ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCHVLAANDEREN
VERSCHIJNT WOENSDAGS EN ZATERDAGS IN ALLE PLAATSEN VAN ZEEUWSCH-VLAANDEREN
28e Jaargang
Zaterdag 5 April 1919
Nummer 2410
De Toestand.
gBqFSi&gTeSi.
Het Geheim.
De Schelde=kwestie.
BRESKENSCHE COURANT
Abonnementsprijs per drie maanden 95 cent
Franco per post f 1.—
Advertentieprijs van 1 5 regels 50 cent
Elke regel meer 10 cent. Bij abonnement lager tarief
Drukker-Uitgever
E. BOOM—BLIEK
Telegram RRFSKFNS Telefoon
BoomBlIek Nq 2J
Abonnements-Advertenties worden tijdelijk berekend
met 20 pCt. oorlogstoeslag
Advertenties worden aangenomen tot uiterlijk
Dinsdag- en Vrijdagmiddag 2 uur
De bedreiging, dat Amerika zich
van de vredesconferentie terug zou
trekken, heeft onverwijld effect ge
sorteerd, althans in de kwestie, die
het conflict tusschen Frankrijk aan
den eenen kant, en Amerika en En
geland aan den anderen kant, acuut
heelt gemaakt, de kwestie van het
Saarbekken.
.Frankrijk heeft het Saarbekken
volkomen willen inlijven. Hieraan heeft
de conferentie haar goedkeuring niet
kunnen hechten. Zij is echter geneigd
aan Frankrijk voor een bepaalde
periode de controle over het kolen-
gebied aan de Saar toe te staan. Op
deze wijze zou Duitschland dan een
deel van de schadevergoeding kunnen
betalen".
Zoo is de Britsche, en waarschijn
lijk juiste, lezing van het geval. De
Fransche lezing is deze
De raad van vieren is de bespre
king over het kolenbekken van de
Saar begonnen, waarvan de Fransche
regeering de exploitatie opeischt als
een wettige schadeloosstelling voor de
vernielingen der mijnen in Noord-
Frankrijk en omdat het bezit daarvan
voor het oeconomisch leven van El-
zas-Lotharingen onontbeerlijk is. Er
is volstrekt geen sprake van, de be
woners van die streken in te lijven.
Nu moet men rekening houden met
de Fransche manier van berichtgeving
onder het regime-Clemenceau. Toen
de Duitschers ten opzichte van de
voedselvoorziening in ruil voor de
uitlevering van de handelsvloot vol
komen hun zin hadden gekregen, zeide
Havasde Duitschers hebben de hun
opgelegde voorwaarden aanvaard. Dit
was volkomen juist, mits men er stil
zwijgend aan toevoegdenadat na
melijk de geallieerden deze voorwaar
den overeenkomstig de Duitsche
wenschen hadden gewijzigd.
Zoo ook hier meter is geen sprake
van inlijving. Hierbij moet in gedach
ten het woordje .meer" invullen
.Sedert de Franschen geen kans meer
hebben het te krijgen, is er geen
sprake meer van inlijving. Nu eischen
de Franschen exploitatie enz."
De wijze, waarop deze wending in
de Fransche berichtgeving wordt ver
meld, maakt het waarschijnlijk, dat
XXVI.
Zij schudde het schoone hoofd,
zoodat haar lange blonde lokken mij
het gelaat streelden en liet nu het
eerst de teugels los van het paard,
die zij nog steeds in de handen had
gehouden.
Zij wees naar boven en fluisterde,
bijna onhoorbaar
Wie daar eenmaal is kan niemand
meer naar omlaag halen.
Toen sloeg zij voor de eerste maal
haar armen om mijnen hals en hield
mij bijna hartstochtelijk omstrengeld,
en liet zij haar hoofd op mijn borst
zink en.
En zachtkens ruischte de nachtwind
tusschen de breede takken der eeuwen
oude linde boven onze hoofden, de
bleeke stralen der maan speelden
'over het puntige dak van mijn huis,
Pm huis, en van tijd tot tijd flikkerde
de censuur het artikel van de Daily
Chronicle, mitsgaders alle andere
berichten over een dreigend heengaan
van Amerika, voorloopig achter houdt.
Van de inlijving van het Saargebied
door Frankrijk vreesden Amerika en
Engeland zekere gevaren, of die nu
geheel zullen zijn afgewend door de
ze exploitatie-oplossing, is niet zeker.
Evenmin is zeker, dat door de over
eenstemming onder de bondgenooten,
die ten opzichte van de Saarkwestie
waarschijnlijk spoedig zal worden
bereikt, men in beginsel wel een stap
verder gekomen is. Nog voor het
begin van de vredesconferentie heeft
Clemenceau openhartig verklaard, dat
hij geen zier om de beginselen van
Wilson gaf, maar een aanhanger was
gebleven van de oude diplomatie van
het machtsevenwicht door bondgenoot
schappen, stevige bewapeningen enz.
Dit verschil in beginsel de inge
lichte diplomatieke medewerker van
de Daily Chronicle wijst daar nog
eens op blijft bestaan, ook al wordt
men het, om uiteengaan van de con
ferentie te voorkomen, na veel loven
en bieden, over onderdeelen ook eens.
Het principieele verschil rijst bij elke
volgende aangelegenheid, die te be
handelen valt, opnieuw.
De kwestie van de troepenlanding
te Dantzig schijnt zoo te zullen wor
den opgelost, dat de Poolsche troe
pen toch in die haven aan land zullen
gaan, maar dat Fóch volledige waar
borgen zal geven tegen het ontstaan
van ongeregeldheden. Zoo krijgen
dan beide partijen hun zin.
Van Poolsche zijde wordt bericht,
dat eenige dagen geleden in het ar
tikel De Duitsch Poolsche grens aan
getoond is dat tusschen de verklaringen
van Lloyd George en die van Erz-
berger in zooverre verschil bestaat,
dat Lloyd George een Poolsch ser
vituut op de Weichsel verlangt en
Erzberger neutraliseering van de
Weichsel en verklaring van Dantzig
tot vrijhaven oppert.
Ofschoon het onderscheid tusschen
deze twee denkbeelden niet zonder
belang is, bevatten zij beide een ge-
meenschappelijken juridischen kern,
doordien zij de schepping van con-
dominiale toestanden bepleiten en
mitsdien op verzoening tusschenj
Duitschland en Polen aansturen.
De geest van verzoening, dien beide
aan den horizon hét weerlicht.
Stil was het ver in de ronde, slechts
het eentonig murmelen van de bron
achter het huis drong tot ons door,
en de kreet van een hert, diep in het
woud
Een langen tijd hielden wij elkaar
omstrengeldwij vergaten de uren,
vergaten alles om ons heen lang
duurde het eer wij opstonden en onze
woning binnentraden. Ik heb in die
uren geluk gesmaakt en 't is goed,
Johannes, dat wij stervelingen niet
kunnen zien in de toekomst, want dan
ware mij dat kortstondige geluk ook
vergald geworden door de verwach
ting naar hetgeen komen moest, een
langdurig lijden en wroeging, waar
mede ik de uren van zaligheid al te
duur moest betalen
Wordt niet ongeduldig, Johannes,
indien ge dit epistel te lang mocht
vinden. Tegenover het zwijgende
papier ben ik spraakzamer dan wan
neer ik sta tegenover de menschen.
En jij bent het eenige wezen op de
wereld, tot wien ik mij kan wenden
voorstellen ademen, is hieruit te ver
klaren, dat Engeland vrede wil sluiten
met Duitschland, en Duitschland met
Polen. Engeland heeft slechts indirect
belang bij het Poolsche vraagstuk,
maar rechtstreeksch belang bij de
regeling van zijn verstandhouding tot
Duitschland.
Duitschland's belangen zijn daaren
tegen bij de verstandhouding tot
Polen rechtstreeks betrokken.
Bijgevolg beteekent Lloyd George's
voorstel dat Engeland bereid is ten
aanzien van Duitschland den weg ter
verzoening in te slaan, terwijl Duitsch
land ten aanzien van zijn buurman
Polen daartoe evenzeer geneigd is.
In beide gevallen is het de geest
van verzoening, die de twee staats
lieden Lloyd George en Erzberger
bezielt en die voor de toekomst der
menschelijke beschaving slechts goeds
voorspelt.
In Amerikaansche bladen wordt aan
de Londensche Evening News het
met beslistheid gegeven bericht
ontleend, dat, indien de Duitsche
vredesgedelegeerden weigeren de
vredesvoorwaarden te onderteekenen,
Foch zijn troepen zal laten oprukken,
en Duitschland zal laten bezetten. De
Duitsche gedelegeerden blijven er bij,
dat zij uit Weiinar de instructie heb
ben, enkel dan den vrede te onder
teekenen, indien hij in zijn geheel
beantwoordt aan de veertien punten
van Wilson. Enkel op die voorwaarde
zouden de Duitschers willen vechten
tegen de Bolsjewiki. Hun belooning
zou dan zijn dat zij in Centraal- en
Oostelijk Europa domineeren.
De berichtgever van de Evening
News voegt er aan toe, dat de vredes-
onderhandelaars van de geassocieer
den zich na vijf maanden van
onderhandelen om de overwinning te
liquideeren plotseling geplaatst
zien voor den aanvang van twee
nieuwe oorlogen één tegen Duitsch
land, den anderen tegen de Bolsjewiki.
Onder de volken der geallieerde
landen heerscht thans veel verschil
van meeningen de vredesonderhan-
delaars vragen zich af of zij (de vol
ken) een nieuwen oorlog zouden
goedkeuren. Alle mooie idealen
o. a. dat over den volkenbond
vervliegen, nu de onderhandelaars
zich met het concrete feit van den
vrede moeten bezighouden.
met de bekentenissen van mijn smart,
van mijn misdaad misschien, maar
dan een misdaad gepleegd in onwe
tendheid.
Nogmaals, geduld Johannes; het
einde komt, rasscher dan ge vermoedt.
En ook het einde van mijzelf
goddank 1
Zij bleef een ernstige, zwijgzame
vrouw, zooals zij een ernstig en zwijg
zaam meisje was geweest. Geen spoor
was in onze woning te vinden van
het zoet gekout en de liefkozingen
der wittebroodsweken.
En toch was ik de gelukkigste
mensch ter wereld, Johannes.
Ik had trouwens geen andere ver
onderstelling, dan dat het de rouw
was over den te vroeg ontslapen
broeder en den geliefden vader, die
haar zwijgend en ernstig maakte, en
van dag tot dag hoopte ik eindelijk
een glimlach te zien zweven om die
roozeroode, maar helaas steeds saam-
genepen lippen.
Tevergeefs.
Met een zachtheid, die verder ging
In een zakelijk gesteld artikel be
spreekt de „Etoile België'" de Schelde-
kwestie naar aanleiding der verklarin
gen van Minister van Karnebeek aan
de „Manchester Guardian".'
Het blad erkent, dat het juist is,
dat schepen van groote tonnage de
rivier kunnen opvaren, dat het huidige
regiem de groote ontwikkeling van
Antwerpen heeft mogelijk gemaakt,
dat de controle, welke België op
boeien, baken, baggerv* erken en
loodsdienst uitoefent, gelijk is aan
die van Holland en dat het huidig
regiem voordeeliger voor België is
dan het regiem voor andere inter
nationale rivieren.
Toch is de „Etoile" van meening,
dat het regiem, hetwelk op basis van
artikel 9 van het Verdrag van 1839
is gegrond, wijzigingen van noode
heeft. Theoretisch heeft Jhr van
Karnebeek niets gezegd aangaande
het gemeenschappelijk toezicht op de
rivier, dat onjuist is.
Practisch komen zijne woorden met
de werkelijkheid overeen.
Het voorrecht van normale wijze
zou kunnen worden uitgeoefend, maar
zooals het tot nu in practijk is ge
bracht, is het slechts een lokaas en
oogverblinding. Het blad betoogt dat
dit bijzonder voorrecht vanzelf voort
spruit uit de belangrijke positie van
Antwerpen als haven. Het zou een
monstruositeit zijn geweest daarmede
geen rekening te houden. Deze posi
tie is de laatste jaren nog veel be
langrijker geworden.
Men heeft gedurende talrijke jaren
zich met een schijn van toezicht kun
nen bevredigen, men kan hiermede
niet doorgaan. De Hollanders zelf
geven zich hiervan rekenschap, daar
zij zich bijna eenstemmig bereid ver
klaren deze om te praten en om elke
verbetering die in België's belang kan
zijn, te onderzoeken.
Maar laten wij ons wel verstaan.
Deze verbeteringen zouden moeten
bestaan in eene ernstige wijziging
van het bestaande regiem der ,rivier
en niet uit eenige technische conces
sies, die slechts gedeeltelijk en tijdelijk
belang hebben.
Laten wij het duidelijk zeggen
Holland heeft souvereine rechten op
dan die, welke men van vrouwen ge
woon is en op mij een schier druk-
kenden invloed had, zoodat ik gehuwd
jonkman nog meer in mij zelf gekeerd
werd dan ik als vrijgezel ben geweest,
ging zij met mij om.
En toch, wanneer wij samen waren
en ik haar Juno-gestalte aanschouwde
en in haar helderblauwe oogen staarde,
dan bekroop mij meermalen het ver
langen, voor haar neer te knielen en
haar smalle, aristocratische handen
in mijn grove jagersvuisten te vatten
en met kussen te bedekken, ware het
mij niet dwaas en kinderachtig toe
geschenen.
Nog zie ik haar duidelijk voor mij,
als zij het smalle pad opwandelde om
mij tegemoet te gaan, des avonds,
wanneer ik huiswaarts keerde na de
jacht of mijn inspectietochten door
het woud.
Zij liep, of liever zweefde over den
weg, zoodat het mij voorkwam alsof
geen grassprietje boog onder haar
schreden.
Wordt vervolgd.