ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCHVLAANDEREN
De mooid op den Ex-Tsaai,
VERSCHIJNT WOENSDAGS EN ZATERDAGS IN ALLE PLAATSEN VAN ZEEUWSCH-VLAANDEREN
E. BOOM-BLIEK
28e Jaargang
Woensdag 15 Januari 1919
Nummer 2387
Weest waakzaam.
Het Geheim.
De Npaansche ziekte.
BRESKENSCHE COURANT
Abonnementsprijs per drie maanden 95 cent
Franco per post f 1.—
Advertenti ep rij s v an 1 5 regels 40 cent
Elke regel meer 8 cent. Bij abonnement lager tarief
Drukker-Uitgever
Telegram BRESKENS Tf}eU>°n
BoomBhek No. 21
Abonnements-Advertenties worden tijdelijk berekend
met 20 pCt. oorlogstoeslag
Advertenties worden aangenomen tot uiterlijk
Dinsdag- en Vrijdagmiddag 2 uur
Wanneer wij een blik terugwerpen
op de enkele dagen, die dit jaar heeft
afgeteld, dan tellen we nu al reeds
tal van belangrijke gebeurtenissen.
Deze kleine stonde tijds voerde in
haar snelle vaart vele gewichtige en
voor onze toekomst belangrijke zaken
mede. Dag aan dag doen zich zoo
wel in het binnenland als in het bui
tenland verschillende feiten voor, die
wel de moeite loonen er een oogen-
blik bij stil te staan, om daarüit een
en ander te leeren.
In den lang verbeiden oorlogstoestand
hebben we nog weinig stof tot juichen
gehad. Wel is daarmede het einde-
looze bloedvergieten gestaakt, maar
de verwachte vermindering van zorgen
en kommer zijn nog niet gekomen,
hoewel we thans een onmiskenbare
verandering in den algemeenen toe
stand bespeuren. Wel woedt de harts
tocht nog in het gemoed van vele
der overwinnaars, wel huist in de
borst van ontelbare overwonnenen de
zucht naar vergelding, doch de aller-
scherpst,- uitingen van bedoelde ge
voelens behooren gelukkig tot het
verleden, en een meer bezadigd in
zicht wint overal veld.
In het Oosten evenwel raast de
revolutie-brand en is het door den
oorlog reeds zoo zwaar bezochte
Duitschland ten prooi aan ernstige
burger-onlusten.
Vele slachtoffers zijn reeds gevallen,
terwijl handel en nijverheid hun laatste
voorraden vernietigd zien. Hoe deze
eindworsteling zal uitloopen, zien wij
met angst tegemoet, want deze toch
zal van het hoogste gewicht zijn, niet
alleen voor Duitschland, maar voor
de geheele wereld. Het gaat hier
immers om de uitbreiding, al dan
niet, van het verfoeilijk regeerings-
stelsel, als men het een regeerings-
stelsel noemen mag, waaraan sedert
geruimen tijd gansch Rusland ten
prooi is en hetwelk dit land tot een
woestenij, zijn inwoners tot den
hongerdood heeft gevoerd.
Wanneer ook dit in Duitschland
gaat plaats grijpen, dan kan het niet
anders, of de roerige en in troebel
water zich verlustigende element ;n
onder de bevolkiug van andere landen
li.
Hij sloeg met de stoere vuist op
de tafel, keek me grimmig aan, voor
zoover zijn goedig gezicht daartoe in
staat was, en besloot
Van die grappenmakerij ben ik
niet gediend Laat je dat gezegd
zijn
Wat bleef mij over?
Bi] de pakken neerzitten en tranen
huilen met tuiten, als een romanesk
jong meisje
Foei, dat was een handeling, een
Student in de medicijnen in het laat
ste studiejaar onwaardig 1
Ik zeide op alles, wat mijn oom
had gezegd, ja en amen, beloofde
alles wat hij wilde en, voordat ik
vertrok, zwoer Frida mij nog eenmaal
eeuwige trouw, in het beukenprieeltje
daarginds, en ik haar eveneens.
De tranen, die haar groote blauwe
oogen ontvloden, waren niet te dro-
zullen dra het hoofd opsteken. En
wat er dan van het nu reeds zoo
zwaar geteisterde Europa zal over
blijven Wagen wij niet te voorspellen.
Wanneer volgende week de groote
vredesconferentie bijeenkomt en over
het staatkundig lot der volken zal
beraadslagen, zal, wanneer niet spoe
dig in midden-Europa orde en rust
wederkeeren, de baaiert der revolutie
over de hoofden der beraadslagenden
zich wellicht spoedig baan komen
breken, om alles wat de conferentie
mocht hebben tot stand gebracht,
weder ongedaan te maken.
Maar wanneer we een blik werpen
op ons eigen land, dan hebben wij
een gezonde hoop, dat, hoe de zaken
zich ook mogen keeren, wij voor het
allerergste niet bevreesd behoeven te
zijn. Immers onze landaard is meer
tot kalm overleg, dan tot onbesuisd
handelen geneigd, en bezadigdheid
is een gelukkige trek in ons volks
karakter geweest, waar het gold in
de uren des gevaars over een koel
hoofd en een vaste hand te beschik
ken. Voorts komt een gunstige om
standigheid ons land te hulp, door
het gaandeweg, hoewel langzaam, toch
onmiskenbaar verbeteren van onzen
toestand. Van lieverlee komen de
groote zeewegen weer open en ons
zeevarend volk bij uitnemendheid,
zullen daarvan de vruchten plukken.
Zoodra de tijdelijken kolennood op
geheven zal zijn, zal de nijverheid
bloeien en komen er handen tekort.
Een voorbeeld hiervoor konden we de
vorige week lezen, toen bekend werd,
dat een onzer scheepvaartmaatschap
pijen 18 nieuwe schepen op stapel zet,
waarvoor de materialen zoo spoedig
mogelijk uit Engeland zullen worden
aangevoerd.
Een ander gunstig teeken hebben
we gezien in het zoo ruim overteeke-
nen der nieuwe groote staatsleening.
Het allengs meer en ruimer beschik
baar komen van allerlei voorraden en
levensbehoeften wijst op een verdere
ontspanning van den toestand sedert
kort. Dat alles en nog meer zal al
licht niet nalaten een kalmeerende
uitwerking op mogelijk onrust-grage
elementen onder de bevolking te doen
gevoelen, daar er uit blijkt, dat, om
zoo spoedig als mogelijk is uit den
oorlogsdruk te komen, kalmte de aan-
gen en ik moest haar troosten en
hartelijk toespreken, - tot het mijzelf
week om het hart werd.
Ik nam trouwens afscheid in een
gemoedsstemming, zoo melancholisch
als men zich maar kan voorstellen bij
iemand die jong is, student en boven
dien zoo tot over de ooren verliefd,
als ik het was op mijn kleine, blonde
nichtje.
Een man, een man een woord,
een woord.
Ik schreef Frida nooit.
Niettemin kan ik het niet looche
nen, dat ik in het begin iederen dag
een brief in elkaar flanste, maar
en dit zij mij tot mijn eer gezegd
ik scheurde het papier telkens in
snippertjes, die ik ter prullemand
doemde.
Niettemin verschafte mij deze een
zijdige, haar bestemming nooit be
reikende correspondentie, die ik, als
parodie op een veel gelezen roman
zou kunnen noemen; Brieven die
haar nooit bereikten, mij een zekere
geruststelling, want ik had toch dat
gene, waarvan mijn hart tot berstens
gewezen weg is, en dat een onge
breidelde heethoofdigheid een gang
van zaken niet anders kan als omver
werpen.
Slechts enkele dagen telt het jaar
nog maar, en veel is er reeds gebeurd,
dat volop onze aandacht verdiend,
teneinde niet onverwachts door ge
beurtenissen te worden verrast, gebeur-
teni-sen, die komen en ook moeten
voorkomen worden. Laat ons dus
waakzaam zijn en kalm blijven.
Prins Lwof, de vroegere Russische
minister-president, die alle verschrik
kingen van het Bolsjewistisch régime
ondervonden heeft, die gemarteld en
met den dood bedreigd is, heeft on
langs in een gesprek met Pichon zijn
bevindingen medegedeeld en deze
heeft dit gesprek op zijn beurt op
de tribune van de Kamer weerge
geven. Daar hij echter bij lange na
niet alle bijzonderheden heeft kunnen
verhalen en vooral over den moord
op den tsaar en zijne familie zeer
brknopt in zijn mededeelingen was,
heeft een medewerker van het „Jour
nal" aan een prins Lowf verzocht
deze tragische feiten nog eens te
willen ophalen.
Ik heb de laatste oogenblikken van
de keizerlijke familie niet m-dege-
maakt, begon prins Lwof. Ik was in
de maanden Maart, April, Mei en
Juni 1918 een gevangene te Jekate-
rinenburg in den Oeral. Terwijl 150
van mijn medegevangenen onder
wie een groot aantal jonge 'studenten
Ier dood werden gesteld, Veertien
dagen voor de inneming van de stad
door de TsjechoSlowaken.
De moord op de tsaristische familie
werd in de eerste dagen van Juni
gepleegd. De rechter in het gouver-,
nement Omsk, die met het onderzoek
belast was, gaf aan den prins Lowf
nadere bijzonderheden over het leven,
dat de tsaar met zijn naaste bloed
verwanten te Jekaterinenburg hadden
geleid.
De Isarina en de groot-hertoginnen
verkeerden in een toestand van bui
tengewone nervositeit. Alleen de tsaar
toe vol was, gelucht en in woorden
gebracht en neergeschreven, ook. al
werd dit neergeschrevene dadelijk
weer aan de vergetelheid prijsgegeven.
Niemand zal het mij in de gege
ven omstandigheden ten kwade duiden,
dat ik natuurlijk allerlei kleine listen
aanwendde; die maar eenigszins den
toets van het geoorjoofde kunnen
doorstaan, zonder dat mijn geweten
en mijn liefde met elkaar in conflict
kwamen en mijne gelofte in het gedrang
kwam.
Zoo schreef ik bijvoorbeeld aan
mijn tante en toekomstige schoonma
ma - wat zweefde die toekomst'
vooralsnog in het verre verschiet,
helaas een langen brief, ter ge
legenheid van haar verjaardag.
Tot dusverre had ik mijn geluk -
wenschen steeds toevertrouwd aan
een fantazie-ansicht, waarop een veel
kleurig bedrukte bloemruiker of 'n
dikwangig bazuinengeltje het „Ik
feliciteer u" illustreerde.
Maar nu schreef ik alsof mijn leven
afhing van het aantal letters, dat ik
op de vier dichtbelijnde bladzijden
was kalm. Geen oogenblik kwam hij in
opstand tegen de eischen en de on
beschaamdheden van zijn bewakers.
De leden van de keizerlijke familie
waren niet gekerkerd. Men sloot hne
in een particulier huis op, dat vroe
ger aan menschen uit de kleine bur
gerij had toebehoord. Daar leefden
zij, dikwijls in een kleine kamer bijeen.
Hun zwakke gezondheid werd nog
slechter, toen de Bolsjewiki hen op
rantsoen zetten en hun niet meer toe
stonden, dagelijks een kwartier te
wandelen
Na den moord vond men op den
muur de sporen van 35 revolverkogels
en een aantal bajonetsteken. Het
bloed was op den vloer gedroogd en
het scheen wel, alsof deze gevernist
was. De liiken zijn nog niet terug
gevonden.
De arts A. Cijfer doet in het Ned.
Tijdschrift voor .Geneeskunde enkele
mededeelingen over zijn ervaringen
tijdens de Spaansche griep-epidemie
in October en November.
Vooreerst nam hij waar, dat in
tegenstelling met vroegere ervaringen,
de influenza-epidemie van Juli en
Augustus een sterke mate van onvat
baarheid verleende aan de herstelde
lijders voor een tweeden aanval.
Slechts bij hooge uitzondering zag
hij in OctoberNovember een lijder,
die reeds in Juli of Augustus de ziekte
had doorgemaakt, en slechts uiterst
zelden slechts twee die in beide
epidemieën hevig ziek geweest waren.
De andere uitzonderingen hadden óf
een matig zwaren aanval den eersten
keer gehad, en kregen nu slechts zeer
licht de griep, óf zij hadden een
lichte griep in Juli of Augustus en
leden nu aan een matigen aanval
van influenza. Dit klopt volkomen
met de waargenomen volstrekte on
vatbaarheid der groote massa, die
den eersten aanval doorstaan hadden.
Verder trof mij, aldus de heer Cij
fer, het feit, 'lat de vrouwen veelvul-
diger dan de mannen werden aange
tast door pneumonie, maar veel min
der er aan stierven. Zoo heb ik
onder mijn (zeer ruw geschat) onge
veer 1500 influenza-lijders) in October
neerkrabbelde.
Ik vroeg en informeerde naar alles
en nóg wat, naar de jacht, de wild
dieven, het weer want oom las al
de brieven, die zijn vrouw ontving
en zoo in 't voorbijgaan ook naar
Frida.
Ik kreeg ook een antwoord op mijn
brief.
Maar 't was er een antwoord naar
Een lied zonder woorden
Immers, tante stelde zich er zeer
mede tevreden, mij een kistje van
respectabelen omvang te sturen, ge
vuld met prachtige versche worst,
van den laatsten slachttijd, benevens
de hartelijkste groeten namens allen.
Onder het adres stond de lakoni-
sche mededeeling
Ik heb geen tijd om te schrijven
Daar moest ik het mee doen.
Weliswaar bleek de worst uiterst
delicieus, zooals bij een huisvrouw als
mijn tante moeilijk anders was te
verwachten, maar toch was dit ant
woord, hoe smakelijk en pikant ook,
niet in staat mij te bevredigen.
Wordt vervolgd.