algemeen nieuws- en advertentieblad voor zeeuwschvlaanderen hereen i gd. VERSCHIJNT WOENSDAGS EN ZATERDAGS IN ALLE PLAATSEN VAN ZEEUWSCH-VLAANDEREN 28e Jaargang Zaterdag 27 September 1919 Nummer 2458 Bewogen tijden. gSgtgABTOK. Antamclis Steam. BRESKENSCHE COURANT Abonnementsprijs per drie maanden 95 cent Franco per post f I. Advertentieprijs van 1 5 regels 50 cent Elke regel meer 10 cent. Bij abonnement lager tarief Drukkcr-Uitgever E. BOOM—BLIEK TNo.'02°in BRESKENS p°7s$4r0 Abonnements-Advertenties worden tijdelijk berekend met 20 pCt. toeslag Advertenties worden aangenomen tot uiterlijk Dinsdag- en Vrijdagmiddag 2 uur Van alle staatsstukken, die in den loop des jaars verschijnen en wier belangrijkheid door nie mand wordt ontkend, maakt het itaatstuk der Troonrede wel het meeat belangrijke uit. Het eene jaar ietagrooter van omvang dan het andere, vordert de nauwkeu rige lezing van het stuk nimmer veel tijd, echter is de inhoud steeds van het grootste gewicht, en vandaar dat telkenmale de verschijning in den lande met groote belangstelling wordt tege moet gezien. He troonrede toch duidt in haar veelal korte wel sprekendheid de basis aan, zoo wel van ons politiek-economisch heden, als van onze nationale naaste toekomst. Minder nog om hetgeen zij aan woorden bevat, dan wel om hetgeen zij aan die peren zin behelst omtrent de ge aardheid, de stemming en de bedoeling, welke bij de regeering voorzit, vormt dit jaarlijksch staatsstuk een landshistorisch do cument van hooge waarde. Indien men zoo duidelijk mogelijk en zoo beknopt mogelijk een over zicht zou moeten geven van de geschiedenis van ons gemeene- best in lateren tijd, men zou niet beter kunnen doen dan zich de troonreden voor te leggen, welke in den loop der jaren zijn verschenen. Elk harer is als de duidelijke afschaduwing te be schouwen van het kort begrip der nationaal leven, en iu elk harer weerspiegelt zich het tijds- oogenblik. Ook de jongste troonrede draag dit kenmerk ten volle, en zulkst temeer waar zij de eerste isnadat de groote wereldoorlog werd beëindigd. Deze publicatie toch is de eerste na vijf andere, waarin de weerklank van het volkeren- conflict al het andere van den inhoud moest overstemmen, de eerste na zulk een langen tijd, waarbij den donder der kanonnen aan alle horizonten rondom ons kleine vaderland het zwijgen is "Pgelegd, de eejste waarbij het vaderlandlandsch gemoed na vol- 28) .Het is het beste. Ik dank u wel mijnheer Garland en toch - ik wil niet onhartelijk zijn. Als niemand iets weet zou u 'och hier kunnen komen. U al- 'een natuurlijk". „Ik dank u. Dat is onmogelijk, d vindt het noodig de eer van "w dochters op te houden en »ar te beschermen sta me toe M ik hetzelfde voel voor de inijne. Elk vriendschapsbewijs 'noet tusschen onze huishoudin gen geëindigd zijn". .Maar Beatrice Wat moet ik legen Beatrice zeggen? Zij is zoo ingenomen met de jonge mevrouw Garland". jZoek haar een andere prote gee en zij zal mijn arme Char lotte spoedig vergeten zijn". Dapper en onverschrokken, ofschoon zonder een greintje le vijf jaren zich mag ontheven gevoelen van het ijzingwekkend beeld van volkerenwee en we reldverdelging. Een andere toon, een ander geluid moest dan ook, wil zij der traditie getrouw blijven, in deze troonrede door klinken, en inderdaad is dit dan ook geschied. Maar helaas, het is niet de blijde jubeltoon, de vreugdevolle feestklank van het van zorg ontslagen gemoed, het geen, wij in dit staatsstuk verne men. De vredesjubel, welke wij zoo gaarne uit de woorden had den hooren klinken, waarmede onze Koningin in de plechtige vereenigde zitting der Staten- Generaal de aanwezigen geboeid hield, en welke men gehoopt had, vijf jaar lang, dat de grondtoon der eerste vredestroonrede zou kunnen uitmaken, die jubeltoon hebben vorm noch inhoud mogen aanslaan. O zeker, de vrede is er, het moorden op groote schaal heeft opgehouden, maar zoo de zorgen en moeilijkheden veran deren, zij zijn er ongetwijfeld niet minder op geworden, nu het vre de heet. Immers met de afkondiging van die langverbieden vrede is aller minst aan den rampspoed, welke over de wereld is uitgestort, een eind gekomen, noch ook is in eenig land ter wereld de rust en het geluk teruggekeerd. Integen deel stapelen zich de moeilijkste problemen van allerlei aard als met het dag opeen, en elk wel denkende vraagt zich ernstig af waarop dat alles eindigen zal. Het is van dien ernst der tij den, dat naar geest en inhoud de jongste troonrede gewaagt. Ernstig is haar toon, maar te vens spreekt zij van een vast beraden wil, om aan de huidige en de toekomende moeilijkheden een koel hoofd en een vaste hand te bieden. Inzonderheid zullen ons deze beide te stade komen, in onze houding tegen over de intrigeerende machina ties onder een deel van ons Zuidelijk nabuurvolk, en de vast beraden toon, in de troonrede te dien opzichte aangeslagen, vindt zeer zeker weerklank in liefde in zijn hart, had mijnheer Garland voor zijn schoondochter gevochten, het arme verlaten vrouwtje dat geen anderen be schermer had dan hem. Op zijn wandeling naar huis dacht hij er aan hoe zelfs haar echtge noot haar verwaarloosde en niemand zorg voor haar had. Hij dacht aanhoudend aan de vriendelijke gehoorzame Char lotte en toen hij haar aan het raam van zijn studeerkamer zag staan voelde hij iets dat op toe genegenheid geleek. „Wel mijn beste, je ziet dat ik ongedeerd terug ben", zeide hij opgeruimd. Alles is vcorbij. Niemand van de Cruxes zullen wij meer zien. We moeten nu tevreden zijn met elkanders ge zelschap. Ik kan. En gij Char lotte keek hem lachend aan. „Kijk eens mijnheer", vroeg ze een brief te voorschijn ha lende. „Wat kan dat beduiden? Ziet u wel dat hij niet met de gewone mail van Canada is het gemoed onzer gansche natie. Vastbesloten, vastberaden, zóó klinkt het koninklijk woord, zóó is de houding der regeering, zóó en niet anders de stemming van alle partijen in erf buiten het parlement, zóó ook luidt het parool voor alle kringen van het Nederlandsche volji. Een dankbare erkentelijkheid jegens de tallooze burgers, die door de vervulling van hun plicht in dienst van het vader land in leger en vloot zich van een veelal moeilijke taak kwe ten, ook daarvan gewaagt dit staatsstuk en ongetwijfeld stemt de geheele overige natie met die woorden van erkentelijkheid en dank ten volle in. Ook de andere verschillende gedeelten uit de troonrede, kun nen op de instemming van ons volk in de breede lagen van zijn samenstelling rekenen. Zeer zeker, naar mate men zich op een verschillend staatkundig standpunt plaatst, verschilt ook het inzicht en de beoordeeling van het huidig regeeringsbeleid. Doch wel niemand zal aan den goeden wil en aan het besef der groote verantwoordelijkheid twij felen, waarmede onze hoogste bewindsmannen hun in dit tijds bestek zoo hoogst moeilijke taak trachten te volbrengen. Van den ernst dezer tijden, dit blijkt ten overvloede, is men zich ter plaatse van het hoog gezag zoo volkomen bewust, dat ook de felste tegenstanders van het hui dige ministerie zulks volmondig moeten toegeven. Dit bewustzijn bij degenen, die geroepen zijn om naar de mate hunner krach ten en bekwaamheden het schip van staat door de woelige bran ding der, na den oorlog in veel sterker mate dan ooit kon ver wacht worden, nog toegenomen wereldwoelingen in veilige haven te doen belanden, mag der natie tot een zekere geruststelling dienen, dat hare hoogste belan gen inderdaad zoover als men- schen-krachten vermogen te rei ken, behartigd en bezorgd worden. gekomen, dat het poststempel Londen er op staat en ook een Engelsch postzegel". „Arme ziel, hoeveel houdt ze van hemdacht hij naar haar ontroerd gelaat ziende. „Je dacht zeker dat Keith in Engeland was, maar het is zoo niet. Mij dateert als gewoonlijk, zie je wel. De brief is zeker door een kennis mede gebracht en te Londen op de post ge daan". „Ja, ik begrijp het", zeide ze teleurgesteld, Geduldig luisterde ze naar den brief van Keith dien haar schoonvader hardop voorlas. Hij schreef voornamelijk om te melden dat hij nog niet naar huis kon komen en dat het hem even onmogelijk was zijn vrouw te laten halen. „Wij genieten hier ook een klein beetje van de beschaving", schreef hij. „De enkele buren die ik heb zijn tamelijk ontwik keld. En buitendien, in het eenzame leven op een boerderij De goede wil is er ter regeering ongetwijfeld, en ook de goede voornemens, doch daarmede wil nog niet vaststaan, dat het in derdaad ook goede uitkomsten zullen zijn, welke het aanstaand parlementaire jaar ons brengen zal. Veel toch, ontzaggelijk veel zelfs, zal daarbij van ons zelf, van het volk in zijn geheel af hangen. Dit toch heeft het in zijn macht om door medewer king het land zoo spoedig mo gelijk uit de moeilijkheden te doen geraken, evenals het door tegenwerking deze nog groote- lijks kan verzwaren. En nu wil het ons voorkomen, dat niet overal geheel wordt ingezien, hoe slechts door krachtige en eendrachtige samenwerking van allen de rampen welke over de wereld zijn uitgestort, en waar van ook ons land helaas zijn deel heeft gekregen, te boven te komen zijn. De groote schokken en beroeringen waaraan de men- schelijke samenleving in de laatste jaren ten prooi is geweest, heb ben bij velen maar al te zeer het zoo noodige verantwoorde lijkheidsbesef in verbijsterende mate doen afnemen, zeker tot schade van hen zeiven, maaV ook niet minder tot nadeel van het algemeen. Het is waar, dat het schandelijke voorbeeld ten deze door de verschillende regeerin gen en vele staatslieden gege ven, veel verklaart, maar toch niet alles verschoont. En daarom kunnen of willen nog zoovelen, ook in ons land, zich er niet van doordringen, dat, hoezeer de oorlog gelukkig tot het ver leden behoort, de ernst der tij den er geenszins minder op geworden is. De toeneming van de meest onredelijke en over dreven eischen van gansche categoriën van burgers, de aan groeiende ontevredenheid, die zelfs tot tegenwerking en verzet komt van geheele groepen onzer bevolking tegen maatregelen, die de toestanden maar niet eens klaps verbeteren kunnen, wijst er ten duidelijkste op, dat dezulken er zich niet, of slechts zeer ten in Canada heeft een man niet alleen een vrouw maar een ge zellin noodig. Ik geloof, vader, dat het voor haar, zoowel als voor mij, goed zou wezen als u Charlotte nog een jaar naar een kostschool liet gaan of een gou vernante voor haar nam. Ik zou graag willen dat mijn vrouw wat beschaafd was. Het zou hier heel veel waard zijn en in het geval dat ik terugkeer en mij in Engeland vestigMaar dat kunnen wij later bespreken". Met een kortheid die bewees hoe onverschillig het hem was, stapte Keith van de zaak af en begon aan andere dingen. De vader was bedroefd en boos. Het speet hem dat hij noo weinig over Charlotte had geschreven en hij besloot met de volgende mail alles te mel den wat hij op zijn hart had maar daar was de wil van Keith en zijn jonge vrouw moest ge hoorzamen. Zwijgend, met neer geslagen oogen en een wanhopig deele, bewust van zijn, dat de be wogen tijden, waai in de geheele wereld en dus ook ons land zich bevindt, voor alles tot omzich tigheid, tot nadenken noopt, en dat wij alleen met overleg en gezonden gemeenschapszin uit dezen zorgvollen tijd, naar een beteren kunnen komen. Mogen zij, die dat nog niet ten volle beseffen, uit den toon en den geest der jongste troonrede zulks ieeren en er zich naar gedragen. In verband met de berichten omtrent de kolenlevering van Amerika aan Europa, die den laatsten tijd de ronde doen is het van belang kennis te nemen van een correspondentie uit New- York aan de Frf. Ztg.dd. 5 dezer. Daarin wordt er opgewezen dat ofschoon er voortdurend kleine kolenverschepingen naar Europa plaats hebben, het de vraag is of Amerika van den winter wel veel zal kunnen doen. De natio nale vereeniging der steenkolen- producenten en geologische bu reau van de bondsregeering zijn het er over eens, dat dit jaar de productie in Amerika 50 millioen ton beneden het voor de binnen- landsche behoefte benoodigde kwantum zal blijven. Naar uit de onderzoekingen van de commissie uit den senaat voor den binnen- landschen handel is gebleken, draagt het spoorwegbestuur voor .een gedeelte de schuld van de wanverhouding, die er tusschen productie en verbruik bestaat, daar het aantal beschikbaar ge stelde wagens verre beneden het benoodigde aantal blijft. Zoo had men b.v. in Juli 3,724,000 ton meer kunnen verzenden dan de beschikbaargestelde wagons kon den laden in Augustus bedroeg deze hoeveelheid zelfs 5,902,000. De steenkolenproducenten ver klaren, dat zij voortdurend dan hier, dan daar het werk ploegs- gewijze moeten stop zetten, daar er niet voldoende gelegenheid is droevig gezichtje luisterde Char lotte naar den brief. „Mijn beste", zeide de oude man eindelijk, „zou je graag een gouvernante hebben „O ja, alles wat u goedvind. Alles wat hij verlangt". „Charlotte, je echtgenoot weet niet, maar ik zal het hem met de volgende mail schrijven, hoe goed wij het met elkaar kunnen vinden, hoe veel je hebt geleerd, en hoeveel ge veranderd zijt. En boven alles, hoe goed en lief je altijd voor mij bent". „Ben ik en haar groote donkere oogen zagen hem vra gend aan. Hoewel Charlotte volstrekt niet geleek op de vrouw die hij had lief gehad, de dochter die hij zich had gedroomd, toch moest de dominee erkennen, dat zij geen leelijk karakter had. Hoe meer het zich ontwikkelde, hoe meer hij van haar hield en lang zamerhand begon hij haar te achten. Wordt vervolgd.

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1919 | | pagina 1