ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCHVLAANDEREN VERSCHIJNT WOENSDAGS EN ZATERDAGS IN ALLE PLAATSEN VAN ZEEUWSCH-VLAANDEREN E. BOOM-BLIEK 28e Jaargang Woensdag 28 Mei 1919 Nummer 2424 Gemeenteraad. FBüIïABYeN. Het Geheim. Abonnementsprijs per drie maanden 95 cent Franco per post f 1.— A d v e r t e n ti e p r ij s v an 1 5 regels 50 cent Elke regel meer 10 cent. Bij abonnement lager tarief Drukker-Uitgever Telegram Telefoon BoomBlIek BKtSllCnS No. 21 Abonnements-Advertenties worden tijdelijk berekend met 20 pCt. toeslag Advertenties worden aangenomen tot uiteriyk Dinsdag- en Vrijdagmiddag 2 uur Aardenburg. Vergadering van Zaterdag 24 Mei. Voorzitter de heer J. C. Reepmaker van Belle. Afwezig de heer Dr Doyer. Na opening voorlezing en goed keuring der notulen van de vorige vergadering. Ingekomen zijn eenige besluiten van Ged. Staten houdende goedkeuring van vorige raadsbesluiten. Ingekomen is een adres van de herbergiers, waarin zij naar aanleiding der bespreking in de vorige raads vergadering verzoeken den duur der kermis niet te bekorten, maar deze te behouden zooals zij reeds eeuwen geweest is een gansche week wel is waar, dat er een paar slappe dagen in komen, maar op die dagen worden juist de gaaiscliieting, prijskampen met kaarten of krulbol gehouden en kan het personeel van adressanten uitrusten voor de volgende vermoeien de dagen. Burg. en Weth. stellen voor geen verandering te brengen in den duur der kermis en ook niet in het slui tingsuur op den laatsten dag. De heer I. F. Eekhout vraagt, of het geen overweging verdienen zou, de kermis te laten beginnen op Don derdag en te laten voortduren tot en met Zondag, zij was dan verkort an 6 op 4 dagen. Dit denkbeeld vindt evenwel geen ondersteuning en spre ker maakt er geen voorstel van. De heer Roersch zou het gewenscht achten de laatste dag vroeger te sluiten, zooals de heer Martens in de vorige vergadering voorstilde. Hij meent, dat zulks vroeger ook eens geschied is. Dit laatste wordt toe- festemdhet is eens gedaan door urgemeester Hennequin, die om 12 uur deed sluiten maar 't volk wilde niet naar huis en ging over tot min der gewenschte handelingenhet 'is dan ook maar eenmaal gebeurd. Toch zon de heer Roersch willen aansturen op een vroegere sluiting, als zulks niet in strijd is met het politie-reglement. De heer Martens meent als de Raad besluit de kermis 6 dagen te laten duren, dat dan de herbergiers zeker tevreden zullen zijn en geen bezwaar XXXIX. Ach, hoe dikwijls ben xk op dezelfde wijze gekandeld in lange nachten, bij vriendelijken maneschijn des zomers, in den herfsttijd bij storm en onweer, in den winter bij gierende sneeuw vlagen. Zoo moet Ahasweroes, de Wande lende Jood, zijn eeuwigen tocht vol brengen, voortgezweept door het VoortVoort I" dat hij den Heiland hoonend had toegeroepen. Had ook ik niet het heilige ver bannen, de heilige Liefde, het gewijde geluk van den echt, dat een ander mij had ontstolen naar ik meende. Maar bij den rondgang in dien nacht der verschrikking kwelden mij de teisteringen der wroeging nog slechts als een onbestemd voorgevoel; nog verkeerde ik in den waan, dat het recht was aan mijn zijde, dat ik meer zullen hebben tegen sluiting Zaterdagavond 12 uur. De heer Wage merkt evenwel op, dat de Zaterdag juist de dag is, waarop de arbeiders kermis houden. Te 9 uur of nog later gaan zij pas uit en dan reeds te 12 uur naar huis moeten, dat zullen de kermisgangers veel te kort vinden en dan kunnen best onge- wenschte toestanden geboren worden. Na nog eenig over en weer praten wordt ten slotte het voorstel van B. en W. met algemeene stemmen aan genomen en zoo houdt Aardenburg dit jaar gedurende een heele week zijn 650ste kermis. Volgens den heer Reepmaker werd zij ingesteld in 1269, duurde toen 14 dagen en is later bekort tot 6 dagen. In behandeling komt de rekening der gasfabriek. De heer Martens maakt de opmerking, dat hij geen gelegenheid gehad heeft haar nauw keurig na te gaan, hetzelfde beweert de heer Wage besloten wordt haar aan te houden tot de volgende ver gadering. Het adres der gemeente Nieuwe Niedorp houdende 't verzoek om adhesie te betuigen aan de poging om de classificitie der gemeenten uit de salariswet der onderwijzers te voorkomen, hetwelk in de vorige vergadering aangehouden werd, werd nu voor kennisgeving aangenomen, dewijl de Tweede Kamer daaromtrent reeds een beslissing genomen heeft. Eenige af- en overschrijvingen van den dienst 1918 en 1919 worden goed gekeurd, nadat de heer Wage had opgemerkt, dat de raad op zijn be grooting voor 1918 een som van 200 had uitgetrokken voor subsidie aan de werkverschaffing, waarvan niets is uitgegeven en thans die gelden voor andere doeleinden gebruikt. Op deze wijze maakt de Raad bij 't opmaken der begrooting tegenover de arbeiders schijnbaar nog al een tamelijk figuur, doch nu blijkt, dat dezen er niets van profiteeren. Op een vraag van den heer Reep maker of er in 1918 werkeloozen ge weest zijn meent de heer Wage een bevestigend antwoord te moeten geven voor wat betreft de eerste maanden van dat dienstjaarde laatste maan den zijn gunstiger geweest door het vele aardewerk op de Elderschans. In de vorige zitting is aan den heer slachtoffer was en geen beul, dat aan mij verraad was gepleegd door de twee menschen, die mij het dierbaarst waren boven allen, door mijn besten vriend, door mijn aangebeden vrouw. Op den ochtend, dat zij ter eeuwige rust werd besteld, woedde zulk een hevige storm, dat de knechten en drijvers, die de lijkbaar droegen, ter nauwernood op de been konden blijven en de voor het grootste deel van hun bladeren beroofde boomen zich steu nend bogen onder het geweld van orkaan. In de lucht dwarrelde de eerste sneeuw van den komenden winter in groote vlokken neder en strooide de lichte sterretjes als witte bloemen op het donkere groen der dennekransen, waarmede vrouw Jobst de kist had versierd. Ik stond met het voorhoofd tegen de vensterruiten gedrukt en staarde den kleinen stoet na, zooals hij nu door het ontzettende weer heen zijn weg vervolgde, maar mijn hart kon niet meer jammeren en weenen. Dat arme, geteisterde hart, dat zich J. Schippers een klein perceel grond in erfpacht gegeven. Het desbetref fende raadsbesluit is van Ged. Staten 'teruggekomen met de opmerking, dat ■zij onder de voorwaarden van uitgifte wenschen opgenomen te zien, dat de grond onmiddellijk ter beschikking der gemeente moet gesteld worden, zoodra deze het noodig oordeelt, het geen goedgevonden wordt. De heer Eekhout vraagt ofhet niet wenschelijk zou zijn, dat bedoeld per ceel omheind werd, teneinde daardoor te voorkomen, dat de ligplaats voor boomen enz. waarvoor de grond die nen moet, niet uitgebreid wordt tot op den onmiddellijk daaraan gren- zenden openbaren weg, waarop men de opmerking maakt, dat dan ook strenger zou moeten toegezien wor den op anderen, die, zonder daarvoor eenige recht te hebben, sommige gronden der gemeente benutten tot lig- of staanplaats van allerlei werk tuigen of andere voorwerpen. Een beslissing wordt daaromtrent niet genomen. Als leden der schattingscommissie voor de inkomstenbelasting worden herkozen de heeren F. Eekhout, P. Wage, G. P. II. Wijffels en B. I. Zonnevijlle. Van de obligaties der leening 1912 wordt uitgeloot No. 24, groot 500. Thans komt aan de orde de uit- keering aan gedemobiliseerden. Burg. en Weth. stellen voor alle aanvragen afzonderlijk te behandelen en door den Raad te doen beslissen. De heer Martens zegt, dat hij eens getracht heeft voor de zoons der wed. Moens een ruimere vergoeding te verkrijgen en dat hem toen geant woord werd, dat dit een zaak was, die niet des Raads was, maar alleen bij den Burgemeester behoorde, hij zou nu de zaak der gedemobiliseer den ook maar alleen aan de Burgemees ter willen opdragen, waarop door dit lid geantwoord wordt, dat deze zaak niet dezelfde is, als die der vergoe ding, waarover hij vroeger sprak, daar van de ondersteuning aan gedemobi liseerden j komt ten laste der ge, meente. Als er dus ondersteund wordt- moet de gemeente, dus de Raad, een zeker bedrag beschikbaar stellen dit is de reden, dat de zaak in deze vergadering ter sprake gebracht wordt. Over deze zaak wordt lang gerede- bedrogen wist, neen, waande, was gestorven, Johannes, zoo koud en dood als datgene, hetwelk werd gedragen naar zijn laatste rustplaats voor mijn oogen. De hond kwispelstaartte aan mijn voetenhet redelooze dier voelde misschien, wat het had verloren, en uit de vestibule weerklonk het wee klagen en jammeren der vrouwen. Toen de achterste rijen van den lijkstoet achter de boomen verdwenen waren, sprong ik op als een waan zinnige, gaf be vel mijn paard te zadelen en reed naar het hertogelijk slot. De portier liet mij, in de veronder stelling dat ik een dienstorder in ontvangst had te nemen van den opperzangmeester, zonder moeite door, maar toen ik den intendant van prins Christiaan naar diens meester vroeg en het verlangen te kennen gaf Zijne Doorluchtigheid te spreken, toen kreeg ik ten antwoord, dat hij reeds in den vroegen morgen was vertrokken, zon der dat iemand wist waarheen, zelfs de hertog was er niet van onderricht. neerd, waarvan het slot was, dat de Raad de behandeling der aanvragen opdroeg aan den Burgemeester en daarvoor een bedrag van 300 be schikbaar stelde, waartegen zich verklaarden de heeren I. Eekhout en P. Wage, de laatste omdat de beslis sing van 't verkrijgen van eventueele ondersteuning alleen aan den Burge meester opgedragen werd. Bij de omvraag informeert de heer Wage waarom sommige ingezetenen feen regeeringskousen en sokken onden krijgen, ofschoon zij naar zijne meening daartoe toch in aanmerking kwamen. De Directeur der distributie ant woordt dat zulks gebeurd is, omdat er zoo weinig kousen waren en hij dus meende de grens der gerechtig den, gebaseerd op den aanslag in den hoofdelijken omslag, lager te moeten stellen. De heer Martens vraagt, waarom de oorlogstuintjes in de wandeldreef weer aan de verschillende personen in gebruik gegeven zijn, waarop de Voorzitter antwoordt, dat zulks niet had moeten gebeuren de wethouder Reepmaker zegt, dat daaromtrent geen besluit genomen is, bovendien waren enkelen reeds aan 't spitten, toen over de tuintjes gesproken is dat het geen raadsbesluit is, bewijst, dat er niets van genotuleerd is. De heer Martens beweert, dat er wel besloten is, de tuintjes niet meer in gebruik te geven, maar 't is ver geten te notuleeren. Ook de heer Eekhout is deze mee ning toegedaan. De secretaris hierover het woord verkrijgende, zegt, dat de zaak be sproken is na afloop van een besloten vergaderinghij heeft het niet be schouwt als een raadsbesluit, en daar om is er niets van in de notulen opgenomen. De heer Martens vindt het belachelijk, zich daarachter te verschuilenallen waren het eens de gronden niet meer in gebruik te geven, dus hadden B. en W. zich daaraan moeten houden, bovendien wordt door het spitten vlak tegen de boomen schade toegebracht aan het wortelgestel, wat slecht moet zijn voor den groei. Deze meening wordt bestreden door de heeren Reep maker en De Muijnk, die beweren, dat naar hunne meening het gebruik Echter was een briefje door Zijne Doorluchtigheid voor mij achtergela ten, dat de lakei juist naar mijn wo ning bezorgd had. Toen wendde ik mij om en verliet het slot, en een spottende glimlach speelde om mijn lippen. Zoo is 't goed, fluisterde ik, even laf als trouweloosen hij is nog wel van vorstelijken bloede 1 De lieden, die ik ontmoette, ont weken mij en staarden mij bijna met ontzetting en afschuw aan. Ik hoorde, hoe een jong meisje tot haar moeder zeide Nu ziet men, hoe men op de man nen kan vertrouwen. Nog geen kwar tier geleden is zijn vrouw begraven en nu rijdt hij daar goedsmoeds op zijn paard, alsof er niets gebeurd is. Moeder, ik neem nooit een man. Waarop de vrouw naast haar met een naar den hemel gewenden blik antwoordde God moge je behoeden voor zulk een ellendeling 1 Wordt vervolgd.

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1919 | | pagina 1