ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCHVLAANDEREN
GETROUW.
Binnenland.
VERSCHIJNT WOENSDAGS EN ZATERDAGS IN ALLE PLAATSEN VAN ZEEUWSCH-VLAANDEREN
29e Jaargang
Nummer 2478
Gevangenis en Dwangar
beid onder 't Bolsjewisme.
E. BOOM—BLIEK
Zaterdag 6 December 1919
BRESKENSCHE COURANT
Abonnementsprijs per drie maanden f 1.—
Advertentieprijs van 1—5 regels 50 cent
Elke regel meer 10 cent. Bij abonnement lager tarief
Abonnements-Advertenties zeer billijk tarief.
Advertenties worden aangenomen tot uiterlijk
Dinsdag- en Vrijdagmiddag 1 uur
In de Hamburger Neueste
Nachrichten worden schetsen uit
het bolsjewistische Rusland ge
geven, waaraan wij het volgende
ontleenen
De rechtspleging wordt uit
geoefend door een commissie en
door het Tribunaal. De eerste,
een buitengewone rechtbank, velt
alleen doodvonnissen; de gewone
rechtbank legt slechts geldboe
ten en „gemeenschappelijken ar
beid" op.
Gevangenisstraffen kent men
in de Raden-Republiek Rusland
niet, zij zijn een vrijen staat en
een vrij volk onwaardigzoo
spreken de bolsjewiki, maar zij
handelen er niet naar. Noch nooit
waren de gevangenissen, de
tuchthuizen, de kazematten der
vestingen, zoo overbevolkt als in
het hedendaagsche Rusland. Zóó
vol zijn zij, dat men voor nieuwe
gevangenissen moet zorgen, waar
toe voormalige scholen en mili
taire gebouwen zijn ingericht.
En het leven in die gevange
nissen, de behandeling der on
gelukkige bewoners
Wie zijn het eigenlijk, die de
gevangenissen bevolken en op
wiens bevel zij daar, als de ge
rechtshoven, bijzonder en gewoon
geen gevangenisstraffen opleg-
gen
In heel Europa is bekend, dat
het leven in de gevangenissen
onder het tsarisme, vooral dat
van de politieke misdadigers,
bijzonder hard was, maar bij slot
van rekening voldeden zij toch
nog aan de allernoodzakelijkste
eischen. De gevangene onder het
tsarisme had een bed en kreeg
genoeg te eten, zijn cel was
zindelijk, want hij moest die zelf
reinigen, hij kreeg nog wel eens
een boek en wist, dat hij iu een
staat leefde, die rechtsorde had
ingesteld, welke hij overtreden
had, zoodat hij in de gevange
nis was krachtens een rechterlijk
vonnis. Wie administratief naar
Siberië werd verbannen, woonde
ii)
Zij las meer dan een uur voort,
en haar zachte, harmonische
stem wiegde voor het oogenblik
zijne droefheid in slaap. Hij
vergat bijna welke ramp hem
getroffen had, om nog enkel bij
het onderwerp van het boek te
vertoeven. Oranda zag welk een
geheel andere uitdrukking er op
zijne trekken kwam, en verheug
de zich als een kind over de
i afleiding welke zij hem had
mogen schenken.
„Ik zal somtijds terugkomen",
zeide zij, toen zij eindelijk niet
langer blijven kon.
En terwijl zij zich verwijderde,
herhaalde zij bij zichzelve
1 „Ja, ik zal dikwijls tot hem
gaan, totdat hij getrouwd is.
Daarna zal zijne vrouw hem dien
kleinen liefdedienst bewijzen en
i" alle opzichten voor hem zor-
daar niet in een gevangenis.
Deze zekerheid ontbreekt den
tegenwoordigen gevangene. De
schrijver der schetsen, die in een
bolsjewistische gevangenis heeft
gezeten, trof daar eenige leden
der sociaal-revolutionaire partij
aan, die wegens daden van
terrorisme met de gevangenissen
onder de keizerlijke regeering
hadden kennis gemaakt. Van 5
tot 10 jaren hadden zij vertoefd
in alle mogelijke strafinstellingen,
huizen van bewaring op reis naar
Siberië, tot zelfs in de kaze
matten van de Peter- en Pauls-
vesting en van de Sleutelbrug.
Dat alles hadden zij meege
maakt, hun geest was sterk ge
bleven en steeds waren zij be
reid om op den ingeslagen weg
voort te gaan. Zij hadden ge
leden voor het volk en thans
waren zij als vijanden des volks
gevangenen der bolsjewiki. Een
parig luidde hun oordeelnooit,
zelfs niet onder de ergste reactie,
werden den gevangenen door
een gevangenis-directeur of een
convooi-commandant eischen ge
steld zooals thans geschiedt.
Nooit werd hun het leven op zoo
verfijnde wijze ondragelijk ge
maakt als door de tegenwoordige
volks- en vrijheidsmannen!
Zelfs deze sterke geesten, deze
mannen, die gehard waren tegen
het gevangenislijden, werden na
verloop van een week ziek. Hun
kracht scheen gebroken, zij kon
den geen weerstand meer bieden
en dan zaten zij nog niet eens
in een echte gevangenis. Daar
te Moscou, de zetel der bolsje
wistische i egeering, alle gevange
nissen vól waren, had men ons
in een voormalige cadettenschool
ondergebracht, waar niet vol
doende materiaal was voor een
menschelijke behandeling, maar
daarover bekommerde zich nie
mand.
Een duizendtal menschen was
in de manege opgehoopt, zonder
stoelen, zonder bedden, zonder
waschgelegenheid. Wij mochten
geen lectuur hebben en zelfs de
sigaret, waaraan de Rus zoo
gehecht is, werd ons onthouden.
gen. 01 ik wilde dat die tijd
reeds aangebroken was dan zou
hij gelukkig zijn".
Intusschen had Elise van Win-
terhoven eenige bezoeken af
gelegd en was zij weder naar
huis teruggekeerd. Zij had zich
van hoed en mantel ontdaan en
zich daarop in hare volle lengte
op eene rustbank neergeworpen,
terwijl zij onbarmhartig op een
kostbaren kanten zakdoek beet.
Ook hare gedachten vertoef
den bij den schilder en bij het
ongeluk dat hem getroffen had;
maar zij gevoelde zich tegen
hem ontstemd. Hoe was het
mogelijk dat iemand zoo on
voorzichtig kon wezen niet uit
den weg te gaan, wanneer een
ander een geladen geweer be
tastte O 1 zeker, zij hield nog
altijd van Henri en zij beklaag
de hem diep, maar zichzelve
daarom niet minderimmers,
wat moest zij voortaan beginnen?
Henri Walsberg, de beroemde
schilder, die steeds meer en meer
Drukker-Uitgever
TNof02°r BRESKENS «Effi0
Er was één privaat voor al die
menschen en dat was nog ver
stopt, zoodat de uitwerpselen
over den grond stroomden. De
ongelukkigen moesten op den
vloer gaan zitten of blijven staan.
En het eten Voor elke 100
gevangenen werden in één ketel
de volgende levensmiddelen bij
elkaar gekookt800 gram grut
ten, 1600 gram gedroogde visch,
water en zout. Dit gerecht
kregen wij tweemaal daags, be
nevens 50 gram brood en ééns
per dag een kom bruin water,
dat thee moest verbeelden en
een klontje suiker. Daar moesten
wij van leven. De eerste dagen
at niemand van dit afschuwelijke
voedsel, maar dan begon de
honger zoo te kwellen, dat wij
er op aanvielen. Sommige ge
vangenen hadden nog wat geld
en kochten daarvoor levensmid
delen van den bewaker, maar
deze had zelf niet veel en rekende
zulke schandelijke prijzen, dat
het geld spoedig was uitgegeven.
En de verdere behandeling
Die w^rdt het best gekenmerkt
door een uitlating an Radek,
den man, die zulk een groote
rol in Rusland gespeeld heeft
en later in Duitschland speelde,
de man, die zich ten taak had
gesteld het Russische bolsjewis
me ook in West-Europa te pro-
pageeren en den landen daar de
„vrijheid" te brengen. Hij be
zocht eens onze gevangenis en
een onzer was naif genoeg hem
er op te wijzen, dat er cholera
in het gebouw heerschte. En
wat antwoordde de verkondiger
van vrijheid, gelijkheid en broe
derschap Woordelijk het vol
gende
„Hoe meer er van zulk vee
als jelui zijn verrekken, hoe
beter het is!"
Zijn secretaresse Mira, een
bekende strijdster voor de vrij
heid en de rechten der vrouw,
lachtte om dit antwoord.
Naar deze woorden werd ook
gehandeld. Zeer velen „ver
rekten" en anderen werden weg
gehaald om zonder vorm van
proces te worden gefusilleerd.
naam maakte, was in haar eigen
oogen een goede partij geweest.
Hij verdiende gemakkelijk vijf
tien a twintigduizend gulden per
jaar, wat gevoegd bij haar eigen
fortuin, een zeer mooi fnkomen
uitmaakte. Hij was daarenboven
zoo gezien, dat zij niet behoef
de te vreezen aan zijne zijde af
te dalen, en kon licht haar titel
verwisselen voor een onsterfe-
lijken naam. Maar thans, nu hij
plotseling in zijn volle loopbaan
was gestuit, nu zijne verdiensten
ophielden, zou zijn roem van
lieverlede verbleeken, zou hij
door anderen vervangen worden,
en weldra door het wispelturige
publiek vergeten zijn
Zij had gedroomd aan zijne
zijde op alle feesten der groote
wereld te verschijnenvoortaan
was die mogelijkheid verkeken;
zij kon toch niet overal een
blinde met zich meevoeren. Zij
had zelf schitterende partijen
willen geven, en hare gasten
voeren naar zijn electrisch ver-
Niemand wist, wanneer hij aan
de beurt zou komen, maar allen
wachtten wij er op, eerst zenuw
achtig, later in stilte, doffe be
rusting, want wij hoopten maar,
dat het einde spoedig komen zou.
Wie leven er nu eigenlijk in
deze gruwelkamers? Natuurlijk
alweer de „politieke misdadigers".
Het schijnt de vloek van Rusland
te zijn, dat het onder elke re
geering een groot aantal „poli
tieke misdadigers" moet hebben.
Vroeger wist men althans, waar
aan men zich bloot stelde door
het propageeren van een politie
ke richting, die in strijd was met
de heerschende meening in den
staat. Goed of slecht, het was
in elk geval wettelijk geregeld.
Na de revolutie evenwel, na het
verkondigen van de leer, dat
niemand op grond van zijn po
litieke overtuiging mag vervolgd
worden, is een gegronde of
ongegronde verdenking, een ano
niem schrijven voldoende, om
iemand tot „politiek misdadiger"
te stempelen.
Een bevel tot aanhouding kan
de eerste de beste arbeidersraad
uitvaardigen, zijn gewapende
leden op u afzenden, u weghalen
uit uw gezin en u in een ge
vangenis werpen, waar gij ver
geten wordt.
De zoogenaamd „vergetenen",
waarvan de gevangenisadmini
stratie niets afweet, zitten en
wachten tot zij eens toevallig
onder een groep vrijgelatenen
zullen komen en zoo de gevan
genis weer kunnen verlaten, of
onder een groep veroordeelden,
om dan bij vergissing te worden
doodgeschoten. Het aantal der
„bij vergissing" gefusilleerden is
dan ook bijzonder groot.
In de gevangenissen brengen
ook de menschen, die tot ge
meenschappelijken arbeid ver
oordeeld zijn, den nacht door.
Dat zijn zij, die men verdenkt,
dat zij naar het buitenland willen
uitwijken of wien men ten laste
legt, dat zij onder de vroegere
regeering nooit gewerkt hebben,
naar het oordeel der heeren
communisten. Meerendeels zijn
licht ateliermaar ook daaraan
viel niet meer te denkenim
mers de schildersezels zouden
zijn werk niet meer dragen.
Van het oogenblik af waarop
de kunstenaar verdween, bleef
nog slechts Walsberg over, dat
wil zeggen, de zoon uit een
fatsoenlijke, doch hoogst een
voudige familie, die volstrekt
niet bij haar voegde. En voor
het eerst begon zij de overijling
harer keuze diep te betreuren.
Hoe kon zij ook toegegeven heb
ben aan zulk een meisjesgril
Zij had hem liefgehad, nu ja,
maar het was vooral de artist,
dien zij in hem had bewonderd,
en wat bleef daarvan over, nu
hij geen penseel meer in handen
kon houden
Zou hijzelf niet begrijpen, dat
hij kiesch genoeg moest zijn om
haar haar woord terug te ge
ven Helaas 1 zij was kinder
achtig genoeg geweest hem met
zooveel blijken van teederheid
te* overladen, dat hij misschien
dit dus dames en heeren, die
vroeger welgesteld zijn geweest.
„Gemeenschappelijke arbeid",
dat is de bolsjewistische bena
ming van dwangarbeid, want in
wezen is het niet anders, dan
waartoe de regeering onder het
tsarisme de personen veroordeel
de, die haar onwelgevallig waren.
Wie tot „gemeenschappelijken
arbeid" wordt aangewezen, krijgt
bevel zich op een bepaald uur
op een bepaalde plaats te be
vinden, de mannen meestal op
een openbaar plein, de vrouwen
in een kazerne. Het werk bestaat
gewoonlijk in sneeuwruimen,
straatvegen, enz. voor de mannen
en wasschen voor de vrouwen.
Zoo heb ik een vroegeren groot
industrieel gezien, die sneeuw
schepte en een voormalige prin
ses, die aan de waschkuip stond.
Deze menschen krijgen nacht
verblijf in de gevangenis, want
zij mogen niet naar huis gaan,
zoolang het hun opgedragen
werk niet is volbracht. Dat kan
soms dagen en weken duren,
want het gebeurt menigmaal,
dat men hun, na volbrachte taak,
terstond weer een andere oplegt,
maar nimmer is de „gemeen
schappelijke arbeid" productief,
hij bepaalt zich in hoofdzaak tot
reiniging en onderhoud, zoodat
hij voor de voorziening der drin
gend noodige levensbehoeften
van geen noemenswaardig nut is.
Voor de menschen, die ertoe
geprest worden, heeft hij althans
deze goede zijde, dat zij er
eenigszins voldoende bij gevoed
worden. De „gemeenschappelijke
arbeiders" ontvangen eens per
dag een maal gekookt eten,
benevens 20tt gram brood wat
zij anders, als behoorende tot
de vierde categorie (bourgeois)
niet gekregen zouden hebben.
DE BELGISCHE
VLUCHTELINGEN.
Naar aanleiding van de hier
en daar in de Belgische pers
opduikende geruchten, als zou
niet eens op den inval zou ko
men, dat hare gevoelens ten
zijnen opzichte veranderd wa
ren. En trouwens, wat moest
hij beginnen zonder haar Hij
bezat geen fortuin en leelde
geheel en al van zijn kunst.
Ja, maar zij was er immers
niet aansprakelijk voor, dat die
bron van inkomsten ophield
Men kon toch niet van haar
vergen, dat zij hem onderhouden
zou
Neen, neen, hij moest inzien,
dat zij haar gansche toekomst
niet voor hem bederven kon
en zoo hij dat niet begreep, dan,
wat het haar ook kosten mocht,
zou zij het hem doen gevoelen.
Men leefde slechts eenmaal, en
kon dat enkele bestaan niet ver
spillen.
En zoo liet zij den ganschen
dag verloopen, zonder hem een
enkel woord van opbeuring te
hebben gebracht.
Wordt vervolgd.