnaar te ontworstelen,
slechts de bedoeling tijd te win
nen, ter voorbereiding van een
daadwerkelijk verzet.
En men wilde nu eens en
vooral aan al zulke beduchthe
den een einde maken. Duitsch
land zou moeten Worden ge
dwongen zich onvoorwaardelijk
neer te leggen bij al hetgeen
de geallieerden noodig zouden
achten te eischen.
Het gepraat moest nu einde
lijk eens uit zijn.
In den Oppersten raad vónd
dit standpunt instemming en
men werd het eens over een
nota aan Duitschland, waarin
nu de puntjes eens op de i zou
den worden gezet. Echter nog
dAmerikaansche, noch de En
gelsche gedelegeerden in den
Óppersten Raad konden uit
eigen machtbevoegdheid goed
keuring hechten aan de plannen
van den Franschen bondgenoot
en van den maarschalk Foch,
en zoo was het dus noodig, dat
deze gedelegeerden in overleg
traden met hun regeeringen.
Blijkbaar hebben deze, die bij
een volkomen, ook economische,
vernietiging van Duitschland
geen belang hebben integen-
eene geheel andere levenstaak
dan het zorgeloos bestaan dat
gij mij wildet verschaffen".
„En mag ik weten welke taak
gij bedoelt vroeg de jonge
man, ten prooi aan de smarte
lijkste verbazing.
„Ja, ik ben u de waarheid
verschuldigd", antwoordde zij op
waardigen toon „Gij zult daar
na beslissen ot gij nog mijn
vriend wilt zijn".
„Dat altijd en overal, onder
welke omstandigheden dan ook".
Oranda glimlachte weemoedig:
„Zeg dat niet al te spoedig
wie weet of het u niet berou
wen zou De wereld heeft zulke
strenge wetten, en ik vrees, dat
zij mijn besluit als zeer ongepast
zal afkeuren; maar mijn gewe
ten spreekt mij vooraf vrij en
ik zou niet andere kunnen han
delen. In de dagen, toen ik
niet altijd brood op mijn tafel
vond, heeft een man, die des
tijds door een ieder op een
voetstuk geplaatst werd, zich
deel wel eenig meer besef
gehad van de beteekenis van
het Duitsche verzet en de Duit
sche bezwaren. En het gevolg
is geweest, dat verzachtingen
in de nota zijn aangebracht.
Al blijven de geallieerden dan
ook de onverwijlde onderteeke
ning van het aanvullingsproto
col verlangen, en de voldoening
aan de gestelde eischen, zij la
ten den weg open voor latere
onderhandelingen over de uit
voering, en de erkenning van
Duitschlands recht om zijn be
zwaren later kenbaar te maken
en „volgens de eischen der recht
vaardigheid" te doen onderzoe
ken, is ongetwijfeld een stap in
de goede richting. Zij maakt
het voor Duitschland mogelijk
het aanvullingsprotocol te teeke
nen, welks voorwaarden naar de
meening van de Duitsche re
geering onmogelijk vervulbaar
zijn.
Dat men in Engeland een
juister begrijp omtrent de posi
tie van Duitschland begint te
verkrijgen, toont zeker ook wel
de verklaring van minister Chur
chill, die met een enkel woord
de vrees heeft afgedaan, over
de organisatie van een nieuw
Duitsch leger met offensieve
doeleinden Een vrees, die van
Fransche zijde naar voren werd
gebracht om nieuwe krachtige
maatregelen tegen Duitschland
te bepleiten, en waarvan het
nog twijfelachtig is of zij wer
kelijk oprecht is, dan alleen is
aangewakkerd pour le besoin de
la cause.
In elk geval zullen we nu
waarschijnlijk niet lang meer
op den „formeelen" vrede be
hoeven te wachten. In de be
staande omstandigheden zal
Duitschland het nu verder
wel bij woorden laten en on
derteekenen.
Dat zou trouwens het verstan
digste zijn. De rest komt dan
wel, nu geleidelijk juisten op
vattingen bij de geallieerden
blijken.
goed jegens mij betoond en mij
voortgeholpen om in eigen be
staan te voorzien. Walsberg is
sedert op zijn beurt ongelukkig
geworden en wat meer zegt, hij
houdt niet de geringste hoop
voor de toekomst over. De vrouw,
die alles voor hem had kunnen
en moeten zijn in deze omstan
digheden, laat hem aan zijn lot
over, en onze grootste schilder
zal spoedig tot den bedelstaf
zijn gebracht. Ik wil dat niet
welke voorwendselen ik daartoe
zal vinden, weet ik nog nietik
zoek slechts naar het middel om
hem niet te krenkendoch hoe
het ook zij, en wat er ook ge
beurt, ik zal hem dit bestaan
dragelijk pogen te maken, en
trachten te zorgen, dat het hem
aan niets ontbreekt".
Mark van Woensdrecht zag
haar doordringend aan.
„Wat gij daar doen wilt is
zeer moedig", zeide hijzóó
moedig zelfs, dat alleen eene
vrouw, die lief heeft, het zou
Sedert eenige jaren reeds is
er een Vereeniging tot bevorde
ring van de belangen van Slecht-
hoorenden. Haar bestaan, haar
doel en streven zijn evenwel nog
lang niet algemeen bekend. Toch
vervult zij een hoognoodige en
daarom sympathieke en belang
rijke taak in onze samenleving.
Maar zij heeft dringend behoefte
aan meer steun en meer midde
len om haar krachten beter te
kunnen ontplooien en met nog
veel meer succes haar werk van
hulp en voorlichting, verheffing
en opbeuring, ten bate van een
talrijke groep van misdeelde
medemenschen te kunnen ver
vullen.
Zij is opgericht door personen,
die uit eigen ervaring en door
waarneming van wat anderen
ondervonden en leden, wisten
hoezeer slechthoorendheid en
doofheid voor velen een oorzaak
is van vereenzaming en stil ge
dragen leed; voor jongeren dik
wijls een hinderpaal voor de
volle ontwikkeling van den aan
leg en de talenten, die zij be
zitten; voor ouderen maar al te
vaak leidend tot verlies van ar
beidsgelegenheid en dus tot der
ving van inkomsten of behoorlijk
levensonderhoud; voor jong en
oud ook niet zelden ten gevolge
hebbend miskenning of spot,
omdat „de wereld" tegenover
hen, die aan deze kwaal lijden,
niet altijd kiesch, fijngevoelig of
hulpvaardig is.
Met de medewerking en de
voorlichting van vele goed-
hoorenden, waaronder mannen
en vrouwen van beteekenis, maar
vooral door den volhardenden
arbeid en de onvermoeide pro
paganda van slechthoorenden en
dooven zelf, is de Vereeniging
geworden een krachtige band
tusschen lotgenooten, tot ouder
lingen moreelen, en, waar noo
dig, ook materieelen steun.
Vooraan staat daarbij zij, die
de moeder der dooven is ge
noemd, Tine Marcus, die ondanks
kunnen volbrengen. Wat er in
uw binnenste is omgegaan, wil
ik niet weten, Oranda, ik heb
daartoe ook geen recht; maar
dit ééne is zeker, dat ik u in
weerwil van al mijne droefheid
bewonder, en dat gij in mij niet
alleen een vriend, maar ook een
bondgenoot zult vinden. Blijf
voor het vervolg bij ons komen,
alsof er niets in onze verhouding
veranderd ware en reken altijd
op mij, als ik u met iets van
dienst kan zijn".
Hij stond op om zich te ver
wijderen, maar zij stak hem in
sprakeloozen dank de hand toe
en drukte de zijne vol erkente
lijkheid.
Bij de deur gekomen, wendde
hij zich eene laatste maal tot
haar.
„Onthoud het wel", zeide hij
met neergeslagen blik „Ik zal
u altijd liefhebben en slechts
gelukkig zijn, zoo gij over mij
beschikt".
Wordt vervolgd.