sgfcJSïfflSus*
sir:r2f"ir:
rrfer-h" b"eik»J
ZÏZ>'V
-s
ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCHVLAANDEREN
GETROUW.
St
n,
VERSCHIJNT WOENSDAGS EN ZATERDAGS IN ALLE PLAATSEN VAN ZEEUWSCH-VLAANDEREN
E. BOOM—BLIEK
^e'oon BRESKENS Pj°7s^4ro
29e Jaargang
Zaterdag 15 November 1919
Nummer 2472
Schoolartsen.
Invaliditeitswet.
^an brengen. Dit
Z"h«8?"1'
püMieóVt, Ti ïaluu x x;
y>.
en,
ni
IS,
BRESKENSCHE COURANT
Abonnementsprijs per drie maanden 95 cent
Franco per post f 1.—
Advertentieprijs van 1 5 regels 50 cent
Elke regel meer 10 cent. Bij abonnement lager tarief
Drukker-Uitgever
Abonnements-Advertenties worden tijdelijk berekend
met 20 pCt. toeslag
Advertenties worden aangenomen tot uiterlijk
Dinsdag- en Vrijdagmiddag 2 uur
5,0|
5
5,:
5,
4.'
4,:
5,
5,
5,
5,3
i.
In de praktijk is een ieder
ingevolge de leerplichtwet ver
plicht zijn kinderen naar school
te zenden. Daartegenover is de
werkgever dus zedelijk verplicht
te zorgen, dat de gevaren, die
aan dit verplichte schoolgaan
verbonden zijn, zoo gering mo
gelijk zijn.
Het verplicht schoolgaan heeft
ten doel te zorgen, dat alle le
den der maatschappij althans
over eenige elementaire kennis
beschikken, niet alleen in hun
welbegrepen eigen belang, doch
ook in het algemeen maatschap
pelijk belang. Immers een in
tellectueel hoogstaande maat
schappij zal in staat zijn haar
leden betere leven-.voorwaarden
aan te bieden dan een nog op
lagen trap van ontwikkeling
staande. Moge deze geestelijke
ontwikkeling dan ook al het
hoofddoel van ons onderwijs zijn,
zij mag zeker niet verwaarloozen
of benadeelen de lichamelijke
ontwikkeling der schoolbevol
king. De maatschappij heeft
niet alleen behoefte aan mede
leden, die goed en voldoende
onderwijs genoten hebben om
hun plaats in de maatschappij
met vrucht te kunnen innemen,
doch hare medeleden moeten
ook lichamelijk sterk zijn óm
de eischen, die de strijd om het
bestaan hen stelt, met goed ge
volg het hoofd te kunnen bieden.
Het is nog niet zoolang geleden,
dat de maatschappij zich van
deze waarheid bitter weinig
aantrok. Menschenmateriaal was
er meestal genoeg en arbeids
krachten waren vrij goedkoop.
Zwakke, ziekelijke, meer of
minder invalide, oude en ver
sleten arbeidskrachten werden
aan hun lot overgelaten en ver
vielen tot bittere armoede wa
ren aangewezen op particuliere
of openbare liefdadigheid. Ge
lukkig is de onrechtvaardigheid
van deze feiten in de laatste
tientallen van jaren tot de massa
doorgedrongen. Niet alleen man
nen en vrouwen uit alle maat-
5)
„Wij trouwen pas in Mei",
zeide hij„het is nu December,
en zij heeft dit verlangd, omdat
zij eerst groote veranderingen in
haar huis wil laten aanbrengen.
Ik verzette mij daartegen, want
ik kon zeer goed mijn eigen
lijke werkplaats elders hebben,
doch daarvan wilde zij niet
hooren. Er zal in den tuin een
zeer ruim atelier gebouwd wor
den, met uitstekend licht, dat
door een glazen g-ang met de
woning verbonden wordt. Heden
middag komt zij u bezoeken,
maar morgen moet gij eens gaan
zien naar al hare plannen. Zij
wilde er vandaag reeds een archi
tect over raadplegen".
En hij liet de oudelui aan hun
geluk over, na beloofd te hebben
weder bij hen te zijn tegen het
schappelijke kringen hebben ge
wezen op de plicht der gemeen
schap haar invalide medeleden
behoorlijk te onderhouden, doch
dank zij ook de meerdere ont
wikkeling der oi derste maat
schappelijke klassen welke
ontwikkeling deze mede danken
aan de werking der leerplicht
wet waren zij het, die on
weerstaanbaar en terecht aandron
gen op maatregelen waardoor
hun bestaan een vastere, rustiger
vorm aannam. Ziekte of ongeval,
invaliditeit en ouderdom mogen
voor groote groepen der maat
schappij geen bronnen van ar
moede en ellende wordenhet
mogen geen schrikbeelden zijn,
die als een steeds dreigend
noodlot, de levensvreugde van
een overgroote meerderheid
'temperen zoo niet vergallen.
Wil men dagelijks opgewekt
zijn geheele arbeidskracht ge
ven en dan doet het er niets
toe of men lichamelijken of
geestelijken arbeid verrichtbei-
du zijn voor de maatschappij
onmisbaar dan moet men
niet steeds terneer gedrukt wor
den door zorgen voor den dag
van morgen. Dan mogen ziekte
en ongeval niet synoniem zijn
voor armoede en ellende, voor
zich en zijn gezindan mag
ouderdom niet zijn een jdoek,
beteekenende afhankelijkheid
van anderen. Dit voelde de
maatschappij, en de wetgever
werd gedwongen aan deze ge
voelens uiting te geven door het
uitvaai digen van verschillende
sociale wetten. (Helaas wetge-
ving ging en gaat nog uiterst
langzaam
Deze sociale wetten legden
natuurlijk geldelijke lasten niet
alleen op het individu zelf, doch
ook op de gemeenschap, met
het gevolg, dat deze laatste wel
maatregelen moest nemen deze
lasten tot de noodzakelijkste te
beperken. Dit deed de maat
schappij door het uitvaardigen
van wetten en voorschriften, die
zoo veel mogelijk invaliditeit
moesten voorkomen. Hiertoe be-
hooren onder tal van andere
maatregelen het verbieden on
der bepaalde omstandigheden
uur van het aangekondigde be
zoek. Hij moest nog de laatste
hand gaan leggen aan een por
tret, dat diezelfde week afgele
verd zou worden.
Toen hij de deur zijner woning
ontsloot, kwam de oude dienst
bode, die sedert jaren zijn huis
houding deed, naar hem toe en
zeide
„Er is eene dame, die op u
wa"cht, mijnheer. Ik heb haar
niet weggezonden, omdat gij mij
hadt gezegd spoedig terug te
zullen zijn, en omdat zij er zoo
zeer op aandrong u te spreken
Zeer goed, Truitje. Waar
is ziju
„In het atelier, mijnheer
Hij begaf zich daarheen en
vond, in plaats van Elise, die
hij verwacht had te zullen zien,
een jong bleek meisje, met regel
matige, zachte trekken en droef
geestige grijze oogen. Zij was
hoogst eenvoudig gekleed in
een donkerblauw lakensch pak,
van arbeid aan vrouwen en kin
deren het beperken van nacht
arbeid en van den arbeidsduur;
het verplicht voorschrijven van
een geneeskundig onderzoek voor
de toelating, in zekere bedrijven
werkzaam te mogen zijn, waar
bij nog komen periodieke her
keuringen voor hen, die reeds in
zulk een bedrijf werkzaam zijn
maatregelen ter beveiliging van
den arbeidde verplichte ver
zekering tegen ongevallen, enz.
Als jongste maatregel zal 3 Dec.
a.s. in werking treden, de wet
tot verzekering van arbeiders
tegen de geldelijke gevolgen
van invaliditeit en ouderdom.
Alsdan is een ieder, die den leef
tijd van 13 jaar heeft bereikt,
en onder bepaalde voorwaarden
in loondienst arbeid verricht ver
zekerd en heeft dan recht op
een rente in geval van invalidi
teit, en na het bereiken van een
vastgestelden leeftijd. Vooral 't
recht op rente ingeval van blij
vende of tijdelijke invaliditeit
kan tot zware geldelijke offers
aanleiding geven. Geen wonder
dan ook, dat de wet zelf maat
regelen neemt deze offers zoo
veel mogelijk te voorkomen
niet alleen is de reeds invalide
arbeider (die niet reeds verplicht
verzekerd is) niet verzekerings-
plichtig, doch art. 99 schrijft
voor dat wanneer de raad van
aibeid van oordeel is, dat er
gevaar bestaat, dat een verplicht-
verzekerde, aan wien geen in-
validiteitsrente is toegekend,
blijvend invalide zal worden en
dat dit gevaar afgewend kan
worden door doelmatige behan
deling of verpleging, is deze
bevoegd aan de rijksverzeke
ringsbank voor te stellen op
haar kosten den verzekerde ge
nees- of heelkundige behande
ling te doen verleenen, of hem
in eene inrichting te doen op
nemen. Ook kan de rijksver
zekeringsbank volgens art. 122
inrichtingen of vereenigingen tot
verpleging van zieken of her
stellenden of op andere wijze in
het belang der volksgezondheid
werkzaam, toelagen verleenen.
Wij zien dus, dat de maat
schappij tracht èn door het voor-
en groette hem met een ernst
en eene waardigheid, die hem
troffen.
„Ik moet u verschooning vra
gen uw kostbaren tijd in beslag
te komen nemen, mijnheer",sprak
zij, zonder dat een glimlach haar
gelaat kwam ophelderen „neen,
ik zal u niet lang ophouden, en
de omstandigheden dwongen mij
tot deze vrijpostigheid. Men
heeft mij gezegd, hoe behulp
zaam gij steeds voor pasbegin-
nenden zijt, en dat schonk mij
moed mij tot u te wenden".
„Ga zitten, en zeg mij, waar
mede ik u van dienst kan zijn.
Als het in mijn vermogen ligt,
zal ik het gaarne doen".
Een blijde uitdrukking gleed
over hare trekken, en verleende
haar iets zeer lieftalligs.
„O gij vermoogt alles, mijn
heer riep zij uit: „een ieder
roemt uw talent en men zal dus
vanzelf naar u luisteren, zoo gij
iemand aanbeveelt, en dat is
komen, dat totaal ongeschikt
een voor hen schadelijk beroep
kiezen, èn door het beperken
van het arbeidsgevaar (ook dat
wat door te lange arbeidsuur)
èn door het geven van genees-
en heelkundige behandeling ter
voorkoming, verTninde ing of ge
nezing van Invaliditeit, de gel"
delijke last zoo gering mogelijk
te maken.
Waar de verzekeringsplicht
reeds aanvangt bij loonarbeid op
het 13e jaar, zal, vooral bij het
in weking treden der ziektever
zekeringswet. de wetgever zijn
hygiënisch-geneeskundig toezicht
uitstrekken over een groot ge
deelte der bevolking.
Waar nu de maatschappij «en
groot belang heeft bij het weer
standsvermogen tegen invloeden
van buiten van haar werknemers
vanaf hun 13e jaar, doet het
zonderling, dat diezelfde maat
schappij zich zoo goed als niets
aantrekt van de wijze, waarop
die werknemers hun 13e jaar
bereiken.
Praktisch gesproken kunnen
wij aannemen, dat alle toekom
stige werknemers tot dien leef
tijd de school bezoeken, doch
hoe deze hen lichamelijk afle
vert, daar bemoeit de wetgever
zich weinig mede, althans de
voorschtriften in dit verband
gegeven kunnen wij gerust on
voldoende noemen. Noodzake
lijk is een hygiënisch-geneeskun-
dig toezicht ook reeds voor het
13e jaar en dit is te bereiken
door het instellen van een hy
giënisch-geneeskundig schooltoe
zicht, zich uitstrekkende over
de leerlingen van alle onder
wijsinrichtingen. Jammer is het
dan ook, dat in het wetsont
werp van minister de Visser inza
ke lager onderwijs geen rijksre
geling is opgeno'men omtrent
het geneeskundig schooltoezicht.
Resumeerende kom ik tot de
conclusie dat de wetgever niet
alleen verplicht is tot het instel
len van een hygiënisch-genees-
kundig schooltoezicht in ver
band met de verplichtingen
voortvloeiende uit de leerplicht
wet, doch'ook als voorbehoe
dend middel in het belang van
wat ik u wilde vragen voor mij
te doen. Ik geef les in het
teekenen".
„Gij riep hij verbaasd uit
„Maar gij zijt nog zoo jong 1"
„Ik ben achttien jaar, doch
sedert ik mijne moeder verloren
heb en met haar eiken steun in
het leven, komt het mij voor dat
ik er minstens dertig tel".
„In elk geval behoeft dit geen
bezwaar te wezen, zoo gij gron
dige studies hebt gemaakt
„Dat deed ik, mijnheer, mijne
moeder bezat zelf een zeer ont
wikkeld talent, al belette hare
zwakke gezondheid haar ook
daarvan partij te trekken.. Zij
gaf mij een volledige opleiding.
Mag ik u misschien een paar
kieine proeven daarvan laten
zien
„Gaarne. Ik hoop van gan-
scher harte, dat ik u aanbevelen
kan".
Zij nam eene portefeuille op,
die zij onder den arm had ge-
af" J°eie werking onzer soci
ale verzekeringswetten.
In het vorige artikel werd
toegezegd de overgangsbepa
hngen te behandelen Lreff.nde
de renten. Allereerst a
Verder bepaalt art. 372 dat
een arbeider, die den leeftijd
van 35 jaar heeft bereikt of
overschreden wanneer de eerste
rentekaart aanvangt geldig te
tót"t n tusschen 3 Dec. ^919
1921 Ue?' 192i' wa"t na 3 Dec.
!3 '-mand ouder dan 35
aar niet meer verzekering,pHcf
tig), alleen recht op ouderdoms-
in rekenil'l8 Wj '248 Pr^iën
msm
bereiken t
niet nl' °udere arbeiders
j Daarom bepaalt art 373
?919 tot%ben die van 3 Dec.
j tot 3 Dec. 1920 verzekerd
hi
ir«%
plus 39-52 van het aanta weken
„f 60e t™
krlStnZ °udej;d"ms^»»oen wil
rl. 7 °?ldat hem We- een
georeken over het hoofd te zien-
die zij hem vertoonde, en was 't
hem onmogelijk, een uitroep van
bewondering te onderdrukken
mij^na^'8/"""^' ^hu,
Hiiders" Staat °P; Qranda
Wordt vervolgd.