ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCHVLAANDEREN
"iiiiiZiieiT"
HEREENIGD.
VERSCHIJNT WOENSDAGS EN ZATERDAGS IN ALLE PLAATSEN VAN ZEEUWSCH-VLAANDEREN
28e Jaargang
Woensdag 13 Augustus 1919
Nummer 2445
Gemeenteraad.
BRESKENSCHE COURANT
Abonnementsprijs per drie maanden 95 cent
Franco per post f 1.—
Advertentieprijs van 1 5 regels 50 cent
Elke regel meer 10 cent. Bij abonnement lager tarief
Drukker-Uitgever
E. BOOM—BLIEK
TNof020in BRESKENS p,07s$4r0
Abonnements-Advertenties worden tijdelijk berekend
met 20 pCt. toeslag
Advertenties worden aangenomen tot u i t e r 1 ij k
Dinsdag- en Vrijdagmiddag 2 uur
De onthulling van het
Standbeeld van Frans
Naereboutte Vlissingen.
Begunstigd door prachtig zomer
weder had Zaterdag de plech
tigheid van de onthulling van
Ihet Standbeeld van Frans Nae-re-
bout plaats. Men zag niets dan
vroolijke blijde gezichten toen
's morgens reeds talloos velen
zich opmaakten naar de Emma-
straat, van waar de muziek
gezelschappen „Ons Genoegen"
en „St. Caecilia" hun wandeling
zouden beginnen. De reveille
beantwoordde volkomen aan zijn
doel en liep in de beste orde
af. Met de nu niet meer twijfel
achtige hoop, of alles zou verder
aan de gekoesterde verwachting
wel beantwoorden, werd het
verder verloop van den feestdag
tegemoet gezien.
De blijken van instemming wa
ren reeds zeer vele, getuige de
vlaggenlooi in de straten en de
moeite, die zich de bewoners van
■de Kleine Markt bijv. getroosten,
om de muziekgezelschappen
waardig te ontvangen op de estra
de, die zij door eenvoudig aan
gebrachte versieringen tot een
vroolijke, gezellige zitplaats voor
de muziekgezelschappen hadden
gemaakt.
Ook de tent op den Steenen-
beer was aardig met groen ver-
j sierd geworden, waarvoor de fir
ma A.J. Witte Zonen belang
loos had gezorgd.
In den loop van den morgen
kwamen de verschillende aan de
feestelijkheden deelnemende ge
zelschappen per trein, boot of
train aan, terwijl tevens een
zeergroot aantal personen uit alle
deelen van onze provincie de
stad binnenstroomden en dit aan
tal nam maar steeds toe.
Van 9 tot 12 uur werden in
het verbreed kanaal de vóór-roei-
wedstrijden gehouden. Een mu
ziekgezelschap hield er de rechte
stemming in.
Op de achterplaats van het
Nieuw-Arsenaal werd tegen 1
uur de optocht samengesteld. liet
was een kolossale stoet, welke
16)
„Je schijnt veel van werken
te houden, Charlotte", zeide hij,
het laatste deel van haar ant
woord onbemerkt latende.
„Ik ben er in groot geworden.
Het is een gewoonte voor men-
schen zoo als wij Ze zweeg
plotseling en verborg haar vuur
rood beschaamd gezicht in haar
handen.
„Met menschen zoo als wij,
bedoel je de omgeving waarin
je was vóór dat mijn zoon je
trouwde". Sprak de dominee
vriendelijk, vastbesloten voor
geen onaangenaamheden terug
te deinzen. „Je zult zeker als
de dienstbode van mevrouw Lo
ve hard genoeg gewerkt hebben
maar dat is geen reden waarom
de vrouw van een emigrant en
voorafgegaan werd door maré
chaussees te paard en politie.
Daarna volgde het vaandel
van Vlissingen gedragen door een
vaandeldrager te paard gezeten.
Hierna volgde het bestuur van
„Vlissingen Vooruit."
Vervolgens het Ned. loodswe
zen en daarachter de vaandels
met de afgevaardigden der deel
nemende vereenigingen, nl. de
muziekgezelschappen, zangver-
eenigingen, gymnastiek- en ttirn-
vereenigingen enz.
Hierachter demuziek- enzang-
gezelschappen en gymnastiekver-
eenigingen, voorts versierde wa
gens met kinderen, terwijl de
stoet weer werd gesloten door
maréchaussee te paard.
Er waren niet minder dan 27
muziekgezelschappen uit ver
schillende deelen van Zeeland,
als uit Walcheren Zuid- en Noord-
Beveland en Oostelijk- en Wes
telijk Zeeuwsch-Vlaanderen, als
mede 12 zangvereenigingen.
Al spelende ging de stoet door
een dichte drom van belangstel
lenden, welke zich in de straten
hadden opgesteld.
Terwijl de optocht door de
stad trok hadden zich intusschen
in de sociëteit „Unitas" zeer vele
autoriteiten en genoodigden met
hunne dames verzameld, om te
genwoordig te zijn bij de ope
ningsrede, #welke daar gehouden
werd door den luitenant ter zee
le klasse P. J. Jager, uit den Hel
der, lid van het uitvoerend co
mité.
Na deze rede verzocht hij Z. E.
den Vice-Admiraal Baudin na
mens H. M. onze geëerbiedigde
Koniningin het standbeeld te
i onthullen.
Nadat de vice-admiraal F. Bau
din. adjudant-generaal en chef
van het Militair Huis der Konin
gin, het doek dat het beeld om
hulde, had weggeschoven, kwam
het te voorschijn.
Een spontaan applaus volgde
toen het beeld van Naerebout
zichtbaar werd.
Het standbeeld is, zooals be
kend, vervaardigd door den
beeldhouwer Lom te 'sGraven-
hage.
hij draalde even de doch
ter van een predikant niets zou
doen. En dat is het juist waar
over ik je wilde spreken. Mag ik?
„Ja. Heel graag, mijnheer".
„Zou je niet graag wat willen
leeren Schrijven, bijvoorbeeld,
zoodat je de brieven van Keith
kan beantwoorden, boeken lezen
en je verder ontwikkelen om
een gezellin voor hem te kunnen
zijn als hij terug komt.
De bijbel zegt ik las het
je gisteren nog voor dat de
vrouw is de hulpe van den man".
Wat beduidt die uitdrukking
vroeg Charlotte nederig.
Na eenig nadenken trachtte
hij in de eenvoudigste woorden,
als of hij tot een kind sprak,
haar zijn eigen gedachte over
het huwelijk uit te leggen
zijn vertrouwen en ook zijn on
dervinding dat, hoewel de man
het hoofd van het huisgezin is,
de vrouw zijn rechterhand moet
zijn, gereed hem in al zijn moei-
Op de voorzijde staat:
FRANS NAEREBOUT
1748 Heldhaftig redder 1818
van Schipbreukelingen, Kundig
Zeeman, Onverschrokken Loods.
Op de achterzijdeWoestduin,
Zuiderburg, Voorland.
Hulde van het nageslacht.
Onthuld 9 Augustus 1919.
Na de onthulling bracht de
heer Stamperius dank aan de
velen, die het comité ter zijde
hebben gestaan. Hulde bracht
hij aan den beeldhouwer van
Loin, een woord van lof aan
zijn medeleden van liet bui
tengewoon comité, aan den vol-
ijverigen luitenant ter zee Jager,
aan den wakkeren president der
Vlissingsche loodsen Roest en
aan den onvermoeiden secretaris
Tegel en zijn echtgenoote die
een afstammelinge is in rechte lijn
van onzen held.
Hierna werden in „de Oude
Vriendschap" deputaties der ver
schillende deelnemende vereeni
gingen ontvangen en werden
daar met de gebruikelijke toe
spraken aan deze vereenigingen
herinneringsmedailles aangebo
den.
En zoo behoort ook deze ont
hulling weer tot het verledene
maar de naam van Naerebout
zal nog lang bij velen in herinne
ring voortleven als den man der
stille Nederlandsche deugden,
den vredesheld, die voor ons
allen en voor hen die na ons
zullen komen, zijn zal een voor
beeld van eenvoud, plichtsbe
trachting en heldenmoed
Aardenburg.
Vervolg en slot van den Ge
meenteraad.
De gemeente-rekening over 1918
wordt aangeboden met een totaal
in ontvangsten van 62950.39s
in uitgaven 63023.09
nadeelig slot 72.715
De rekening van het distributie
bedrijf wijst een ontvangst aan
van 108790.29s
en een uitgaaf van 109438.68
nadeelig saldo van 648.385
lijkheden bij te staan, hare in
stemming te toonen met het doel
dat hij wil bereiken, hem te
steunen en te troosten bij al de
teleurstellingen en verdrietelijk
heden die hem treflen en dat,
waar die innige vereeniging niet
bestaat, het huwelijk van het
begin tot het einde een groote
misslag is
Toen hij zweeg keek Charlot
te hem aan met een blik waaruit
hij duidelijk las dat ze hem had
begrepen.
„Ik voel dat u gelijk hebt,
mijnheer. Ik was geen geschikte
vrouw voor hem maar zou ik
het kunnen worden
Vertrouwend op de toekomst
ging zij met hem mede om voor
zijn thee te zorgen.
Indien men Charlotte drie
maanden of liever zes maan
den later want ze gingen
vlug voorbij, had vergeleken bij
de jonge vrouw die op dien so-
beren winterdag te Immeridge
Beide rekeningen met die van
het Burger Weeshuis en het
Burger Gasthuis zullen gesteld
worden in handen van een com
missie waartoe de voorzitter be
noemt de heeren Eekhout, Wa
ge en Martens, die de benoeming
aannemen.
Aan de orde komt nu het
voorstel van dei: heer Reepma
ker om aan de agenda toe te
voegen de benoeming van Ont
vanger-Griffier van het Burger
Weeshuis. De voorsteller licht
dit punt nader toe door te zeg
gen, dat er een maand tijd is
gegeven om te solliciteeren, dat
zich 5 personen hebben aange
meld en dat er niets in den weg
is wat den Raad beletten zou
tot een benoeming over te gaan.
De heer Martens meent, dat
een benoeming thans in strijd
zou zijn met het algemeen be
lang der gemeentede tegen
woordige secretaris hoeft ook de
betrekking van Ontvanger-Grif
fier enkele jaren waargenomen
indien dit niet het geval was,
gelooft hij, dat de heer Zonne-
vijlle reeds eerder de gemeente
zou verlaten hebben waar het
thans uitgeloofde salaris voor
gemeente-secretaris slechts een
arbeidersloon is, zou hij er voor
zijn nog niet tot benoeming over
te gaan, maar deze aan te hou
den tot een secretaris benoemd
is en deze alsdan nog in gelegen
heid stellen mede te dingen
naar de betrekking van Ontvan
ger-Griffier van het BurgerWees-
huis. Hij kan niet goed begrijpen,
dat de heer Reepmaker met het
voorstel komt, waarop deze ant
woordt, dat dit onderwerp een
punt van bespreking is geweest
in de vergadering van Burg. en
Weth., doih dat de meerderheid
van dat college er tegen was
het op de agenda te plaatsen en
dewijl hij meent, dat er niets
tegen is om reeds nu tot een
benoeming over te gaan, heeft
hij gebruik gemaakt van zijn
recht als raadslid om den bur
gemeester te verzoeken de agen
da met dat punt aan te vullen.
De heer Roersch erkent, dat
het punt van Burg. en Weth.
kwam, zou men haar niet her
kend hebben.
Gelukkig was ze juist op dien
leeftijd dat nieuwe gewoonten
gemakkelijk worden aangenomen
en oude op zijde gezet, en toen
de dominee bemerkte dat ze vlug
en vlijtig leerde, zuiver engelsch
begon te spreken, en haar best
deed alles na te laten wat hem
onaangenaam en hinderlijk was,
had hij steeds meer geduld met
haar onkunde en onhandigheid.
Zonder twijfel was Charlotte in
nig aan haar echtgenoot gehecht.
Hoe koud en onverschillig Keith
ook was na zijn eersten brief
schreef hij haar zelden meer
maar voegde alleen eenige woor
den voor zijn vrouw in dien van
zijn vader toch had de jonge
vrouw hem lief. Liefde dwong
haar de pen tusschen de lompe
vingers te houden en te leeren
schrijven. Liefde deed haar ge
lijk met de leeuwerik opslaan
om uit de boeken voor eerst-
besproken is, doch de heer Reep
maker heeft hem niet kunnen
overtuigen, dat de belangen van
het Weeshuis geschaad zouden
worden met de zaak aan te
houden, terwijl hij meent, dat de
belangen der gemeente er mede
gebaat kunnen zijn door de be
trekking van Ontvanger-Griffier
van het Weeshuis te combinee
ren met die van de gemeente
secretaris. Het plan tot een
eventueele combinatie van beide
betrekkingen is eerst laat bij
hem opgekomen, toen zich aan
vankelijk geen sollicitanten voor
gemeente-secretaris opdeden,
daar deze pas de laatste dagen
van Juli inkwamen. Ook hij meent,
dat de bezoldiging voorsecretaris
te gering ishet inkomen van
den te benoemen secretaris zou
thans kunnen verbeterd worden;
waarom zou men het niet doen?
De heer Reepmaker vindt 't
jammer, dat de heeren Roersch
en Martens niet vroeger geko
men zijn met hun combinatieplan
en ook, dat zij geen betere
salarisregeling hebben voorge
steld voor den secretaristhans
willen zij daartoe geraken door
gelden van het Weeshuis.
De heer Roersch vraagt weer-
legging van zijn argumenten.
De heer Wage het woord ver
krijgende zegt, dat de gemeente
Aardenburg een secretaris noo-
dig heeft en daarvoor opgeroe
pen heeft voor een aanvangs
salaris van 1300; het blijkt,
dat dit salaris te gering is. Door
toevallige omstandigheden is in
Aardenburg nu ook vacant de
betrekking van Ontvanger-Grif
fier van het Burger Weeshuis en
om nu den te benoemen secre
taris een eenigszins behoorlijk
bestaan te verzekeren, wil men
deze beide betrekkingen com
bineeren. Hij is daar sterk tegen;
een gemeente als Aardenburg
moet zijn secretaris zoodanig
beloonen, dat hij van die be-
loouing leven kan die ambtenaar
moet niet op bijbaantjes aan
gewezen zijn.
De heer Martensmaar we
hebben pas verleden jaar het
beginnende herinneringen aan
den tijd toen mevrouw Garland
gouvernante was te leeren
lezen. Liefde die de ruwe on
wellevende manieren veranderde
in die zachte rustige bewegin
gen die mijnheer Garland zoo
lief waren. Toch kwam nu en
dan de oude natuur boven en
kostte het haar veel moeite om
rustig in de huiskamer te blijven
zitten in plaats van Jeane in de
keuken te kunnen helpen. Beider
leven was niet gemakkelijk maar
toch ook niet zoo lastig als de
goede man gevreesd had, en
somwijlen dacht hij dat hij toch
niet zoo ongelukkig was als het
dwaze huwelijk van zijn zoon
hem had moeten maken.
Het had God behaagd de hoop
van zijn leven weg te nemen,
zijn droomen voor de toekomst
van zijn zoon te verstoren, hem
last voor lust, berusting voor
vreugde te geven en toch
toch was er veel gebleven dat
hem genoegen verschafte.
Wordt vervolgd.