ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCHVLAANDEREN VERSCHIJNT WOENSDAGS EN ZATERDAGS IN ALLE PLAATSEN VAN ZEEUWSCH-VLAANDEREN E. BOOM—BLIEK 28e Jaargang Woensdag 21 Mei 1919 Nummer 2422 lil den modernen tijd. Het Geheim. Het oudste reglement van den polder Groede. in. BRESKENSCHE COURANT Abonnementsprijs per drie maanden 95 cent Franco per post f 1.— Advertentieprijs van 1 5 regels 50 cent Elke regel meer 10 cent. Bij abonnement lager tarief Drukker-Uitgever Telegram rdpcvfmc Telefoon BoomBHek ÖKtsfttn:> No- 21 Abonnements-Advertenties worden tijdelijk berekend met 20 pCt. toeslag Advertenties worden aangenomen tot uiterlijk Dinsdag- en Vrijdagmiddag 2 uur Gaan wij de geschiedenis na van het oude Romeinsche volk, een twin tig eeuwen terug, dan leert ons die, dat het oude rijk geen genade kende van de volken, die het in dikwijls lange jaren van worsteling had over wonnen en ten ondergebracht. Wee den overwonnene 1 Vreeselijk was hun lot, zoodra zij in de handen der overwinnaars waren. Gekweld en ge marteld, ten doode toe gepijnigd, of in slavernij geworpen, dat was het geen den overwonnen volken ten deel viel. Nu zijn wij twintig eeuwen verder, zijn de tijden beter Geldt het wee den overwonnene thans niet meer voor de volken die in hardnekkigen, vreeselijkeri strijd ten slotte hetonderspitmoesten delven? Wij zouden het niet gaarne toegeven. De feiten toch hebben wij voor oogen, Jat, al ligt ook tusschen die oude tijden en deze modernen tijd een twintigtal eeuwen, toch de menschen geenszins zoo veranderd zijn, als men zoo gaarne gelooft. De groote wereldkrijg is ten einde, en na een strijd van jaren is ten slotte gebleken, dat er een partij is die overwon, en een andere, die de neder laag heeft geleden. Een nederlaag, zoo afdoende en volkomen, als wei nigen zich, nog geen jaar geleden, hadden kunnen voorstellen. Ook nu in dezen modernen tijd klinkt ons het „wee den overwonnene-^ in de ooren. Hun toekomstig lot is in handen van hen, met wie zij tal van jaren in fei len kamp leefden, en zwaar drukt de hand der overwinnaars, verpletterend is de last, dien hij aan den ten onder gebrachten tegenstander oplegt. Se dert kort hebben wij gehoord hoe de Entente zich voorstelt, dat de Euro- peesche machtsverhoudingen er voor taan uit zullen zien. Ook hebben wij het in de aan Duitschland medege deelde vredesvoorwaarden gelezen, en de inhoud laat geen twijfel over Duitschland is tot den ondergang ge doemd 1 Het eertijds machtigste rijk van het Europeesche vaste land ligt verslagen te gronde en zijn toekomst is weinig anders dan die van de vol ken der oudheid, wanneer zij den XXXVII. f Waarom sprak zij toen van heen gaan Omdat zij de vrees koesterde, dat ik haar niet kon liefhebben. Maar mijn liefde was haar immers onverschillig 1 Zij werd reeds trou weloos bij de eerste beproeving, die men haar deed doorstaan. In het volgende oogenblik maakten zich woeste wanhoop, tot waanzin voerende vertwijfeling van mij meester. Groote God, wanneer de vrees van vrouw Jobst gegrond bleek, wanneer zij lag op den bodem van het meer; bleek, star, dood 1 Ik stormde de trappen af, het huis uit. Ik wilde haar zoeken, maar wat ging zij mij eigenlijk aan Een ander zocht haar immers reeds met al den doodsangst der liefde zij zelf had mij van het recht beroofd, mij over haar lot te bekommeren. voet des overwinnaars zich op den nek voelden gezet. Gekortwiekt, ont redderd welhaast een ruïne, is het toekomstig lot van den eenmaal groot sten en krachtigsten vijand der En tente. Het is nu eenmaal niet anders m den krijg, dat de overwinning voor de eene partij, den ondergang voor de andere uitmaakt. Gesteld, het ware eens anders ge- loopen in deze volkeren-worsteling, Duitschland en zijn bondgenooten ware eens overwinnend uit het strijd perk getreden, dan toch zouden wij van een „wee der overwonnen Enten te" getuigen zijn geweest, en zeker niet minder onbarmhartig als wij nu getuigen zijn van een „wee der over wonnen Germaniae". Dit zal ons zeker behoeden voor misplaatste ge voelens van medelijden, doch zal ons niet behoeven ti verhinderen te er kennen, dat, hoe schuldig ook de verwekkers van den rampzaligen oor log mogen zijn, voor deernis met het zoo fel geteisterde volk te gevoelen, niemand zich behoeft te schamen. Wat het beloop van de eerstvol gende dagen aan gebeurtenissen zal zijn, is op dit oogenblik niet te voor zien. Duitschland ligt zoo volkomen uitgeput en onmachtig ter aarde, dat het zich niet vermag te weren tegen welke vredesvoorwaarden ook. De vraag der eventueele onderteekening is derhalve eigenlijk geen vraag meer, doch slechts een kwestie van vorm. Ook ongeteekend kan, zoo zij wil, de Entente aan het land eei: vrede op leggen, zooals zij dit beliefd. Wat nu Duitschland zal doen, om aan de vreeselijkBte lotsbeschikking te ontkomen, zal moeten worden af gewacht. Zal zij zich tot een algemeen gewelddadig verzet aangorden, het moge er dan van komen wat wil, of zal zij zich in de armen werpen van het Russische communisme, en aldus met eigen ondergang, ook den ondergang der Entente trachten te bewerken. Evenwel houden wij het voor meer waarschijnlijk dat de Duit- sche regeering zal trachten te ver krijgen met al de kracht waarover zij op het oogenblik aan diplomatiek inzicht beschikt, om nog eenige ver zachting der voorwaarden aan te brengen, waarmede zij dan voor een Ik keerde terug en begaf mij naar mijn eigen kamer, waar ik als een gevangen leeuw heen en weder liep. En telkens, wanneer mijn blik zich vestigde op het geweer, dat in een hoek stond, dacht ik na, of ik niet verstandiger deed, een einde te ma ken aan dit ellendig bestaan. Doch ik vroeg mijzelf af of een trouwelooze vrouw zulk een prijs waard is. Ten einde de verzoeking te ont vlieden, de buks te grijpen en mijzelf het doodelijk schot toe te brengen, verliet ik mijn kamer. Zonder er mij rekenschap van te geven begaf ik mij naar de hare. Daar was nog alles in denzelfden toestand, als was zij zooeven eerst de deur uitgegaan. Op het tafeltje bij het venster lagen de boeken, die prins Christiaan haar had gebrachthet kanten doekje, dat zij bij voorkeur over haar blonde lokken droeg, en in een klein kris tallen vaasje geurde een ruikertje woudbloemen. Het kleine spinnewiel met de ivoren versieringen was op zij deel haar eer als gered kan beschou wen. Alsdan valt het te hopen, dat de Entente in de toepassing der onder- teekende voorwaarden een zekere mildheid betrachten zal, waardoor de allerscherpste kanten wat afgeveild kunnen worden. Een totaal geruïneerd Duitschland kan toch onmogelijk tot een herstel der wereldvernieuwing bijdragen, dit zal men, als eenmaal het hoogtepunt der gevoelens vai} haat en afkeer voorbij is, wel moeten inzien. Voor ons land zou het van ont- zaggelijke waarde zijn, indien het land waar onze oostelijke buren wonen, en waarmede onze handel en industrie ten nauwste betrokken zijn, wederom in economisch opzicht een koopkrach tige en credietwaardige factor wordt, waarmede wij in de toekomst vele en veel omvattende relatiën hebben. Wel ke politieke sym- of antipatiën men ook overigens kan hebben, Duitschland is voor ons steeds een belangrijke factor geweest en zal het ook in de toekomst kunnen zijn voor de instand houding en de bevordering van onze nationale welvaart. Voor het Duitsche volk zoowel als voor de andere volken is het op idiale gronden als ook om practische rede nen hoogst gewenscht, dat in deze modernen tijd het „wee den over wonnene" der oudheid niet in geheel zijn verdelgenden omvang in toepas sing wordt gebracht. 11. De gages (tractementen) van de voorschreven officieren (ambtenaren) zullen alle jare na het doen van de rekeninge bij de gelande, stemme hebbende, getaxeerd worden naar dat •het voorleden jaar veel te doen is geweest, insgelijks naar dat het ge- schot zwaar en kwalijk geïnd is kun nen worden. 12. Stem dat zoo wie eenig land hetzij leen ofte erve van nu voorts (voortaan) toe komen zal bij koope, successie ofte anders wordt gehouden binnen een jaar nadat hem hetzelve geschovenik meende de smalle blanke handen te zien arbeiden aan de fijne draden, het kleine voetje op de treeplank Frederike, Frederike stamelde ik neen, het is niet waar, het kan niet zijn. Het is slechts een droom ge weest, een kwellende, beangstigende droom Frederike, je moet terug komen. Thans was het geen stamelen meer; ik schreeuwde met heesche stem, als worstelde ik tegen duizende booze geesten, die mijn geluk in boeien wilden slaan. Frederike, het moet weer zoo wor den als vroeger neen, beter nog, nóg heerlijker Wat heb ik je ge daan, dat je mij in zulk een poel van ellende gedompeld hebt Maar het bleef stil om mij heen, zoo stil als in het graf ik begreep maar al te goed, dat mijn levensgeluk was begraven voor eeuwig. Zoo lag ik neergeknield voor haar stoel, uren achtereen, zonder eenig besef van den tijd, die voortspoedde en elk oogenblik het gevaar, dat ik toegekomen is, te komen bij den dijkgraaf en den penningmeester van deze Wateringe en doen stellen op heurluider hoofd, daaraf hij aan hem zal betalen van eiken gemete dat wezen zal beneden de tien gemeten een halven stuver en boven de twin tig gemeten van eiken gemete een oortje. En die in gebreke ware zal verbeuren twee ponden Parisis (1 gulden) jegens den heere, de Wate ringe mede twee pond Par. en jegens den dijkgrave mede twee pond Par. 13. Stem zal den penningmeester na uitstellen van biljetten en drie kerkgeboden tot inninge van zijne penningen op elke geschoten paije zijne zitdagen houden daar hem bij dijkgrave en gezworens geordonneerd zal worden, present twee gezworens. 14 En zoo wie in gebreke blijft en op de voorschreven zitdagen niet en betaalt ter plaatse daar den pen ningmeester zitten zal, zal den eige- naar geland zijnde tot de nombre van 25 gemeten en daaronder ver beuren tot profijte van den penning meester 24 schellingen Par. (60 cents), en den eigenaar van 25 gemeten tot 50 zal verbeuren 2 pond 8 schell. Par. (1,20 gulden) en boven de 50 geme ten 3 ponden 12 schell. Parisis 1,80), voor welke boeten elk eigenaar tijd zal hebben een maand, en van de gebrekige gelanden zal den penning meester met kennisse van de voor schreven twee gezworens een lijste maken en dezelve gelijkelijk teekenen. 15. Is gekeurd en geordonneerd dat alle geschoten, die in deze Wateringe geschoten zullen wezen, bij den pen ningmeester worden executeerlijk in lijve en goede op de proprietarissen, pachters ofte ontbladers (vruchtge bruikers) van lande binnen deze Wateringe gelegen, na den tijd tot betalinge geprefigeert vooraf (vast gesteld) bij den officier of baljuw van den Lande van den Vrije, alles ach tervolgende de keuze van dezen Lande articulo 123 met de boete, daarinne de gebrekkige betaalders gevallen zijn. 16. Wordt mede gekeurd dat in dien eenig werkman hetzij ingelanden, pachter of te uitlandsch man schade dede aan den dijk hetzij door hem zelfs, zijn kinderen, knechts ofte dag gelder, dat hij putten in den zeedijk haar voor altijd had verloren, grooter en onvermijdelijker maakte. Ik hield het kanten doek tegen mijn brandende oogen gedrukt, totdat de schemering neerdaalde en het licht in mijn hart voor goed uitgedoofd, voor den naderenden nacht deed wij ken. Alleen het eentonig tikken der wand klok herinnerde mij, dat de tijd niet stilstaat, bij vreugde noch bij smart, onmeedoogend, in geen enkele om standigheid des levens. Eensklaps drong een verward ge luid van stemmen tot mij door, over stemd door 't jammeren en weeklagen van vrouw Jobst. Ik stormde het vertrek uit. Daar zag ik, in het onzekere licht van een toorts, dien een der drijvers in de hand-hield mijn vrouw. Prins Christiaan droeg haar in zijn armen en legde haar neder op een steenen bank, die in de vestibule stond ondsr aan de trap. Wordt vervolgd.

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1919 | | pagina 1