Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
Electrieiteits-voorziening.
Scheuren van Grasland,
Aardenburg.
IVo. 337G
Zaterdag 1 Decembêr 1917
27e Jaargang
_A.t»oiinementsprijs
per 3 maanden 0,80, franco per post -ƒ 0,85
Abonnementen worden mede aangenomen bij
boekhandelaren en brievengaarders.
.Axl verten tiën
van 15 regels 30 cent, elke regel meer 6 cent.
Groote letters naar plaatsruimte. Bij abonnement lager tarief.
Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag en Vrijdag,
's voorm. 9 uur te Groede en 's nam. 2 uur te Breskens
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond bij den uitgever E. BOOM-BLIEK, Groede - Breskens,
Telefoon no. 5 Kantoor Groede.
miAmuÊÊmmmaamiÊiÊmmmmaK
In de najaarszitting der Provinciale
Staten zal een voorstel van Ged. Sta
ten in behandeling komen om in be
ginsel te besluiten tot eene voorziening
van electriciteit voor licht en kracht
voor diverse industriëen voor de ge-
heele provincie Zeeland.
Dienaangaande is door prof. Feld-
man van Delft een grondig onderzoek
ingesteld naar de mogelijkheid daar
van en is tot de slotsom gekomen dat
er totaal 9347 K.W. aansluitwaarde
en 4,654,800 K.W.U. jaarlijksch ver
bruik zou zijn.
Hij wijst er op, dat Zeeland door
zijn eigenaardigen vorm allerlei tech
nische moeilijkheden oplevert, wanneer
men poogt het van een centraal-sta-
tion uit van stroom te voorzien. Gee
nerlei technische moeilijkheden van
eenige beteekenis ontmoet de oplos
sing, waarbij ieder onderdeel van zijn
eigen centrale wordt gevoed. Maar
deze oplossing sluit door den kleinen
omzet op onoverkomelijke bezwaren.
Daarom heelt het rapport de ver
deeling der provincie in drie groepen
aangenomen. Voor Schouwen en
Duiveland en St. Philipsland aanslui
ting op het Brabantsche net te Steen
bergen, voor Tholen aansluiting op
hetzelfde net te Bergen op Zoom,
voor Noord- en Zuid-Beveland en
Walcheren een centrale te Middel
burg of Vlissingen en voor Zeeuwsch-
Vlaanderen een centrale te Sas van
Gent.
Het rapport komt tot de volgende
verliescijfers over het derde jaar der
exploitatie Schouwen en Duiveland
f2100, St. Philipsland f2400, Tholen
f 1100, Noord-Beveland f2000, Wal
cheren f 7800, Zuid-Beveland f 5700,
Zeeuwsch-Vlaanderen, oostelijk deel,
f22,500, en westelijk deel f16,100.
Bij een aanlegkapitaal van f 1,695,000
voor de netten en f 1,160,000 voor de
twee centrales, te zamen ongeveer
2,9 millioen gulden, zou er in het
derde jaar een batig bedrijfssaldo
zijn van f58,950 of 3,5 pCt. van het
totale aanlegkapitaal van het net.
Ongeveer f 10,000 zal gedurende
elf jaar per jaar moeten worden bij
gepast.
Waar de provincie ook de stoom
bootdiensten exploiteert, ziet hij geen
reden, waarom zij dit ook niet met
de electriciteitsvoorziening zou kun
nen doen.
<3t~0D>
Aangezien het met het oog op de
volksvoeding wenschelijk moet worden
geacht, dat een zoo groot mogelijke
oppervlakte grasland worde gescheurd
om te. dienen voor den verbouw van
voedingsgewassen, brengt de Minister
van Landbouw, Nijverheid en Handel
ter algemeene kennis, dat aan ver
bouwers voor elke 100 K.G. van de
hieronder te noemen producten, te
verbouwen op grasland, geen klaver-
land of kunstweide zijnde en gescheurd
in het tijdvak tusschen 15 Augustus
1917 en 1 Mei 1918, éénmaal een pre
mie zal worden uitbetaald naar den
maatstaf als hieronder aangegeven,
tot een maximum per H.A. als achter
elk gewas vermeld.
Maximum
Gewas: Premie der premie
per 100 K G. per H.A.
Tarwe f 7)50 f 250,
Rogge - 10,- 250,
Gerst ...- 7,50 - 200,—
Haver - 7,50 - 175,
Erwten - 7,50 - 175,
Bruine en witte
stamb. - 7,50 - 175,
Koolzaad - 4,- 75,
Deze premiën gelden ook voor die
perceelen, welke reeds voor de ver
hooging bij bekendmaking van 12
November 1917 bij de Cultuurcom-
missiën waren aangegeven.
De premie zal niet worden uitbe
taald naar de werkelijke opbrengst,
doch naar de geschatte opbrengst,
vast te stellen kort vóór den oogst
door een commissie van deskundigen,
aan te wijzen door den minister.
Onder grasland wordt uitsluitend
verstaan b 1 ij vend grasland,
dat niet korter dan sedert 1 Januari
1913 in gras heeft gelegen.
Een uitzondering kan een Cultuur
commissie slechts toestaan, indien het
betreft grasland op nieuwe ontgin
ningen, waarvan de Cultuurcommissie
de overtuiging heeft, dat zij voor
blijvend grasland bestemd waren.
Landbouwers, die voor het ontvan
gen dezer premie in aanmerking wen-
-schen te komen, dienen teminste 14
dagen vó6r zij tot het scheuren van
het grasland willen overgaan daarvan
kennis te geven aan de Cultuurcom
missie, voor wat de provincie Zeeland
betreft bureau Zeeuwsche Landbouw-
Maatschappij Goes, onder opgave van:
1. naam en woonplaats van den
aanvrager
2. kadastrale nummers van de per
ceelen grasland, die hij wenscht te
scheuren
3. nauwkeurige grootte van elk per
ceel in H.A. en A. (slooten, greppeU
en verdere niet bebouwbare gedeelten
niet medegerekend)
4. naam van de gewassen, die de
aanvrager op elk perceel grasland
wenscht te verbouwen
5. zoo nauwkeurig mogelijk den
datum, waarop tot het scheuren zal
worden overgegaan.
De Minister vestigt er voorts de
aandacht van de veehouders op, dat
de vooruitzichten ten opzichte van den
toevoer van veevoeder uit het bui
tenland zeer ongunstig zijn, zoodat de
veehouders er op zullen moeten re
kenen, dat zij voor de voeding van
hun vee in den winter 19181919 op
het in eigen bedrijf verbouwde zullen
zijn aangewezen.
Wie heft daar ginds aan Vlaandrens boorden
Uit feosch en beemd het hoofd omhoog
Tot sieraad dier bekoorlijke oorden,
De lusthof voor des vreemdlings oog
Wie prijkt daar in die vruchtbre streken,
Maar schier den strakken blik ontweken
Die langs de golvende akkers weidt,
En toont ons voor 't verblindend pralen
Van Vorstenhof en marmeren zalen
Het bekoorlijk beeld der needrigheid
O wandlaar, voor geen plaats op aarde
Wijkt die vergeten kleine stad
Ze is een juweel van hooge waarde
In Neerlands gloriekroon vervat,
't Is zij die eens de slaafsche keten
Met forsche vuist heeft losgereten
Die 't zuchtend Vaderland omgaf,
Zij dreef in 't barnen der gevaren
De bloem van Frankrijks legerscharen
Grootmoedig van haar muren af.
Gelijk (toen eens de ontboeide orkanen
O Holland brulden op uw strand,
De laatste straal van hoop te tanen
En nergens redding scheen voor 't land).
God wenkte en een der zwakste weren
Alleen den Oceaan deed keeren,
Bij 't dankbaar juichen: God is groot,
Zoo wenkte op nieuw Zijn alvermogen
En 't heir verdelgende uitgetogen
Vond vóór een zwakke vest den dood.
Die vest o onverwelkbre glorie!
Mijn Aardenburg, die vest waart gij,
Voor eeuwig prijkte in 's lands historie:
,Zij streed en 't Vaderland was vrij!"
Vergeefs, o Frankrijks duizendtallen,
Vergeefs tot driewerf aangevallen!
Zij staat, hoe woedend ook bestormd!
Zou ooit een heir die vest verwinnen,
Waar vrijheid maagden tot heldinnen
En knapen tot Spartanen vormt?
Maar U die thans in hooger kringen
Het loon der zuivere deugd geniet,
O Beekman! uwer waard te zingen,
Zij andrer taak in beter lied!
Uw roem door moed en trouw verkregen,
Blijve als uw fiere heldendegen
Voor 't laatste nageslacht bewaard!
Elk burger voelt zijn moed ontbranden
En zweert opnieuw aan dwingelanden
Den dood bij d'aanblik van dat zwaard.
En gij, die eens in later dagen
Toen muitzucht wet en teugel brak,
Toen ze, aangegord tot moord en plagen,
Haar toortsen aan de hel ontstak,
Gerust in 't edelst plichtbetrachten
Haar dolle woede dorst verachten,
Hoe fel bedreigd met staal en vuur;
Al zijn en poort en vest gevallen,
Mijn vaderstad behoeft geen wallen,
Uw moed is haar ten koopren muur.
Ja fiere Zeeuw, uw naam zal leven,
Al siert u kruis noch ordeband;
Die naam blijft diep in 't hart geschreven
Des waren vriends van Vorst en Land,
Moge U de tijdgenoot vergeten,
Het laatste nakroost zal het weten,
Hoe, op dien onvergeetbren dag,
In de onwrikbare moed zich toonde,
Die eens in 't hart van Beekman woonde,
Hoe Beekman leefde in Blindenbach.
Ach, dat ik waardig U kon zingen,
O stad, vermaard om deugd en trouw,
'k Zou U ter eer de snaren dwingen,
Dat Nederland mrj hooren zou
Maar, wie verneemt mijn zwakke galmen
Dat dan met frisscher eerepalmen
Een waardiger Uw kruin versier,
En dat, tot roem der eedle. Zeeuwen,
Uw naam weerklink door volgende eeuwen,
Bij 't roeren van een Zeeuwsche lier.
God schenke U dierbre' stad, zijn hoede
In schaauw van vrede en stille rust
Tot eens de tijd, zijn loopbaan moede,
Der dagen gouden fa kkel bluscht
Als dan haar laatste straal zal blinken,
Dan zult ook Gij in puin verzinken
Maar vrij tot aan den jongsten stond
Ja blijf tot aan den dag der dagen
Mijn bakermat die glorie dragen,
En zink slechts met het wereldrond.
1835. B. Ph. DE KANTER.
Uit de berichten van October 1830 zal men
zich herinneren dat de burgemeester der stad
Aardenburg, de heer J. Blindenbach, ongeacht
de zwaarste bedreigingen der aldaar ingevallene
muitelingen standvastig bleef weigeren hunne
'oproerige zoogenaamde proclamatiën te doen
afkondigen.
De dichter van deze verzen, Barthlomeus Phi-
lippus de Kanter, zoon van den oud-zee-officier
Eliza de Kanter en Maria le Grand, werd ge
boren te Aardenburg op 10 Februari 1805 en
overleed als ambtenaar aan het ministerie van
finantiën op 4 April 1865.