Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. De oorlog. "<[=]>- Binnenland. Wo. 2261 Zaterdu^ 15 September 1919 26e Jaarpni BRESKENSCHE COURANT .3C1210 Abonnemeotsprits per 3 maanden ƒ0.60, franco per post ƒ0.65, voor België ƒ0.85, voor Amerika 1 dollar k 3 kwartalen bfl vooruitbetaling. Abonnementen worden mede aangenomen bij boekbandelaren en brievengaarders. Advertentiën van 15 regels 25 cents, elke regel meer 5 cents. Groote letters naar plaatsruimte. Bij abonnement lager tarief. Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag en Vrtjdag des namiddags te twee ure. Dit blad rerschUnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond by den uitgever E. BOOM-BLIEK, Groede - Breskens. Het Ned. Landbouw comité tot don minister van Landbouw. II. Ten bewijze, dat met reden de landbouw zich ongerust maakt over de wijze, waarop meerdere maatre gelen van Uwe Excellentie worden uitgevoerd, werd er op gewezen, dat tyj de benoeming van eenige rege ringscommissarissen in zake de rijks graanverzameling niet naar deskun digheid teu aanzien der zoo moeilijke materie kon zijn gevraagd: dat bij voorbeeld in éen provincie door een met werk overladen burgemeester eener groote stad, in een andere door een ook nog ande e tijdroovende func- tiën vervullenden griffier der Provin ciale Staten met dit verani woordelijk en bij goeie vervuiling den tijd van een geheelsn mau vorderend ambt wordt vorvuld, zijn feiten, welke voor zichzelf spreken. Het bevreemdde de vergadering dan ook allerminst te vernemen, dat de regeerir gscommissaris in Noord-Bra bant een circulaire aan de burgemees ters in die provincie deed, waarbij, ofschoon iedere balfdeskundige wist, dat op bet oogenblik van het uit-- vaardigen van die circulaire het koreu wegens zijn groote vochtigheid nog piet kon worden .ingehaald", den burgemeesters werd verzocht het daarheen te leiden, dat onmiddellijk tot inrijding van den oogst werd overgegaau. Niet zonder ergenis had men gezien, dat in het Centraal Broodkanteor ziju aangewezen de voorzitters van alle mogelijke bonden en vereenigingen van kooplieden en arbeiders, bij ma lerij en bakkerij betrokken, dooh dat Uwe Excellentie geoordeeld heeft vooralsnog niet één vertegenwoordi ger van den producent te moeten aanwijzen. De prijzen voor sommige producten, het werd reeds boven aangestipt,zijn thans door Uwe excellentie te laag bepaald. Dat geldt vooral voor rogge op zandgrond en voor tarwe, doeh ook de prijzen van veel andere arti kelen zijn van dien aard, dat de land bouwer, naast de enorme onzekerheid van zyn bedryf en naast de tot schier fabelachtige hoogte gestegen en op gevoerde productiekosten, zich ernstig afvraagt, of hy wel met produceeren van die produgten zal doorgaan. Die bezwaren gelden den landbouw in het algemeen voor een goed deel, doch zjj treilen den zandboer in de eerste plaats, die immers geen of veel te weinig kunstmest, en dan nog slechts tegeu onbereikbare prijzen kan verkrygen, die geen voeder heeft voor zijn onverkoopbaar vee, die zijn paarden, zijn beste werkkraebten niet behoorlijk kan voederen, bij gebrek aan veevoeder geen varkens kan hou den, als gevolg van een en ander geen mest kan maken, die juist de gene is, die de meeste levensmidde len heeft te produceereD, die het vol le groote risico van zijn bedrjjf heeft te dragen zonder goede kans op bet maken van matige winst en zonder zelfs op tjjd betaliog te erlangen voor wat hij aan den Staat der Nederlan den te goeder trouw contant ver kocht; terwijl hij moet zien, hoe met meer dan moederlijke teederheid van overheidswege en voor gezorgd wordt, dat de handelaar in de den boer ont nomen producten en in de benoodigd- heden voor zyn bedryf geen schade lydt en door provisiën, commissiën en wat hem voor zyn dikwerf steriele bemiddeling al zoo wordt toegescho ven, angstvallig op zyn plaats en in zijn volle verdiensten wordt gelaten, is hy daartegenover en als gevolg daarvan, niet by machte eigen afzet en aaDscliafflng van iandbouwvoort- brengselen en -benoodigheden uit t.e breiden. De vastgestelde prijzen zijn te laag: de boer moet en zal, naar wij hopen, zijn product daarvoor afgeven, maar menig landbouwer gaat daarbij te gronde, de productie zal afnemen tot schade van den consumentde ben met de gouden eieren wordt geslacht Dat menigeen liever uwe voorschrif ten en do wet zal overtreden dan aan deu eonen kant zyn vcor veevoeder geteeld graan uit ziju boerderij weg te dragja en aau dan acderen kant zyn ko.-tbaren veestapel, dikwijls zijn eeuig bezit, te zian verhongeren, zal van den tegen woordigen toestand oen zeer betreurenswaardig, maar uit menschelijk oogpunt bezien, logisch en onafwendbaar gevolg zyn. Wy wenschen niet verder te gaan; de grieveD, die bestaan, de gevaren, die dreigen, zyn zooveel en zoo ve lerlei, dat bet onmogelyk is ze alle te noemen. Wy meenen te moeten volstaan met bet doen van grepen hier en daar, overtuigd, dat de me- dedeeling daarvan Uwe Excellentie tot onderzoek eu herziening van den bestaanden toestand zal leiden. Wy wenschen daarbij enkele mid delen aan te geven, die tot verbete ring kunnen leiden, middeleD, welke voor een deel zouden tegemoet ko men aan de rechtmatige wenschen van den Nederlandscben landbouw. Da pryzen o a. voor rogge en tar we dieneu te worden verhoogd, ook voor den oogst 1917. De kunstmest het belangrijkste productiemiddel voor den zandboer, moet in prijs worden verlaagd, door byslag op den inkoopprijs uit de Staats kas, welke uit de opbrengst der pro ducten groote voordeelen behaalt. Den verbouwer moet broodkoren worden gelaten voor zijn geziQ, in overeenstemming met de bij distri butie beschikbaar gestelde hoeveelhe den. Een gedeelte van het veevoeder moet aan den verbouwer worden ge laten overeenkomstig de biliyke eischen van zijn bedryf, met inacht neming van de algemeene behoefte aan voedsel voor den mensch. Ander veevoeder moet den boer, voorzoover beschikbaar, worden ge leverd tegen een bereikbaren prys, geëvenredigd aan de inneriyke waarde daarvan en de regeering wake er des noods door wettelyke regelen tegen, dat in den handel in veevoeder ge knoeid wordt op een wyze als thans bet geval is. By de inbeslagname van landbouw producten, vooral ook van hooi, worde op oordeelkundige wijze te werk ge gaan en voldoende rekening gehouden jpet de bepalingen van art. 82 alinea 2 van de InkwartieriDgswet. Zoo goed als Uwe Excellentie, waar het de belangen van den consument betreft, het oordeel vraagt van hen, die in het bijzonder voor de beharti ging van deze belangen zijn aangewezen (burgemeesters, Bond van Nederland- sche Gemeenten), vraagt Uwe Excel lentie, daar, waar de belangen van de producenten op bet spel staan, bet gevoelen van bun vertegenwoordigers, in centrale landbouworganisaties sa mengebracht, en van andere deskun digen, daartoe krachtens hun ambt aangewezen, meer dan naar het den indruk maakt het geval te zijn van colleges of personen, die meenen slechts voor consumptie en distribu tie te moeten zorgen, al is daarvan de ondergang van den producent het uiteindelijk gevolg. Excellentie, Wy zijn er ons ten volle van bewust, dat in deze onze klachten een veroordeeling ligt van maatregelen, welke door u of onder uwe verantwoo dolykheid werden ge nomen, en dat in veel van wat wij als uiting van don geheelen Neder- landscheD landbouw hierboven neer schreven, een scherpe kritiek ligt op de wyze, waarop thans de landbouw belangen van regeerirgawege worden verzorgd. Doch desondanks mochten wy niet laDger zwygen en omdat de Neder- landsche landbouw met een ramp wordt bedreigd, en omdat de Neder- landsche natie uit verminderde pro ductie en verarming van een groot deel harer nijveren een groot gevaar dreigt. Wy deden het in de volle weten schap, dat Uwo Excellentie in de eerste plaats voor den consument heeft te zorgen en ook heeft te wa ken voor de belangen van nijverheid en handel. Wy spreken onomwonden tot u, omdat de geheele Nederlandsche land bouw, ondanks veel wat hem grieft en benadeelt, Dog het volste vertrou wen beeft in uw beleid. Wij leggen deze grieven bloot voor u, wetend, dat gij beter dan de mees ten in Nederland, kunt beoordeelen, dat het landbouwbedrijf een ingewik keld en teer bedrijf is, dat niet straf feloos kan worden geknecht Wij weten, dat Uwe Excellentie bare volle aandacht aan deze grieven zal wyden, en wy vertrouwen, dat zy de noodige maatregelen zal nemen vóór het zal blijken onherstelbaar te laat te zijn. Rusland maakt een nieuwe politie ke crisis door, waarby naast Kerens ki, den krachtigen minister-president, een niet minder krachtige figuur op den voorgrond treedt, generaal Kor- nilof. De laatste heeft een soort staatsgreep beproefd door te eischen dat de voorloopige regeering hem met dictoriale macht zou bekleeden. Kerenski heeft echter dit planne tje verijdeld. Kornilof is als opper bevelhebber afgezet en in zyn plaats is gekomen generaal Klembowski, die tot dusver de leidiDg had over het Noorderleger. Petersburg is in staat van beleg verklaard. Zal Kornilof van zyn invloed in 't leger gebruik maken om de revolutionnaire regee ring aan te vallen? De mogelykheid daarvan wijst er al op dat het nieu we binnenlandscbe conflict vau ern- stigen aard is en de politieke groepen in twee kampen zyn gescheiden. Kerenski heeft klaarbiykelyk ver klaard, dat hy alle pogingen lot te genomwenteling zou onderdrukken en by beeft alvast zijn machtigsten te genstander op zy gevchoven. Met dat ai valt natuuriyk rekening te houden met Kórnilofs aanhang in het leger. Er zijn pogingen in 't werk gesteld om het conflict tusschen de regeeriDg en Kornilof by te leggen. Een deputatie van kozakken, die een bezoek aan Kerenski bracht, is met dezen tot overeenstemming ge komen en daarop naar het hoofdkwar tier vertrokken. Het lot van de tegen omwenteling schijnt wel af te hangen van de hou ding der Kozakken, die tot dusver de voorloopige regeering steunden. iDzake de Zweedsche neutraliteits- schennis wordt gemeld dat Engeland geen maatregelen tegen Zweden op 't oog heeft, maar het Zweedsche volk de kans geeft zelf zijn regeering ter verantwoording to roepen over de slecht behartigde neutraliteitspolitiek. Daar thans juist verkiezingen in Zweden plaats hebben, is de gelegen heid daarvoor gunstig. Amerika eischt voor den verderen invoer van goederen in Zweden 'n deugdelijk bewijs dat deze voor de Zweden zelf bestemd zyn en Diet voor Duitschland. Vroeger had men het woord van de Zweedsche regeering op dit punt voor voldoende gehouden. De Zweedsche gezanten te Wash ington en Beunos-Ayres ontkennen de ten laste gelegde neutraliteitsschen- nis, maar dit maakt in de Vereenig- de Staten weiDig indruk, daar de bewijzen, door Lansing aangevoerd, te frappaDt zijn. Men wacht overigens nog altyd op een verklaring van de Zweedsche re- geeriDg zelf - Een eenvoudige ontken ning is buiten kwestie, daar het de partement van buitenlandsche zaken te Stockholm, dat de cyfertelegram- men doorzond, er zelf bij betrokken is. Naar de „Tel", verneemt heeft de Engelsche regeeriDg zich bereid ver klaard maandelijks 180 000 ton kolen beschikbaar te stellen, indien onze regeering bereid zou zijn de 150.000 ton beschikbaar gestelde scheepsruim- te ten behoeve van het Belgische Re- lief-Comité te verhoogen tot 180.000. Er zyn generlei beperkende bepalingen aan verbonden ten aanzien van den uitvoer naar Duitschland. Wy hadden ons tot dusverre reeds bereid verklaard zonder kolenleveran- tie 180.000 ton scbeepsruimte voor de Reliefcommissie af te zonderen. Indien de Nederlandsche regeering dit cyter verhoogt tot 180.0C0 ton, een cijfer dat volgens de Engelsche en de Amerikaansche regeeringen, de Relief absoluut noodig heeft, om in de behoefte te voorzien, is Engeland bereid ons 180.000 ton kolen per maand te leveren. Alle vroegere door Engeland ge stelde eischen voor een eventueele kolenleverantie, zullen dan vervallen, met name ook de voorwaarde, dat onze kolenschepen reizen naar Frank rijk zullen doen. De EDgelsche regeering heeft goed gevonden, dat ODze schepen, die in Engeland kolen zullen gaan halen, geen levensmiddelen of geen andere ladiDg zullen meevoeren, maar in ballast zullen vareD, om zoodoende het gevaar van torpedeering door Duitsche duikbooten zooveel mogelyk te verminderen. Over dit Engelsche voorstel wordt op dit oogenblik van gedachten ge wisseld.

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1917 | | pagina 1