Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. Advertentiën De grieven der boeren. Onze Steenkolennood. Binnenland. No. 2264 Woensdag 26 September 1911 26e Jaargang BRESKENSGHE COURANT Abonnementsprijs per 3 maanden ƒ0.60, franco per post ƒ0.65, voor Belgie ƒ0.85, voor Amerika 1 dollar k 3 kwartalen bij vooruitbetaling» Abonnementen worden mede aangenomen bij boekhandelaren en brievengaarders. van 15 regels 25 cents, elke regel meer 5 eents. Groote letters naar plaatsruimte. Bij abonnement lager tarief. Advertentien worden ingewacht tot Dinsdag en Vrijdag des namiddags te twee ure. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond bU den uitgever E. BOOM-BLIEK, Groede - Breskens, Het Bureau voor mededeelingen in zake voedselvoorziening deelt het volgende mede In den laatsten tijd heeft zieh in den boerenstand een groote ontevre denheid geopenbaard. Verschillende klachten werden geuit, en met name de boeren op de zandgronden, ach ten zich door sommige regeerings- maatregelen ten zeerste verongelijkt. Het is natuurlijk niet te ontkennen, dat de boeren op het zand een veel moeilijker bedrijf hebben dan hun vakgenooten op de klei. Maatregelen, die door de laatsten zeer wel zijn te dragen, kunnen inderdaad voor de zandboeren moeilijkheden mede bren gen. Met name de inbeslagneming van de rogge treft de zandboeren veel zwaarder. Voor hen toch is de rogge niet alleen een product van den bodem, maar tegelijk grondstof in het bedrijf. Zij gebruiken de ei gen geteelde rogge, behalve voor het bakken van hun brood, ook als vee voeder, en het met de rogge gevoe derde vee moet hun voor een groot deel de mest bezorgen, die de zand grond zoozeer noodig heeft, ja niet missen kan. Minder natuurlijke mest treft den zandboer te meer, indien gelijk thans de kunstmest schaarsch en duur is en ook het vee voeder in het algemeen moeilijk te krijgen en zeer duur is. De zwaardere bemesting, die de zandgrond noodig heeft, maakt de productiekosten hooger dan voor de kleigronden. Zoodoende kan de prijs van het graan, waarmede de kleiboer goed zou kunnen uitkomen het be drijf van den zandboer niet loonend maken. Geklaagd werd dan ook, dat de prijzen, die de regeering had vastge steld voor granen, onvolduende waren. Evenwel, deze prijzen zijn vastge steld in overleg met de door de landbouworganisaties zelf gekozen commissie voor de prijsbepaling. Voor middelmatige kwaliteiten zijn deze prijzen trouwens door de ver tegenwoordigers der landbouwers aan vaard. Intusschen moet de regeering er op bedacht zijn, den uitzaai van granen voor 1918 zooveel mogelijk te bevor deren. Daarom zijn thans de voor 1918 gegarandeerde prijzen verhoogd tot f22 voor rogge, f21 voor tarwe en f 18,50 voor gerst. De prijzen zijn vastgesteld in over eenstemming met het advies der Prij- zencommissie, waarin vertegenwoor digers der verschillende boerenorga- nisaties zitting hebben. Ook aan andere wenschen der boeren is de regeering tegemoet ge-' komen. Geklaagd werd over de duurte en de slechte kwaliteit van het vee voeder, dat verstrekt werd in ruil voor het graan, dat de regeering in beslag nam. In dit opzicht is mede, door den volstrekt onvoldoenden aanvoer van over zee, de toestand aanmerke lijk gewijzigd. Er was inderdaad een minder juiste verhouding ontstaan tusschen den prijs, dien de boer voor zijn goed graan kreeg, en wat hij zelf moest betalen voor het hem ver strekte veevoeder, dat niet steeds van de beste kwaliteit kan zijn. Thans is besloten den prijs van het te leveren veevoeder te berekenen in verhouding tot de voederwaarde tegenover het product, dat de regeering in bezit neemt. Ook tegen vervalsching van vee voeder op de vrije markt een derde grief der boeren zal met kracht opgetreden worden. In dit opzicht zijn ergerlijke dingen voorgekomen. Gelijk reeds werd medegedeeld, heeft de minister van landbouw het Landbouwproefstation opgedragen het veevoeder, dat in den handel is, te controleeren. Tegelijk wordt over wogen den zandboeren meer veevoe der te verschaffen. Een rantsoeneering van het veevoeder is noodig. Komt er meer veevoeder aan, dan zal dit in de eerste plaats ter beschikking van de zandboeren komen. Bovendien wordt overwogen de gemengde be drijven op de klei een grooter deel van hun veevoeder te doen afstaan dan de zandboeren, om aldus meer veevoeder voor de zandboeren in han den te krijgen. Door deze en wellicht nog andere maatregelen zal er naar gestreefd worden, ten opzichte van het veevoeder de gelijkheid te be trachten. Tenslotte wordt nog overwogen meer en goedkooper kunstmest aan de zand boeren te verschaffen. Tracht de regeering aldus, aan, als billijk erkende grieven der zandboeren tegemoet te komen aan één wensch, hunnerzijds met klem tot uiting ge bracht, zal niet voldaan kunnen worden. Verlangd wordt, dat den boeren een deel van hun graan zal worden gelaten om zelf hun brood te kunnen bakken. Ja, men gaat nog verder in een dorp, waar tot nu toe geen graan werd verbouwd, willen de boe ren daartoe wel overgaan er zijn. geschikte graangronden mits de regeering de zekerheid geeft, dat de verbouwers een deel van hun graan zullen mogen behouden voor eigen gebruik. Aan deze wenschen kan niet wor den voldaan. De regeering wil al het mogelijke doen om den graanbouw te bevorderen, maar zij moet daarbij den eisch stellen, dat de productie ten goede zal komen aan het geheele Nederlandsche volk. Liet zij de boeren een deel van hun graan houden voor eigen brood, dan zou, juist ten aanzien van het voornaamste volksvoedsel onbillijkheid worden betracht. Bovendien zou men, aldus hande lende, de broodvoeding van het ge heele Nederlandsche volk zeer bena- deelen. Wij maken nu eenmaal een abnormalen tijd door, beter gezegd, wij doorleven de ernstigste crisis, wat de voeding betreft, die een volk be leven kan. Van overzee is de aanvoer geheel stopgezet, en onze binnenlandsche graanproductie is bij lange niet vol doende om ons volk te .voeden. Wil het Nederlandsche volk verze kerd zijn althans dezen winter brood op tafel te hebben, dan is het noodig gebleken eenerzijds meel te gebruiken, dat in normale omstandigheden niet voor broodbereiding wordt gebezigd, anderzijds een rantsoeneering van brood in voerenzelfs is het aan vankelijk zeker niet te ruim toege meten rantsoen reeds moeten vermin derd worden. Onder deze uiterst moeilijke om standigheden moeten de boeren dus inzien, dat aan hun wensch niet kan voldaan worden. Wat het zwaarst is, moet het zwaarst wegen. Dit gold reeds voor het inbeslagnemen van de rogge de voeding van den mensch moest gaan vóór de voeding van het vee, hoezeer ook van regeeringswege het belang van een goede veevoe ding wordt erkend. Evenzoo moet ook ten aanzien van de broodvoeding het algemeen belang gaan vóór dat van den boer, hoezeer ook van re geeringswege wordt erkend, dat het voor den boer hard is zijn uit eigen geteeld graan zeil bereid brood te moeten missen. Het kan nu eenmaal niet anders. De regeering kan niet toestaan, dat de eene helft van het volk, die evenzeer arbeidt voor de algemeene behoeften, zich moet te vreden stellen met een beperkt rant- sien brood, dat uit gemengd meel is veivaardigd, terwijl de andere helft volop brood van de eerste kwaliteit zou hebben. Trouwens, liet men het laatste toe, werd den boeren toege staan te houden voor eigen brood, dan zou daarvan het gevolg zijn, dat minder graan beschikbaar kwam voor de voeding van het overige volk, zoodat dit een nog kleiner rantsoen brood dan nu zou kunnen ontvangen of wel zich met brood van mindere kwaliteit dan nu zou kunnen ontvan gen of wel zich met brood van min dere kwaliteit dan nu zou moeten tevreden stellen. Eten de boeren zuiver tarwebrood, dan blijft voor de anderen beschikbaar minder tarwe meel en naar verhouding veel meer aardappel-, mais- en gerstemeel. Hun brood zou kleiner of aanmerkelijk slechter worden en waarschijnlijk allebeide. De boeren moeten begrijpen, dat zij het graan leveren als gevolg van hun noesten arbeid, maar dat hun bedrijf niet mogelijk is zonder veler lei anderen, niet minder harden en .even onmisbaren arbeid. De verschillende deelen van een volk zijn evenzeer nuttig, en de ge- gemeenschap heeft hun aller arbeid noodig. Maar dan moeten ook, als de nood gaat nijpen en allerwegen zuinigheid met de meest noodzakelij ke voedingsmiddelen moet worden betracht, de moeilijkheden en de las ten het deel van allen zijn, onver schillig welke hun taak is in het ge heel van den arbeid. Wij lezen, dat Duitschland voor de steenkolen f90 per ton gaat verlan gen en Engeland f135 per ton. Vroeger werden deze kolen met f 10 per ton betaald. Tot op heden was de prijs ongevenr f 25 per ton. Aangezien wij in ronde cijfers per maand feitelijk 300.000 ton kolen uit het buitenland zouden moeten betrek ken, zouden wij per maand dertig millioen of minstens twintig millioen aan het buitenland cadeau moeten gaan geven. Het is geen kleinigheid lederen dag leest men dan ook, dat dit of dat bedrijf stop gelegd moest worden vanwege het gebrek aan kolen en iedereen denkt met angst en vrees aan de koude, die in den komenden winter geleden zal moeten worden. Waar gaan wij heen dus vraagt de Avondpost wanneer er groote werkeloosheid, broodsgebrek en ko- lengebrek zal heerschen over het gansche land f Enwij beweren, dat dit alles alleen veroorzaakt wordt door onze< eigen laksheid en slaperigheid. Wij beweren hier openlijk, dat dit alles nog voorkomen kan worden. Wij weten, uit absoluut gezagheb bende bron, dat in Limburg tien millioen ton bruinkool ligten deze tien millioen ton slechts opgeschept behoeft te worden, nadat twee M. bovengrond is weggegraven. Nu worden er per dag slechts 400 wagons vervoerd, want zoo zegt men de spoorwegen kunnen niet meer wagons beschikbaar stellen. 400 wagons per dag staat gelijk met 12000 per maand, terwijl dit getal driemaal zooveel moest zijn. De dichtst bij gelegen bruikbare waterweg is 25 K.M. van de bruin- koolvelden verwijderd. Is het nu zoo'n kunst om die 25 K.M. spoorlijn te leggen Onmogelijk zegt men Niet waar zeggen wij. Indien Ne derland in oorlog was, zou het leger in staat moeten zijn om binnen éen week 25 K.M. spoorlijn te leggen. Geen rails, zegt menNiet waar, antwoorden wij. Ga naar de rangeer terreinen op Feijenoord en in de Rietlanden te Amsterdam en onteigen de rails, die daar nu ongebruikt lig gen. Breng ze naar Limburg en maak een spoorlijn van de bruinkool- velden naar den dichtbijgelegen wa terweg. Geen werkvolk zegt men. Niet waar zeggen wij. Zeg tegen onze soldatenindien ge flink aanpakt, dan behoeven je vader, moeder, broeder en zuster geen kou te lijden, dan behoeven zij geen honger te lijden, doordat zij niets kunnen ver dienen en dan zal men zien, dat zij de schop ter hand nemen en wagon op wagon zullen vullen. Maar men moet niet zeuren en niet talmen, doch al de leeg en werke loos in Rotterdam liggende rijnaken naar Limburg brengenzoolang de rails er nog niet liggen, neme men boerenwagens en handkarren en 20000 soldaten en transporteere op deze wijze de bruinkool naar de schepen. Wij weten, dat men in Limburg stikt in de bruinkool, genoeg om ons eenige jaren onafhankelijk te maken van het buitenland de bruinkool kost niet meer dan f 13 per ton. Omtrent de verstrekking van goed koop schoeisel meldt het Bureau voor mededeelingen in zake de voedsel voorziening Het aanvankelijk denkbeeld om voor deze verstrekking schoenen te doen vervaardigen, is prijs gegeven. In de eerste plaats zou daarmede veel tijd gemoeid zijn. Bovendien zou dan alleen over de aldus ver vaardigde schoenen worden beschikt, terwijl men een grooter aantal zou moeten doen vervaardigen, dan wel licht practisch bruikbaar zou blijken. Immers, het is duidelijk, dat voor iedere categorie mannen, vrouwen en kinderen verschillende maten zouden moeten worden vervaardigd, terwijl onmogelijk vooraf te benade ren is, hoeveel van iedere maat noo dig is. Om al deze redenen is een ander stelsel gekozen, nl. het beschikbaar stellen van bons, die door de winke liers in mindering zullen worden ge bracht van den winkelprijs. De personen, die Voor deze voor-

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1917 | | pagina 1