ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCHVLAANDEREN De Nationals Msopi voor Is eeiM m NiMat VERSCHIJNT WOENSDAGS EN ZATERDAGS IN ALLE PLAATSEN VAN ZEEUWSCH-VLAANDEREN 28e Jaargang Woensdag 12 Februari 1919 Nummer 2395 Voorbereiding. Het Geheim. 6RESKENS0HE COURANT Abonnementsprijs per drie maanden 95 cent Drukker-Uitgever Abonnements-Advertenties worden tijdelijk berekend Franco per post f L- E. BOO M—B LIE K met 20 pCt. oorlogstoeslag Advertentieprijs van 1 5 regels 40 cent Teie ram Telefoon Advertenties worden aangenomen tot uiterlijk Elke regel meer 8 cent. Bij abonnement lager tarief BoomBUek BRESKENS °2°n Dinsdag- en Vrijdagmiddag 2 uur Verbroedering der volkeren na den moorddadigen krijg, dat was ons aller gedachten, bij het aangaan der wapen stilstand. Een verbroedering, die, na de rampen, welke deze vreeselijke aller oorlogen over de geheele wereld heeft uitgestort, juist om het geleden leed, zooveel te inniger zou zijn. Wie onzer heeft nog deze gedach ten. Is niet ieder ontnuchtend van deze verwachting, door den loop der feiten. En toch is dit gevoelen, deze hoop, dat, geleerd en gelouterd in het vuur der verdelging en onheil, de volkeren elkander na de moeilijke oorlogsjaren de broederhand zouden reiken, langen tijd zeer levendig ge weest Velen hebben geruimen tijd den rampspoed van den krijg gewillig getorscht in de vaste overtuiging dat deze oorlog de laatste zou zijn, dien de wereld aanschouwen zou. Helaas, hoe hebben deze allen z.ch vergist, en hoezeer in tegenspraak met die schoone verwachting is tot dusver de werkelijkheid geweest. Het opschorseti van het oorlogs bedrijf tot de definitieve vrede den nieuwen toestand zal bevestigen, is nog allerminst gepaard gegaan met een nederleggen der vorige hartstoch ten, of met het afleggen van het tegen elkander indruischend egoïsme. Nu de wapenen van het oorlogs geweld zijn afgelegd, zijn de wape nen van diplomatieke lagen en listen, van berekening en slimheid vast ter hand genomen. Alle rijken ter vredes conferentie bijeen, hebben hun slimste diplomaten en meest ervaren staats lieden naar Parijs gezonden en met groote felheid en scherpte wordt nu daar aan de groene tafel gestreden. Daar gaat het, om de groote levens belangen der overwinnaars vast te leggen in besluiten en overeenkomsten voor een lange toekomst. De over wonnenen zijn daar van buiten ge sloten; zij zullen straks, wanneer alles beklonken is, vernemen welk deel der wereld hun gelaten is, om hun be langen te behartigen. De machtigste Ententerijken nemen het grootste deel, de kleinere bondgenooten krijgen wat meer of minder bruikbare resten; en terwijl de neutralen kunnen toe- XI. Natuurlijk werd af en toe een vrou wennaam genoemd, daar het als vast staand werd aangenomen, dat alleen een vrouw in staat is twee boezem vrienden tot doodsvijanden te maken. Maar niemand wist er het juiste van. Alleen dat stond vast, dat de on derdaan den vorstzoon de vriendschap had opgezegd en dat, hoe dikwijls de prins hem ook de hand ter ver zoening had aangeboden, zij met een aan verachting grenzende koelheid werd afgewezen, zonder dat het ge duld en de lankmoedigheid van den prins uitgeput raakten. Toen de opperhoutvester, oud en zwak geworden, den wensch te ken nen had gegeven van zijn ambt te worden ontheven, werd hemhetRoo- de Huis als eigendom toegewezen en de opperhoutvesterij verplaatst naar zien, hebben de verslagen vijanden het gelag te betalen. Aldus voorbereid zal het nieuwe vredes-tijdperk zijn intree in de wereld doen, en meer dan ooit zal blijken hoe bitter weinig is terecht gekomen van de eenmaal toch zoo vurig ver beide en verlangde tegemoetgeziene verbroedering der volken. Maar Iaat ons nog niet alle moed opgeven. Wanneer het werkelijk ernst is met de vorming van een volkeren bond, kan hiervan nog veel goeds en nuttigs worden verwacht in menig op zicht. Evenwel zal men, teneinde een mogelijke teleurstelling te voorkomen, goed doen, zijn verwachtingen in deze niet al te hoog te spannen. Zoo zien wij elk land zijn natio naliteit op de spits drijven en zich met alle kracht gereed maken voor de aanstaande economischen wereld- strijd. Ook de neutralen kunnen daarbij niet ten achter blijven, willen zij niet van de wereldmarkt verdrongen wor den en hun plaats door andere zien ingenomen. Nu de vrede in het vooruitzicht is gesteld, en op industrie- en handels gebied nieuwe tijden aanbreken, staan ook voor ons land groote moeielijk- heden te wachten. Zoo wij niet tot een totaal onbeteek,enden staat willen gedegradeerd worden, moete i wij in den wedloop der volken op econo misch gebied, al datgene doen, waar toe wij in staat zijn. In de eerste plaats dus hebben wij de krachten in ons zelf te zoeken. En dit wordt gelukkig ten onzent door de mannen die op handels- en nijverheiösgebied de teugels in handen hebben, ten volle begrepen. Sinds geruimen tijd kan men dan ook op de stroomingen in het open baar wijzen, die ongetwijfeld den kant van een verhoogd nationaliteitsgevoel uitgaan. Dit streven is in de laatste jaren steeds groeiende en kwam ondermeer tot uiting in het stichten eener jaar beurs voor den Nederlandschen han del en industrie. Spoedig opent, thans voor de derde maal, deze jaarbeurs hare poorten, en het succes zal dit jaar nog aanzienlijk grooter zijn. Zoowel het groote aantal inzenders als de inzendingen zelf, zij zullen on getwijfeld op grootsche wijze getui- een nieuw, meer met de eischen des tijds overeenkomend gebouw, dat dich ter gelegen was bij het voormalige residentie-stadje, dat kt den jachttijd nog meermalen de hertogelijke familie kon aanschouwen, wanneer deze in het vroegere paleis, thans in een jacht slot herschapen, haar tijdelijk verblijf kon aanschouwen. En de teruggetrokken en in zich zelf gekeerde, sombre grijsaard, die een geheel leven lang ruw en onwil lig alle blijken van vorstelijke genade had afgewezen, maakte in dit geval een uitzondering en aanvaardde dank baar het aanbod, den avond van zijn leven op dit ydillische plekje te slij ten en daar het oogenblik af te wach ten, waarop hij voor eeuwig de steeds droefgeestige, als in het verleden sta rende oogen zou sluiten. Na het overlijden verviel het weder als onvervreembaar eigendom aan de hertogelijke familie, maar, krachtens den clausule in het testament van wijlen prins Christiaan, werd het ongebruikt gelaten, zonder dat er eenige baten van werden getrokken. genis afleggen, van hetgeen Neder land op het vreedzame gebied van handel en nijverheid tot stand weet te brengen. Voorzeker zal de indruk van zulk een openbare getuigenis van Neer- lands energie naar buiten niet gering zijn, en zal onzen naam in het buiten land een goeden klank houden. En dit toch moet ons allen ter harte gaan. Te lang is het buitenland onze nijver heid voorbijgegaan echter door ons eigen schuld. Immers om op de wereldmarkt te willen mededingen, zijn twee zaken onontbeerlijk, n.l. geestkracht en goede waar. Het een kan het ander niet uitsluiten, beide vullen elkaar aan. En dit is ten onzent steeds te veel uit het oog verloren. Vooral wat be treft de goede waar, daaraan heeft het maar al te dikwijls gehaperd, en nog steeds ziet het buitenland de Nederlandsche productie wantrouwig aan. Dit is de verkeerde handels politiek van ons vorig geslacht geweest, en het mag als een overwinning op de Nederlandsche handelsgeest wor den aangemerkt, dat dit wantrouwen steeds meer en meer verdwijnt. En daartoe kunnen gebeurtenissen, als het houden van jaarbeurzen zeer veel medewerken. Zoo zien wij dus, dat ook wij ons voorbereiden, om niet achter te blij ven bij de krachtsontwikkeling, die zich thans in alle landen ontplooit. Zulk een voorbereiden kan ons land ten goede komen, en wij hebben ver trouwen in de nationale geestkracht, die zich thans op zoo velerlei vreed zaam gebied voordoet, om te mogen hopen, dat op dien weg voortgaande, voor onzen nationalen handel en onze nationale industfie nog een schoone toekomst is weggelegd. Laten wij ons dus voorbereiden, om niet achter te staan, maar om onze handel en industrie hoog op te voeren. Deze betooging, voor de eenheid van Nederland, Donderdagavond in De kamers werden tot in de kleinste bijzonderheden onveranderd gelaten en behielden hetzelfde mobilair als in de dagen, dat zijn bewoner nog leefde, en slechts zelden verzamelde zich in zijn gewelfde voorhal een bont gezelschap jagers. Zulks geschiedde alleen wanneer juist in den omtrek het terrein werd afgejaagd en de tijd om een vluch- tig jagersontbijt te nuttigen te kort was om zich den rit te getroosten naar het jachtslot, dat ongeveer een mijl van het Roode Huis verwijderd lag. Allengs verdween ook meer en meer de belangstelling in den man, die tijdens zijn leven de geheele bevol king van ons hertogdom stof tot aller lei verhalen en veronderstellingen had gegeven en wiens naam zelf tot ver buiten het Thuringerland bekend was geweest. De ouden stiervenmijn krasse overgrootmoeder had reeds sinds ja ren de eeuwige rust gevonden, ach tereenvolgens zegende ook tante Rika, grootmoeder en de rentmeester het het Gebouw van Kunsten en Weten schappen te 's Gravenhage gehouden, is een groote uiting van geestdrift geworden en wat meer zegt, die geest drift was oprecht. Het applaus klonk op, de toejuichingen daverden zonder dat de sprekers zinnen juist daarom hadden gesproken. Wat waren de menschen geestdrif tig toen de Koninklijke Familie in de loge verscheen, met Juliaantje, wier eerste avondbezoek deze betoo ging zou gelden. En wat sloegen de woorden van de sprekers in. De voorzitter van het comité, mr D. Fock, zeide dat het Nederlandsche volk één, onverbrekelijk samenhoorig, krachtig volk is. Ieder, die het kent, weet dit. De elf provinciën van Nederland voelen zich vast aaneen- gesnoerd onder de nationale driekleur met den oranjewimpel. Geen ernstig Nederlander twijfelt aan de trouw en de gehechtheid van welk deel van Nederland ook. De tallooze uitingen van trouw en gehechtheid, in de laatste maanden door Limburg en Zeeumsch- Vlaanderen gegeven, hebben nog eens te meer getoond, dat er voor twijfel geenerlei aanleiding bestaat. Ons volk wordt flegmatiek en lauw genoemd, doch wanneer er iemand mocht we zen, die ons in het hart zou willen treffen, zouden bij ons evenzeer warm te en geestdrift oplaaien als bij welk volk ook. Voor onze rechten op Limburg en Zeeland zullen wij pal staan om te handhaven, die rechten zijn onbe twistbaar en in overeenstemming met de gezindheid van de bevolking zelve. Mr Janssen, de voorzitter van het comité voor het volkspetitionement in Limburg verklaarde met nadruk dat Limburg niets liever wenschte dan bij Nederland te blijven, dat het zich een stuk van het vaderland voelde. Stoffelijke belangen zijn aan de tegen de annexatieneigingen begon nen beweging vreemd, geen verhoo ging van de stoffelijke welvaart van één gewest speelt er een rol in, de actie staat op het plan van het alge meen Nederlandsch belang van saam- hoorighcid met het Nederlandsche volk I Naast de spreekwoordelijke volks vrijheid van Nederland is het de tijdelijke, en ons, jongeren, nam het moderne leven met al zijn afmatten de, rustelooze worstelingen om het bestaan te zeer in beslag om nog aandacht te kunnen schenken aan de poëzie van het verleden. Ook ik had niet meer gedacht aan den oud-oom, die reeds sinds onheu gelijke jaren rustte in het koele graf aan de helling van het Thuringerwoud. Gisterenavond had echter onver wacht mijn oom de opperhoutvester, Frida's vader, dien ik zelf zoo gaar ne den zoeten vadernaam had gege ven, het gesprek weder gebracht op den raadselachtigen man. Nadat wij, als van ouds, ons ver diept hadden in allerlei veronderstel lingen waaraan mijn oom, tot mijn niet geringe verwondering, geen deel had genomen, had hij mij een bun deltje geel geworden papieren ter hand gesteld. De stem van den anders zoo op- geruimden man klonk bijna plechtig, toen hij mij toevoegde, dat ik op die papieren alléén daar een blik mocht werpen, waar eens de regelen waren neergeschreven. Wordt vervolgd

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1919 | | pagina 1