ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCHVLAANDEREN iiüiïZiiêSr" VERSCHIJNT WOENSDAGS EN ZATERDAGS IN ALLE PLAATSEN VAN ZEEUWSCH-VLAANDEREN E. BOOM—BLIEK 28e Jaargang Woensdag 26 Maart 1919 Nummer 2407 Het verloop en liet ontstaan van den oorlog. Het Geheim. De Belgische eischen. Binnenland. SRF.SKENSCHE COURANT Abonnementsprijs per drie maanden 95 cent Franco per post f 1.— Ad v e rt e n t i e p r ij s v an 1 5 regels 40 cent Elke regel meer 8 cent. Bij abonnement lager tarief Drukker-Uitgever Telegram BRESKENS ™efo,°n BoomBlfek No. 21 Abonnements-Advertenties worden tijdelijk berekend met 20 pCt. oorlogstoeslag Advertenties worden aangenomen tot uiterlijk Dinsdag- en Vrijdagmiddag 2 uur Het was Vrijdag een jaar geleden, dat Hindenburg zijn groot offensief begon aan het Westelijk front, dat aanvankelijk zulke groote overwin ningen aan de Duitschers bezorgde en dat ten slotte tot een volkomen nederlaag geleid heeft. Maarschalk Foch is door een redac teur van de Matin" geïnterviewd om zijne meening te zeggen over deze aanvankelijk schijnbare successen der Duitschers. Door welke zedelijke kracht hebt gij de lezers geëlectriseerd, die zulk een vreeselijken schok opvingen, al dus vroeg de redacteur aan den Franschen generalisimus. Door welke wetenschap hebt gij hen gereorganiseerd in verband met het tegenoffensief, dat gij reeds in uw gedachten had Gij vraagt mij veel in weinige woorden, antwoordde de maarschalk. Men behaalt de overwinning door de wetenschap. Dat is waar, maar ook door het vertrouwen. Wanneer men vertrouwen heelt, wijkt men niet; men houdt den vij and tegen daar, waar hij zich bevindt. Gij zegt mij, dat ik aan Frankrijk de overwinning heb gegeven. Het zijn echter de soldaten, die haar hebben bezorgd. Ik heb slechts een verdienste: ik heb nooit gewanhoopt. De redacteur vroeg toen aan Foch, hoe hij er toe had kunnen besluiten, om den wapenstilstand te ondertee kenen, daar hij toch bevel had gege ven, drie dagen later een offensief te beginnen, waardoor hij hoopte den vijand te kunnen vernietigen. Foch antwoordde De wapenstil- stilstand gaf mij alles, wat ik noodig had, om de overwinning aan Frankrijk te verzekeren. Ik kon het niet voor mijn geweten verantwoorden nog meer menschen te doen dooden. Ondervraagd over hetgeen hij onder strategische wetenschap verstond, ver klaarde de maarschalk De strategi sche wetenschap kan verkregen v. orden. Maar zij bestaat niet uit een reeks formules of uit een verzameling van voorschriften. Zij is een wetenschap, welke de XXIII. Ik vraag mij af, of ik mijzelf moet beschuldigen, of dus Noodlot, of liefde en vriendschap holle klanken zijn, of dat ik een onwaardige ben, een ver doemde, in wiens handen al datgene, wat anderen gelukkig maakt, verdort. Gij kunt het beter beoordeelen, dan ik zelf Maar ik dwing mijzelf tot bedaren, wijl ik een rechter in u zie, die door zijn ambt in staat is tot oordeelen over zonde en dwaling, én derhalve wil ik u de treurige geschiedenis van een verwoest menschenleven in alle bizonderheden biechten, opdat ge niet falen zult in uw oordeel en gij naar eer en geweten het vonnis kunt vel len, of ik gezondigd heb of slechts gedwaald. De oude generaal Babenberg was na eenige weken door den dood uit zijn lijden verlost en acht dagen bevelhebber zich moet eigen maken op een zoodanige wijze, dat hij al zijn beslissingen er mede doordringt. Zij is een discipline van den geest, welke door het bestudeeren van de geschiedenis en de concrete gevallen verkregen wordt. Zij moet aan den geest van hem, die bevel voert, vol doende vrijheid laten om te kunnen handelen volgens juiste inlichtingen en niet alleen volgens vooropgestelde ideeën en hypotesen. Maar de meest schitterende hoedanigheden van het verstand beteekenen niets zonder den w.il. Overwinning en wil is het zelfde. Een gewonen veldslag is een velslag waarin men zich niet als overwonnene wil erkennen. Want het leger is in de hand van den aanvoerder, wat het zwaard is in de hand van den soldaat, het heeft slechts kracht, door de im- pulsie, welke men er geven kan Onderwijl publiceert het Journal des Débats twee telegrammen van den Oostenrijksch-Hongaarschen ge zant te Berlijn, graaf Szegveny-Marich, welke Sericht waren aan het depar tement van buitenlandsche zaken te Weenen. Het eerste telgram is van 25 Juli 1914 en luidt als volgt„Hier heerscht algemeen de overtuiging, dat Servië het ultimatum zal afslaan en dat wij onmiddellijk moeten antwoorden met de oorlogsverklaring en het begin van den veldtocht. Al zou een andere mogendheid zich er ook in mengen, dan toch kunnen wij den veldtocht niet meer uitstellen. Men» geeft mij dringend den raad, dat wij moeten beginnen op te treden voor een vol dongen feit te plaatsen". Het tweede telegram luidt als volgt: Streng vertrouwelijk. Nummer 307. „Berlijn, 2/ Juli 1914. De Duitsche staatssecretaris heeft mij onder ge heimhouding medegedeeld, dat aan Z. Exs. waarschijnlijk binnenkort een Engelsch bemiddelingsvoorstel zal worden aangeboden. De Duitsche regeering verklaarde nadrukkelijk, dat zij aan die actie volstrekt niet zal deelnemen en protesteert er tegen, dat met dit bemiddelingsvoorstel zou worden rekening gehouden. Men deelt mij dit alleen maar mede, omdat de Engelsche regeering dat wenscht".- Het „Berliner Tageblatt" neemt daarna zoude ik Frederike als mijn vrouw naar huis geleiden. Waartoe nog te wachten? Frederike verlangde naar eigen huis en haard het huis haars vaders was thans immers het eigendom van vreemden In de slotkapel van Mansdorf gaf ons de geestelijke zijn zegen. Het was een zonderlinge bruiloft 1 Tegen den avond zou de plechtig heid worden voltrokken en het scheen mij toe, dat de dag een eeuwigheid duurde. Toen nam ik mijn buks en doolde door het woud, meenende zoodoende een dag te kunnen dooden en mijn ongeduld te overwinnen en om een everzwijn, welks spoor ik reeds weken had gevolgd, verzuimde ik bijna het plechtige uur. Nog juist had ik den tijd om in dezelfde plunje waarin ik mij op weg had begeven, de zaal in te stormen. Toen ik de kamer mijner bruid binnentrad, had zij een ruime poos op mij gewacht. Zij stond in het midden van de deze voor de vroegere Duitsche diplo matie verpletterende telegrammen zonder commentaar over. De Londensche correspondent van de „Nieuwe Rotterd". schrijft Ik heb bij mijn aankomst in Neder land den indruk gekregen, dat men hier eigenlijk nog niet goed weet, hoe die Belgische quaestie in Parijs afgeloopen is. Dot h volgens de in lichtingen die mij, vóór mijn vertrek uit Lo iden, werden verstrekt en die geput zijn aan de beste bron, kan ik mijn landgenooten de verzekering geven dat de Belgische eischen, voor zoover zij aan de Conferentie te Parijs werden voorgelegd, definitief zijn afgewezen. Alle tegenstrijdige mede- deelingen, die nog in de buitenland sche pers daarover verschijnen of zullen verschijnen, zijn niet in over eenstemming met de werkelijke feiten. De waarheid is de mogendheden te Parijs vergaderd, zijn tot het besluit gekomen, dat België geen aanspraak kan maken op Nederlandsch grond gebied. Dat Frankrijk in deze campagne achter België in de coulissen stond, meen ik te kunnen tegenspreken. In Fransche officieele kringen heeft inen de Belgische ei-chen niet gesteund en in ieder geval heeft Pichon, de Fransche minister van Buitenlandsche Zaken, na een bespreking van de quaestie met onzen gezant te Parijs, onmiddellijk erkend, dat Nederland's standpunt onaantastbaar was en dat België niet op de hulp van de Fran sche regeering moest rekenen. Wat Engeland betreft, is het een welbekend feit, dat het België in zijn annexionistische plannen nooit heeft aangemoedigd. De Engelsche staats lieden hebben van den beginne af een glimlachende houding aangenomen, indien ik het zoo uitdrukken mag. Te Parijs hebben zij dan ook on omwonden verklaard, dat aan Neder landsch grondgebied niet mag geraakt worden. Nadat Frankrijk en Enge land aldus hun meening hadden te kennen gegeven, was de zaak natuur lijk beklonken. gioote statiezaal, waar voor eenige dagen de doodsbaar haars vaders had gestaan. Nog hingen de zware crê pe-sluiers over de vergulde lijsten der spiegels, noch meende ik den geur van wierook en immortellen te be speuren. Achter haar ontwaarde ik de beide ongetrouwde zusters van den overle den generaal, die zij in de vrije adellijke stichting te Klosterode een toevluchtsoord hadden gevonden. De oude dames stonden stijf en in zichzelf gekeerd en staarden mij in haar sombre hofjeskleederen bijna vijandig aan. Inderdaad een onheilspellend brui- loftsgeleide. Maar slechts weinige oogenblikken achtte ik die twee mijn aandacht waardig, want als betooverd bleven mijn blikken op Frederike gericht. Zij zag bleek, bleeker dan ooit te voren. Haar slanke gestalte was met een lang, zwart gewaad omhuld en donker stak eveneens de mirtenkroon af op het goudgele haar. Een schoonere vrouw dan zij was voorzeker nooit door de oogen eens Nu is het volstrekt niet onmogelijk, dat België zich nog rechtstreeks tot Nederland zal wenden en zijn eischen herhaalt. Dan wordt het de taak onzer regeering om op zoodanige wijze de onderhandelingen te voeren, dat België definitief tot de overtui ging komt dat inlijving van Neder landsch grondgebied geheel buiten gesloten is. Wij zijn onzen diplomatieken ver tegenwoordigers en vooral onzen gezanten te Parijs en Londen, groote dank verschuldigd. Onze zaak was voorzeker rechtvaardig, doch zelfs een goed proces loopt soms tegen de verwachting in af. Dank zij den be moeiingen van onze diplomaten, zijn de voornaamste hinderpalen uit den weg geruimd en kunnen wij de toe komst met vertrouwen tegemoet zien. UITVOER VAN KLOMPEN TOEGESTAAN. Naar wij vernemen is de uitvoer van klompen wederom toegestaan tot een voorloopig maximum van een millioen paar. De aanvragen tot uit voer kunnen op de gewone wijze bij de N. U. M. plaats vinden. DE LIQUIDATIE DER CRISIS INRICHTINGEN. Naar wij vernemen zal met ingang van 1 Mei de Rijkscommissie voor de distributie van ijzer en staal worden opgeheven. HET RIJKSKANTOOR VOOR KLEEDINGV OORZIENING. De Minister van Landbouw heeft het Rijkskantoor voor kleedingvoor- ziening met ingang van 1 April a.s. opgeheven. Aan den heer H. Hertsberger, direc teur van deRijkskleedingvoorziening, is eervol ontslag verleend, onder dankbetuiging voor de belangrijke den lande bewezen diensten, voorts is deze benoemd tot ilquidateur van het Rijkskleeding-voorziening-kantoor. NIEÜWE VERHOOGING AANSTAANDE. Naar de Minister van Waterstaat mededeelt in de Memorie van Ant woord aan de Eerste Kamer op het bruidegoms bewonderd Ik vergat dat ik in overijling het vertrek was binnengetreden; zoozeer was ik vervuld door haar schoonen aanblik, dat geen woord mij over de lippen kwam om mijn vertraagde komst te verklaren, ofschoon haar blik vragend en verwijtend naar mij opkeek. Eerst niet zonder eenige aarzeling, doch daarop bevend van gejaagdheid, reikte zij mij de hand en met haastigen tred schreden wij voort naar de kapel. Achter ons hoorden wij de oude dames fluisteren, naar ik meende had den zij het over mijn bestoven jacht- kleederen, maar Frederike wendde zich om met strenge blikken, waarop zij zwegen en verlegen de oude hoof den afwendden. Daar wij ons onmiddellijk na het huwelijk naar het huis, dat voortaan ook het hare zou zijn, wilden bege ven, bleek dadelijk, dat ik ook ver geten had voor een rijtuig te zorgen, Wordt vervolgd,

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1919 | | pagina 1