Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
Kwade tijden.
Binnenland.
Mo. 2255
Zaterdag 25 Augustiig IMI
26e laargtifigf
BRESKENSCHE COURANT
Abonnementsprijs
per 3 maanden ƒ0.60, franco per post ƒ0.65,
voor Belgis ƒ0.85, voor Amerika 1 dollar 3 kwartalen
bij vooruitbetaling.
Abonnementen worden mede aangenomen bij
boekhandelaren en brievengaarders.
Advertentiën
van 15 regels 25 cents, elke regel meer 5 cents.
Groote letters naar plaatsruimte.
Bij abonnement lager tarief.
Advertentien worden ingewacht tot Dinsdag en YrQdag
des namiddags te twee ure.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond b(j den altgever E. BOOM-BLIEK, Groede - Breskens,
Het zal voor Diemand wel meer
eene ontgoocheling zij a dat we kwa
de dagen tegemoet gaan.
Moeilijk, zoowel ten opzichte van
de levensmiddelen, als van de brand
stoffen.
Over dit laatste punt hebben we
vorige week eene uitvoerige beschou
wing geleverd en aangaande dat der
levensmiddelen geven we ditmaal het
woord aan een Hollandsch-Amerikaan
die thans in ons land vertoeft en ten
duidelijkste doet uitkomen hoezser we,
voor wat broodkoren betreft, op Ame
rika zijn aangewezen.
Allereerst is bij getroffen geworden
door de betrekkelijke zorgeloosheid,
waarmee hier te lande, naar zijne
waarneming, wordt voortgeleefd. Hij
meent, naar hetgeen hij in Amerika
heeft gehoord, dat er uiterst moeilij
ke tijden ook voor ons land aanbre
ken zullen, en zou gaarne in de ge
legenheid worden gesteld, zijn oude
vaderland met ernst te waarschuwen.
In de N. R. Ct. is reeds maanden
geleden, en herhaaldelijk erop gewe
zen, dat Nederland, gelijk trouwens
alle andere landeD, tijden van gebrek
aan allerhand noodzakelijke behoeften
zal hebben door te maken.
Tot nu toe is daaraan niet veel
waaide gehechtmen gelooft niet
gaarne, wat men onaangenaam vindt.
Ofschoon onze Hollandsche Ameri
kaan niets nieuws schrijft, meenen wij
er wel aan te doen, ook zijn stem
nog eens te doen vernemen.
Hij heeft aan den anderen kant van
den Oceaan gezien wat daar omgaat,
en misschien wil men aan zijne
waarschuwing thans eenige waarde
hechten.
Hjj schrijft dan
Dit is een woord van waarschuwing.
Een woord zoo ernstig, als ik het
schrijven kan in een taal die mij se
dert vele jaren niet meer tot gewone
omgangstaal heeft gediend.
Holland loopt gevaar I Niet door
een direkte deelnemiDg aan den oor
log. Als buffer-staat is Nedtrland op
dit moment voor beide zijden van te
veel belang. Holland loopt echter
groot gevaar, als een belegerde veste
spoedig honger te lijden.
Om dit te voorkomen moeten wij
den toestand ernstig onder het oog
zien. Met kalm beraad moeten wij te
werk gaan en met welwillende mede
werking moeten wij odzb persoonlijke
wenschen en wenscbjes ondergeschikt
maken aan het eene groote doel, onze
onafhankelijke kracht te handhaven
uit eigen middelen tot tijd en wijle,
dat de vrede zal zijn teruggekeerd.
De oorzaak van deze ontwikkeling
van den toestand is eenvouwdig.
Vanuit Amerika zullen wij niets
meer ontvangen. Inderdaad, Amerika
zal niet in staat zijn, ons de ouda
voorraden te leveren. President Wil
son en de overgroote meerderheid der
Amerikanen zijn ons persoonlijk wel
gezind. Maar het is onmogelijk, dat
de groote transatlantische voorraad
schuur alle geallieerden van levens
middelen zal voorzien en bovendien
ook nog de neutralen.
Blijven wij neutraal dan zullen wij
tezamen met Denemarken en Noor
wegen en Zweden en Zwitserland
achteraan op de Amerikaansche lijst
komen te staan.
Wij kunnen wel schepen naar
Amerikaansche havens zenden, maar
voorraden om die te vullen, zijn niet
verkrijgbaar.
Het gaat om leven en dood, 6n da
kleinen komen in het gedrang. Dit
feit mag oi s onaangenaam aandoen,
maar het bestaat. Hoe eerder wy
het begrijpen, hoe beter voor onuzel-
ven en onze naaste toekomst.
Om zich goed in dezen toestand in
te denkoD, moet men de psyche van
het Amerikaansche volk ten opzichte
van dezen oorlog goed begrijpen De
nuchterder.kende Amerikaan is wel
de allerlaatste om veel voor een fris-
scben en vroolijken krijg t0 gevoelen.
Altijd heeft hij het idee van discipli
ne verfoeid. Hij vindt oorlog voeren
iets dat tot de middeneeuwen behoort,
en waar een verstandig man niet aan
mee kan doen. Indien hij toch mee
doet, zoo kan een dergelijke handelicg
slechts door éene oorzaak gemotiveerd
worden. Die oorzaak is „noodweer".
De Amerikaan beschouwt dezen oor
log als een zaak van noodweer. Hij
heeft alvorens tot daden over te gaan,
heel veel verdragen. Hij heeft den
brand van Belgiö gezien en de kreten
van verdrinkende landgenooten ge
hoord, en hij heeft geen vinger uit
gestoken, om dit te verhelpen. Hjj
aarzelde zich in Europeesche aange
legenheden te mengen. Maar zijn vij
and, zoo redeneert hy, gaf bem geen
rust. De president zond nota's en
vertoogen en protesten tot in het be
lachelijke toe. Het hielp Diets. En
toen eindelijk de onbeperkte duikboot
oorlog alle neutralen tot slachtoffers
maakte van een handelwijze, die Ame
rika niet als wettig kon toestaan, ja
toen was het uit. Zonder dien duik
bootoorlog echter ware hij (de gewo
re Amerikaan uit het volk) nooit tot
den krijg te bewegen geweest.
De Amerikaan heeft de kwestie
jaren laDg overwogen. Hij heeft lang
getalmd. Nu is het uit. En toornig
dat men hem in een dergelijken stryd
door jarenlange tergerijen gedwongen
heeft, maakt hij zich gereed om nu
voor goed en al een einde te maken
aan dezen onhoudbaren toestand.
Amerika verlangt geen materieels
winst uit den oorlog. Het heoft geen
lust z(jn onmetelijk gebied te ver-
grooten of nieuwe koloniön bij de
oude te voegen. Amerika, volgens
het oprechte geloof van de groote
menigte, strijdt cm de toekomstige
wereld voor hare kinderen bewoonbaar
te maken.
Tot zoover de toestand in Amerika.
Nu nog iets over ons zelf. Ons land,
door zyn aardrijkskundige ligging, is
een natuurlijke voorhaven van Duitsch-
land. Dat brengt mij tot het allerge
wichtigst punt in deze korte be
schouwing. Amerika wil niet dat wij
Duitschland meer zullen leveren, dan
strikt noodzakelijk is, om onzen ko-
lenvoorraad op de gewenschte hoogte
te houden.
Nogmaals verzoek ik den Holland-
schen lezer zich zoo veel mogelijk de
Amerikaansche opvatting eigen te
maken. Millioenen menschen en mil
jarden aan goedereD, worden thans
in Amerika byeen gebracht, om bet
geweDSchte doel te bereiken.
Bij een dergelijke reusachtige on
derneming gaat alles in het groot.
Men weet wel, dat vele onschuldige
neutralen dezen winter koude zullen
lijden, en des avonds hongerig naar
bed zullen gaan.
Maar, zoo redeneert de doorsnee-
Amerikaan, in Frankrijk en Italië en
Rusland en Engeland hebben de in
woDers óók geen kolen en weinig te
eten, en dan hebben zij er bovendien
nog een oorlog bij met alle ellendo
van dood en gewonden.
Heeft de neutraal, die zooveel
- misloopt, eigenlijk wel reden tot
klagen, wanneer hij er zoo afkomt
als naaste buur in de grootste kala-
miteit, die de wereld nog ooit heeft
getroffen
Hoe men persoonlijk over deze op
vattingen van de Amerikanen wenscht
te denken, staat niet aan mij te be-
oordeelen. Maar het schijnt toch wel
zeer gewenscht dat deze dingen al
gemeen bekend zullen wordeD onder
de Hollandsche natie.
Men is in het buitenland niet ge
heel tevreden over ons. Niet omdat
wij geen aandeel nemen aan den
oorlog. Onze neutraliteit neemt nie
mand ons kwalijk.
Wel echter, om de meening, die bij
ons te lande maar al te dikwijls ge
hoord wordt„als wjj er nu maar
uit blijven, dan is alles alweer goed".
In die openlijke bekentenis van
velen onzer medeburgers zit het ge
vaar Neutraliteit, om tot goede re
sultaten te voeren, mag nooit iets
negatiefs zijn.
Om waarde te hebben moet de
neutraliteit een positieve daad zijn
Indien het ons werkelijk heilige
ernst is met ons onafhankelijk volks
bestaan, laten wij ons dan nu on
middellijk voorbereiden op zeer moei
lijke dagen. Niet door overhaast groo
te voorraden op te koopen (de meest
onvaderlandslievende daad, die men
onder de omstandigheden bedenken
kan). Maar laten wij ons gereed ma
ken voor de sterkste beproevmg van
ODzen goeden moed en ons geduld.
De ekonomische belegering van
Nederland staat voor de deur. De
regeering vermag niet, daaraan, iets
te verhelpen. Wij moeten allen zon
der zonder onderscheid bijstand ver-
leenen.
Nu zal men geenszins knnnen ont
kennen dat er veel ernstigs en veel
waars in zijn waarschuwend woord is
gelegen.
Maar bij dat alles rjjst toch de
groote vraag op of Nederland schier
zoo zwaar als een vijandelijke staat
moet gestraft worden omdat het een
oorlogvoerende vijand van Amerika
tot nabuur heeft?
En behoort Nederland dan niet tot
de kleine naties, voor wier onafhan
kelijkheid en voortbestaan men vecht,
en dat bovendien aan zoovelen aan
de Entante verwant onder zijne vleu
gelen der barmhartigheid heeft geno
men?
Menscheljjkerwijs gesproken is het
visioen van de schrijver te donkor
gekleurd, of wel, men moet zich ver
gissen in de werkelijke gezindheid der
democratie.
Een medewerker van „Econ. Stat.
Berichten" geeft eenige becijferingen
in verband met ons broodrait.oen,
waaruit bi) concludeert, dat indien
niet zéér spoedig zekerheid ontstaat,
dat we tot den volgenden oogst al
thans een 160,000 k 200,000 ton tar
we uit Noord- of Zuid-Amerika kun
nen importeeren, het broodrantsoen
verminderd moet worden, teneinde te
voorkomen, dat de bevolking van half
Maart tot September 1918 geheel
zonder brood zal zitten.
Ook de verlaging van rantsoen op
zich zelf zal dan nog niet voldoende
zijn, maar zal gepaard moeten gaan
met een nieuwe wijziging in de sa
menstelling van het brood, door toe
voeging van gerstemeel, havermeel,
boonenmeel, en dergelijke.
Daartoe zal het trouwens ook in
geval van import van tarwe nog wel
moeten komen, omdat do malsvoor-
raad, die op 31 Mei j.l. circa 42,000
ton bedroeg, spoedig uitgeput zal zijn
en dus bijmenging van maïsmeel en
-bloem aan Regeering-meel en -bloem
weldra tot het verleden zal behooren.
Evenmin valt te rekenen op voldoen
den voorraad rogge voor bijmenging
door de tarweook de uitzaai van
deze graansoort is lager dan normaal
en de opbrengst laat al evenzeer te
wenschen over.
Komt er dus geen keer in de om
standigheden, dan zal men zich op
een nieuw soort van oorlogsbrood en
nog kleiner hoeveelheid hebben voor
te bereiden.
Het Bureau voor Mededeelingen
omtrent de Voedselvoorziening meldt
De bedoeling, waarmede het Bureau
voor mededeelingen omtrent de voed
selvoorziening is opgericht, is niet
alleen door berichten en communi
qués in de pers, maar ook langs an
dere wegen te trachten het Neder-
landsche publiek zooveel mogelijk in
te lichten omtrent de maatregelen,
die de regeering inzake de voedsel
voorziening verplicht is te nemeD,
opdat men beter leero brgrijpen, de
groote moeilijkheden, die zich dage-
ïyks sterker doen gevoelen en de
noodzakelijkheid, dat ieder naar beste
kracht medewerke om die moeilijk
heden te overwinnen.
Dit zal niet mogelijk zijn, zonder
dat een ieder zioh belangrijke opoffe
ringen getroost, die tlechts van veel,
dat .het leven gemakkelijker en aan
genamer maakte, maar zelfs van dat
gene, wat in normaio tijden behoefte
wordt geacht.
Dan zal zich, nog meer dan reeds
het geval is, moeten behelpen met
hetgeen beschikbaar zal zjjn.
Dit zal te minder zwaar vallen,
naarmate men beter doordrongen is
van de redenen, die tot het opleggen
van beperkingen leiden. Daartoe bi)
te dragen zal de taak van het Bureau
zijn.
Volgens te Rotterdam ontvangen
telegrammen zijn de voor de Nederl.
regeering bestemde ladingen van de
te New-York liggende Nederlandsche
stoomschepen Voerhaven (haver) en
Rijndijk (mais) ernstig aan het broeien.
Dit is ook het geval met de lading
van h6t te Baltimore liggende Neder
landsche stoomschip Procyon. Er
worden pogingen aaDgewend om ver
gunningen tot lossen te verkrijgen.
Voornoemde stoomschepen liggen reeds
meer dan 21'2 maand in die Ameri
kaansche havens.
Als noodzakelijk gevolg van de
kolenschaarachte zal het aantal per
sonentreinen bij de Staatsspoor bin
nenkort nog aanmerkelijk worden
vrminderd en zullen ook in het Zui
den uitvallen
de ochtend-sneltrein vair 6.56 uit
Vlissingen, de boemol van 9.10 v.m.
en de sneltrein van 1.10 nam.;
en in de richting Roosendaal-Vlii-
singen