Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. Provinciale Staten. Binnenland. No. 3274 Zaterdag 34 November 1917 27e Jaargang COURANT. Abonnementsprijs per 3 maanden 0,80, franco per post 0,85 Abonnementen worden mede aangenomen bij boekhandelaren en brievengaarders. Adv»;rt(uitiën van 15 regels 30 cent, elke regel meer 6 cent. Groote letters naar plaatsruimte. Bij abonnement lager tarief. Ad verten tien worden ingewacht tot Dinsdag* en Vrijdag, 's voorm. 9 uur te Groede en 's nam. 2 uur te Breskens Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond bij den uitgever E. BOOM-BLIEK, Groede Breskens, Telefoon no. 5 Kantoor Groede. Dreigende hongersnood voor Europa II. Het is duidelijk dat Europa, voor zoover de oorlog het niet van de ver binding met de andere werelddeelen heeft afgesneden, wat zijn graanvoe- ding gedurende het seizoen 1917-18 betreft, voor een nog grooter deel dan in andere jaren van overzeeschen aanvoer afhankelijk is. Nauwkeurige berekeningen ramen deze behoefte, wat tarwe aangaat, op ongeveer 14 millioen ton, zoodat men zich heeft af te vragen, of de uityoerlanden hier in zullen kunnen voorzien. Hiervoor komt in de eerste plaats Noord-Ame- rika (de Vereenigde Staten en Canada) in aanmerking, omdat alleen daar nu reeds een nieuwe oogst binnengehaald is en het van al deze landen op den kortsten afstand van Europa ligt. Canada heeft in de laatste jaren een der plaatsen als graan- (hoofdzakelijk tarwe-) uitvoerend land ingenomen en dit jaar is er een zeer voldoende oogst binnengehaald, die van uitmuntende kwaliteit is, hetgeen natuurlijk een grootere opbrengst aan mee! betee- kent. Tenslotte verwacht men ook hier, dank zij de aanmoediging der re geering, voor den volgenden oogst een grooteren uitzaai. Het officieële cijfer voor den tarweoogst in de Ver eenigde Staten bedraagt 17,9 millioen ton; deze is van uitstekende kwaliteit en grooter dan de opbrengst van 1916. Men raamt het voor Europa beschik bare overschot op 4,6 millioen ton tegen een uitvoer van 4,7 in 1915-16 en 4,1 millioen ton in 1916-17- Van buitengewone beteekenis, in 't bijzonder ook voor de behoeften van Europa, zijn bovendien de Noord- Amerikaansche oogsten van rogge, gerst, haver en mais, waarvan de drie eerste reeds binnengehaald zijn, de laatste in October en November bin nenkomt. Vooral voor haver en mais zijn er buitengewoon hooge cijfers, zooals ze nog nooit zijn voorgekomen en die voor haver ongeveer 20 pCt., voor mais ongeveer 15 pCt. hooger zijn dan normaal, zoodat vast staat, dat hiervan abnormaal groote hoeveel heden voor uitvoer beschikbaar zullen zijn. De hoogere opbrengst aan tarwe, maïs, rogge, gerst en haver in Noord- Amerika, vergeleken bij een norma len oogst, bedraagt, niettegenstaande tarwe onder het gemiddelde is ge bleven, ongeveer 8 millioen ton, en, vergeleken bij het vorige jaar, toen vooral de maisoogst in Noord-Ameri- ka zeer klein was, ruim 20 millioen ton, dus ongeveer anderhalf maal de tarwe-behoefte der Europeesche im- portlanden. Deze overvloed is in de prijzen reeds tot uitdrukking gekomen, vooral voor mais, welk artikel sedert Juli/Augustus bijna de helft in prijs is gedaald. Op deze lagere prijzen verzekeren veeteelt en varkensmes- terij, die ingekrompen waren, opnieuw groote voordeelen, zoodat een gedeel te van het surplus in den vorm van vleesch en spek voor uitvoer beschik baar zal zijn. De aardappeloogst van de Vereenigde Staten bedraagt 11.3 millioen ton tegen 7.1 millioen in 1916. De uitzaai van Winter-tarwe zal waar schijnlijk, als gevolg van de hooge prijsgarantie der Regeering voor den nieuwen oogst, grooter zijn dan ooit te vorenmen schat deze vermeerde ring op ongeveer 10 pCt. De regeering der Vereenigde Sta ten hoopt door deze maatregelen te bereiken, dat reeds in 1918 een tar- we-oogst zal worden verkregen van 34 millioen ton, als grootste hoeveel heid, die ooit, namelijk in 1914 ge oogst werd. Argentinië had in 1916-17 van alle artikelen zeer kleine oogsten, zelfs in die mate, dat de regeering er in den zomer van 1917 den uitvoer van tar we en meel Jieeft moeten verbieden en dat de uitvoer van het andere hoofdartikel, mais, van weinig betee kenis is geweest, waartegenover staat, dat de laatste berichten gewagen van grootere voorraden dan men verwacht had. De vooruitzichten zijn in dit jaar echter schitterend en men ver wacht in November-December oog sten van tarwe en haver, die, vooral wat tarwe betreft, alle vorige zullen overtreffen, zoodat men op een uit- voer-saldo hoopt van 3.9 millioen ton tarwe in gunstige normale jaren en 1.5 millioen ton in 1916-17- De prijzen van alle graansoorten zijn er in de laatste maanden 20 tot 40 pCt. gedaald, en men vreest voor verdere, sterke daling, indien de graanuitvoer ernstig mocht worden belemmerd of zelfs verhinderd, want Argentinië is een land, dat aangewe zen is op uitvoer van de producten van zijn landbouw en veeteelt, daar de productie slechts voor een zeer klein gedeelte voor de eigen bevol king (8 millioen) noodig is en noch de kapitalen, noch de opslaginrich tingen beschikbaar zijn om deze pro ducten behoorlijk te bewaren. Ook de maisoogst laat zich voor- loopig gunstig aanzien, maar daar de ze eerst in Maart-April binnenkomt, valt daarvan met zekerheid nog niets te zeggen. Britsch-Indië had in 1917 Februari- Maart een zeer goeden tarweoogst van 9.2 millioen ton, exporteerde ge regeld naar de geallieerden, vooral in Augustus en September 1917 en wordt geacht, nog grooten voorraad te hebben. Voorloopig zijn de be richten over den oogst 1918 gunstig en ook hier wordt de verbouw van graan sterk aangemoedigd. Australië, een zeer belangrijk tar- we-producent, verkeert in een hoogst eigenaardige positie Het had in 1915 en 1916 buitengewoon overvloe dige oogsten en wenschte niets liever, zoowel ten behoeve van zijn eigen economischen toestand als voor de voeding van Engeland, dan dien over vloed daarheen te verschepen, maar dit is slechts in zeer geringe mate mogelijk geweest. Het bezwaar om voldoende scheepiruimte voor dit doel beschikbaar te kunnen stellen bleek wegens den grooten afstand steeds on overkomelijk en zoo is Australië met het grootste gedeelte van twee rijke oogsten blijven zitten en heeft de zorg der Australische regeering zich hoofdzakelijk moeten richten op den bouw van elevators en het nemen van andere maatregelen, om dezen rijk dom in goeden staat te bewaren en hem tegen muizen en andere gevaren te beschermen. Men schat den tar- we-voorraad in Australië nu op 4 millioen ton en er staat in November- December een nieuwe oogst te wach ten, wel kleiner dan de beide voor gaande, maar toch ongeveer 3.2 mil lioen ton bedragende en waarvan toch 2.2 millioen ton voor uitvoer beschik baar zouden zijn. Ook hier heeft de regeering voor de beide eerstvolgen de jaren een hoogen prijs voor den geheelen tarweoogst gegarandeerd. Tegenover de behoeften der im- porteerende landen van Europa van 14 millioen ton tarwe, bestaande uit 4,8 voor Groot-Brittanië en Ierland, 4.3 voor Frankrijk, 2,5 voor Indië, 1,1 voor Griekenland en Zwitserland, 0,7 voor België en 0,6 voor Neder land en de Scandinavische landen, staat een geraamd overschot in de Vereenigde Staten en Canada van 10,7, in Argentinië van 3,9, in Britsch- Indië van 1,4, in Australië van 4 mil lioen ton, tezamen 20 millioen ton, waarbij nog de geweldige overschotten van totaal 17 millioen ton Haver en Mais en de kleinere aan Gerst en Rogge komfen, die Noord-Amerika te missen heeft en die tezamen de be hoeften van deze landen aan deze artikelen vele malen overtreffen. Er is dus geen sprake van, dat Europa met hongersnood zal worden bedreigd door een tekort aan granen in de ge- heele wereld. Integendeel, de wereld productie is ruim voldoende en men zou eer kunnen beweren, dat in af- zienbaren tijd de schaal zal doorslaan in de richting van te grooten over vloed en sterke prijsdaling in de exportlanden, want de tegenwoordige hooge prijzen, de hooger genoemde aanmoedigings-maatregelen van vele Regeeringen, de beperking van het gebruik werken alle daartoe samen. Vooral in de Vereenigde Staten ver wacht men daarvan ongekende resul taten; nu reed» spreekt men van eene uitbreiding van 10 tot 20 pCt. van de met tarwe bezaaide oppervlakte als gevolg van de Regeerings-garantie van 2,20 pd. sterl. per bushel (het dubbele van wat vóór den oorlog een hooge prijs geacht werd) voor den geheelen tarweoogst van 1918. De vorige schrijver wijdde ook eenige vluchtige woorden aan een belangrijk verlies aan graan, dat zou ontstaan, doordat de graandistributie in de meeste landen regeeringszaak geworden is. Men zou voor zulk een verwijt tenminste eenig bewijs dienen aan te voeren, hetgeen echter uiterst bezwaarlijk zou zijn, want, afgeschei den van enkele klachten over bederf van aardappelen door onoordeelkun dige behandeling, is nergens van zulk een verlies van beteekenis ooit iets gebleken. Trouwens, granen zijn veel minder aan bederf onderhevig dan aardappelen. Diens vrees is ongetwijfeld onge grond, althans zóoals hij haar formu leert, maar er is een ander probleem, dat groote zorg kan baren en ten slotte tot hetzelfde rampspoedige ge volg voor Europa zou kunnen leiden, als waarover hij zich bezorgt maakt. Dit is de transport-moeilijkheid, die, naarmate de duikbooten steeds meer schepen vernietigen, het voor nu en later hoe langer hoe twijfelachtiger maakt, of er voldoende scheepsruimte zal overblijven, om in Europa's be hoeften, al ware het maar van zijn noodzakelijkste levensmiddelen, te blij ven voorzien. In de op 4 December a.s. te ope nen zitting der Prov. Staten zullen o.m. in behandeling komen voorstellen van Ged. Staten tot verlenging van den termijn waarbinnen de lijnen der Zeeuwsch-Vlaamsche tramweg-maat schappij in exploitatie moeten zijn genomen, tot wijziging van het be sluit voor het verleenen van een ren teloos voorschot voor een tramweg KnockeBreskens en tot aanleg van den verbindingsweg tusschen beide deelen van ZeeuwschVlaanderen. Hierop volgt een voorstel om af wijzend te beschikken op een verzoek van de „Propaganda-commissie der Maria-Vereeniging van Zeeuwsch- Vlaanderen Oostelijk Deel" en de „Commissie der Drankbestrijding van Zeeuwsch-Vlaanderen Oostelijk Deel" om eene subsidie van f1000. Door Burg. en Weth. van Terneuzen was medegedeeld dat naar hunne mee ning bij de werking dier vereenigin- gen geen zoodanig algemsen provin ciaal belang is betrokken, dat daar door een subsidie uit de provinciale fondsen zoude gewettigd zijn. Ged. Staten juichen het doel der genoemde commissies zeer toe, maar meenen toch, dat met het oog op de Provinciale financiën geen termen tot inwilliging van het verzoek aanwe zig zijn werd daarop gunstig beschikt, dan zou aan allerlei vereenigingen, welke dezelfde of verwante doelein den nastreven, bezwaarlijk een sub sidie kunnen worden geweigerd, zoo zoo dat beperking in dezen geraden is. AARDAPPELEN. In verschillende plaatsen is het voorgekomen, dat een regeling werd

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1917 | | pagina 1