Schoolartsen. GETROUW. VERSCHIJNT WOENSDAGS EN ZATERDAGS IN ALLE PLAATSEN VAN ZEEUWSCH-VLAANDEREN BOO M—B LI E K BRESKENS 29e Jaargang Woensdag 19 November 1919 Nummer 2473 Gemeenteraad. BRESKENSC COURANT Abonnementsprijs per drie maanden 95 cent Franco per post f 1.— Advertentieprijs van 1 5 regels 50 cent Elke regel meer 10 cent. Bij abonnement lager tarief Telefoon No. 21 Drukker-Uitgever Postgiro 17704 Abonnements-Advertenties worden tijdelijk berekend met 20 pCt. toeslag Advertenties worden aangenomen tot uiterlijk Dinsdag- en Vrijdagmiddag 2 uur li. Hoe wordt volgens de nog geldende wet op het Lager On derwijs 1 et schooltoezicht uit geoefend Hierbij dient in het oog te worden gehouden, dat de wet spreekt van toezicht in bet algemeen genomen en het geneeskundig-hygiënisch toezicht niet in 't bijzonder noemt. Het geen koninklijke besluiten van deze laatste materie.regelen of trachten te regelen is onvol doende. Wij zien dan, dat al lereerst dit toezicht voor het geheele rijk is opgedragen aan onzen Minister met de uitvoe ring der wet belast en onder diens bevelen uitgeoefend wordt door inspecteurs- districts- en ar- rondissements schoolopzieners, (art90.) Verder bepaalt art 93„het plaatselijk toezicht wordt uitgeoefend door Burge meester en Wethouders terwijl de gemeenteraad ter nadere ver zekering van het plaatselijk toe zicht een commissie kan instel len". Wij zien dan verder in sommige grootere gemeenten, oog gemeentelijke inspecteurs optreden. Verder hebben be voegdheid in zake de hygiëne de gebouwen, de hoofdinspec teurs der volksgezondheid, de inspecteurs en de leden der ge zondheidscommissies. Een re spectabel aantal personen belast met het toezicht op het onder wijs Of de deskundigheid in zake hygiëne, evenredig is aan het aantal valt sterk te betwij felen, gezien o.a. het feit dat Dnder de inspecteurs-, districts- cn arrondissements- schoolzie- ners geen enkele medicus voor komt. Te vetwonderen is het dan ook niet, dat tal van ge meenten behoefte voelden haar schooljeugd te beschermen en zelfstandig overgingen tot de instelling van een school-hygië- nische dienst. Doch daarmede is voor het geheele volk de zaak niet opgelost, de overgroote meerderheid der gemeenten blijft van dit instituut verstoken, ter wijl de vraag of meerdere malen 6) Een blos van genoegen steeg llaar naar de wangenzij gaf lm haar kaartje en verwijderde zich met de hoop in het hart. Wat was hij goed en vrien delijk voor haar geweestmen had wel gelijk gehad, haar naar hem te verwijzen. O 1 nu zulk een groot kunstenaar haar werk geprezen had, vreesde zij niets meer. Hoe hard de strijd om het leven ook mocht zijn, hij had voorspeld dat zij slagen zou er, zij twijfelde niet langer aan are krachten 1 Veertien dagen later ontving ;ij een briefje van hem, waarin lij haar verzocht zich bij eene ijke Indische familie aan te elden, die hare drie dochters eekenles wenschte te laten ge- (ven. het instituut niet meer op pa pier, dan in werkelijkheid be- staat, gerechtvaardigd is, waar immers tal van plaatsen de ge meente-geneesheer bij een een voudige verordering tot school arts gepromoveerd hebben, alsof schoolhygiëne niet een specia listisch vak is, waartoe elke arts zoo maar niet geroepen kan worden. In het rapport aan de regee- ring uitgebracht door de com missie, die in 1910 het derde interna'ionale schoolhygiönische congres te Parijs bewoonde, le zen wij „In de eerste plaats herha len we met kracht der wensch reeds voor drie jaren na het congres te London uitgespro ken, dat nu voor drie jaren de Engelsche regeering een wet aannam, waarbij de me dische schoolinspectie werd geregeld en thans weldra ook Frankrijk het wetsontwerp daarvoor in behandeling zal nemen, ook de Nederlandsche regeering niet langer zal wach ten met de indiening van een wetsontwerp, waarbij de me dische schoolinspectie voor het geheele rijk wordt voor geschreven, zoowel voor open bare als bijzondere scholen". Deze wensch van 1910 is in 1919 nog niet vervuld, nog steeds is geen wetsontwerp ingediend, waarbij de medische schoolin spectie voor het geheele rijk geregeld wordt, hoewel de ver anderde omstandigheden ten ge volge van den oorlog, dezen eisch steeds dringerder maken. Wel licht is er nog kans, dat hij op genomen wordt in het aanhan gige wetsontwerp op het Lager Onderwijs van Minister de Vis ser. De maatschappij is verplicht te zorgen, dat haar toekomstige werkers onder zoo gunstig mo gelijke voorwaarden opgroeien,' dat het groeiend organisme zoo min mogelijk aan schadelijke invloeden is blootgesteld. Niet alleen is de school een bron van vele gevaren, doch ook is zij de plaats, waar wij de ge heele jeugd kunnen bereiken. Dit was het sein tot eene reeks van andere leerlingen, en wel dra betreurde het jonge meisje nog slechts éen ding dat zij zoo weinig tijd overhield om zelf te kunnen schilderen. Slechts nu en dan kon zij iets voltooien, dat zij dan beschroomd aan de jury van de eene of andere tentoon stelling zond maar tot dusverre nog slechts om het onverkocht terug te krijgen. Het publiek eischt een naam, en zij bezat er nog geen. Zij troostte zich met de over- tuiging, dat Walbarg's voorspel ling eenmaal zeker bewaarheid zou wqrden, en bleef hem in haar hart de innigste dankbaar heid toedragen. In oogenblikken van ontmoediging, en deze kwa men niet zelden in haar eenzaam leven voor, dacht zij slechts aan hem, en keerde de hoop aan stonds tot haar weder, glimlachte zij op nieuw en was bereid hare taak voort te zetten. Zien wij in de eerste plaats welke gevaren, tengevolge het schoolbezoek dreigen, dan krij gen wij een lijstje van niet on schuldige ziekten en afwijkingen die, moge de school dan ook al niet de eenige orzaak zijn, zeker in verband met het school bezoek te brengen zijn. Ik noem slechts: mazelen, kinkhoest, rood vonk, diphterie, diverse huidaan doeningen, oogafwijkingen, rug- gegraats verkrommingen enz. Is het niet opvallend dat in tal rijke gezinnen mazelen hun in trede eerst doen na het naar schoolgaan van het eerste kind, waardoor dan de andere kinde ren besmet worden: Zien wij niet soms geheele dorpswijken, waar de kinderen met slagen in het gelaat rondloopen, welke huidaandoeningen haar versprei ding danken aan de school. Hebben niet bijna alle kinderen bij het verlaten der school een tuberculose besmetting doorge maakt Is het niet ontstellend te lezen, dat volgens sommige onderzoekers reeds 50 pet. der kinderen aan het einde van het 6e levensjaar met tuberculose besmet zijn, terwijl dit cijfer tot 90 pet. is gestegen, aan het ein de van het elfde levensjaar 1 En dan is het steeds nog een waarheid hetgeen Prof. Nolens reeds in 1901 schreef „Maar nog wordt er in ons land tegen de tuberclose-be- smetting in de school zoo goed als niets gedaan En toch worden de ouders door de wetten des lands gedwon gen hun kinderen ter school te zenden." Groede. Vrijdagmiddag kwam de raad onzer gemeente in voltallige zit ting bijeen. Na voorlezing der notulen, welke na eene kleine opmerking worden goedgekeurd, deelt de voorzitter mede, dat was ingekomen een schrijven van den Bond van Gemeente-amb tenaren ter voorziening van woningen voor Gemeente-ambte- Intusschen doorleefde Henri smartelijke tijden. De influenza was met hare eerste woede uit gebroken. Zij haalde haar schade in voor de langdurige rust, wel ke zij aan het menschdom ge schonken had, en in ééne week tijds stierven zijne beide ouders er aan. Zij lieten slechts een kapitaaltje van tienduizend gul den na, dat over de vijf kin deren verdeeld werd; maar wat bekommerde de jonge man zich om het geld Hij zag met hen zijne liefste herinneringen ver dwijnen en gevoelde eene onbe schrijfelijke leegte, toen hij hen naar hunne laatste woning had overgebracht. Elise deed alles om hem te troosten, en liet hem dagelijks zien, welke snelle vorderingen men maakte met de inrichting der voor hem bestemde vertrek ken. Hij zou daar alles op vorstelijke wijze ingericht vin den zij bedacht van allerlei om naren. Daar de ambtenaren in onze gemeente van woningen zijn voorzien, wordt dit schrij ven voor kennisgeving aangeno men, evenals een verzoek van den Alg. Pol. Bond, betreflende jaarwedde Veldwachter. Komt aan de orde wijziging verordening wijze uitbetaling onderwijzend per.oneel. Van Ged. Staten was deze verordening terug gekomen, om reden, daarin bepaald was, dat aan de nabestaanden van ge huwde onderwijzers bij overlij den zal uitbetaald worden tot den laatsten dag der maand na het overlijden. Ged. Staten geven hiervoor een tijd van 6 weken. B. en W. hadden gemeend, de verordening te laten zoo ze was. De heer J. B. Becu meende, dat ze wel te wijzigen w as, zoo als Ged. Staten voorschrijven. Wordt besloten deze verorde ning te laten zoo ze was en niet te wijzigen. Hierna komt aan de orde een voorstel van B. en W. tot aan koop van den hoek van het huis, hoek schoolstraat, en bewoond door Stirler. Dit huis zal ver bouwd worden, en de gemeente krijgt de gelegenheid een hoek daarvan te koppen teneinde een grooteren bocht te krijgen. Deze hoek minder dan 80 c.M. is te koop voor 400, en groo- ter dan 80 c.M. voor 450. B. en W. hebben gemeend, boven de 80 c.M. te nemen, en hiervoor 450 disponibel te stel len, met de kosten van bestra ting zal dit op plm. 500 komen. Hierbij komt, dat de Kon. Ned. Automobielclub hierin voor de kleinste helft zal tegemoet ko men. De raad kon zich hier goed mede vereenigen, zoodat B. en W. gemachtigd werden tot aankoop over te gaan. Van Ged. Staten was inge komen een schrijven naar aan leiding van het schrijven van den Burgemeester, tot niet uit voering van het raadsbesluit be treflende benoeming J. de le Lijs tot keurmeester, zijnde in strijd met de algemeene belan gen. Ged. Staten adviseeren zijn atelier te versieren. Nooit zou een schilder fraaier werk plaats hebben gehad, en er viel dan ook niet aan te twijfelen dat men niet zou rusten of men moest zijn portret door hem vervaardigd, in bezit hebben. Hij zou de meest beroemde kunste naar van Europa worden. Dat alles schonk hem wel eenige afleiding, maar zijn hart bleef toch van weemoed vervuld. Hoe gaarne had hij zijne dier bare overledenen niet van zijne toekomstige weelde laten ge nieten 1 Toch hechtte hij steeds meer aan zijne bruid. Nu dat alles om hem heen was welgevallen, scheen zij alleen nog de gedachte aan een tehuis bij hem op te roepen, en zoo verstreken de wintermaanden, en brachten de laatste Februari-dagen reeds een voorsmaak mede van die lente, gedurende welke hij voor goed met Elise verbonden zou worden. genoemde de le Lijs tijdelijk te benoemen, tot het tijdstip dat de nieuwe wet van kracht wordt. Na eenige besprekingen word; aldus besloten. Verder was ingekomen een verzoek van den grafdelver om zijn jaarwedde te brengen van 100 (deze dateert al van 't jaar 70) op ƒ200. Dit verzoek was billijk, daar uit een bijgevoegde beschouwing bleek, dat het delven van gra ven, snoeien, onderhoud der paden, enz., minstens op 175 komt, zonder nog het bijwerk, dat hij allemaal gratis doet. B. en hadden gemeend het salaris op 175 te brengen. Dok de heer Risseeuw vindt 100 te weinig en vindt 175 goed. De heer Iz. Becu meent, nu toch over onderhoud enz. van het kerkhof gesproken wordt, dat er wel wat meer aan gedaan kon worden, de hagen zijn vol gaten, zoodat de jongens er door kruipen, om te zien of er geen hazen op te vinden zijn, terwijl het gras veel te lang groeit, dit zou meermalen moeten gemaaid worden. De Voorzitter meent, dat het kerkhof, hier weinig bezocht wordt, en acht versieringen niet noodig, daar het hier niet zoo zeer als een heiligdom wordt beschouwd, maar kan zich goed indenken dat nabestaanden gaar ne zien, dat de graven niet door gras worden overgroeit enz. Hij deelt voorts mede, dat drie jaar geleden de hagen zijn nagezien, en zegt een onderhoud toe met den pachter van het gras, ten einde hem te verzoeken dit kor ter te houden. De heer Iz. Becu was van meening dat de pachter, zijnde de beer Brakman, daar voor zeker geen bezwaar tegen zou hebben. De heer Lombaard zag het kerkhof Jievei hooger gemaakt, daar er bij het gravenveel last van water is, maar de tijds- omstandigheden zijn nog niet Omstreeks de helft van Maart kwamen er zware hagelbuien opzetten en op zekeren avond keerde Oranda Hilders van een les huiswaarts, gehuld in een mantel van Engelsche stof, waar van de kap over haar hoofdje was getrokken, toen zij een haastigen tred achter zich ver nam en eene stem tot haar hoorde zeggen -Vergeet mij, juffrouw Hil- ders, gij hebt er niet aan ge- dacht u van eene parapluie te voorzien. Wilt gij mij veroor- loven u met de mijne thuis te brengen r Zij keek verrast op. Het was Mark van Woensdrecht, de broe der van een harer rijkste leer lingen. De jonge man was ver scheidene malen binnen gekomen als zij haar lessen gaf aan het meisje, dat zeker acht jaar met hem in leeftijd verschilde, doch zij had geen twee woorden met hem gewisseld, en was daarom zeer verbaasd over deze onver wachte vriendelijkheid. Wordt vervolgd.

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1919 | | pagina 1