Algemeen Nieuws» en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaandereri.
Gulden ^woorden.
No. 22T"7
Woensdag 5 December 1017
27e Jaargang
Abonnementsprijs
per 3 maanden 0,80, franco per post 0,85
Abonnementen worden mede aangenomen bij
boekhandelaren en brievengaarders.
Advertentiën
van 15 regels 30 cent, elke regel meer 6 cent.
Groote letters naar plaatsruimte. Bij abonnement lager tarief.
Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag en Vrijdag,
's voorm. 9 uur te Groede en 's nam. 2 uur te Breskeks
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond bij den uitgever E. BOOM-BLIEK, Groede - Breskens, Telefoon no. 5 Kantoor Groede.
Een correspondent van de Veree-
nigde Amerikaan9cho pers, heeft dezer
dagen een onderhoud met minister
Cort van der Linden gehad over on
ze relatie tot Amerika, en de gron
den van de ontstemming bij een deel
van ons publiek, over Amerika's hou-
ding.
De correspondent herinnert er aan,
dat onze premier een der zeer wei
nige is, gedurende den geheelen oor
log in functie, en zegt, dat 's minis
ters politiek er op is gericht, Neder
land uit dezen oorlogstijd te voorschijn
te doen komen, in volle onafhanke
lijkheid en onschendbaarheid, en voor
bereid op den vreedzamen strijd, die
te wachten is. De vraag, die de jour
nalist stelde, was „Hoe verklaart uw
Excellentie, de opvattingen van het
Nederlandsche publiek over de hou
ding van Amerika De minister ant
woordde
Dat is niet moeilijk, ons volk hecht
te onvoorwaardelijk geloof aan de
idealistische boodschappen van den
President, die een warmen weerklank
vonden in het land. En daarom be
grijpt het niet de houding van Ame
rika tegenover een volk, dat streeft
naar volmaakte onzijdigheid en poogt,
de kern van het internationaal recht
te redden, door belligerenten, die zijn
rechten of belangen schaden, te her
inneren aan de regels, die de beste
en meest verantwoordelijke rechts-
kenners ter wereld hebben gecodifi
ceerd.
Amerika had een leidende rol bij
dit beschavingswerk, en nu houdt het
de schepen vast van een kleine on
zijdige natie, en zendt ook geen le
vensmiddelen en grondstoffen, zoodat
hier over eenigen tijd geen brood
meer zal zijn, en de werkeloosheid
een omvang krijgt, die voor de open
bare orde gevaarlijk wordt. Verbaast
gij u dan, dat het volk Amerika's
politiek betreurt
Waarborgen, dat ingevoerde levens
middelen niet zullen worden uitge
voerd, kan men vinden in het feit,
dat zij worden geconsigneerd aan de
regeering of aan de Nederlandsche
Overzee Trust, maar de beste waar
borg is wel de omstandigheid, dat
wij ze zoo hard noodig hebben.
Natuurlijk voeren wij sommige zui
vel- en landbouwproducten uit, als
compensatie voor stebnkool, ijzer, kali
en chemische producten, die Duitsch-
land invoert, maar vergeet niet, dat
deze uitvoeren aan beide oorlogvoe
rende partijen zijn aangeboden, in
gelijke verhouding. Dit is de eenig
mogelijke politiek voor onzijdige lan
den, die prijs stellen op vriendschap
pelijke relaties tot hun buren, die deze
betrekkingen noodig hebben, in ver
band met hun geografische ligging
en hun economische structuur. Boven
dien, de hoeveelheid van onze uit
voeren over de Oostgrens is zoo ge
ring in verhouding tot de enorme
bevolking der Centrale keizerrijken,
dat het volmaakt onbegrijpelijk is,
hoe de pers kan praten over een
Nederland, dat Duitschland voedt,
als zij niet verkeerd is geïnformeerd.
Ik geloof niet, dat de Amerikaansche
regeering van ons verlangt, dat wij
de handelsbetrekkingen met onze
Oostelijke buren zullen afbreken.
Amerika weet, dat dit onmogelijk
is, omdat hierdoor de levensvoorwaar
den voor onafhankelijkheid zou ver
dwijnen. Ik hoop ernstig, dat de
regeering te Washington dit op de
juiste waarde schat, want ik verlang
niets liever, dan vriendschappelijke
relaties met de groote republiek,
waarmede zoovele historische banden
Nederland verbinden.
Wij verlangen niets meer, dan wat
wij werkelijk noodig hebben, om te
kunnen leven en werken en wij zijn
bereid daarvoor eiken prijs te be
talen, dien strikte onzijdigheid, een
goed nationaal geweten en de levens
belangen van ons land ons niet ver
bieden te betalen.
Dat is onze houding en dat een
deel van de Amerikaansche openbare
meening dit niet gelooft ol niet be-
grijpt, is o:'ze voornaamste grief. De
aanvallen op de politiek der Neder-
j landsche regeering moeten daardoor
worden verklaard. Wij zijn zeker,
dat indien de pers ten volle was ge
ïnformeerd over Nederlands politiek,
haar rechtvaardigheidsgevoel haar zou
maken tot den besten advocaat van
Nederlands behoeften.
Het is evenwel natuurlijk, dat die
pers niet veel aandacht wijdde aan
een klein, onzijdig land, waar de
belligerenten door hun oorlogsdaden
zooveel aandacht eischten, maar in
dien van eenige natie, dan mag Ne
derland van Amerika vragen, dat de
levensbelangen van een klein onzijdig
volk zullen worden geëerbiedigd. Wij
betreuren het, dat de verkeerde voor
stellingen van de Nederlandsche po
litiek gegeven, misverstand wekten,
en ik hoop, dat gij, Amerikaansche
correspondenten, Nederlands politiek
in 't volle licht zult zetten. Wij zijn
overtuigd, dat wij dit licht kunnen
verdragen en gelooven oprecht, dat
de Amerikaansche tegeering en pers
indien goed ingelicht over onze po
sitie, onze behoeften en onze bedoe
lingen, zullen erkennen, dat onze poli
tiek juist was en dat wij niets anders
vragen, dan te worden behandeld in
overeenstemming met de beginselen,
die Amerika onder de volken wil
zien heerschen.
Een particulier telegram van de
Vereenigde Amerikaansche pers, dat
de Nieuwe Crt. uit Washington ont
vangt meldt, dat dit intervieuw Dins
dag j.l. in Amerika gepubliceerd, in
eenige honderden bladen, aan amb
tenaren der Amerikaansche regeering
aanleiding gaf tot het volgende com
mentaar
Amerika voelt zich nog steeds even
zeer kampioen der kleine naties en
neutralen, maar het verwacht, dat
deze daartegenover zich dankbaar
zullen betoonen, door Amerika niet
te belemmeren in zijn oorlogvoering,
die, zooals vele neutralen toegeven in
jft gemeenschappelijk belang is.
Het Amerikaansche beslag op de
schepen moet worden verstaan als
een diplomatiek wapen, waardoor
Amerika onzijdige scheepsruimte hoopt
te verwerven. En tegelijk, zich de
zekerheid te verschaffen, dat geen
Amerikaansche leveranties den vijand
zullen bereiken.
Men verzekert, dat enkele Neder
landsche reeders in de verwachting
van een suikerschaarschte in Amerika,
probeerden, de Vereenigde Staten te
nopen tarwe te leveren, door hun
weigering schepen te verkoopen.
Amerika heeft deze taktiek der
reeders verijdeld, en zij beginnen nu
in te zien, dat het tot niets dient, te
trachten, Amerika tot hun zienswijze
te dwingen.
Wij vernemen, dat de onderhande
lingen met Nederland nu een punt
bereiken, waarin de scherpte uit de
situatie verdwijnt, door een verlof tot
uitvoer van precies die hoeveelheid,
die noodig is voor Nederlands be
hoefte, maar niet genoeg, dat Hol
land daaruit nog iets aan Duitschland
zou kunnen leveren. De Britsche
blokkadecijfers zijn nagegaan en juist
bevonden.
De Nieuwe Crt. teekent hierbij aan,
dat ook dit telegram weer bewijst,
dat de regeering der Vereenigde Sta
ten bij onze regeering een bedoeling
veronderstelt, die daar niet aanwezig is.
Als de Britsche blokkadecijfers, die
geen rekening houden met tal van
belangrijke omstandigheden zooals
bijvoorbeeld dat een groot deel van
onzen katoeninvoer over Bremen kwam,
dat tal van niet meer verkrijgbare
artikelen door anderen zijn vervangen
als basis dienen voor de Ameri
kaansche politiek ten onzen opzichte,
dan is er, hoezeer het ons verheugt,
dat de situatie verbeterd is, geen re
den al te groote verwachtingen te
bouwen op den aanvoer uit de Ver
eenigde Staten.
Onze overeenkomst met
DuitschlancL
De Nieuwe Ct. is op informatie
uitgegaan naar aanleiding van berich
ten, dat het hapert met de uitvoering
van de overeenkomst tusschen Neder
land en Duitschland.
Zij schrijft er van:
Een deel der overeenkomst van
begin October gold den uitvoer van
paarden, eenige duizenden in getal,
die zouden worden betaald met cre-
dietpapier. Dat deel, dat men aan
Duitsche zijde schijnt te beschouwen
als een onmisbaar deel der overeen
komst, zou door onze regeering, even
als enkele andere dergelijke rege
lingen over een speciaal punt worden
beschouwd als los van de hoofdover
eenkomst, en aan Nederlandsche zijde
neemt men dus aan, dat uit de hou
ding van Nederland ten opzichte van
dit bijzondere punt geen conclusie»,
mogen worden getrokken ten opzichte
van het geheel. Maar dat is een
technische bijzonderheid, die alleen
waarde heeft ten aanzien van de ge
volgen, die de Duitsche opvatting zou
kunnen hebben, als de Nederlandsche
autoriteiten meenen deze overeen
komst niet naar de letter te moeten
uitvoeren.
Die uitvoering nu wordt volgens
onzen zegsman afhankelijk gesteld
van de vraag, of Duitschland aan ons
de huiden der uitgevoerde paarden
teruglevert. Onze zegsman meende,
dat dit samenhing met een overeen
komst door de N. O. T. naar de Brit
sche zi]de gesloten over de levering
van vee, waarin deze bepaling zou
voorkomen, maar ze moge voor slacht
vee toepasselijk zijn, voor paarden
niet voor het abattoir bestemd, zou
de heruitvoer van de huiden niet
terstond mogelijk zijn. Intusschen zijn,
naar wij vernemen, onze autoriteiten
overtuigd, dat het bedoelde agree
ment nimmer op levende paarden
sloeg.
Ernstiger zou de zaak zijn met den
kaasuitvoer. Hier zou het geleverde
over October een derde achterblijven
van hetgeen was toegezegd en over
November zou nog niets zijn uitge
voerd, zoodat wij thans meer dan
zevenduizend ton achter zouden zijn
bij hetgeen beloofd was. Onze zegs
man schreef dit laatste toe aan den
onwil der kaasexporteurs om genoe
gen te nemen met een betaling in
credietpapier, maar het is de vraag,
of de Duitsche regeering dat als over
macht zou laten gelden. Dat komt
in dezen vorm niet waarschijnlijk voor
en men vraagt zich af, of deze ver
traging, wellicht een gevolg is van
het feit, dat de Ned. Uitvoer Mij
nog niet functioneert.
Wat de feiten aangaat komt het
bovenstaande vrijwel overeen met in
lichtingen, die ook de N. R. Crt. de
zer dagen ontving, Wat de voorstel
ling van zaken aangaat echter niet
geheel. Is zij wel ingelicht, dan zijn
immers zoowel de steenkoolovereen
komst (handelend over de Duitsche
invoeren van steenkolen, ijzer en staal
en de credietregeling) als de overeen
komst omtrent den uitvoer van onze
landbouwproducten op het oogenblik
noch door de Duitsche noch door de
Nederlandsche regeering bekrachtigd.
Er zijn nog slechts de voorloopige
overeenkomsten, door de wederzijd-
ache gedelegeerden afgesloten. De
overeenkomst over de paarden be
hoort tot geen van de twee boven
genoemde overeenkomsten. Het is
een afzonderlijk iets, waarvan het niet
eens duidelijk is of het eigenlijk wel
eene overeenkomst is, met name of
degenen, die van Nederlandsche zijde