ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCHVLAANDEREN VERSCHIJNT WOENSDAGS EN ZATERDAGS IN ALLE PLAATSEN VAN ZEEUWSCH-VLAANDEREN E. BOOM-BLIEK 28e Jaargang Woensdag 22 Januari 1919 Nummer 2389 Het Middelbaar Onderwijs in de Tweede Kamer. Het Geheim. Amendement Binnenland. RESKENSCHE COURANT Abonnementsprijs per drie maanden 95 cent Franco per post f 1.— Advertentieprijs van 1 5 regels 40 cent Elke regel meer 8 cent. Bij abonnement lager tarief Drukker-Uitgever Telegram BRESKENS ™e,0°n BoomBtiek No. 21 Abonnements-Advertenties worden tijdelijk berekend met 20 pCt. oorlogstoeslag Advertenties worden aangenomen tot u i t e r 1 ij k Dinsdag- en Vrijdagmiddag 2 uur Rede wan Jhr de Muralt. Mijnheer de Voorzitter! In het Voorloopig Verslag is er op gewezen, dat het toch niet raadzaam kan zijn tot stichting van Rijks-H. B. S. over te gaan zoolang niet wettelijk is ge regeld de verhouding tusschen het openbaar en bijzonder M. O. en zoo lang nog niet is geregeld hoeveel en op welke wijze subsidie van Rijks wege aan het bijzonder Middelbaar Onderwijs zal worden gegeven. Ik moet in het algemeen toegeven, dat theoretisch voor dat standpunt veel te zeggen is, en dat het misschien wel gewenscht is, om deze regeling af te wachten, indien althans te ver wachten is dat die regeling niet lang achterwege meer blijft. Toch is ook dit standpunt voor bestrijding vatbaar. De ervaring heeft namelijk reeds af doende geleerd het zou mij te ver voeren, om de verschillende gevallen aan te geven, waarbij het is voorge komen dat dat standpunt de oor zaak is, dat het M. O. op vele plaat sen waar het hoog noodig was en is, tenslotte achterwege is gebleven. Ik herinner bijv. aan de geschiedenis van de conversie der H. B S. met 3-jarigen cursus te Helmond in eene met 5- jarigen cursus. Daar ter plaatse was het hoog noodig een Katholieke H. B. S. met 5-jarigen cursus op te rich ten, en toch bleef de oprichting ach terwege tot het moment, dat een neutrale H. B. S. met 5-jarigen cursus zou worden gesticht. Toen pas is men eindelijk van R.-K. zijde er toe over gegaan een bijzondere H. B. S. met 5-jarigen cursus op te richten. Indien het Rijk nu gewacht had totdat de Katholieken een 5-jarige II. B. S. hadden opgericht, zou er wellicht nooit een H. B. S. met 5-jarigen cursus zijn gekomen. Die politiek van „afwachten" kan inderdaad het is vroeger in deze Kamer reeds in den breede aange toond en daarom zal ik er thans niet verder op ingaan de geheele zaak tegenhouden. Ik zal op deze quaestie niet dieper ingaan. De geschiedenis van de Hel- mondsche H. B. S. heeft aangetoond, IV. En dat alles deed ik met zoo'n onverschillige tronie, dat ik mijzelf een compliment zou hebben gemaakt over mijn onmiskenbare tooneelspe- lerstalenten als ik niet zoo gebukt ging onder de vreeselijke kwellingen, die voortspruiten uit de teleurstellin gen eener jonge, maar oprechte liefde, In de jaren, die de grens vormen tusschen het leven van den onerva ren jongeling en de rijpheid van den man, zijn dergelijke teleurstellingen wel het grievendst. Immers, men is dan nog zoo niet ervaren, dat men de oplossing van het raadsel, dat uw gemoed wordt voorgelegd, toeschrijft aan de grillen van een meisjeshart en meisjes als mijn Frida zijn nog grilliger dan een in alle opzichten volwassen vrouw maar men zoekt het geval te verkla- dat de theorie van afwachten hier geheel mank gaat. Verleden jaar hebben wij de motie-Teenstra aange nomen, en ik zou er met den heer van Beresteyn op willen aandringen, dat de Minister hetgeen in die motie staat tot uitvoering brengt. Er zijn zeker een veertiental plaatsen in ons land aan te wijzen, waarvan vóór 1913 door de toenmaiige Regeering is erkend, dat er hetzij een openbare, hetzij een bijzondere H. B. S. moet komen, terwijl thans nog geen sprake van oprichting van die scholen is! Ik zou den Minister de vraag willen stellen, of het wetsontwerp in zake een behoorlijke regeling tusschen het openbaar en het bijzonder M O. reeds in de maak is. Wanneer dat wetsontwerp dit jaar nog kan worden aangenomen, zal dat bevorderlijk kun nen zijn voor de oprichting van ver schillende H B. S. in het volgend jaar. Mijnheer de VoorzitterIk zou hiermede niet willen eindigen zonder den Minister een woord van hartelijken dank te hebben gebracht, dat hij er toe is overgegaan, in het land van Cadzand, waarop thans aller oogen zijn gevestigd, een hoogere burger- schooi op te richten.In West-Zeeuwsch- Vlaanderen kan nu eenmaal nooit sprake zijn van een bijzondere katho lieke of bijzondere protestantsche hoogere burgerschool, omdat die par tijen op zich zelf daartoe te klein zijn. Het sprak inderdaad vanzelf, dat de eenige hoogere burgerschool die daar mogelijk zou zijn een openbare was. In het comité, dat voor de op richting van een middelbare school heeft geijverd en nog niet ontbonden is, zitten eenige Katholieken, eenige conservatief-vrijzinnigen, eenige voor- uitstrevend-vrijzinnigen en andere man nen van rechts. In dat comité zijn alle politieke partijen vertegenwoor digd. Dat feit en het feit dat een Minister van de rechterzijde het voor stel doet om een Rijks- hoogere bur- gercchool te stichten, bewijst op zich zelf al, dat afwachten van de regeling der verhouding tusschen het openbaar en het bijzonder middelbaar onder wijs in dit geval niet noodig was. Jarenlang is in deze Kamer gepleit voor de oprichting van een Rijks- hoogere burgerschool in het land van Cadzand. ren door persoonlijke redenen, zoodat men getroffen wordt in de gevoeligste snaar de eigenliefde. En mijn eigenliefde werd inderdaad aan de ergste beproevingen blootge steld. Niet dat zij onvriendelijk of bits tegen mij was. Volstrekt niet! Geen nichtje ter wereld had be minnelijker kunnen zijn dan mijn blon de Frida. Mijn Frida Dat kleine bezittelijk voornaam woordje klonk mij, toen ik het onwil lekeurig koppelde aan den door mij zoo geliefden naam, als een wreede bespotting in de ooren. Want zij vermeed alles, wat zelfs in de verste verte herinneren kon aan het verleden, en het beukenprieeltje, dat tempeltje onzer ontluikende liefde, scheen in het geheel niet meer voor haar te bestaan. Des te meer voor mij. Ik zat, arme drommel die ik was, den halven achtermiddag en den ge- Ik heb over dat vraagstuk al heel wat besprekingen gevoerd met den ambtvoorganger van dezen Minister, den toenmaligen Minister van Binnen- landsche Zaken, den heer Cort van der Linden. Ook met het betrokken Departement heb ik herhaaldelijk be sprekingen over de oprichting van een Rijks hoogere burgerschool in het land van Cadzand gehad. Ik wil echter uitdrukkelijk op den voorgrond stellen, anders wordt dat in de betrokken streek verkeerd begrepen, dat men niet kan beweren dat Oostburg op het land van Cadzand zoo bijzonder lang heeft moeten wachten op een Hijks- hoogere burgerschool. Slot volgt. voorgesteld door de Muralt op het IXde Hoofdstuk der Staatsbegrooting voor het dienstjaar 1919 (Waterstaat). In art. 115 het bedrag van 354515 te verhoogen met f 215000 en alzoo te brengen op f 569515. TOELICHTING. In art. 115 is opgenomen een be drag van 10,000 ter bestrijding van een deel van de kosten die het Rijk zal hebben te dragen voor den aan leg van een verbindingsweg tusschen West- en Oost Zeeuwsch-Vlaanderen bezuiden den Braakman. Volgens het voorstel van den Mi nister zal de helft van de kosten voor aanleg van dien weg betaald worden door het Rijk. De provincie Zeeland heeft reeds besloten een vierde deel bij te dragen, terwijl van de zooge naamde belanghebbenden het restee- rend vierde deel als bijdrage zal wor den gevorderd. Om verschillende redenen, o.m. ook omdat het hier een zeer bijzonder geval geldt, o.a. door het feit dat Oost en West Zeeuwsch Vlaanderen alleen door een weg is verbonden die door Belgie voert, meent onderge- teekende dat het wenschelijk is dat het Rijk 3/4 van de kosten betaalt en de Provincie t/4 zoodat de zoogenaam de belanghebbenden van mede-betalen worden vrijgesteld. De kosten van den aanleg van den weg zijn geraamd op rond 300.000 heelen avond soms tot middernacht, in dat prieeltje. Wat zouden mijn voormalige korps- broeders mij uitgelachen hebben, als zij konden zien hoe ik daar zat te suffen als de vleeschj eworden wereld smart. Soms klopte mij het hart tot berstens toe, wanneer ik dicht in mijn nabij heid een zacht ruiscl end wit kleedje door de rozenknopjes zag schemeren en een frisch, bekoorlijk stemmetje in mijn ooren het gels id van een engel een liedje aanhief. En toch, misschien was het wel verbeelding, mij ingegeven door mijn gekrenkte ijdelheid, het scheen mij toe dat dit zingen niet van harte kwam. Als een dolksteek trof mij in het hart, als de slanke gestalte, die ik reeds den weg had zit n inslaan naar het prieeltje, met een korten draai rechtsomkeert maakte om in een der beschaduwde paadjes te verdwijnen. Oom en tante sloegen mij met de meeste bezorgdheid gade, want dat de geschiedenis mij diep gekwetst in verband waarmede wordt voorge steld de post te verhoogen met 225.000 verminderd met het bedrag van f 10.000 dat als voorloopige post reeds op de begrooting is gebracht, alzoo met een bedrag van 215.000, terwijl het resteerend bedrag van 75.000 door de Provincie Zeeland zal worden betaald. Het is gewenscht thans de geheele bijdrage van het Rijk in de begroo ting op te nemen omdat de weg in 1919 moet worden aangelegd en uit stel daarvan niet toelaatbaar meer is. Ondergeteekende wijst er uitdruk kelijk op dat het hier een zeer bij zonder geval geldt, waardoor zoowel de indiening als de aanneming van het amendement zijns inziens is ge wettigd. VOORZORGSMAATREGELEN. In verband met de arrestaties van eenige verdachte personen, welke voor de veiligheid van ons land gevaarlijk geacht werden kunnen we mededee- lon, dat thans uitgebreide voorzorgs maatregelen zijn genomen. Zoo is o. a. te Amsterdam de Burgerwacht geheel gereed. Onrustbarende geruchten over het verwekken van revolutie namen vas ter vorm aan. Daar het plan bestond op Zondag avond in de hoofdstad het postkan toor, de stations, de Nederlandsche Bank, de dagbladbureaus en het ge bouw der Burgerwacht te bezetten, en zoodoende telegrafische verbinding met andere steden hierdoor verbroken zou worden, besloot men op het ge bouw aan het Singel een draadlooze installatie aan te brengen, 's Morgens vroeg was reeds zoo'n' installatie op de Nederlandsche Bank gereed. In sommige gedeelten van het gebouw werden prikkeldraad-versperringen aangebracht en betrouwbare man schappen ingekwartierd, die de stren ge order hadden, het gebouw tot het uiterste in handen te houden. Ook het hoofdkwartier der Burger wacht was op diezelfde wijze versterkt, 's Nachts was daar een vendel ge wapende burgerwachts gelegerd, ge reed om in te grijpen, als dit noodig had, dat ik er onder gebukt ging als onder een smartelijk onheil, stond mij op het gelaat te lezen. Maar ik maakte steeds vorderingen in de tooneelspeélkunat, want mijn blonde nichtje toonde ik dit gelaat niet en des te meer pijn leed ik inwendig. Tot nu toe had het meisje met veel handigheid en'dat met een tact, die ik bij het onervaren kind nooit had verondersteld, zoodat het de natuur lijkste zaak v?n de wereld scheen, telkens elk'e gelegenheid om met mij alleen te zijn, te weten ontwijken. Men kan zich dus mijn verrassing voorstellen, toén ik, wederom in ge dachten verzonken starende naar het zelfde prieeltje, dat een jaar geleden de sprakelqoze gefuige was geweest van onze toekomstdroomen, hoorde dat zij mij bij den naam riep.. Neef Ulrich Neef Ulrich! Ik wendde haastig het hoofd om. Je bent van plan naar het „Roode Huis" te gaan, niet waar.?.. Wórdt vervolgd. ■u- - -

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1919 | | pagina 1