ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCHVLAANDEREN VERSCHIJNT WOENSDAGS EN ZATERDAGS IN ALLE PLAATSEN VAN ZEEUWSCH-VLAANDEREN E. BOOM-BLIEK 28e Jaargang Zaterdag 1 Maart 1919 Nummer 2400 De Burgerwacht. Het Gelieim. Wijzigingen in het Motor en Rij wiel-verkeer. I BRESKENSCHE COURANT Abonnementsprijs per drie maanden 95 cent Franco per post f 1.— A d v e rt e n t i e p r ij s v an 1 5 regels 40 cent Elke regel meer 8 cent. Bij abonnement lager tarief Drukker-Uitgever Telegram BRESKENS ™e,°0" BoomBliek No. 21 Abonnements-Advertenties worden tijdelijk berekend met 20 pCt. oorlogstoeslag Advertenties worden aangenomen tot uiterljjk Dinsdag- en Vrijdagmiddag 2 uur Om toegerust te zijn voor alle voor komende gebeurtenissen welke ons te vrachten staan, lezen we in de „Maas bode het volgende Wij krijgen weer wittebrood en thee, er komt weer varkensvleesch, er wordt weer petroleum en benzine verstrekt. Allemaal vriendelijke din gen, die er toe leiden dat wij gaan denken, dat alles weer wordt, zooals 't vroeger was. Wij zijn zoo licht geneigd om te gelooven, dat met het successievelijk verdwijnen der distributie ook de revolutie dra tot het verleden zal behooren. 't Gevolg van een en ander is, dat de werkzaamheid verslapt, wij dutten weer in totdat opeens een heftig uit slaande brand ons misschien komt opschrikken. Dit nu mag niet zijn. Integendeel, wij ordelievende partijen moeten dag en nacht in 't geweer staan. Bij het eerste alarm moeten wij zijn toegerust om dadelijk op te rukken en het gevaar in zijn kiem te bestrijden en te versmoren. Wij wekken geen noodelooze on rust, wij kweeken geen dwaze vrees of angst, maar wij willen gereed staan voor alle gebeurlijkheden, opdat de vijand ons niet verrasse en overrom- pele. 't Zou dwaas zijn te beweren dat alle gevaar reeds is geweken. Amper zijn we de „Spaansche griep" kwijt, of we worden weer verschrikt door de vlektyphus. Met pogingen tot revolutie gaat 't als met een epi demie. In telkens nieuwe vormen komt zij weer opgedoken. Wijnkoop erkende wel dat de wind voor zijn eerste revolutie niet gunstig was, maar zoodra de wind keert, zal hij het niet nalaten het opnieuw te probeeren. Het buitenlandsche revolutiegeld wordt toch niet enkel voor fijne di- nertjes betaald. Ook in Duitschland heet de Spar- tacusgroep wel verslagen en ten on der gebracht, maar telkens steekt zij toch opnieuw het oproerige hoofd op. En als men hoort wat er ten onzent op vergaderingen gezegd wordt en wat er in ,de Tribune" en aanver wante druksels wordt geschreven, en ■iet minder als men acht geeft hoe XVI. Toen knikte zij met het hoofd en bijna scheen het mij toe, alsof zij mij slechts met tegenzin de genade bewees Viaar mij ts luisteren. Zij vleide zich weder in den leun stoel neder en staarde, mijn blikken ontwijkend, naar buiten in het dichte gebladerte van het woud. De groene weerschijn weefde zich in de scheme ring bekoorlijk om haar lichte, slanke gestalte. Een prikkelende dennengeur drong door het venster naar binnende schaduwen der bladeren zweefden in het spel van den herfstwind over het papier. En rondom ons heerschte een plechtig, indrukwekkend stilzwij- fen, alleen het somber eentonig tik- en van een houtworm deed zich met regelmatige pauzen hooren, terwijl van tijd tot tijd van uit het woud de kreet van een roofvogel ons in de ooren snerpte. er in provincies als Noord-Brabant en Limburg in stilte wordt gewerkt en gestookt, dan mag men heusch wel begrijpen, dat 't ieders zaak is om waakzaam te blijven en op zijn post te zijn. Onze vigilantie mag niet ver slappen, de revolutie moge vandaag nog geen kans hebben, wij leven nog altijd in een gevaarlijk revolutionnair tijdperk. Men beproeft nog altijd, veilig maar zeker, de machtsverhou ding waarin men zich naar Troelstra's woord den eersten keer vergist heeft. Men lette eens op hoe de agitatoren zoowel die der S. D. A. P. als die der Tribunistsn, voortdurend naar het buitenland reizen om studie te ma ken ter plaatse, studie in het revolutie maken. Machtsverhouding is in de eerste plaats een kwestie van orga nisatie. Tegenover de stille organi satie van het geweld en de brutali teit, zetten wij de openlijke organi satie van allen, die voelen voor recht en orde. De S. D. A. P. verbloemt 't niet als zij de hoop uitspreekt, 't op den duur te winnen door de macht der vakvereenigingen daartegenover hebben wij te stellen de burgerwachten. Deze organisatie der burgerwach ten wordt door de S. D. A. P. alles behalve gaarne gezien. „Het Volk" schimpt er op wat 't kan, en Scha per oordeslt, dat die burgerwachten en vrijwillige landstormers best thuis kunnen blijven. Maar bekend is, dat in de dreigende revolutiedagen van November bekende sociaal-democra ten, hun kapitaal en bankdeposito's in veiligheid brachten. Waarom zouden de burgers dan hun kleine bezittin gen, door vlijt en arbeid bijeenge bracht, niet tegen plundering en ver nieling mogen beschermen. Hoe ster ker dus de organisatie ondtr d> par tijen van orde wordt, hoe beter wij ons voorbereid toonen, hoe minder kans dat men 't met de revolutie zal wagen. Revolutie wij kunnen het dage lijks bij onze buren zien beteekent moorden, plunderen, vernielen, onder drukken, beteekent het recht van het geweld, de terreur. Daarom zonder ons bevreest of beangst te maken, moeten wij op ons qui-vive zijn en waakzaam blijven. Hoe kunnen wij ons nu het krach tigste organiseeren Oud-minister Co- Eindelijk vestigden mijn oogen zich op het papier en met onzekere stem ving ik aan te lezen. „Waarde vriend Johannes ,Voor mij ligt je brief, dien ik met spannende belangstelling heb gelezen, want uit eiken pennensteek schitterde mij de liefde en vriendschap tegemoet, die ge steeds zijt blijven koesteren voor js ouden vriend, hoeveel jaren ook zijn verloopen, sinds wij elkaar van aangezicht tot aangezicht moch ten aanschouwen. Ook mocht ik tot mijn onuitspre kelijk genoegen vernemen, dat de goede God je familie met Zijn zege ningen overlaadt en dat het je gade en kinderen goed gaat. Je oudste dochtertje is sinds een jaar getrouwd en heeft je reeds tot grootvader ver heven, terwijl je zoon zijn candidaats- examen in de theologie met goed gevolg heeft afgelegd. Nu verlang je, naar ik gelezen heb, ook van mij te vernemen hoe het thans met mij gaat. Ach, oude vriend, dat kan ik in lijn heeft 't zoo pas zeer juist en prac- tisch aangegeven. Wij moeten ver schil maken tusschen vrijwilligen land storm en burgerwacht. De eerste wordt een afdeeling van het leger, en haar gebruik wordt ten slotte door de legerautoriteiten geregeld. Maar de tweede, de burgerwacht, hesft meer tot doel het vormen van een arbeidsreserve, en een gedeeltelijke vervanging of aanvulling van de plaat selijke politie. Als arbeidsreserve, heeft de burgerwacht in de eerste plaats te zorgen dat de geregelde orde in de maatschappij niet verstoord wordt. Dit geldt vooral voor de groote steden. Immers daar vooral is het van het grootste belang, zegt Colijn, dat bedrijven als die van het gas, de electriciteit en waterleiding onder alle omstandigheden verzekerd zijn van regelmatige voortzetting. Thans kan men daarop niet rekenen. En de ge volgen van het stopzetten van de geheele verlichting of van da water voorziening in een stad als Amster dam of Rotterdam bijv. zou tot de ergste gevolgen kunnen leiden. De burgerwacht moet dus niet allereerst gebruikt worden als militair instru ment, maar zij moet zich voorname lijk bewegen op het terrein van het burgerlijk leven. Hier heeft zij bij geval van ordeverstoring te zorgen dat de gang van het normale leven gewoon gehandhaafd blijft. Ook dit is een machtig middel om een misdadige revolutie te voorkomen of te doen mislukken. In breede rijen moet de burgerwacht ten allen tijde gereed staan om een normalen gang van zaken in de maatschappij te ver zekeren. Bij geval van nood moet alle hens aan dek verschijnen, op zijn post staan met de wetenschap wat ieder heeft te doen. Als de partijen van recht en orde zich zoodanig onder bekwame leiding organiseeren, dan zal elke revolutie- poging ons paraat vinden, meer nog, dan zal men van elke revolutie-poging afzien, omdat men zich niet meer ver gissen kan in de machtsverhoudingen. twee woorden zeggenIk heb nim mer de kunst verstaan gelukkig te worden. Luister I Mijn oude Jobst heeft een jong blondharig meisken op bezoek, zijn kleindochter. Zij zit buiten in de avondscheme ring onder de linden en zingt Het zijn de lied'ren, die mij ont schoten In den wie lend loop der jaren, Nu komen mij woord en klank [weer in 't geheugen Als wilde de jeugd mij plots weer [verheugen En kussen mijn zilveren haren Ja Johannes, dat heb je niet kunnen denken, dat ik sentimenteel zou wor den en aan 't dichten zou slaan. Er moet mij menige jagervloek uit den mond zijn gevallen, maar geen poëtisch versje. Ik ben trouwensten volle overtuigd, dat ik een zonder ling figuur zou hebben gemaakt als voordrager van gedichten of derge lijke poespas. Mijn tong was altijd Nu het gebruik van motor-rijwielen zachtjes aan weer normaal gaat wor den, achten we het niet van belang ontbloot, de wijzigingen, welke zijn genomen betreffende motor- en Rij wielen, aan onze lezers mede te deelen: Nadat verleden jaar in October verschillende wijzigingen in het Motor en Rijwielreglement waren aangebracht welke als belangrijke verbetering kun nen beschouwd worden, is daarna het Motor- en Rijwielreglement herzien en zijn de verschillende, langzamer hand aangebrachte wijzigingen ver werkt in een 20 Januari j.l. uitgekomen Koninklijk Besluit, waarbij een ge heel nieuw Motor en Rijwiel-Regle ment is ingesteld. Een belangrijke nieuwe bepaling is het nieuwe artikel 4, waardoor een eufde kan komen aan de chaotische verwarring bij het geven van teeken*, welke dikwijls door verkeerde opvat ting meer gevaar veroorzaakten, dan wanneer geen teeken werd gegeven. Dit artikel schrijft in hoofdzaak voor, dat, indien door het niet-gevea van een teeken de vrijheid of veiligheid van het verkeer in gevaar kan worden gebracht, bij verandering van richting de bestuurder verplicht is van dat voornemen tijdig te doen blijken door het goed zichtbaar uitsteken van een arm of een stok of een zweep in de richting, welke hij zal inslaan, terwijl het voornemen, om plotseling vaart te verminderen of te stoppen, moet worden kenbaar gemaakt door het goed zichtbaar op en neer bewegen terzijden van het voertuig of rijwiel van een der armen, een stok of een zweep. Omtrent de kruisingen is een voor schrift opgenomen in art. 5 en art. 31, waarbij wordt bepaald, dat de bestuurder van een motorrijtuig, een rijwiel of ander voertuig en de gelei der van rij- en trekdieren verplicht is den doorgang vrij te laten voor den bestuurder of geleider, dien hij aan zijn rechterhand heeft, en dat hij daarvoor zoo noodig moet stilhouden. Art. 6 en art. 32 bepalen, dat het verboden is binnen de bebouwde kom eener gemeente buiten noodzaak de weerspannig, in complimenten afste ken ben ik steeds een beunhaas ge weest alleen in het woud, bij de uitoefening van mijn edel, mannelijk jagersbedrijf, gevoelde ik mij door levenslust doortinteld. En toch, van binnen, in mijn hart, weerklonken soms, doch alleen voor mij hoorbaar, wonderlijke geluiden als de vage klanken van vreemde, slechts halfbegrepen muziek uit de verte. Daar hebben de bloemen ge bloeid, wier geur alleen door mijzelf konden worden waargenomen en wier harmonische kleuren slechts mijn geestesoog bekoorden. Doch naar buiten was dit alles niet merkbaar. Indien dit alles anders had kunnen zijn, indien ik in staat ware geweest hetgeen er omging in de diepste roer selen mijner ziel aan hen, die mij omringden, mede te deelenindien mijn karakter, zooals gij het noem- det, meer „demonstratief" ware ge weest, als ook ik had kunnen lachen en vleien en den galanten kavalier spelen, dan Wordt vervolgd.

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1919 | | pagina 1