ALÜÜflttN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCHVLAANDEREN
GETROUW.
VERSCHIJNT WOENSDAGS EN ZATERDAGS IN ALLE PLAATSEN VAN ZEEUWSCH-VLAANDEREN
E. BOOM—BLIEK
BRESKENS
29e Jaargang
Zaterdag 8 November 1919
Nummer 2470
Dorpskommen.
Invaliditeitswet.
BRESKENSCHE COURANT
n
Abonnementsprijs per drie maanden 95 cent
Franco per post f 1.—
A d v e r t e n t i e p r ij s v a n 1 5 regels 50 cent
Elke regel meer 10 cent. Bij abonnement lager tarief
Telefoon
No. 21
Drukker-Uitgever
Postgiro
17704
Abonnements-Advertenties worden tijdeljjk berekend
met 20 pCt. toeslag
Advertenties worden aangenomen tot uiterlijk
Dinsdag- en Vrijdagmiddag 2 uur
13
Uit Zeeland wordt aan de N.
Crt. het volgende gemeld
De meeste dorpen in onze
provincie zijn gebouwd om de
kerk en overal haast treft men
ten zoogenaamde dorpskom. Dit
'sgeen toeval, maar berust voor
hel grootste deel op de wijze
,5 te aar op in veroude tijden de
folderbedijkingen plaats hadden,
i De heer A. Hollestelle te
rholen, een uitmuntend kenner
ran het oude Zeeuwsche polder-
jrtzen, heeft in een verhandeling
(ver de Heerlijkheden, Ambach
ten of Leenen in Zeeland, daar
omtrent een en ander gemeld.
Hoe eenvoudig het bedijken
an gronden ook bij het vormen
azer oudste polders moge ge-
eest zijn, toch getuigde ook
it van overlegwant het ge-
leenschapsleven kwam daarbij
jgetwijfeld beter tot zijn recht
an in onze dagen.
Ook de vroegere overheid
af de schorren uit om daaraan
etere bestemming te verleenen,
och bij elke inschrijving van
uitendijkschen grond werd, in
vereenstemming met een sinds
euwen bestaande gewoonte, ook
eeds met andere belangen
kening gehouden. Bij de vor-
ing van een nieuw gebied werd
n nietgeringe oppervlakte van
:n ingepolderden grond afge-
inderd voor het bouwen van
:n kerk en voor den aanleg
in een dorp.
Onafhankelijk van den om-
ing van het bedijkte gebied,
as men dus ook bedacht op
behoeften van hen, die zich
larop zouden komen te ves-
;en. 1 )e derwaarts trekkenden
inden gelegenheid op voor hen
schikbaar gesteld terrein, rond-
Q hun kerk, rondom de spil,
larom het rusfige, eenvoudig
(en zich bewoog, hun verblij-
n te vestigen. Men vormde
tt zoover een polder, een be-
mwbaar land, als wel een
erlijkheid.
Men ziet deze wijze van doen
Ifs in den verren loop der
iddeleeuwen overal nog toege-
42
22
15
40
50
20
15
35
49
57
10
20
32
39
50
10
35
25
15
10
40
20
35
15
I
,Ik heb u eene ernstige vraag
doen, mijnheer Walsberg",
de zij, nadat zij een tijdlang
tr eenige onverschillige onder-
rpen hadden gepraat, en ik
'berg u niet, dat het daarom
dat ik van mijn voornemen
ag u hier nog andere vrien-
te laten ontmoeten. Ik zou
als vrouw van den huize met
ju moeten bezig houden en
kschien geen oogenblik heb-
n gevonden om- met u te
{'eken".
ïlise van Wintershoven was
e mooie, donkerlokkige vrouw,
schoonheid daarenboven
verhoogd werd door den
'dom en smaak harer toiletten,
Mr nooit had zij er bekoor-
|er uitgezien, dan heden avond,
past, en blijkens den aanleg on
zer oudste dorpen, schijnt zij
eenmaal regel te zijn geweest.
Zoowel bij de bedijking van
Niose, als bij die van Ovezande
van Heinkenszand, van 's-Gra-
venpolder en van zoo menig
ander, werd grond afgezonderd
voor den aanleg van dorpen.
In 's-Gravenpolder, in 1315 be
dijkt, werd zelfs een opper
vlakte van 27 Gemeten daar
voor afgepaald. (Een Blooisch
gemet is 0.3924 H.A
Nog tot in de 17e eeuw bleef die
afzondering van grond stand
houden, want ook voor den aan
leg van de dorpen Colijnsplaat,
Kats, Stavenisse en St. Phil.ps-
land werden betrekkelijk groote
oppervlakten van het bedijkte
land voor het publiek beschik-
baar gesteld. V7oor Stavenisse
bedroeg dit zelfs nog 10 Geme
ten, voor Sint Philipsland 9 Ge
meten met nog ruim I Gemet
voor een kerkhof, terwijl in 1081
nog 5 gemeten 47 Roeden voor
de uitbreiding van het dorp
werd afgezonderd. En al die be
schikbaar gestelde gronden, later
de zoogenaamde kommen der
gemeenten vormende, waren door
alle tijden heen vrijgesteld van
eiken polderlast.
Later is het afzonderen van
terrein voor kerken, dorpen en
kerhoven geheel in onbruik ge
raakt. Het valt sinds lang buiten
de sfeer van het belang en het
gevolg daarvan is, dat sommige
gemeenten nu een veel te groote
uitbreiding erlangen, tot velerlei
ongerief van de bewoners met
hun zoo verspreid liggende hui
zingen in hoeken langs kanten
van dijken en wegen.
Onze oude dorpen hebben
overal inzake aanleg van straten
en pleinen een steedsch aanzien,
als gevolg van een daarvoor
oorspronkelijk geordend plan.
En wat van ons gewest zou
te recht gekomen zijn, indien
men ook in de oudheid had ge
handeld, als thans, is niet moei
lijk te raden. Zoowel de in an
dere streken onder minder zorg
zame leiding tot stand gekomen
polders, alsook de hier laaste-
lijk aangewonnen en in veiling
nu eene zekere beschroomdheid
het ietwat overmoedige harer
uitdrukking wegnam en hare
gelaatstrekken verzachtte.
„Ik hoop, dat ik uwe vraag
naar genoegen zal kunnen be
antwoorden, mevrouw", ant
woordde Henri: „in elk geval
zou het mij een groot genoegen
wezen, indien ik u met iets van
dienst kon zijn".
Zij keerde zich geheel naar
hem toe en legde de vingers op
zijn hand.
„Herinnert gij u nog den tijd,
dat gij mijn portret hebt ge^
maakt?" vroeg zij.
Zijne verbazing zoo goed mo
gelijk verbergende, antwoordde
hij op beleefden toon
„Moe zou ik die dagen kunnen
vergeten, mevrouw Gij hebt
mij steeds met de grootste wel
willendheid behandeld, en een
schilder heeft zelden het geluk
zulk een bevallig model te vin
den. Zoo mijn werk algemeen
gebrachte gronden, levereren
sprekende voorbeelden daarvan.
Het beschikbaar stellen van
erven, gestoeld op het oude
commerciaal bezit, is dus, zooals
bekend is, sinds lang buiten
gebruik gesteld. Geen aaneen
gesloten terreinen met beraamde
plans voor bebouwing worden
dus door de eigenaars of beheer
ders van de te bedijken gronden
voor het publiek afgezonderd
geen kerken meer voor de een
voudige bewoners gebouwd. De
nederzittenden moeten in vele
gevallen in den eenen of anderen
hoek, geheel in hun eigen be
hoeften voorzien, en de orde
voor het vestigen van dat alles
wordt overgelaten aan het toe
val, zonder eenige leiding, zon
der eenigen steun. Maar de vorin
van de op die wijze ontstane
buurten, heeft ook schijn noch
schaduw van onze oude dorpen;
alles getuigt thans van gemis
aan overleg alles wijst op ge
brek aan ruimte, op gemis aan
schoonheidszin.
Het bovenvermelde geeft dui
delijk aan op welke wijze in de
oude dorpen de zoogenaamde
dorpskommen zijn ontBtaan en
de tands des tijds moge ook hier
op de oudere dorpen wijzigingen
hebben gebracht, die van het
oorspronkelijke afwijken, de
sterke toename der bevolking
moge ook veroorzaakt hebben,
dat sterkere uitbouw buiten die
kommen moest geschieden, in
alle dorpen van dien ouden
tijd is toch steeds nog de op
zettelijke uitgifte van grond voor
dorpsbouw bemerkbaar.
De preventieve werking, die
in de invaliditeitswet is vastge
steld, zal in de toekomst blijken
van buitengemeen veel belang
te zijn.
I. Indien er n.l. gevaar bestaat
dat een verzekerde, aan wien
geen invaliditeitsrente is toege
kend, blijvend invalide zal wor
den om dat dit gevaar afgewend
kan worden door doelmatige
behandeling of verpleging, kan
bewonderd werd, was dit groo-
tendeels aan uwe schoonheid te
danken".
„Ik wilde, dat ik op dit oogen
blik in uw gemoed kon lezen,
mijnheer Walsberg, om te we
ten of dit slechts eene bloote
vleierij is, of dat gij mij waarlijk
bewondert en meer nog dan dat,
of die bewondering een warmer
gevoel in u heeft opgewekt. O
ik weet zeer goed, dat het iets
ongewoons is, wat ik hier doe
ik aarzelde langen tijd of ik wel
aldus tot u zou spreken het valt
eene vrouw zoo pijnlijk met
enkele gevoelens van kieschheid
en teruggetrokkenheid te breken;
maar ik begreep dat gij van uwe
zijde het stilzwijgen steeds be
waren zoudtdat gij zoudt
meenen, dat ik niet van mijn
titel af zou willen zien, of mijn
fortuin voor u een hinderpaal
zou wezen. Ziehier waarom ik
mijzelve liever in uwe oogen
heb willen vernederen en u zeg
de Raad van Arbeid aan de
Rijksverzekeringsbank voorstel
len op kosten der Bank die ver
zekerde genees- of heelkundige
behandeling te verleenen of hem
in een inrichting te doen opne
men. Mocht de Rijksverzeke
ringsbank het voorstel goedkeu
ren, dan wordt het natuurlijk
alleen dan uitgevoerd, wanneer
de verzekerde zijn medewerking
wil verleenen.
II. De 2e belangrijke factor is
dat de Rijksverzekeringsbank
aan inrichtingen en vereenigin-
gen tot verpleging van zieken
en herstellenden of op andere
wijze in het belang der volks
gezondheid werkzaam, toelagen
kan verleenen. Het bedrag der
toelagen, de duur waarvoor en
de voorwaarden waaronder de
toelage wordt verleend, moeten
door de Kroon worden goed
gekeurd.
Het onder I gestelde moet
iets worden uitgesponnen. Onder
I wordt vermeld, dat alleen „niet
rente genietende" in aanmerking
komen voor een behandeling als
daar genoemd. Oogenschijnlijk
lijkt dit een onbillijkheid, doch
wanneer we art. 71 lezen, dan
staat daarin: De verzekerde, die
invalide is, heeft recht op inva
liditeitsrente:
le. indien er geen vooruitzicht
bestaat op zoodanige toeneming
zijner arbeidskracht, dat hij op
houdt invalide te zijn (blijvende
invaliditeit);
2e. indien de invaliditeit on-
afgebroken een half jaar heeft
geduurd (tijdelijke invaliditeit).
Personen onder le vallende,
krijgen rentetoeneming van
arbeidskracht is hierbij uitgeslo
ten gedacht, ook door een speci
ale behandeling.
Personen onder 2e ressorteeren-
de krijgen na een half jaar de
invaliditeitsrente toeneming van
arbeidskracht is door een speciale
behandeling mogelijk. Het le
half jaar vallen deze arbeiders
onder de Ziektewet en krijgen
ziekengeld, hetgeen in de Ziekte
wet van den oud-Minister Talma
was vastgelegd en welke bepa
ling bij de herziening van deze
wet door Minister Aalberse
gen, lioe gelukkig ik zou zijn
aan uwe zijde het leven door te
gaan".
De jonge schilder was zoo
weinig op eene dergelijke taal
verdacht geweest, dat hij moeite
had geen uitroep van verwon
dering te slaken. Nooit, neen
nooit, had hij de mogelijkheid
van een huwelijk tusschen hem
en Elise voor zijn geest zien
oprijzen maar hij gevoelde zich
daarom niet minder getroffen
door de edelmoedigheid harer
handelwijze en de inspanning,
welke het haar gekost moest
hebben aldus te spreken. Hoe
vaak moest zij niet ten huwelijk
zijn gevraagd, de schoone vrouw,
die over een inkomen van mins
tens twintigduizend gulden be
schikte en steeds door had zij
„neen" gezegd, om thans haar
hart en hand aan te bieden aan
een armen kunstenaar, die haar
slechts een zeer eenvoudigen
naam'had aan te bieden.
natuurlijk weder zal worden op
genomen. De behandeling in een
speciale inrichting moet dus
voorgesteld worden in het le
half jaar van de ziekte of daar
vóór, wanneer de oorzaken, die
tot invaliditeit leiden, met het
meeste kans op succes bestreden
kunnen worden. En alhoewel
voor de toekenning van zieken
geld een geneeskundige zijn
oordeel zal moeten uitspreken
en hem daarbij voor de uitvoe
ring van deze kwestie een zeer
dankbare taak wordt opgelegd,
zal de steun van zeer vele an
dere personen en vereenigingen
(tuberculose-vereeniging o.a.) on
ontbeerlijk zijn, wil dit instituut
niet illusoir worden.
In aansluiting met het voren
staande dienen de voordeelen
vermeld te worden, welke den
arbeider in de Invaliditeitswet
worden geboden, waarbij aller
eerst de definitie van „invalide"
vooraf ga.
Art. 72 zegt: Invalide is hij,
die ten gevolge van ziekte of
gebreken buiten staaat is om
met arbeid, die voor zijn krach
ten en bekwaamheid is berekend
en die met het oog op zijn op
leiding en vroegere beroep hem
in billijkheid kan worden op
gedragen, ter plaatse waar hij
arbeid verricht of het laatst
verricht heeft of op een naburige
soortgelijke plaats een derde
kan verdienen van hetgeen licha
melijk en geestelijk gezonde
personen van dezelfde soort en
van soortgelijke opleiding, op
zoodanige plaats met arbeid
gewoonlijk verdienen.
A. Ieder verzekerde heeft recht
op invaliditeitsrente ingeval van
invaliditeit, wanneer 150 premiën
voor hem betaald zijn;
B. Ouderdomsrente na het be
reiken van den 65-jarigen leef
tijd;
C. Wettige of natuurlijke, wet-
tiglijk erkende kinderen beneden
13 jaar van
a. een verzekerde vader,
b. een verzekerde moeder, mits
de kinderen vaderloos zijn of de
moeder de kostwinner was,
O I zij ten minste had lief met
haar gansche ziel en zonder
eenig bijoogmerk
Wat moest hij haar antwoorden?
Neen, zij maakte het ideaal
niet uit, waarvoor hij eenmaal
in zijne jongelingsdroomen was
neergeknield. Zij was niet het
blonde Gretchen, dat hij in Anita
had bewonderd en bemind maar
wat beteekende dat, daar waar
zijn droombeeld leugen was
geweest, en het zachte, goud
lokkige kind slechts met zijn
hart had weten te spelen Deze
vrouw kende het leven, zij wist
dus wat het zeide, van ganscher
ziele aan een ander bestaan te
hechten. Zij zou hem tot het
einde toe van hare teederheid
omringen en hij zelf zou haar
onbeschrijfelijk dankbaar wezen
voor zooveel liefde, haar be
schouwen als het dierbaarste
kleinood, dat de aarde hem had
kunnen schenken, en slechts ééne
zorg koesteren steeds te waken
over haar geluk.
Wordt vervolgd.