ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCHVLAANDEREN
VERSCHIJNT WOENSDAGS EN ZATERDAGS IN ALLE PLAATSEN VAN ZEEUWSCH-VLAANDEREN
E. BOOM—BLIEK
28e Jaargang Woensdag 30 April 1919 Nummer 2416
Gemeenteraad.
Gemeenteraadsverkiezing.
Op Yersite.
BRESKENSCHE COURANT
Abonnementsprijs per drie maanden 95 cent
Franco per post t 1.—
Ad vertentieprijs van 1 5 regels 50 cent
Elke regel meer 10 cent. Bij abonnement lager tarief
Drukker-Uitgever
Telegram ROF^lfFNH Telefoon
BoomBliek D K C 3 A L W 3 No. 21
Abonnements-Advertenties worden tijdelijk berekend
met 20 pCt. oorlogstoeslag
Advertenties worden aangenomen tot uiterlijk
Dinsdag- en Vrijdagmiddag 2 uur
In de te Breskens op 25 April ge
houden Raadsvergadering werd o.m.
besloten adhesie te betuigen met het
adres van de gemeente Nieuw Nie-
dorp, waarin aan de Regeering ver
zocht wordt de onderwijzerssalarissen
in kleinere gemeenten niet lager te
stellen dan in grootere gemeenten
(z. g. classificatie van de gemeenten
voor de salarissen). Hierdoor toch
zouden op het platteland steeds meer
mutaties van onderwijzend personeel
plaats hebben, zeer ten nadeele van
het onderwijs.
Door de Etat majoor van Hr Ms
pantserschip Heemskerk 's een foto
in lijst van dat schip deze gemeente
aangeboden. Zulks als erkentelijkheid
voor de hartelijke en gastvrije ont
vangst van de landingsdivisie op 19
Maart 1919.
Bereids is de dank van den Raad
overgebracht onder mededeeling, dat
de photo een eereplaatsje in de Raad
zaal heeft verkregen.
De Voorzitter herdacht met 'n
enkel woord nog de vele en gewich
tige diensten door den heer J. Ph.
Salomé bij die ontvangst bewezen.
De verordening, regelende de jaar
wedden der ouderwijzers, werd aan
gevuld met de bepaling, dat voor
elk der akten e tot en met u, Fransch,
Duitsch, Engelsch, M iskunde, Hand-
teekenen, Landbouw, Tuinbouw, Gym
nastiek, Algem. Geschiedenis, fraaie
Handwerken en Handelskennis 25
wordt verleend indien geen onderwijs
in het vak gegeven wordt.
Wordt onderwijs in een dier vak
ken gegeven buiten en boven de ge
wone schooluren, dan 1 per lesuur,
met een minimum van 50 's jaars.
Aan het Anti-Annexatie Comité te
Breskens w^rd een subsidie verleend
van 50.— als tegemoetkoming in
de kosten, gemaakt bij de ontvangst
van H. M. de Koningin.
Bij Raadsbesluit van 29 Nov. j.l.
wé"d in beginsel besloten 4790 sub
sidie te verleenen aan de gemeente
Oostburg, voor de stichting van een
R. H. B. S. Gevraagd werd nu een
definitief besluit, met de bepaling dat
het geld gestort zou worden binnen
3 maanden nadat met den bouw der
H. B. S. is aangevangen. Aldus be
sloten.
Ingetrokken wórden de bepalingen
omtrent winkelsluiting.
De sluitingsuren der herbergen
warden wederom gesteld op 11 uur
nam. 's zomers en 10 uur nam. ge
durende den winter, overeenkomstig
de Politieverordening.
Gedeputeerde Staten hebben be
sloten de wedden van de Wethouders
te brengen van 40 op 100. Zij
vragen hierover het gevoelen van den
Raad, met dien verstande, dat de
wedde wel liooger maar niet lager
mag worden gesteld.
Evenzoo is de wedde van den Amb
tenaar van den Burgerlijken Stand
gebracht van 135 op 102 en voor
het voltrekken van huwelijken van
15.- op 18.-.
De Raad beslomin deze van hooger-
hand opgelegde regelingen te berus
ten. Er is toch niets tegen te doen.
De Afd. Breskens van het Kon.
Nat. Steun-comité vroeg of de ge
meente bereid was de 10 °/0 bij te
dragen welke noodig zijn om aan
gedemobiliseerden, die nadere steun
gevraagd hebben afa steun noodig heb
ben (werkeloosheid, ziekte enz.) in die
steunregeling bij te dragen.
De Voorzitter leest de namen op
van hen, die bereids om steun heb
ben gevraagd.
Unaniem is de Raad van oordeel,
dat slechts een heel enkele voor steun
in aanmerking kan komen. Het wordt
mitsdien ongewenscht geacht de sprong
in het duister te doen. Bij de velen,
die zich nu voor steun hebben opge
geven, zouden nog vele anderen zich
voegen, zooals het reeds bij andere
steunregelingen is gegaan. Temeer
nu het wanbegrip bij de gedemobi
liseerden bestaat, dat zij recht heb
ben op die uitkeeringen. Er staat
uitdrukkelijk voorgeschreven, dat deze
alleen gegeven mogen worden waar
steun noodig is. De 10 °/0 zou
dus tot een hooge post voor de ge
meente kunnen oploopen. De Raad
kan de koorden der beurs niet zoo
los laten.
Veel veiliger acht® de Raad het,
om die enkelen, die werkelijk steun
noodig hebben, rechtstreeks van ge
meentewege te steunen. Aldusbesloten.
Bij de rondvraag vraagt de heer
Salomé of bij de a.s. vergrooting van
de kerk rekening gehouden is met het
bij de gemeente in beheer en gewoon
onderhoud zijnde torentje, en waarin
het gemeente-toren-uu1 werk en de
gemet nte-luidklok zijn geplaatst.
De heeren Roest en de Hullu heb
ben het plan van verbouw gezien en
geven geruststellende verklaringen.
De Voorzitter zegt, dat de Kerk
voogdij daar toch wel rekening mee
zal houden, en zoo noodig het ge
meentebestuur inzage zal geven van
het bestek.
De heer Salomé is gerust gesteld.
Hij zou noode „onze toren" zien ver
dwijnen 1
De heer Roest wijst op den slech
ten toestand van de klinkerpaden in
de Zandstraten.
De Voorzitter zegt, dat B. en W.
reeds besloten hebben een algemeene
opname te doen van alle gemeente
werken, en hoewel het thans nog
schromelijk duur is, willen zij binnen
het bereik van de financiën datgene
doen uitvoeren, wat reeds lang met
het oog op de prijzen was uitgesteld.
B. en W. zijn van meening, dat de
gemeente nu beter iets duurder kon
betalen, dooh dan tevens werk ver
schaffen, dan dat later in allerlei vor
men zal moeten worden betaald, ter
bestrijding van de werkeloosheid.
Het is ook hier beter te voorkomen
dan te genezen.
De heer de Hullu vraagt of dan
tevens de paaltjes, die hier en daar
op de hoeken der wegen staan, niet
wit geverfd kunnen worden. Bij de
slechte verlichting loopt men er vaak
boven op.
De Voorzitter zegt overweging toe.
In besloten vergadeiing werden
voorts behandeld de kohieren School
geld en Hondenbelasting 1919 en het
suppletoir kohier H. O. 1918.
Als ze mij eens kiezen wouen
Tot een lid van onzen Raad,
Kijk, dan was het leed geleden,
En geen mensch had het weer kwaadl
Als ze mij eens kiezen wouen
Och, ik maak u gansch niets wijs 1
Dan zoudt gij 't al gauw ervaren
Breskens werd een paradijs 1
Als ze mij eens kiezen wouen
Met reactie was 't gedaan 1
'k Wil, dat bij de nieuwe tijden
Ons gemeent' vooruit zal gaan 1
Als ze mij eens kiezen wouen
Dan had men geen veerman meer,
Want 'k bestrooide slechte wegen
Met wat zand en grint en teer 1
Als ze mij eens kiezen wouen
Licht-ellende was voorbij 1
Want ik zett' er, waar ook noodig,
't Licht der Bolsjewieken bij 1
Als ze mij eens kiezen wouen
Steenen waren er dan zat,
Om de wegen te vernieuwen
Voor een mooier Schelpenpad 1
Als ze mij eens kiezen wouen
Och, de dorpsstraat had geen strop 1
Want dan zou een berewagen
Niet verliezen zijnen stop.
Als ze mij eens kiezen wouen,
Aan 't verbeetren was geen end 1
Maar natuurlijk, lieve menschen,
Kostte dat een lieve cent.
Als ze mij eens kiezen wouen,
Neen, ik merk 't al, doe 't maar niet!
Want kreeg 'k werkelijk een zetel,
'k Deed uw beurs te veel verdriet 1
J-
Moeie Marie most op versite kom
men. Alles zag er netjes uut bie
Jane. De schoonmaak was achter de
rik. 's Zaterdags voo Paassen aad
alles nog is een extra beurte had.
De durpels waren geschilderd, de
pleviezen mooi rood, in alles was nog
is Hink geboend. Bram, Jane eur vint,
aad et achteruutje netjes opgereven.
De kinders mochten noe nergest loo-
pen as op de plankjes. „Dienkt er
oni", zei Jane, „anders krieg je geen
eiers van de Paassen, as je moeie der
is". Noe, z' en udder eiers had, te
mensen elk kreeg ter anderalven, in
of ze content waren.
Marie, Jane eur zuster, zag ter ferm
uut. Ze was toch. altied schoontjes.
Mee de Paassen a ze eur nieuw jak
angedaan. 't Was een mooie stofTe.
Z' ad 't gekocht van een vint van
Vlissiengen,die altied op 't durp kwam.
Voo Jarje eur kinders a zevasselfwa
meegebrocht. Je kon zien da z' er
plezier in a, da 't bie Jane der zoo
keurigjes uutzag. „Go, zei ze, wad
ei je een mooie schilderieje". „Ja"
zei Jane, „je weet we, fieejaar ieng
da maar alleenig dien ouwe lieste, 't
papier was ter uitgevrot deu de vocht.
Je kost de muur der deu zien. Ma
noe kregen me zoo'n mooie plate
van de bibbikoek, in toen ei Bram
die der ingestoken". Noe t' was een
mooie plate. Groote bokken en scha
pen stoengen der op, in 't was boven
op de bergen. De zonne kwam net
op. 't Papier was ier in da wel een
bitje sluts, maa de muur dee toch
veel op mee zoo'n mooie prente.
„In lezen judder noe 't Bresjessche
krantje ook"? „Ja mee bure samen".
„Wien is toch die neef Snuffel, wa
ter altied wa van in staat?" „Ja, da
weet ik ook nie'k en der nog al is
leute om, maa Bram zegt, da 't al
flauwe kul is". „Aag da vin ik ook
nie. Jane ga je nie na die bezar
„Be, da kan we" „Zou 't nie schrik-
kelik diere zien 'k Ooren da 't nogga
gaat". Wimm e ke gaan mee de
kinders Ja, da's goed, as de boot
van viere afgeloopen is.
't Was druk an de boot, meer van
de kiekers as van de passeziers. Da
giengen mooi gekleede dames naar
over en veel eeren mee fietsen. Een
kerel op een stoomfiets kwam aast te
late. 't Zag ter een akelige vint uut.
„Ja, zei Marie „ie laat messchien
z'n moter zoo'n leven ouwen, omdat
'r anders geen een fassoendelik mens
naar em wil kieken". Net as de boot
weggieng, oorden ze achter udder
„Da-ag". Marie draaiden eur om.
Maa Janna, wa doe je gie ier. Mos
je nie gaan dansen dan na de Groe,
plekke van mee je kameraads zooverre
na Bresjes te loopen „Aag", zei
Janna ,,me ziep pas angenomen".
„Maa 't is waar ook", zei Marie, „in
afijn, wa doe je ook in de Groe. Je
loop van 't eene na 't andere, je
danst voo zoo'n stommen urgel, toe
da je zoo moeg ziet as een ond, je
drienkt wa slechten drank, in dan
kun je naar uus. Fieejaar bin me
nog is rond gerejen mee de karre van
bure, dan bleef je nie langer as je
wouto rn en me nogga leute had,
ma meer mee 't riejen as op de ker-
remisse".
„Ja" zei Jane, „weet je we, da
we den ouwe Ko nog opgelajen
en. Die vroeg om mee te riejen, ma
me zagen te late, dat ie zoo zat was.
Art den tol zeien me, da m' even
giengen rusten. Ko stapten uut, en
me rejen ard weg". Eel't gezelschap
a schik.
In de bezar was 't nog is een bitje
druk ja. Je most jen eigen der in
vriengen. Ma t was ter leutig oor.
Je kon ter wa koopen, je kon ter wad
uitzoeken uut een groote tonne en je
kon je laten wegen ook. Vrindelikke
meisjes verkochten der van alles.
Kiek mens, ze zouen je 't geld uut
je zak praten. Jane en Marie wieren
ook nog mee 'n ditje en een datje
opgesulferd. De domenie was ter
ook. „Geen van de minste" meende
Jane. „Ie za 't geld voor een nieu
we kerke we bie mekaare kriegen".
Vóór alf zesse mosten ze der uut.
De bezar most gesloten ooren, wan
't was een ure later consert in de kerke.
„Da's zeker alleenig voo groote lui",
vroeg Marie. „Be neent", zei Jane,
„iederendeen mag ter kommen voo
z'n vuuf en dertig cent. Weet je wa,
me gaan a gauw om een reziene-
bootram, in dan gaan me e ke na de
kerke". In jawel oor. Bots om alf
zevene waren ze der, in z'en der geen
spiet van had, a was het er dan ook
proppendig vol. Wan kiek, zoo mooi
as dat da juffrouwtje gezoengen eit,
't is vreed. Die meneer, die ad op
't urgel speelden, ma die kon ter nog
is weg op. Soms was et Marie net as
of ze nie anders as violen oorden.
Ineens scheenden de violen uut, as
of ze in een bootje ineens wegge
varen waren, en dan kwam ter toch
wee dadelik zukke prachtige volle
meziek, net of je der kouwe
van kreeg. Marie aad in den biebel
nogal is gelezen van bazuinen. Awel,
z' aad eur kunnen verbeellen, dat er
van die bazuinen ongemerkt na binnen
gestoken waren deu de ramen, een
eele boel, in da ze allemaal meedeejen.
't Was prachtig, ze aad er spiet van
da 't op iew. Toen a ze naar uus
gieng, kloeuk et nog in eur ooren.
Afijn, zooveel is zeker, da Marie
een vreed genoegelijken dag had a,
in da ze eur Paasversite op Bresjes
nie gauw zou vergeten.
B.