ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCHVLAANDEREN mmhhm ea*. VERSCHIJNT WOENSDAGS EN ZATERDAGS IN ALLE PLAATSEN VAN ZEEUWSCH-VLAANDEREN E. BOOM—BLIEK 28e Jaargang Zaterdag 24 Mei 1919 Nummer 2423 Gemeenteraad. Het Geheim. Het oudste reglement van den polder Groede. BRESKENSCHE COURANT Abonnementsprijs per drie maanden 95 cent Franco per post f 1.— Advertentieprijs van 1 5 regels 50 cent Elke regel meer 10 cent. Bij abonnement lager tarief D rukker-Uitgever Telegram BRESKENS ™ef°°n BoomBliek No. 21 Abonnements-Advertenties worden tijdelijk berekend met 20 pCt. toeslag Advertenties worden aangenomen tot uiteriqk Dinsdag- en Vrijdagmiddag 2 uur 0 roede. Maandagavond kwam de Raad onzer gemeente in voltallige zitting bijeen. Na opening werd voor lezing gedaan van de notulen welke onveranderd werden vastgesteld. De voorzitter deelt mede, dat van den Commandant van het oorlogs schip .Heemskerk" een foto van dat schip ontvangen is, als blijk van dank voor de gastvrijheid alhier genoten. Eveneens is een foto ontvangen van de cadeaux geschonken door de Zeeuwsche vrouwen en meisjes aan H. K. H. Prinses Juliana. Omtrent het door Electro-werken en B. en W. gesloten contract deelt de Voorzitter mede, dat volgens dat contract het net 16 April moest be taald zijn, daar het ten genoege van den heer Streefkerk is afgeleverd. Evenwel moet nog aan Electro-wer ken 5090 betaald worden. (Dit bedrag kan als waarborg worden aangemerkt voor de gemeente). Omtrent een schrijven van Electro- werken inzake afzending van een nieuwe machine, vraagt de heer Ris- seeuw, of deze bij aankomst moet gekeurd worden. De Voorzitter zegt, dat de Inge nieur zich bereid verklaard heeft deze te keuren. De heer Lombaard merkt op, dat, mocht deze machine niet aan de eischen voldoen, dan door de Mij een nieuwe zal moeten geleverd worden, hetgeen door den Voorzitter bevestigd wordt. De heer Becu stelt voor om die machine ook door den machinist te laten onderzoeken. Mocht deze door hem worden afgekeurd, dan kan èn door Electrowerken èn door de gemeente een deskundigen worden aangesteld. De heeren Becu en Boone hadden ontslag gevraagd, resp. als Directeur en Administrateur van het Gem. Elect. Bedrijf. De Vooizitter betreurt de zaak Becu. De heer Lombaard brengt een woord van dank aan de heeren, en stelt voor hen opnieuw te benoemen onder voorwaarden, dat de Directeur dan w e r k e 1 ij k Directeur en de Administrateur dan w e r k e 1 ij k Ad ministrateur is. De heer Becu vindt het gewenscht XXXVIII. Daar lag het nu, het lichaam dat ik eens had aangebeden en waarin al mijn levensgeluk had gehuisd, zoo vreemd, zoo bleek, zoo star, en uit de blonde lange haren en de plooien van haar kleed sijpelden dunne, hel dere straaltjes, en een lang, nat spoor ging van de stoep tot aan de trap. De trouwelooze was omhelsd door de koele armen van den dood. Ik voelde, dat het hart mij tot ber stens toe in mijn binnenste klopte. Ik moest mij vastklemmen aan de leuning van de trap. De stemmen waren verstomddoode- lijke stilte heerschte om mij heen niemand bewoog zich van alten, die de ruime vestibule vuldenzelfs de minste ademtocht werd gesmoord. Diepe smart en grenzelooze ontzet ting stonden op aller gelaat te lezen, •en droef heid zóo groot, dat niemand een instructie te hebben, doch de Voorz. zegt, dat dit niet kan. Hij zou dan in dienst van de gemeente zijn en alzoo Gemeente-Ambtenaar. De heer Becu is bereid de taak te hervatten. De voorz. vindt het eigenaardig dat de jongste wethouder er mee voor den dag komt dat de heer Boone weer administrateur wil blijven. Eenige Raadsleden verklaren ook dat de heer Boone bereid is. De Voorz. stelt voor om te vragen aan den heer Boone of hij schriftelijk wil bevestigen dat hij zijn ontslag intrekt, ja dan neen. Wordt goed gevonden. De Voorz. stelt voor Iz. Provoost als hulpmachinist te benoemen. De heer Risseenw vindt dit goed, mits hij ingeval van nood, zelf de machine kan bedienen. De heer Becu zegt, dat hij dat kan. Snijders verklaart dat Provoost aan die eischen voldoet. Tot stemming overgaande, wordt Iz. Provoost benoemd. Omtrent vergoeding personeel Dis tributie-bedrijf, deelt de Voorz. mede, dat van den Directeur een verzoek is ingekomen om A. du Mez voorloopig nog aan te houden hoewel het werk is verminderd; de heer du Mez is goed thuis in de hem opgedragen werkzaamheden. De Directeur zal zijn jaarwedde met de helft vermin deren. Burg. en Weth. juichen dit voorstel van den Directeur toe. De heer Risseeuw vraagt of van den Berge niet beter zou aanblijven. De Voorz. zegt, dat, wanneergeen distributie-artikelen meer komen, van den Berge beter kan worden afgewe zen dan du Mez. Wordt besloten overeenkomstig voorstel B. en W. te handelen volgens verzoek van den Directeur. Is ingekomen een verzoek van de Zeeuwsch-Vlaamsche Tramweg Mij om een subsidie van 100. Burg. en Weth. stellen voor dit verzoek aan te houden, totdat bekend is wanneer de tram Breskens-Groede- Nieuwvliet-Sluis zal loopen. De Voorz. deelt mede, dat dit naar alle waarschijnlijkheid, volgens Mijn heer de Thouaars, op 1 Sept. 1920 zal zijn. De heer Risseeuw stelt voor, het eraan dacht er uiting aan te geven. Plotseling rukte ik mij los van de plek, waarop ik als vastgenageld stond, en met een woedenden sprong als van een tijgerkat, die zich keert tegen den belager welke haar van haar welpen ontroofde, wilde ik tot haar. Maar prins Christiaan versperde mij den weg en strekte afwerend de hand uit, en in zijn blik las ik duide lijk de dreigende vraag Wat wil jij nog bij haar? Ik trad wankelend terug, als begreep ik, dat aan die baar geen plaats meer was voor mij. Als een gebroken man, met den slependen tred van een grijsaard die met het leven heeft afgerekend, be gaf ik mij weder naar mijn kamer. En toen het morgenrood het grauwe zwerk vaneenscheurde, toen Johannes, was ik een geheel ander mensch ge worden. Van mij werd steeds beweerd, dat ik een hart had van steen zij wis ten niet, zelfs mijn vrienden niet, gij evenmin als prins Christiaan en zij voor kennisgeving aan te nemen. De Voorz. raadt het af, hij vindt het niet in het belang der zaak. Wordt besloten te wachten van toezegging te doen totdat we weten wanneer onzen tram loopt. De verordening tot heffing van een belasting op de honden was terug ontvangen. De Raad besluit om deze opnieuw aan te bieden ter goedkeuring. Van Ged. Staten is ontvangen de verordening op de heffing Hoofdelijken Omslag met de opmerking dat voor noodzakelijk levensonderhoud 400 moet worden berekend in plaats van ƒ300. Overeenkomstig wordt besloten. Aan de orde is ,Niet intrekken verordening op de vleeschkeuring". Gezien advies in dezen van de Gezondheids-Commissie te Oostburg stellen B. en W. voor de zaak aan te houden tot een volgende begroo- tingsvergadering. De heer Risseeuw stelt voor deze verordening in te trekken. Ook de heer de Vlieger zou dit willen zien. Wordt overgegaan tot stemming. Met 4 tegen 3 stemmen wordt besloten in te trekken. Van het Burg. Armbestuur is in gekomen de rekening over 1918, welke wordt goedgekeurd. De aftredende leden der schattings commissie worden allen herbenoemd. De Voorz. doet mededeeling dat de verkoop van steenen barakken- terrein 1313,75 hebben opgebracht. Bij de rondvraag zegt de heer Be cu dat J. van Roo bij hem is geweest met een rekening aan de gemeente, die nog niet is betaald. De Voorz. zegt, dat daarop natuur lijk posten voorkomen die door Electro- werken moeten worden betaald en zal dit eerst na gaan. Niets meer aan de orde zijnde, wordt de vergadering gesloten. IV. En indien hij daaraf in gebreke bleve daartoe behoorlijk geinsinueert zijnde aan zijnen persoon of tzijner nog minder, hoe teeder, hoe kinder lijk week het was. Maar den schijn van harteloosheid heb ik nooit weten te ontgaan, en dat heelt al het onheil over mij ge bracht en twee anderen. Ik vroeg zelfs niet, waar men het omhulsel van het geliefde wezen had neergelegd. Wat ging het mij trouwens ook aan? Men behandelde mij, als ware ik een vreemde in dit huis. De oude tantes kwamen uit het adellijk gesticht, maar zij vroegen niet naar mij. Ik was immers een harteloos mensch, gevoelloozer dan een steen. Ik had haar laten wegkwijnen aan mijn zijde ik had haar in den dood gejaagd. Doch in den nacht vóór de begra fenis sloop ik door het huis tot ik het vertrek had bereikt, waar men haar de laatste rustplaats had ge spreid onder het echtelijk dak. Helderwit scheen de maan door 't venster en toonde mij het bekoorlijke gelaat, dat ik meer had liefgehad als mijn leven, en dat nu in de kouden, domicilie (persoonlijk of aan zijn wo ning gerechtelijke aanzegging beko men hebbende) mits latende schrifte lijk relaas, dat de dijkgrave met de gezworens hetzelve zullen mogen doen maken en repareeren te zijnen dub belen koste, en zoo hij persoonlijk in deze ofte andere zaken moet proce- deeren, zal in zulken gevalle gebruiken den berijder (gerechts dienaar), die dezelve gevangenen zal stellen voot mijne Edele heeren Burgemeesleren en Schepenen 's Lands van den Vrij», alwaar den dijkgrave in persone ofte door zijne gemachtigde aansprake (eisch) zal doen naar behooren. 17- Stem zoo wie eenig werk aan den dijk aanneemt, die zal zijn aarde halen en anders nergens mogen halen dan daar hem in 't besteden van 't werk bij dijkgrave en gezworens ge wezen zal worden, op de boete van 6 ponden Par. (3 gulden), een derde tot profijte van de Wateringe en het resteerende derde tot profijte van den dijkgraaf, en voorts de geroofde aarde weder brengen daar hij die te onrecht van gehaald heeft. Insgelijks wie eenige putten maakt in eenige binnendijken of wegen zal verbeuren 3 ponden Parisis 1,50) en dezelve wederom te zijnen koste vol maken, waarvoor de ouders en meesters (bazen) zullen verantwoorden ('instaan) als voren. 18. Stem zoo wie ook de eene den anderen zijn erve of aarde rooft hetzij boven van het land of uit de grach ten (slooten) zal verbeuren 6 ponden Par. (3 gulden) te appliceeren als boven, blijvende niettemin gehouden dezelve weder te brengen daar hij die gehaald heeft 19. Stem zoo wie eenige dammen legt, hetzij dat zij beneden den watere liggen ofte boven droog liggen, in eenige hoofd- of te smalle wateringen, die zal verbeuren 6 ponden Par. (3 gulden) voor de eerste reize, te gaan in drieën als voren, en den dijkgraaf zal vermogen dezelve wateringe olte waterloop te doen ruimen ten twee- voudigen koste van degenen, die in gebreke zullen bevonden worden. 20. Niemand en zal ook vermogen aan eenig, al ware het zijn eigen land, waardoor deblokken onvrij zou- afgrijzen wekkenden doodsslaap wal verstard. Ik wilde de kleine, marmerblanke handen, die gevouwen lagen over den bewegingloozen boezem grijpen. Maar wederom werd ik tegengehou den, thans niet door den dreigenden blik van den andere, doch door een siddering, een onverstaanbaar gevoel van afschuw. Want die hand was immers trouwe loos geweestde schoone gestalte der vrouw een bedriegelijk beeld haar liefde logen en bedroglo gen en bedrog de vriendschap, logen en bedrog de gansche wereld. Een halfgesmoorde vloek kwam mij over de lippen en met forsche schre den verliet ik het doodsvertrek. Met luid geraas vloog de deur dicht zoo dat het stille huis beefde op zijn grondvesten. Daarop floot ik mijn honden, wierp het geweer over den schouder en verliet het huis in den stlkdonkeren nacht, zonder rust of duur, mijn ge laat dwingend tot een hardvochtigen trek, maar innerlijk zoo angstig alsof al de duivelen der hel mij op de hie len zaten. Wordt vervolgd.

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1919 | | pagina 1