Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen, Rundvee naar Engeland. Binnenland. JSJ2S* No. 2252 Woensdag 15 Augustus 1913f 26e Jaargang BRESKENSCHE Abonnementsprijs per 3 maanden ƒ0.60, franco per post ƒ0.65, voor Belgiö ƒ0.85, voor Amerika 1 dollar a 3 kwartalen by vooruitbetaling. Abonnementen worden mede aangenomen bfl boekhandelaren en brievengaarders. Advertentie n van 15 regels 25 cents, elke regel meer 5 cents. Gtroote letters naar plaatsruimte. By abonnement lager tarief. Advertentiön worden ingewacht tot Dinsdag en Yrfldag des namiddags te twee ure. Dit blad verschijnt eiken IMusdag- en Vrijdagavond bij den uitgever E. BOOM-BLIEK, Groede - Breskens, Er wordt eone groote proefzending van rundvee naar Engeland voorbereid. Ze zal zich eerst bepalen tot een beperkt getal van geslachte voljarige runderen (vare, melkgevende koeien), behoorlijk fcevleescht, met een mini mum slachtgewicht' van ongeveer 200 kilogram bouten over den uitvoer van graskalveren (stieren). Het is niet onmogelijk, dat deze proefzending ge volgd zal worden door den uitvoer van een groote hoeveelheid vleesch. De uitvoer zal geheel zijn voor risico van de leveranciersde Engelschen zullen echter een koelboot zenden en zorgen voor de maatregelen voor een veilig vervoer over zooveel mogelijk leveranties verdeeld zal worden. Ve len zijn tegen dezen uitvoer, maar in verband met den grooten veevoeder- nood is hy wenschelijk en noodzakelijk. Daar komt bij, dat vermoedelijk van dezen uitvoer naar Engeland vanzelf het gevolg zal zyn een even groote vleeschuitvoer naar de centra le mogendheden. Wie aan de proefzending wenschen deel te nemen, moeten zich opgeven by het bestuuur der rundvee-ver- eeniginghet quantum zal zijn 2O0 koeien en 1000 graskalveren. Worden er meer beesten opgegeven, dan zal bij loting beslist worden. Er is een minimum zending van 500 ton gegarandeerd. Er zal een commissie worden be noemd ter taxatie van hot te ver zenden veewat de zending meer opbreDgt dan de getaxeerde waarde, zal worden omgeslagen over de verschil lende leveranciers. Daartegenover staat, dat de le veranciers vertrouwen moeten hebben in de taxatie commissie en zooveel mogelijk genoegen moeten nemen met de taxaties. Beroep zal open staan bij het be stuur der Rundvee-vereeniging. Het ligt in de bedoeling, de zen ding niet in eens op de Engelsche markt te werpen, teneinde deze niet te zeer te doen kelderenze zal worden verdeeld over een dag of zes. Wanneer op deze proefzending verdere uitvoer volgt, dan zal de re geering vermoedelijk een percentage van de winst nemen voor distributie- kosten.De kans is echter groot, dat voor deze proefzending geen diitribu- tiekosten aan de regeering behoeven te worden afgedragende regeering wil nameiyk zooveel mogelijk mede werken aan het welslagen der proef zending. De zending zal worden verzekerd voor zee- en spoorreis. Blijkens een in April gedane vee telling, die gevolgd zal worden door eene telling in deze maand en stellig grooter vooraad zal blijken te geven, waren toen aanwezig. Rundvee. Springstieren 29,162 Melk- en kalfkoeien 1,234,594 Mestvee Mestkalveren 15,587 Mestkoeien en ossen 50,114 Jongvee geboren vóór 1916 214,949 geboren in 1916 471,122 Kalveren, geboren in 1917, met uitzondering van mestkal veren 286,004 Totaal 2,801,582 Schapen, met uitzondering der in 1917 geboren Heideschapen 75,181 Andere schapen 445,094 Totaal 520,276 Varkens Fokzeugen on fokbeeren 122,954 Mestvarkens boven 50 K.G. getaxeerd slachtgewicht 288,282 Loop- en mestvarkons boneden 50 K.G. idem 511,951 Biggen beneden 6 weken 262,251 Totaal 1,185,438 Het aantal runderen is in de jaren 1910 tot 1917 toegenomen met 13.5 pCt., het aantal schapen met 7,7 pCt., terwijl de varkeDS met 5,9 pCt zyn verminderd. Wat de runderen betreft, moet d9 toename vooral daaraan worden toe geschreven, dat zoowel de uitvoer in levenden toestand als de slachting factoren, die in normale tijden eon sterken invloed op de grootte van den veestapel uitoefenen in om vang is afgenomen. Verder is te wijzen op het feit, dat de uitbreiding der rundveehouderij in de zandstreken, waartoo de moder niseering van het bedrijf 6n de ont wikkeling der fabriekmatige zuivel bereiding den stoot gaven, in 1910 haar hoogtepunt nog niet had bereikt en zich ook na dien heeft voortgezet, al zal daarvan thans, bij de groote moeilijkheden die de handhaving van den veestapel op de bereike hoogte oplevert, weinig sprake meer zijn. Ten aanzien der provinciën afzon derlijk kan worden opgemerkt, dat het gelijk blijven van het aantal run deren in Noord-Holland tot de ge volgen der overstrooming van Januari 1916 moet worden gerekend, terwijl het kleine verschil tusschen beide tellingen in Zeeland samenhangt met het streven naar uitbreiding van den akkerbouw in die provincie. Minder sterk dan het rundvee zijn de schapen toegenomen, dit wil zeg gen de schapen met uitzondering der lammeren, die thans in verband met het tydstip der telling niet zijn geteld. Er blijkt evenwel uit de toename, dat de aanzienlijke uitbreiding der con sumptie van schapenvleesch in het binnenland niet heeft kunnen opwe gen tegen de vermindering die de uitvoer van schapen en schapenvleesch heeft ondergaan. De afneming van het aantal schapen in Drenthe is een gevolg van het verminderd getal der heideschapen, hetgeen in verband staat met de toeneming der ontginningen. Het aantal varkens vertoont esne vermindering van 5,9 pot. De oor zaak hiervan moet in het tekort aan voeder worden gezocht. Met betrek king tot de provinciën, waar de jong ste telling een hooger cijfer gaf dan die in 1910, zij opgemerkt, dat daar de sterke uitbreiding der varkens- houdery in de eerste jaren na 1910 klaarblijkelijk nog niet geheel is te niet gedaan door den lateren terug gang. Over de verschillende rubrieken rundvee kan het volgende nog worden opgemerkt. Tot de aanzienlijke ver meerdering van het aantal springstie ren draagt stellig ook bij de toene mende zorg voor een rationeele fok kerij. De totale vermeerdering is het grootst by de molk en kalfkoeien, die de talrijkste groep van den rundvee stapel vormenhet is vooral in deze rubriek, dat het uitblyven van don veeuitvoer zyn invloed zal hebben doen gelden. Daarentegen is het aantal mest koeien en -ossen veel kleiner, welk verschil eenerzijas op rekening van do duurte en schaarschte van het krachtvoeder moet worden gesteld, anderzijds zijn oorzaak vindt in het tydstip der jongste telling, waardoor vee, dat bestomd is om te worden vetgeweid en dus op een later tijdstip tot bedoeld mestvee behoort, onder andere rubrieken voorkomt. Bijzonder sterk is het aantal mest kalveren afgenomen. De groepen jongvee en kalveren laten z ch door het verschillende tijdstip der tellingen en de eenigszins andere indeelirg nog het best geza menlijk vergelijken, doch ook dan mag Diet uit hot oog worden verloren, dat, waar in het voorjaar de meeste kal veren geboren worden, bij de laatste telling woarschijnlijk minder fokkal- veren aanwezig waren dan bijv. thans het geval zou zyn. De commissaris van politie in de le afdeeling te 's Hage waarschuwt en maakt bekend, dat uitgegeven zyD: zilverbons van 1 gulden, die bij onder zoek zijn gebleken valsch te zijn. De vaische bon is een fotografie, rand en tekst zijn gedrukt in donkerbruin, terwijl bij de echte bons de rand en tekst zwart is. Bij sommige vervalschte exemplaren ontbreekt ondergrond en watermerk, doch by enkele in omloop gebrachte exemplaren is de ondergrond goed zichtbaar, terwijl weder bij andere het watermerk „een gulden" door middel van wit zeer gebrokkig is nagebootst. De meeste vervalschingen dragen bet serienummer M. W. no. 09470. De rand die bij de echte bons een afmeting heeft, aan de buitenzijden van 7 by 11 c M ,is by de nagemaakte een paar millimeter kleiner. Da druk is over het algemeen ge brekkig. Het fotografiepapier voor het af drukken gebruikt, is veel dikker dan het papier van de echte bons en ont breken aan de achterzijde do blauwe vezels, die in het papier der echte bons voorkomen. Volgens Minister Treub bedroeg de rijstvoorraad in ons land op 1 Aug. 1914 ongeveer 200 000 ton. Sedert dien tyd is een goede 100 000 ton aangevoerd. Er werd echter 76 000 ton uitgevoerd en ruim 200 000 ton in ons eigen land verbruikt,(tot 1 Augustus), zoodat er nu nog 25 000 ton aanwezig kan zijn. Komt er geen nieuwe voorraad bij, dan zitten we met 1 Januari 1918 zonder ryst. Op nieuwen aanvoer valt in de eerste weken niet te rekenen. De weg door 't kanaal van Suez is ge stremd, zoodat de reis nu aanmerkeiyk langer is Bovendien is men niet zeker of de schepen wel door de duikbooten ongem®e;d worden gelaten. Daar komt bi' de nog aan- wezige ryst behoort tot de Java- en Siamsoorten, die niet onder de distributie vallen. Wil de regeering deze dure soorten distribueeren, dan zal ze verscheidene millioen moeten bijpassen. Kans op goedkooper ryst is er dus niet. Wel loopen we gevaar, dat over een half jaar de voorraad geheel is uitgeput. En al mocht de oorlog on verwacht eindigen, dan nog is op grooten invoer niet te rekenen. In alle landen toch en in de oorlog voerende niet het minst is de vraag naar voedsel groot. Ons volk heeft zich dus, ook wat de ryst betreft, op een „krappe" tyd voor te bereiden. De Nederlandsche Brandweer vereniging heeft aan de colleges van Burgemeester en Wethouders eene circulaire gezonden, waarin zij er op wijst, dat, waar naar haar ter oore is gekomen, in tal van gemeenten van ons land door Burgemeester en Wethouders maatregelen worden be raamd of genomen om hout aan te koopen ter distributie onder minder gegoede geziDnen, alles wat ter voor koming van brand behoort te geschie den, en het zich tot plicht acht op de gevaren van een dergeiyke hout- distributie te wyzen. Daar hout zoowel als turf een brand stof is, die veel roet aaDzet niet al leen doch ook hevig vlamt en vonken uit den schoorsteen doet vliegen, is het niet wenscheiyk dergelijke brand stof juist in de kachels der minder- goeden to doen bezigen. Niet alleen toch, da± de rookleidingen in wonin gen door dergelijke gezinnen bewoond in den regel niet met de meeste zorg voor vervuiling worden behoed, maar bovendien zjjn zy veelal zeer ondoel matig ingericht; wyi die woningen dikwerf Dog gebouwd zijn onder een minder streng toezicht van bouw- politie en brandweer. Ook liggen deze woningen meestal in wyken van steden, waar de om geving geheel of gedeeltelijk gevormd wordt door niet behoorlyk onderhou den huizen, terwyi dikwijls brand- gevaariyke voorraden, hooi, stroo en dergeiyke in de onmiddellijke nabij heid van dergeiyke arbeiderswyken geborgen zyn. Door deze brandstoffen te benutten in de kachels of stookplaatsen zoude dus meer gevaar voor brand door d'e brandweerdiensten in uwe gemeenten onder de oogen moeten worden ge zien. Wy laten déAr in hoeverre dit mogeiyk zal biyken te zyn doch stel len alvast voorop, dat het toch zeker geen gewenschten toestand zoude scheppen. Zy vermeent dan ook ernstig in overweging te moeten geven het sto ken van turf en hout, dat economisch onvoordeeliger is dan van andere brandstoffen, voornamelijk aan het initiatief der meer gegoeden over ta laten, wier woningen daarop beter ingerieht zyn en in minder gevaarly- ke omgevingea gelegen zyn, om daar door meer betere brandstof voor de minder gegoeden te kunnen beschik baar stellen. Het onbepaald (klein) verlof van de dienstplichtigen dor landweerlich tingen 1907 tot en met 1913, die dit I jaar nog niet by de reserve landweer- j bataljons onder de wapenen werden m ii

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1917 | | pagina 1