ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCHVLAANDEREN VERSCHIJNT WOENSDAGS EN ZATERDAGS IN ALLE PLAATSEN VAN ZEEUWSCH-VLAANDEREN E. BOOM—BLIEK 28e Jaargang Zaterdag 15 Maart 1919 Nummer 2404 Ontwerp Volkerenbond. Het Geheim. Gemeenteraad. BRESKENSCHE COURANT Abonnementsprijs per drie maanden 95 cent Franco per post f L— Advertentieprijs van 1 5 regels 40 cent Elke regel meer 8 cent. Bij abonnement lager tarief Drukker-Uitgever Telegram RRFSKFNS Telefoon BoomBliek No. 21 Abonnements-Advertenties worden tijdelijk berekend met 20 pCt. oorlogstoeslag Advertenties worden aangenomen tot uiterlijk Dinsdag- en Vrijdagmiddag 2 uur Den Ned.-Anti-Oorlogsraad deelt het volgende mede Het bestuur van de Nederlandsche Groep van de Centrale Organisatie voor een Duurzamen Vrede heeft op 7 dezer in Den Haag een bespieking gehad met een aantal vooraanstaan de politici en rechtsgeleerden. Naar aanleiding van deze bespre king heeft het bestuur gemeend, een telegram van den volgenden inhoud te kunnen verzenden aan het secre tariaat van de Vredesconferentie te Parijs ,Het bestuur van de Nederlandsche Groep van de Centrale Organisatie voor een Duurzamen Vrede heeft met groote voldoening geconstateerd, dat door de opstelling van uw ontwerp verdrag een eerste stap is gedaan om te komen tot verwezenlijking van den Volkerenbond. Intusschen betreuren wij het ten zeerste, dat dit ontwerp tot stand is gekomen met uitsluiting van de neutralen, en wij wenschen dan ook vóór alles uiting te geven aan onze hoop, dat de neutralen in de gelegenheid zullen worden gesteld, deel te nemen aan de beraadslagin gen, waarbij de Grondwet van den Volkerenbond definitief zal worden vastgesteld. Afgezien van de vraag, of deze wensch al of niet zal worden vervuld, zouden wij, aangezien het thans op gestelde ontwerp, evenals iedere eerste poging, niet anders dan onvolmaakt kan zijn, willen aanbevelen om ver plicht te stellen, dat het verdrag na een bepaald tijdsverloop, bijvoorbeeld van 4 jaren, onder algemeene mede werking herzien zal worden, waarbij men dan gebruik zal kunnen maken van de verkregen ervaring. Over den tekst van het ontwerp veroorloven wij ons verder eenige opmerkingen te maken en eenige vragen te stellen, waarbij wij aanne men, dat in het in art. 7 genoemde en tot dusverre nog niet gepubli- cieerde protocol als uit te noodigen staten worden genoemd alle beschaalde staten, die tot dusverre van de inter nationale samenleving deel hebben uitgemaakt. Wij zijn van oordeel, dat deze veronderstelling noodzake lijkerwijze voortvloeit uit onze opvat ting van den Bond als rechtsinstituut; ON. XX. Ik had inmiddels de deur mijner kamer geopend en verzocht haar binnen te treden. Zi] moest zich bukken onder de lage overwelving van den ingang en toen zij naast mij stond, reikte mij het blonde hoofd doch nog slechts tot aan de kin. Ik ben steeds onhandig, lummelig zelfs geweest tegenover vrouwen en een glimlachje vloog om haar fijn- besneden mond toen zij zag, hoe ik mij beijverde om zoo beleefd en voor komend mogelijk te zijn. Zou zij toen reeds den spot met mij gedreven hebben Ik dank u, monsieur, sprak zij, en als hemelsche tonen klonken mij die weinige woorden in de ooren. Zij wierp den mantel af, nam ver volgent den natten sluier van het ook bij het formuleeren van onder staande wenschen hebben wij, meenen- de daarmede te blijven in den ge dachtegang van de conferentie, er voor alles naar gestreefd het rechts- standpunt naar voren te brengen. Tot onze verwondering zijn de be voegdheden van het college van af gevaardigden en van den uitvoerenden raad slechts vaag omschreven. Toch zal iedere staat alvorens hij toetreedt, willen weten, of deze beide colleges besluiten zullen kunnen nemen, die voor de leden van den bond bindend zullen zijn zonder ratificatie. Niet alleen behoeft de absolute competentie van deze beide colleges verduidelijking, maar ook hun onder linge verhouding zal in het verdrag moeten worden vastgesteld. Als inder daad beide lichamen bindende be sluiten zullen kunnen nemen, zal het in het belang van de in den uitvoe renden raad niet vertegenwoordigende staten aanbeveling verdienen, het arbeidsveld van den uitvoerenden raad binnen zekere grenzen te bepalen en aan het college van afgevaardigden een ruimer arbeidsveld toe te kennen. Wellicht zou aan het college van af gevaardigden een zekere controle kunnen worden toegekend over den uitvoerenden raad. Hoewel volkomen beseffende, dat in den uitvoerenden raad slechts een minderheid der staten vertegenwoor digd zal kunnen zijn, achten wij het noodzakelijk, ten einde het rechtsge voel te bevredigen, in dien raad aan de kleine staten iets meer invloed toe te kennen, hetgeen bijv. zou kunnen geschieden door uitbreiding van het aantal leden van 9 tot 15. Althans moeten wij dezen eisch met nadruk stellen, wanneer art. 15, dat de beslechting van geschillen anders dan door arbitrage opdraagt aan den uitvoerenden raad, ongewijzigd zou blijven. Wij zijn van oordeel, dat de uitvoerende raad, op de samenstelling waarvan de politieke verhoudingen op internationaal gebied een zoo overwegenden invloed hebben, aller minst geschikt is voor de functie van bemiddeling. Wij geven dan ook met den meesten aandrang in over- weging, dat zal worden ingesteld een afzonderlijk orgaan voor bemiddeling, zooals dit voorkomt in zooveel andere ontwerpen-volkerenbond, een raad, hoofd en nam plaats in den leuning stoel bij den haard. Met een bevallige beweging lokte zij Caesar, mijn jachthond, tot zich het trouwe dier, anders zoo woest tegen vreemden, legde vertrouwelijk zijn breeden kop op haar knie en zij streelde hem vleiend met haar blanke, teere handjes Ik stond in gedachten verzonken voor haar en kon mijn blikken niet van haar afwenden. Een vreemd gevoel kwam over mij en ik verbaasde mij over de nooit vermoede gebeur tenis, dat in mijn eenzaam kamertje een vrouw zat. Het kwam mij vreemd voor, en niettemin had ik mij reeds met de gedachte vertrouwd gemaakt en ik vergat al het andere om mij heen, de Kerstpreek, die mij zooeven nog in de gedachte was gekomen, en aan schouwde alleen het schoone vrou wen-gelaat en de slanke gestalte voor mij, en hoorde alleen haar bede, dat ik zoo spoedig mogelijk hulp zou zenden naar haar koetsier. die door zijn samenstelling de hoogste waarborgen biedt van onafhankelijk heid en onpartijdigheid, welke men op nationaal en internationaal gebied voor rechters pleegt te eischen. Ten aanzien van de vermindering van bewapening vragen wij het vol gende ons plaatsende.op het stand punt, dat in den Volkerenbond het begrip van permanente neutraliteit in Zwitserschen zin niet zal kunnen be staan, maar dat iedere staat de voor- deelen van het lidmaatschap van den Volkerenbond genietende, ook zijn aandeel zal moeten dragen in de las ten, zouden wij willen weten, waar art. 16 schijnt mede te brengen, dat iedere staat zal mosten bijdragen in de strijdmachten tegenover den staat, die zijn verplichtingen overtreedt, of voor iederen staat, naast de grens van bewapening, welke niet te boven mag worden gegaan, een zekere minimum-bewapening verplicht zal worden gesteld. De kleine staten zullen alvorens te kunnen toetreden, zekerheid moeten hebben, dat hun door een dergelijke regeling niet te zware militaire lasten zullen kunnen worden opgelegd. Wat betreft de herziening van het verdrag zijn wij van meening, dat deze gemakkelijker behoort te worden gemaakt. Wij gelooven, dat het in strijd is met de algemeen gewenschte ontwikkeling van het internationaal recht, dat aan 9 staten de bevoegd heid wordt gegeven, ieder afzonder lijk door hun veto een wijziging tegen te houden. Volgens art. 26 schijnt een herziening van het verdrag bindend te zullen zijn ook voor die staten, die de herziening niet ratificeeren. Wanneer dit inderdaad bedoeld is, zou de opzegbaarheid van het lid maatschap van den Bond een onmis baar correctief moeten zijn. Ten slotte meenen wij, dat wanneer de conferentie zal beslissen over de vraag, waar de zetel van den Bond zal zijn, de stad, waar het Permanente Hof van Arbitrage gevestigd is en waar in 1899 en.1907 de eerste grond slagen werden gelegd voor een inter nationale rechtsorganisatie, zekere rechten mag doen gelden. Nederland zou er trotsch op zijn, ook in de toekomst het centrum van het inter nationale rechtsleven te mogen blfjven. Toen sprong ik, vol schrik en ver legenheid, op en kwam weldra terug, na mij van mijn taak zoo zorgvuldig mogelijk te hebben gekweten. Ik gelastte Jobst, dat hij de vreemde paarden zorgvuldig moest verplegen en den koetsier met warm bier en een krachtig maal moest laven. In de bovenverdieping moest Jobst's vrouw een kamertje inrichten voor de jonge dame, daar het zich liet aanzien, dat het rijtuig te erg was beschadigd om haar bij dit noodweer in staat te stel len, haar reis te vervolgen. En zoodanig werd ik, de tot dus verre zoo ruwe gezel, door die onge kende gevoelens overmand, dat ik in mijn eigen vertrek als een vreemdeling rondstaarde en met mijn houding geen weg wist door het heftig kloppen van mijn hart en de verlegenheid. Toen ik echter mijn schooljongens achtige bedeesdheid met moeite had overwonnen en weder voor haar stond, betuigde zij mij haar dank met lieve woordjes, terwijl haar oogen zich op mij vestigden met betooverende blik- Groede. Dinsdagmiddag kwam de raad onzer gemeente in voltallige zitting bijeen. Na opening brengt de voorzitter, de heer Van Oostrom Soede, de ingezetenen dank voor al hetgeen gedaan is voor de waardige ontvangst van H. M. de Koningin, tevens mededeelende dat van H. M. een telegram van dank ontvangen is, alsmede dat het oogenblikkelijk ge vaar van annexatie is afgewend. Na voorlezing der notulen der vo rige vergaderingen, welke onveran derd werden vastgesteld, deelt de voorzitter mede, dat in de vergade ring van B. en W. is besloten tot het weder terughalen der klinkers van de terreinen der barakken en in overleg met den Gemeente-Architect hiervan de helft, zijnde pl.m. 50 000 stuks te verkoopen. De heer Risseeuw stelt voor ze allen te verkoopen, daar wij later beter en net zoo goedkoop nieuwe kunnen aankoopen. De Voorzitter zegt, dat er eenige straatjes te heratellen zijn, zoodat wij er wel een gedeelte van kunnen be houden. Ook zijn er noodig voor het bouwen van een kolenhokje achter de centrale. In overleg met den ar chitect zal woeden verkocht, wat wij missen kunnen. Van Ged. Staten was ontvangen goedkeuring Kon. Besluit regeling salaris Secretaris en Ontvanger, als mede wijziging der geldleening van 45 000 tot f 50 000 en geldleening 2600 en wijziging begrooting 17 December. Allen voor kennisgeving aangenomen. Tot leden Commissie wering school verzuim werden herbenoemd de af tredende leden Crucq, Beerens, de Ru en Wagtho. Het salaris der Wethouders werd overeenkomstig besluit van Ged. Sta ten vastgesteld op 150,—, terwijl dat van den Ambtenaar der Burg. Stand werd gebracht op 200. Bij de wijziging af- en overschi ij- ving over 1918 werden verhoogd de volgende posten: Licht en brandstof 163,621/j Kantoo behoeften - 130, Aanplakken - 19,22 Kiesverrichtingen - 25,10 ken, tot zij ze voor de mijnen neer sloegen en een lichte blos verscheen op haar lelieblank gelaat. Zoo zaten wij zwijgend tegenover elkaar, terwijl buiten nog steeds de storm woedde en meedoogenloos de takken der eeuwenoude linden dooreen zwiepte. Ik ben een onbeholpen, linksche gezel, dat behoef ik je niet nogmaals te zeggen, Johamies. Ik kon nooit goed mijn woorden vinden en had steeds een diepe minachting gekoes terd voor de sajetjonkers en fatten, die geen andere begeerten kennen dan door galante complimentjes jonge dames het hof maken. Thans echter benijdde ik hen om die versmade talenten. Ik was niet in staat een woord uit te brengen en staarde haar onafgebroken aan, van tijd tot tijd aan, om mij een houding te geven, de honden tot mij roepende als wilde ik de dieren, die niet van haar zijde geweken waren en zich nu aan haar kleine voeten hadden uit gestrekt, verhinderen haar tot last te zijn. Wordt vervolgd,

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1919 | | pagina 1