ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCHVLAANDEREN
VERSCHIJNT WOENSDAGS EN ZATERDAGS IN ALLE PLAATSEN VAN ZEEUWSCH-VLAANDEREN
E. BOOM-BLIEK
28e Jaargang
Zaterdag 31 Mei 1919
Nummer 2425
De 8-urige arbeidsdag.
Het Geheim.
xxxx.
Het oudste reglement van
den polder Groede.
BRËSKENSCHE COURANT
Abonnementsprijs per drie maanden 95 cent
Franco per post f 1.—
Advertentieprijs van 1 5 regels 50 cent
Elke regel meer 10 cent. Bij abonnement lager tarief
Drukker-Uitgever
Telegram BRESKENS ™ef°°1n
BoomBliek No. 21
Abonnements-Advertenties worden tijdelijk berekend
met 20 pCt. toeslag
Advertenties worden aangenomen tot uiterlijk
Dinsdag- en Vrijdagmiddag 2 uur
Volgens het voorloopig verslag van
de afdeelingen der Tweede Kamer
het wetsontwerp betreffende invoering
van den 8-urigen arbeidsdag, stelden
sommige leden op den voorgrond dat
het niet aankomt op de vraag of de
daarin vervatte regeling voldoet aan
de wenschen der arbeiders, maar op
de vraag, of zij in overeenstemming
is met het algemeen belang. Dit hangt
in hooge mate af van den invloed,
welken de voorgestelde beperking van
den arbeidstijd op de productie zal
hebben. Aan dit belangrijke punt
wordt in de memorie van toelichting
niet de noodige aandacht gewijd.
Het voorstel is ingediend op een
voor een zoo bedenkelijke proefne
ming hoogst ongeschikt oogenblik.
De oorlog heeft immers de productie
geheel gedesorganiseerd. De minister
wijst er op, dat, nu de oorlog ge
ëindigd is, het aantal beschikbare
arbeiders in zeer belangrijke mate
zal toenemen en dat de productie
door een goede werkwijze kan worden
bevorderd. Vermeerdering van het
aantal arbeiders zal er toe leiden,
dat meer zal kunnen worden gepro
duceerd dan gedurende den oorlog,
maar het komt hier aan op de vraag
of invoering van den 8-urigen arbeids
dag niet zal beletten het wereldtekort
aan te vullen en ondanks die ver
meerdering niet tot achteruitgang van
de productie zal leiden. Dat tekort
zal ten gevolge hebben, dat van de
verbetering der werkwijzen, waarvan
de minister gewaagt,-voorhands niet
veel zal komen. Ook wijst de minister
op het gevaar, dat niet-invoering van
den 8-urigen arbeidstijd tot verbittering
en stakingen aanleiding zou geven.
Dit door vrees ingegeven argument
achtte men fe minder afdoende, om
dat die invoering niet den minsten
waarborg levert tegen stakingen op
grond van verdere eischen der ar
beiders. Deze leden verlangden, dat
de minister nader zou aantoonen, dat
de voorgestelde regeling op de pro
ductie geen schadelijken invloed zal
uitoefenen.
Verder werd aangevoerd dat de
erkenning, dat beperking van den
te langen arbeidstijd door wettelijke
maatregelen noodig is, nog niet in-
Onmiddellijk nadat ik was thuis
gekomen vroeg ik vrouw Jobst of er
van het slot geen brief voor mij was
gekomen. Zij overhandigde mij dien,
ik scheurde hem open en las
Het is 't beste, dat elke naderende
verklaring tusschen ons achterwege
blijft, want nu zoudt ge 't niet kun
nen verdragen de waarheid te moeten
hooren. Want die waarheid is ver
pletterend voor jezelf. Ik ga heen,
omdat ik niet met je wil vechten
want ook thans ben ik je oprecht
vriend.
Dat te gelooven was meer, dan
men redelijkerwijs van mij kon ver
langen.
Eerst vele jaren later voerde mij
het toeval naar Frederike's graf
een dag, volkomen gelijk aan dengene,
waarop zij een schuilplaats had ge
zocht in het Roode Huis.
sluit, dat de maximum arbeidsduur
op 8 uren en niet op 10 uren bepaald
zou moeten worden.
Eenige andere leden betreurden,
dat de wetgever hier wederom ge
roepen wordt ii; het maatschappelijk
leven in te grijpen. Zij zouden liever
gezien hebben, dat werkgevers en
werknemers door onderling overleg
tot verkorting van te langen arbeids
duur waren gekomen.
Vele andere leden konden zich met
deze beschouwingen niet vereenigen.
Het wetsontwerp beoogt inwilliging
van wenschen, sedert vele jaren door
de arbeidersklasse gekoesterd, en
aanneming daarvan zal eeij belang
rijke verbetering in het lot der ar
beiders brengen. Of de voorgestelde
regeling de productie zal bevorderen
of althans niet zal belemmeren, is
niet het eenige waarop het aankomt.
Sommige leden achten, ook met 't
oog op hetgeen in het buitenland ge
schiedt, de vraag gewettigd, of het
ontwerp niet te ver gaat, nu het voor
fabrieken en werkplaatsen niet slechts
den 8-urigen arbeidsdag, maar ook
de 45-urige arbeidsweek wil invoeren.
Aan de dienaangaande in de kringen
der distributie geuite bedenkingen zou
huns inziens tegemoet gekomen kun
nen worden zonder aan de algemee-
ne strekking van het wetsontwerp
tekort te doen. Anderen achtten die
bezwaren zeer overdreven.
Enkele leden hadden in de memorie
van toelichting een beschouwing ge
mist omtrent den invloed van de voor
gestelde regeling op de verhouding
tusschen de groot-, midden en klein
bedrijven. Naar hun inzien zou deze
regeling de kleine bedrijven te zeer
bevoordeelen.
Verscheidene leden betreurden, dat
de minister niet zijn medewerking
heeft willen verleenen tot behandeling
van het wetsontwerp-Schaper c.s. Dan
zou een behoorlijke regeling van den
arbeidstijd veel vroeger tot stand
gekomen kunnen zijn.
Verscheidene leden waren van mee
ning, dat het wetsontwerp in verschil
lende opzichten den arbeidsduur niet
in voldoende mate beperkt.
In de eerste plaats waren er, die
den 8-urigen arbeidstijd voor nagenoeg
alle bedrijven wenschten ingevoerd te
zien.
Buiten fabrieken en werkplaatsen
Maar ik was nu aari erger vertwij
feling ter prooi dan toenmaals. Ik
doolde rond als een verdoemde ik
was een door allen verlatene, sombere
rnan, die door de menschen werd ge
schuwd en ontweken als een pestlijder,
want booze tongen hadden den hemel
weet welke sprookjes van mij ver
spreid ik werd afgeslingerd als een
monster, een vrouwendooder.
Onder een eeuwenouden eik was
haar laatste rustplaats gespreid. Over
al rondom heerschte de plechtige stilte
des wouds, de majestueuze vrede der
natuur, slechts afgebroken door het
kraken der takken van den eerbied-
waardigen boschreus, die, als de
wind hem bewoog, zachtkens een
klokgezang fluisterde over het te vroeg
gedolven graf.
Eenvoudig en zonder eenige versie
ring was de uit steenen opgerichte
grafheuvel, doch tegenover het graf
was tusschen het kreupelhout een
open ruimte weggehakt en, omlijst
door de groene takken verscheen van
uit de verte het hertogelijk slot, waar
van de vensters glinsterden, als brach-
het minimum van den arbeidsduur op
10 uren te stellen, achtte men met 's
ministers eigen opvattingen niet over
een te brengen.
Voorts kwamen verscheidene leden
op tegen de artikelen der wet, welke
bedoelen zoowel voor geheele bedrijfs
takken als voor bepaalde onderne
mingen enkele jaren van overgang
toe te staan. Men vreesde, dat het
den werkgevers zou gelukken een
zoodanige toepassing van deze ar
tikelen te verkrijgen, dat met de in
voering van den voorgestelden ar
beidstijd langer wordt gewacht dan
noodig is.
Ook ten aanzien van de beperking
van den nachtarbeid gaat het ont
werp, naar de meening van verschei
den, niet ver genoeg. Voor mannen
zal die arbeid worden toegelaten als
dit om redenen van technischen of
maatschappelijken aard wordt geacht.
Deze omschrijving is zeer vaag en
kan tot zeer uiteenloopende opvattin
gen aanleiding geven.
De minister acht den nachtarbeid
van typografen voor het doen ver
schijnen van ochtendbladen om maat
schappelijke redenen noodig.
Sommige leden beantwoordden deze
vraag in ontkennenden zin. Voor
renteniers moge het verschijnen van
ochtendbladen aangenaam zijn, maat
schappelijk noodzakelijk zijn zij niet.
Voorts werd de meening geuit, dat
het verrichten van overwerk in het
wetsontwerp niet genoeg wordt tegen
gegaan.
Anderen achtten het niet wensche-
lijk ten aanzien van de beperking van
den arbeidstijd verder te gaan dan
voorgesteld is. Met de bestaande toe
standen en den aard der bedrijven
dient rekening gehouden te worden.
Dit geldt ook ten opzichte van de
artikelen 26 en 27. In de memorie
van toelichting worden de redenen,
welke deze overgangsbepalingen noo
dig maken, op zeer duidelijke wijze
uiteengezet.
Er waren leden, die meenden, dat
het wetsontwerp niet genoeg doet
voor de bevordering van de Zondags
rust. Sommigen kwamen op tegen
het maken van minder strenge be
palingen omtrent de Zondagsrust voor
mannen dan voor vrouwen.
ten zij een groet aan het eenzame
graf en wilden zij zorgvuldig waken
over de plechtige vrede, die er rond
om heerschte.
Zoo beschermden de tinnen van des
prinsen stamslot het graf der vrouw,
die hij
Ik balde de vuist en wendde mij
af met een bitteren glimlach op de
saamgenepen lippen.
Ook nog in den dood 1 fluisterde ik.
Toen ging ik heen.
In het vervolg vermeed ik bij mijn
dagelijksche dwaaltochlen zooveel ik
kon deze verdoemde plek. Nooit be
kommerde ik mij Om het graf, waarin
het gebeènte rustte van de vrouw,
die eens al mijn aardsche geluk had
uitgemaakt, totdat, na zeer korten
tijd, het ruwe Noodlot het vaneen
reet en ook mijn zaligheid verwoestte.
En de jaren vervlogen, steeds som
berder werd ikde kluizenaar van
vroeger weid een menschenhater,ge
schuwd door allen, met de vingers
nagewezen, zoodat de kinderen ver
schrikt wegliepen als ik naderde, maar
mijn grootste vijand bleef ik zelf de
VI.
Slot
25. Alle apprehensiön (in hechte
nisnemingen, die dijkgraaf e'n gezwo
rens uit zake van deze keuze zullen
geordonneerd worden te doen, zullen
gedaan worden bij den berijder (ge
rechtsdienaar) ofte officier van de
Groede, die bij dezen daartoe bij de
Edele heeren van den Vrije wordt
gelast mits dat hij van c-lken persoon
zal genieten ordinaris salaris.
26. Alle vonnissen van dijkgraaf en
gezworens zullen executabel (uitvoer
baar) zijn niettegenstaande appella-
tiën, dies zal ieder vermogen te
reformeeren aan den College van
mijne Edele heeren van den Vrije en
nergens anderr, en aldaar binnen twee
maanden zijne grieven te kennen ge
ven op pene (straffe) van versteken
te zijn en blijven.
27- Hem of het gebeurde dat eenige
personen ofte persoon hem tegens
deze keure ofte tegens de vonnissen
van de gezworens opposseerde (ver
zette) met scheldwoorden tegens den
dijkgraaf en gezworens zulks dat zij
merkelijke in hare eere met scheld
woorden, dreigementen en andere
onbehoorlijkheden wierden bejegend,
zullen den dijkgraaf en gezworens
denzelfden persoon of personen, hij
zij inwoner ofte vreemdeling, door
den berijder (gerechtsdienaar) doen
apprekendeeren (vatten) en voor de
Edele heeren Burgemeesteren en Sche
penen 's Lands van den Vrije terechte
stellen en haar aldaar beklagen binnen
den derden dag nadat zij geappreken-
deerd zullen zijn, op pene (straffe)
dat de geapprekendeerde los zullen
gaan, en zullen dijkgraaf en gezwo
rens de kosten betalen.
28. Reserveerende de heere en de
wet (de Hoogbaljuw en Burgemeesters
en Schepenen van het Vrije) te hun
waarts de verklaringe en interpretatie
(uitlegging) van alle de donkerhi id,
die uit de voorschreven keure zoude
mogen kunnen spruiten en ook dezelve
te vernieuwen, te veranderen, ver
meerderen en verminderen zoo wan
neer zij bevinden zullen dat nut,
hevigste kwellingen waren die der
herinneringen.
Maar nog grooter kwellingen zou
den mijn deel worden de knaging
der wroeging, toen ik de waarheid
leerde kennen.
Prins Christiaan keerde eerst na
vele jaren weder in het vaderland
terug.
Naar het lichaam was ik nog jong
gebleven, maar in mijn ziel was ik
een grijsaard geworden, want een
verdriet als mij getroffen had verteert
en maakt oud voor den tijd.
De prins stelde alle mogelijke po
gingen in het werk om mij te spre
ken, maar ik wees hem af. Ik be
wees hem al den eerbied, dien ik den
telg van het hertogelijk huis schuldig
was, maar verder ging ik niet. Echter
niet eenmaal, doch wel honderden
malen herhaalde hij zijn pogingen,
niettemin gelukte het mij hem steeds
te ontwijken.
Wordt vervolgd.